Embrvotransplantatie
ET: precies volgens schema
Van Velzen, direkteur ETH:
Superkoeien
Emotioneel
Diepvries
Ethiek
"Als vooraanstaand veehouderijland hebben we de plicht dit soort
zaken bij te houden. Het was al gevaarlijk dat we een aantal jaren
geleden zo achteraankwamen. Wanneer je kunt berekenen dat iedere
gulden die je er in stopt zo'n zes tot negen gulden oplevert aan fokke
rijwinst, dan is duidelijk dat hier een veehouderijbelang ligt." Zo moti
veert ir. C.J. van Velzen de aktiviteiten die "zijn" klub, de Koöperatieve
Vereniging voor Embryotransplantatie en Handelsovereenkomsten
voor Sperma en Embryo's (ETH) ontplooit. Werd embryotransplanta
tie in ons land enkele jaren geleden nog vrijwel niet toegepast, door
toedoen van de ETH vinden nu al enkele honderden van deze ingrepen
per jaar plaats.
Van Velzen is direkteur van de ETH.
een vereniging die embryotrans
plantaties (ET) in de praktijk uit
voert op Nederlandse veehouderij
bedrijven. Daarnaast stelt men zich
ten doel het onderzoek op dit gebied
te bevorderen en regelt men de im
port en export van embryo's en
sperma. De vereniging is in 1981 op
gericht door een aantal KI-vereni-
gingen. Met behulp van ET is het
mogelijk van één koe meerdere na
komelingen tegelijk te verkrijgen. Zo
is men o.m. in staat in de stiermoe
ders nog scherper te selekteren, om
dat de kans op een stierkalf bij toe
passing van ET veel groter wordt.
Van Velzen: "Omdat uit één spoe
ling gemiddeld drie drachtigheden
ontstaan, is de kans op een stierkalf
in één keer toegenomen tot ongeveer
90 procent. Zou je volledig ET toe
passen bij de stiermoeders, dan zou
je hun aantal zelfs met tweederde
kunnen verminderen".
Bovendien kunnen volle broers te
gelijkertijd worden ingezet in de
fokkerij, waardoor scherpere selektie
op genetische eigenschappen kan
worden toegepast. Door middel van
diepvriestechnieken kunnen em
bryo's voor langere tijd opgeslagen
worden.
ET wordt alleen toegepast bij zgn.
superkoeien. Dat zijn koeien die qua
produktie tot de beste 2 procent van
ons land behoren. Via de komputer
worden ze uitgezocht. Van die 2
procent blijkt maar één op de vijftig
te«worden aangemeld voor ET, zodat
het om betrekkelijk kleine aantallen
gaat. Gemiddeld wint men per koe
zes embryo's, van deze embryo's
slaat zo'n vijftig procent aan bij de
ontvangster, zodat uit één embryo
transplantatie gemiddeld drie nako
melingen resulteren.
Eén van de problemen waar de ET
nog steeds mee worstelt is de grote
variatie in de resultaten. Sommige
dieren reageren bijzonder goed, bij
anderen kan soms geen enkel be
vrucht eitje worden gewonnen of
mislukken alle overplantingen. "Het
zal nog een hele kluif zijn om er
achter te komen waar dat precies aan
ligt", zo zegt Van Velzen. Zelf noemt
hij het aannemelijk'dat het te maken
heeft met de hormoonspiegel van de
koe. 'Tedere koe heeft haar eigen
hormoonspiegel. Bij het toedienen
van extra hormonen geven we nu de
dosis die heeft bewezen de beste re
sultaten te geven. Als de hormoon
spiegel gemeten zou kunnen worden,
kon je precies die hoeveelheid geven
die nodig is. Voorlopig is dat echter
nog onmogelijk".
De kalveren die uit ET geboren
worden, zijn volledig afstammeling
van de oorspronkelijke moeder.
"Door de draagster zijn geen genen
toegevoegd", zo legt Van Velzen uit.
"Wel kan het geboortegewicht door
de draagster beïnvloed worden".
Steeds meer aanvragen voor ET ko
men van de Kl-verenigingen. Een
ontwikkeling waar Van Velzen blij
mee is: "Dit is een essentiële ont
wikkeling voor de Nederlandse vee
houderij Als je het via KI-verenigin-
gen doet levert iedere gulden die je
erin stopt op lange termijn zes tot
negen gulden op. Waarschijnlijk is
Het is moeilijk te zeggen wie er trotser kijkt: Mina 27 of de heer en mevrouw
Geerdink uit Noordijk (bij Borculo). De trots betreft de vier kalveren die via
embryotransplantatie ter wereld zijn gekomen. Het zijn afstammelingen van
Mina 27, een koe die jaarlijks 10.000 kg melk produceert. Omdat hij graag wat
meer afstammelingen wilde hebben van Mina, vroeg Geerdink ET aan. Met
sukses, want van de vier kalveren die uiteindelijk werden geboren, waren drie
stiertjes.
Wordt een koe uitgekozen en door
de veearts goedgekeurd voor em
bryotransplantatie, dan wordt een
programma opgesteld wat nauwkeu
rig aangeeft volgens welk schema de
ET zal plaatsvinden. Het hele pro
gramma begint met de zogenaamde
"super-ovulatie". De donorkoe krijgt
via een eenvoudige injektie een dosis
hormonen toegediend, zodat vlak na
de tocht meer eicellen vrijkomen. In
plaats van één zijn dat er dan een
stuk of tien.
Per donorkoe worden tien ontvang-
sters geselekteerd. Meestal zijn dat
pinken, het kunnen echter ook ou
dere koeien zijn. Liefst staan deze op
hetzelfde bedrijf. Is dat niet haalbaar
dan kan ook een aantal dieren van
bijv. de buurman als ontvangster
dienen. Vervolgens ontvangen do
norkoe en ontvangsters een injektie
om precies op dezelfde dag tochtig te
worden. Het is aart de boer om zeer
nauwkeurig te noteren of dit ook in
derdaad het geval is. Na de tocht
wordt de koe gewoon door de Kl-in-
seminator geinsemineerd Vaak ge
beurt dat twee keer, om de kans zo
groot mogelijk te maken dat alle
10
vrijgekomen eicellen worden be
vrucht. Exakt zeven dagen na de in
seminatie is het grote moment aan
gebroken. Medewerker arts van de
ETH verschijnt weer op de boerderij
en begint met het verrichten van een
spoeling in de baarmoeder van de
donorkoe. In ruim een liter fysiolo
gische vloeistof worden de (nu ho
pelijk bevruchte) eicellen opgevan
gen. Terwijl de koe over het alge
meen rustig staat te vreten voltrekt
zich deze handeling, gevolgd door
een sterilisatie van de baarmoeder.
Dat gebeurt om problemen met
eventuele achtergebleven eicellen te
voorkomen.
Op de keukentafel van de boerderij
wordt vervolgens de vloeistof nauw
keurig onderzocht onder een mi-
kroskoop. Zo kan men de bevruchte
eicellen, die nu embryo's worden ge
noemd. vinden. Zijn ze er uitge
haald, dan komen ze in een soort
spermastrootje. Gemiddeld vindt
men acht embryo's waarvan zes ge
schikt zijn voor overplaatsing. De zes
over te plaatsen embryo's gaan weer
naar de stal en worden ingeplant bij
de ontvangsters, die op dat moment
"leeg" zijn, omdat ze niet waren
geinsemineerd na de tocht die
plaatsvond op hetzelfde moment als
bij de donorkoe. Hiermee is ook
meteen de ET voltooid, nu is het al
leen maar afwachten of het embryo
ook aanslaat bij de ontvangster. Voor
alle zekerheid worden ze daartoe zes
weken na de transplantatie op
drachtigheid onderzocht. Gemid
deld ligt het resultaat iets boven de
vijftig procent, zodat er dus drie
drachtigheden per spoeling kunnen
worden verwacht. In de praktijk tre
den hierin natuurlijk variaties op.
Soms blijkt geen enkele ontvangster
drachtig te worden, een enkele keer
zijn het er wel zes. Het is niet ge
bruikelijk om meer dan eenmaal per
laktatie ET toe te passen bij een be
paalde donorkoe. Meestal wordt ze
na de spoeling weer gewoon geïnse-
mineerd en brengt ze vervolgens ook
zelf een kalf ter wereld.
In het eerste jaar waarin de ETM
werkzaam was werden honderd
transplanties verricht, waaruit 280
kalveren zijn geboren. Het tweede
jaar was dat al gegroeid tot 230
transplantaties met zo'n 700 kalve
ren. De groei blijkt ook uit het feit
dat naast Aarts per l november a.s.
een tweede medewerker is aange
steld om de embryotransplantaties uit
te voeren.
nu al zo'n kwart van alle jonge stie
ren bij de KI's geboren via een ET-
programma. Bij sommige opfoksta-
tions is het zelfs al meer dan de
helft".
Vanzelfsprekend kost een ET nogal
wat geld. Voor een KI-vereniging be
draagt het tarief 1500, waarbij ETH
de veearts en alles wat er verder nog
bijkomt, betaalt. Deze Klverenigin-
gen betalen echter ook een jaarlijkse
bijdrage aan de ETH. Treedt een
veehouder op als opdrachtgever dan
betaalt hij 1000 met een nabetaling
van 500 per drachtigheid. Gemid
deld komt dat dus op zo'n 2500.
Dat ET niet zomaar een routine
kwestie is, blijkt wel als Van Velzen
vertelt over de moeilijkheden die
soms optreden. "Het gaat tenslotte
om de beste koe van de boer. Daar
mee bestaat een emotionele binding.
De teleurstelling is groot als er geen
resultaat is. Niet alleen bij de boer,
maar soms in de hele streek. Het is
toch altijd nog een heel gebeuren en
iedereen leeft mee. Lukt het niet, dan
is iedereen teleurgesteld en heerst er
een down-stemming. Wij rekenen
het ook tot onze taak om dat wat op
te vangen en vragen en twijfels te
beantwoorden".
Ondanks het uitsluitend toepassen
van de niet-chirurgische methode
(de koe wordt niet geopereerd) kun
nen de resultaten in ons land zich
metén met die in bijv. de Verenigde
Staten. "Met deze methode zijn we
afhankelijk van de opmerkzaamheid
van de boer, van de hygiëne op het
bedrijf, de nervositeit van de betrok
kenen en meer van dergelijke fakto-
ren. Toch ben ik blij dat we voor deze
methode hebb gekozen", aldus Van
Velzen. "Het alternatief is de dieren
Ir. C.J. van Velzen
laten rijpen van uit de eierstokken
gehaalde eicellen. In het splitsen van
embryo's is men in Amerika al ta
melijk bedreven. Het grote voordeel
van deze ingreep is dat men eeneïge
tweelingen voortbrengt. Vooral voor
het onderzoek is dit van grote bete
kenis. Door onrijpe eicellen uit de
eierstokken te halen is men theore
tisch in staat in één keer een koe
duizenden nakomelingen te bezor
gen. Dit verkeert echter nog in een
zeer experimenteel stadium. Al dit
onderzoek vindt plaats buiten ons
land, in Nederland is vrijwel geen
eigen onderzoek. Wij volgen de ont
wikkelingen in het buitenland.
"Je kunt moeilijk zeggen wat er ver
der allemaal nog in het vat zit, maar
we kunnen alleen meedoen als we op
de hoogte blijven. Heb je het appa
raat niet, dan tel je niet mee. Komt
een ontwikkelingsland met de vraag
naar embry o's en moeten we nee ver
kopen, dan gaan ze direkt naar een
ander. Maar dan kopen ze ook me
teen hun melkmachines daar", zo legt
Van Velzen kernachtig het belang
van zijn organisatie uit.
naar een centrum te brengen. Dat
zou in ons land geen haalbare kaart
zijn. Velen zouden hun beste koe niet
opgeven als ze zo'n drie weken weg
zou moeten. Bovendien rijzen de
kosten op die manier de pan uit. De
resultaten zijn misschien iets minder,
maar de kosten zijn meer dan de
helft lager".
Op het gebied van de ET vinden nog
steeds ontwikkelingen plaats. De
meest aktuele is het diepvriezen van
embryo' in vloeibare stikstof. Hoewel
de resultaten nog wat minder zijn dan
bij "verse" embryo's biedt deze me
thode veel voordelen. Zo wordt de
handel in embryo's er enorm door
vergemakkelijkt. Een speficiek voor
deel voor ons land is dat op kleinere
bedrijven, waar niet genoeg donor
koeien voorhanden zijn, een deel van
de embryo's later ingeplant kan wor
den of eventueel op de markt ge
bracht.
Nu de invoer van levend fokmate-
riaal uit de Verenigde Staten in de
EG verboden is, biedt de ET toch
mogelijkheden om Amerikaans
bloed naar onS land te halen. Wij
zend op een soort melkbus in de
hoek van zijn werkkamer zegt Van
Velzen: "Hopelijk komt daar een
tiental stieren uit voort. Zonder ET
had dat niet gekund". In de kontai-
ner zitten 67 uit de Verenigde Staten
geïmporteerde embryo's.
Andere nieuwe ontwikkelingen zijn
o.m. het splitsen van embryo's en het
Embryotransplantatie is binnen de
veehouderij algemeen geaksepteerd.
Van buiten de landbouw waren er
aanvankelijk nogal wat ethische be
zwaren, maar de laatste tijd wordt
deze zaak nauwelijks meer in dis-
kussie gebracht. "Toen ik bij de ETH
kwam had ik me ingesteld op forse
diskussies met tegenstanders van de
ze methode. Het is echter niet zover
gekomen", aldus Van Velzen. Hij
zegt dat enerzijds een beetje jammer
te vinden: "Ik had de diskussie graag
aangegaan. Tegen de niet-chirurgi
sche methode zijn bijzonder moeilijk
bezwaren aan te voeren. De koe lijdt
geen enkele pijn. Bij het spoelen
staat de koe gewoon te vreten en een
half uur na het inplanten van de
embryo's rennen de ontvangsters al
weer vrolijk door de wei. Bij de toe
diening van extra hormonen wordt
alleen gebruik gemaakt van natuur
lijke hormonen die de koe zelf ook
produceert. Bovendien: wat wij aan
hormonen gebruiken is maar een
fraktie van wat het Nederlandse volk
vrijwillig in neemt!"
Van Velzen, die er een groot voor
stander van is alle ontwikkelingen op
dit gebied op de voet te volgen, pleit
er wel voor dit kritisch te' doen.
Daarbij is het ook erg belangrijk dat
degenen die het met bepaalde zaken
niet eens zijn, weten waarover ze
praten. "Je kunt hier alleen reeël
over diskussiëren als je je goed in de
materie hebt verdiept", aldu de
ETM-direkteur.
Jan van Liere
14 oktober 1983