Veehouderij
In de maand november kunnen we terugzien op de weideperiode 1983.
Deze winter krijgen we nog te maken met de gevolgen van het natte
voorjaar en de droge zomer. Het natte voorjaar heeft ertoe geleid dat
het gras voor voordroogkuil te nat of te oud is ingekuild. In sommige
gebieden heeft de snijmais door de droge zomer veel te lijden gehad.
Een lichtpuntje is dat er dit najaar nog veel gras voor beweiding is
gegroeid.
Dat de winter een hoge krachtvoerrekening te zien zal geven staat nu al
vast. Geen of minder krachtvoer verstrekken is echter nog duurder.
Probeer ondanks alles per koe zoveel mogelijk rendabele melk (kost
prijs beneden opbrengstprijs) te verkrijgen. Om dit te bereiken zal de
voeding extra aandacht moeten krijgen.
Voeding van melkvee
Bij het verschijnen van dit artikel zal
voor het melkvee de stalperiode
aangevangen zijn. Het wordt nu de
hoogste tijd om een goed uitgeba
lanceerd rantsoen voor de stalperio
de tot 20 april uit te rekenen. We
weten nu de voorraden aan ruwvoer.
Bovendien weten we dat het kracht
voer deze winter niet goedkoop zal
zijn. Uit de voederanalyses blijkt dat
het VEM-gehalte in de droge stof
van voordroogkuil 100 lager is
dan vorig jaar. Het eiwitgehalte van
de eerste voordroogkuilen ligt Zy la
ger dan in 1982 (nu 85 g vre per kg
droge stof)- De NH3 fraktie (ammo
niak) varieert ook sterk met uit
schieters tot 40.
Het aantal kuilen dat boven 8 (dit is
aan de hoge kant) ligt is aanmerke
lijk. Bovendien zijn er diverse kuilen
met een NH3 fraktie hoger dan 15
(dit is te hoog). Een hoge NH3 frak
tie duidt op een minder geslaagde
kuil. Het gevolg hiervan is een hoog
boterzuurgehalte in de kuil. Boter-
zuur en melk zijn vijanden. Vorige
winterperiodè hebben enkele melk
veehouders korting op hun geleverde
melk gehad in verband met een te
groot aantal sporen van boterzuur
bakteriën in de melk. Hoe komen
deze sporen van boterzuurbakteriën
in de melk? Via het bloed van de koe
is niet mogelijk. Wel via de mest,
kuilresten of de melker. Het vullen
van de ligboxen voor melkvee met
kuilresten is dan ook uit den boze.
Uiterste hygiëne bij het melken is
bittere noodzaak. Er mag geen mest
noch afwaswater aan de uier en spe
nen zitten bij het aansluiten van de
tepelhouders. Dus bij het nat
schoonmaken van de uier deze eerst
droogmaken alvorens de tepelhou
ders aan te sluiten. Een te hoog aan
tal sporen van boterzuurbakteriën in
de melk kost U geld en geeft ergernis.
Door de lage gehaltes in de voor
droogkuilen is het dit jaar noodza
kelijk om een voederbalans en voe
derrantsoen op te stellen. Er zullen
ook bedrijven zijn die nog niet Vol
doende ruwvoer voor de gehele stal
periode in voorraad hebben.
Het aantal grootvee-eenheden (gve)
dat gedurende het aanstaande win
terseizoen gehouden wordt kan wor
den berekend. Melkgevende en dro
ge koeien tellen voor 1 gve en jong
vee wordt voor 0,5 gve geteld. Het
aantal staldagen tot 1 mei is 180
dagen. Het aantal grootveestaldagen
wordt nu verkregen door vermenig
vuldiging van totaal gve x staldagen.
De voeding van het melkvee vraagt deze winter extra aandacht.
Voor het bepalen van de aanwezige hoeveelheid droge stof (ds) kan de volgende
leidraad aangehouden worden.
voedermiddel
gam. kg ds/m3
Graehooi
85
Broodkuilen zonder gronddek:
▼oordroog» K 3596 de
145
3596 en meer ds
160
Broodkuilen met gronddek:
Voordroog: 3596 ds
170
3596 en meer ds
180
Snijmais
Rijkuilen met gronddek:
dan 2596 ds
160
25 - 3096 ds
170
3096 en meer ds
175
Rijkuilen zonder gronddek:
5-1096 lager
dan met gronddek
Bietenkonnen en -bladkuil
160
Voederbieten hoo* flrehalte')
100
voordroogkuilen zal een aanvulling
met 1 a 2 kg krachtvoer nodig zijn.
Voeding jongvee
Willen we een goed ontwikkelde
melkvaars rond 2 jaar hebben dan
zal deze toch goed gevoerd dienen te
worden. Het gevaar zit er deze winter
in dat het jongvee het moet doen met
het slechtste van de slechte voor
droogkuil. Dit is onjuist. Bij een groei
van 600-700 gram per dag zal het
dier, afhankelijk van de leeftijd, toch
nog 5000-7000 VEM op moeten ne
men. Dit bereikt men niet met erg
slechte voordroogkuil. Van deze kuil
zullen de dieren niet genoeg opne
men. Een aanvulling met krachtvoer
zal dan noodzakelijk zijn. Met een
rantsoen van redelijke voordroogkuil
en snijmais kan men de gewenste
groei ternauwernood bereiken.
Voorbeeld
De norm voor vrouwelijk jongvee
van 13 maanden, een gewicht van
300 kg en een éewenste groei van 650
g per dag is 5000 VEM en 435 vre.
Ziekten bij melkvee
Door de vrij hoge tot soms zeer hoge
NH3 fraktie in voordroogkuil kunnen
er voedingsstoornissen bij het rund
vee optreden. Deze kuilen kunnen
ook een vrij hoog boterzuurgehalte
hebben waardoor hoogproduktieve
dieren gemakkelijker slepende melk-
ziekte kunnen krijgen. Wees daarom
deze winter extra oplettend en voer
aan de hoogproduktieve koeien bij
voorkeur de betere partijen. Het op
treden van tussenklauwontsteking en
stinkpoot komt in een stalperiode
meer voor dan in de weide.
In de ligboxenstal kan dit ongemak
worden voorkomen door het voetbad
met 3% oplossing handelsformaline
elke 14 dagen te verversen. Voor de
grupstallen is een stabad aan te be
velen. De besmetting gaat in een lig
boxenstal veel sneller rond dan in een
grupstal.
Emelten en mollen
Ook dit najaar hebben we de lang
pootmuggen weer zien vliegen. Deze
hebben hun eieren afgezet met als
voorkeur ruig grasland. In de maand
november zijn de afgezette eieren tot
larven geworden. Deze larven
(emelten) zijn de boosdoeners. Deze
vreten de ondergrondse delen van
het gras af, waardoor de zode dood
gaat. Een enkele emelt zal geen
zichtbare schade aanrichten. Komen
ze echter met meer dan 150 per m2
voor dan is het noodzaak om de
emelten te bestrijden. Om het aantal
vast te stellen, steekt men stukjes zo
de van 1 dm2 uit en legt deze in een
pekeloplossing (1 kg zout in 5 liter
water). Komt er per dm2 zode meer
dan 1,5 emelt bovendrijven dan is
een bestrijding raadzaam.
De bestrijding kan uitgevoerd wor
den met 2 liter parathion 25% of 15
kg emeltenkorrels. De emelten ko
men in een niet te koude nacht boven
de grond. Binnen 3 weken na be
handeling niet inscharen.
Nog steeds worden er in de winter en
3 kg ds voordroogkuil a 720 VEM 80 vre
3 kg ds snijmais a 914 VEM -I- 50 vre
2160 VEM 240 vre
2740 VEM 150 vre
totaal
Hebben we het aantal m3 berekend
of geschat dan is het een kwestie van
vermenigvuldigen en delen:
totaal m3 x kg ds/m3
grootveestaldagen
kg ds/gve/staldag
tótaal m3 x kg ds/m3 grootveestal
dagen kg ds/gve/staldag
Een berekening van de kg droge stof
die per dag gevoerd kan worden is
van groot belang om in het begin van
de stalperiode niet teveel te voeren.
zien we met de toename van het ver
mogen van de trekkers ook de
ploegdiepten toenemen. De vraagkan
gesteld worden of dit wel juist is.
Eenmaal diep ploegen tot 30 cm
diepte houdt in dat we dan ook op
deze diepte moeten blijven ploegen.
Naast een zekere verschraling van de
bouwvoor zal later weer ploegen op
geringere diepte een grote kans in
houden op een sterk verdichte
ploegzool van deze "verlaten"
bouwvoor. Niet te diep ploegen en
ploegen onder droge omstandighe
den verdient dus de voorkeur. Een
aanwezige ploegzool kan beter met
een woeler onder de ploeg gebroken
worden.
Voorbewerken
Voor de zware, niet slempgevoelige
gronden kan kort na het ploegen in
novembqr heel goed een voorbewer
king met een cultivator worden uit
gevoerd. Met name voor bieten en
uien is dat op deze grondsoort te
prefereren boven een bewerking in
januari of februari.
28 oktober 1983
Sloot- en drainage-onderhoud
Een eenvoudige methode om de.
werking van een drainage te kontro-
leren is het meten van de hoeveel
heid water die de drain afvoert. Een
drain moet namelijk 4-5 nun regen
per etmaal afvoeren. Dit betekent dat
een goed lopende buis bij bijvoor
beeld een drainlengte van 250 m en
een drainafstand van 16 m bij volle
afvoer ongeveer 1 liter water in 4 a 6
sekonden of 11-14 liter water per
minuut moet afvoeren. Ook het re
gelmatig opnemen van de grondwa
terstand geeft meer inzicht in de
werking van de drainage. Het door-
spuiten van pas aangelegde drainage
ter kontrole is zeer aan te bevelen.
Op de lichte en ijzerhoudende on
dergronden is regelmatig doorspui
ten eerder noodzakelijk dan bij bui
zen gelegd in de klei. Een midden-
drukdrainreiniger met een lichte
slang met een grote inwendige dia
meter en een spuitkop met veel
achterwaarts gerichte stralen, kan
goede resultaten geven.
Als het kuilplastik bol staat, is de ammoniakfraktie wel erg hoog.
Het is ook mogelijk om tegelijk met
het ruwvoeronderzoek door de
monsternemer van het Bedrijfslabo-
ratorium voor Grond- en Gewason-
derzoek partijmeting uit te laten
voeren. Op de uitslag wordt dan ook
de hoeveelheid droge stof per kuil
vermeld. Bij opgave van de veebe
zetting wordt bovendien de hoeveel
heid droge stof per gve per staldag
berekend.
We weten nu hoeveel ds/gve/dag
gevoerd kan worden van de aanwe
zige ruwvoervoorraad. Bij een tekort
(lager dan 9 kg) kan men besluiten
om ruwvoer aan te kopen tot 9 kg.
Door de minder goede kwaliteit van
het voordrooggras zal er dit jaar eiwit
extra moeten worden gegeven om
een goede VEM: vre verhouding te
verkrijgen. Bovendien zal 10 liter
melk uit ruwvoer meestal niet haal
baar zijn. Door de lage gehaltes in de
Wanneer de opname iets tegenvalt, is
zeker aanvulling met wat krachtvoer
noodzakelijk, vooral ook gezien de
krappe eiwit- en mineralenvoorzie-
ning. Indien voordroogkuil van
minder goede kwaliteit dan hier
boven genoemd gevoerd wordt, is
extra krachtvoer nodig.
Verzorg het jongvee goed want zij
zijn de melkkoeien van de toekomst.
Bij een krappe ruwvoerpositie kan
ook overwogen worden om het
jongvee een rantsoen van stro en
krachtvoer te verstrekken. Proeven
hebben aangetoond dat hiermee een
goede groei haalbaar is. Als norm
moet aangeraden worden: 1 kg stro
per 100 kg levend gewicht en 1 kg
krachtvoer per 100 kg levend gewicht
plus 1 kg. Voor een pink van 300 kg is
dit dus 3 kg stro en 4 kg krachtvoer.
Als krachtvoer kan standaardbrok
(120 g vre) verstrekt worden.
4900 VEM 390 vre
voorjaar veel molshopen in grasland
opgeworpen. Door de mollen weg te
vangen met klemmen kan men teveel
grond in voordroogkuil voorkomen.
Bij grote aantallen kunnen de mollen
een goed perceel grasland geheel
omploegen. Door klemmen op de
juiste manier te plaatsen, kan men
veel mollen wegvangen. Probeer de
klemmen in een hoofdgang aan de
rand van het perceel te plaatsen.
Werktuigen
De meeste werktuigen in de rund
veehouderij kunnen in de winter
stalling. Om in het voorjaar weer vlot
met de werktuigen te kunnen wer
ken, is een inspektiebeurt nu of in de
loop van de winter nodig.
Na het schoonmaken van de werk
tuigen moeten draaiende delen wor
den geolied of gesmeerd met vet. Het
roesten tijdens de winter is vaak niet
te voorkomen. Droge stalling is beter
tegen roest dan een vochtige omge
ving zoals koeien- of jongveestal.
Algemeen
In november zal de eerste ronde van
vergaderingen weer beginnen. Vanuit
de Zuidwestelijke Konsulentschap-
pen voor de Akkerbouw en de Rund
veehouderij zal extra aandacht wor
den besteed aan de bemesting van
grasland. Ook de nieuwe ontwikke
lingen op fokkerijgebied zullen de
aandacht hebben. Verschillende kur-
sussen (ook voor vrouwen) gaan in
november van start. In elke bijeen
komst steekt men wel wat op. Pro
beer Uw kennis te vergroten.
De bedrijfsvoorlichters,
ing. H. Eerkens,
ing. R. van der Meer
11