Akkerbouwer A.J. de Wit uit Oud-Vossemeer:
"1983 een aardappeljaar om veel van te leren....''
Ongeveer de helft Zeeuwse en kwart West-Brabantse aardappeloogst is binnen!
Beregenen
Een hele zorg minder....
Fout
Groenbemester
Opbrengstderving
Spijt
14 oktober 1983
De Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst te Goes schat dat 11 oktober j.l. een kleine helft, ca. 45% van het
Zeeuwse aardappelareaal was gerooid. Er is de vorige* week hard gewerkt tot zaterdag 8 oktober toen
een aantal flinke buien de boeren van het land verdreef. Op dat moment zal in Zeeland ca. 7500 van de
totaal 16.800 ha zijn gerooid. Naar een globale inschatting is in West-Brabant thans gemiddeld ca. 25 k
30% van de aardappeloogst binnen. Ook deze week kon men op de lichtere gronden nog boeren zien
rooien, maar op de meeste plaatsen is toch zoveel regen gevallen dat men met goed fatsoen geen
rooiwerkzaamheden uit kan voeren.
Naarmate de tijd verstrijkt worden de temperaturen lager en zullen er aan de kwaliteit van het werk
hogere eisen moeten worden gesteld. De aardappel is namelijk bij lagere temperaturen gevoeliger voor
blauw. Men dient 's morgens wat later te beginnen. Met vervellingen valt het in het algemeen wel mee,
zo is de indruk bij de voorlichtingsdienst. Men dient evenwel niet te snel met de rooiwerkzaamheden te
beginnen en te wachten tot de afharding voldoende is.
Een beeld dat op onze akkers nu zo gewoon is tijdens de oogst van
het zo belangrijke produkt aardappelen. Vroeger moesten ze met de
hand worden opgeraapt....
zijn Bintjes begin juni in de grond
gezet. De start was bepaald niet
optimaal. De grond in de Prins
Karelpolder onder Woensdrecht
is zwaar (45% afslibbaar) en de
struktuur was na de natte periode
zeker niet geweldig. Ook van
Hootegem heeft zijn pootgoed 2
maal omgestort en een keer over
een transportband gevoerd. Daar
hebben ze volgens hem toch be
hoorlijk van geleden. Datzelfde
kan volgens hem van de MCPA-
bespuiting worden gezegd.
Van Hootegem: "Ze zeggen wel
dat zo'n bespuiting 10% op
brengstderving geeft maar of dat
zo is weet ik niet, zoiets is zeker in
een jaar als achter ons ligt moei
lijk vast te stellen. Wel heeft de
MCPA bespuiting tegen doorwas
geholpen want dit verschijnsel
deed zich bij hem veel minder
voor in een daartegen behandeld
gedeelte van een perceel dan in
het niet behandelde stuk.
De Woensdrechtse landbouwer
heeft tijdens de droge periode als
een van de weinige akkerbouwers
in het Zuidwesten deze zomer
kunnen beregenen. "We hebben
bruik gemaakt". Hoewel het ef-
fekt van de beregening niet pre
cies is aan te geven heeft van
Hootegem wel duidelijk op-
brengstverschillen vast kunnen
stellen aan de hand van de oogst
van een perceel van 4 ha. Van dit
stuk grond heeft hij nl. drie ha wel
en 1 ha niet kunstmatig van water
kunnen voorzien. De aardappe
len van die ene ha waren onmis
kenbaar van een iets fijnere sor
tering. Overigens valt de sortering
bij van Hootegem in het alge
meen niet tegen. Hij heeft zelfs
vrij veel "bonken" binnen kun
nen rijden. Drie weken later dan
normaal nl. op 20 september
heeft hij de aardappelen dood-
gespuiten: "Langer durfde ik niet
te wachten, want dat risiko kun je
op deze zware grond gewoon niet
lopen".
Van Hootegem die de aardappe
len met hulp van loonwerker Col-
part uit Woensdrecht heeft ge
rooid is over de uiteindelijke op
brengst best te spreken. Hij denkt
op ca. 40 ton per ha te komen wat
toch altijd nog ca. 15 20% ligt
onder een normaal jaar, maar dit
was ook geen normaal jaar....
J. WIERENGA
Wij hebben enige ervaringen over
de teelt van konsumptieaardappe-
len in het opmerkelijke jaar 1983
opgetekend uit de mond van twee
aardappeltelers nl. van de heer A.J.
de Wit uit Oud-Vossemeer op
Tholen en van de heer E. van
Hootegem uit Woensdrecht. Bij
beide heeft de teelt onder verschil
lende omstandigheden plaatsge
vonden met uiteenlopende resulta
ten maar de overeenkomst is dat
beide tevreden zijn met de uit
eindelijke opbrengsten maal de
prijs. Zij hebben de aardappel
oogst binnen. Voor hen een hele
zorg minder. Andere kollega's zit
ten er midden in en er zijn er ook
die nog moeten beginnen. Hopelijk
zullen ook zij de komende weken
onder gunstige weersomstandighe
den dit voor hen zo belangrijke
produkt de bewaarplaats in kun
nen rijden!
goede overbemesting die nood
zakelijk werd door verlies van
kunstmeststoffen als gevolg van
uitspoeling tijdens de natte pe
riode. Ook moest hij twee keer
extra spuiten tegen onkruid. Toen
volgde dé droge periode waarin
De Wit noch verreweg de meeste
van zijn kollega's konden bere
genen. Volgens hem is zijn oogst-
reduktie - die ongeveer gelijk
ligt met het landelijk gemiddelde
Akkerbouwer De Wit is een tevreden man: de oogst van zijn aardappelen
is op een oor na gevild...
ha overwegend lichte grond
(12-19% afslibbaar) toever
trouwd. "In die natte periode
kriebelde het bij mij wel ver
schrikkelijk. Het werd maar later
en later. Maar ik had wel vaker in
mei gezet dus echt in paniek was
ik niet want ook toen is het goed
gekomen. Wel groeiden de scho
ten natuurlijk veel te ver door. Ik
heb de poters in karren overge-
draaid en ze op die wijze afge
broken". Daar heeft hij achteraf
spijt van want volgens hem heb
ben de poters daar teveel van ge
leden. Als ik het over moest doen
dan zou ik ze buiten op een be
tonnen vloer uitstorten zodat op
die manier de groei van de scho
ten zou zijn gestopt. Een andere
extra kostenpost vormde een
van 20% - voor een niet onbe
langrijk deel daaraan te wijten.
Natuurlijk heeft daarnaast het
breken van de schoten ook geen
goed gedaan.
Een andere fout, zo stelt de Tho-
lense boer achteraf vast, heeft hij
gemaakt door te laat met MCPA
te spuiten. Het verschil tussen de
8 ha die tegen doorwas is bespo
ten en de 4 waarbij dat niet is
gebeurd, is weliswaar duidelijk te
zien: bij de oogst van de 8 ha zit
ten duidelijk minder misvormde
aardappelen maar deze percelen
hebben anderzijds wel minder
kilo's gegeven. Hoewel hij er niet
over mag mopperen vindt de Wit
nu dat de MCPA-bespuiting in
zijn omstandigheden geen goede
zaak is geweest, althans niet op
het betreffende te late moment.
Een ander verschil in opbrengst
trad bij hem duidelijk aan het
licht tussen een perceel - vorig
jaar als voorvrucht graszaad -
met wikken als groenbemester en
de overige aardappelpercelen. De
Oud-Vossemeerse akkerbouwer
heeft gekonstateerd dat de
groenbemester duidelijk een
aanmerkelijk betere opbrengst
heeft gegeven zowel naar gemid
delde knolgrootte als naar kilo's.
Begin oktober heeft de Wit de
aardappelen doodgespoten. "Ik
wilde ze half oktober binnen
hebben want ik zat al 2 a 3 weken
achter op het normale schema en
het is toch al een jaar met zoveel
onzekerheden. Ik wilde met het
oog op het weer geen risiko lopen.
Misschien had ik achteraf nog
even kunnen wachten maar ik
heb er toch geen spijt van.
Bovendien moet ik ook weer in de
bieten".
In 4 dagen heeft de Wit de oogst
binnen gekregen daarbij geholpen
door enige tijdelijke arbeids
krachten en zijn vrouw en kinde
ren. Goedlachs en opgelucht wor
den de laatste vrachten via de
transporteurs de schuur binnen
gebracht. Een hele zorg is van hun
schouders gevallen!
De heer E. van Hootegem heeft
"De aardappelteelt was van t
jaar echt iets aparts. Ik teel ze al
zoveel jaren en het ging eigenlijk
altijd vanzelf maar het was nu
totaal anders en allemaal even
moeilijk. Ik heb misschien ook
wel beslissingen genomen waar
van ik nu betwijfel of ze wel goed
zijn geweest. Een jaar om veel
van te leren", stelt akkerbouwer
A.J. de Wit aan de Marehoek-
straat 29 in Oud-Vossemeer tus
sen de drukke rooiwerkzaamhe
den door rustig vast. De Wit had
de oogst vorige week vrijdag zo
goed als binnen en kijkend in de
schuur waar de aardappelen lig
gen opgetast schat hij de op
brengst op ongeveer 37!/2 ton per
ha: "Ze vallen me wat de op
brengst betreft nu toch nog mee.
Ik had gerekend op zo'n 30 ton,
zegt hij tevreden. Ook de sorte
ring is wel redelijk maar er zitten
te weinig bonken in waardoor
vooral de kg-opbrengst achter is
gebleven. De prijs maakt echter
veel goed.
De heer de Wit heeft zijn Bintje
poters op 27 en 28 mei aan de 14
Kiepwagen na kiepwagen wordt op het erf gelost. Tonnen aardappelen
worden in de bewaarplaats opgetast...
De heer E. v. Hootegem (l.) en medewerker Th. Vermunt van loonbedrijf
Colpart mogen tot nu toe over de opbrengsten en het werk niet klagen.
hier altijd ruim voldoende water.
Dat hebben we te danken aan de
Hoge Brabantse Wal waarin een
onderdruk staande zoetwater-
voorraad zorgt voor kwel langs de
lager liggende randen. De sloten
staan hier altijd vol water en
daarvan wordt door de boeren
hier voorzover nodig gretig ge-