Glazigheid: hoe ziet dat er uit?
Doelmatige najaarsbekalking
geniet de voorkeur!
Chandor
Nieuw gamma pneumatische
zaaimachines
nu in prijs
verlaagd
De aardappelexport in september
Aardappelverbruik in Duitsland omlaag en
oogst kleiner
KALKTIP
Dit seizoen komt in verscheidene partijen aardappelen in lichte mate
glazigheid voor. Dit ernstige kwaliteitsgebrek is een gevolg van door
was. Glazigheid treedt op als de secundaire knol zetmeel "weg zuigt"
uit de primaire of eerstgevormde knol. Dat verdwijnen van zetmeel uit
de primaire knol wordt het eerste zichtbaar aan het naveleinde. Bij
ernstiger vormen van glazigheid wordt de gehele primaire knol leegge-
«ogen. De knol kan dan min of meer voos worden. De ernstigste vorm is
de z.g. waterzak, die bij de bewaring door stuk gaan de partij plaatselijk
nat maakt. Wanneer de knol op doorsnede helemaal glazig is of zelfs
wat voos, is herkenning geen probleem. Bij voosheid doet de witte
verkleuring denken aan de bekende voosheid bij radijs.
ing. C.P. Meijers
IBVL-Wageningen
Een aardappelplant met doorwas. In een dergelijke situatie kan glazigheid
ontstaan.
Lichte glazigheid is echter moeilijk
herkenbaar. Het is een kwestie van
tintverschil. Het is daarom ook
moeilijk een lichte mate van glazig
heid op een foto vast te leggen. We
noemen een knol (licht) glazig indien
na doorsnijden een lichtgroene kieur
wordt waargehomen, zoals die ook
op het breukvlak van ruiten zicht
baar is.
Bij inspektie van een partij kan men
het beste beginnen met een dun
plakje van het naveleinde af te snij
den. Ziet het gehele snijvlak er dan
uit zoals we van aardappelweefsel
gewend zijn, dus egaal witgeelvlezig
dan mogen we er van uitgaan dat de
knol niet glazig is. Is binnen de vaat-
bundelring wèl een meer glazige tint
zichtbaar, dan moet men daarna de
knol in de lengte doorsnijden. Heel
vaak zal dan blijken dat de knol dan
toch over het gehele snijvlak egaal
van kleur is. Dergelijke knollen zijn
dan niet glazig.
Bij een begin van glazigheid is aan
het naveleinde of soms nog maar al
leen langs een klein deel van de
vaatbundelring nabij het naveleinde
de lichtgroene/glazige tint waar
neembaar.
Na overlangs doorsnijden is het bij
de duidelijker vormen van glazig
heid niet zo moeilijk het percentage
verkleurd (glazig) snij-oppervlak te
schatten. Dit is wel van belang om
dat bij de uitbetaling naar kwaliteit
aan de teler een knol lichtglazig
wordt genoemd, indien minder dan
25% van het snij-oppervlak glazig is.
Als meer dan 25% glazig is, wordt de
knol matig glazig genoemd en bij
meer dan 25% voosheid zelfs zwaar.
Zoutbad
Men kan bij het vaststellen van gla
zigheid gebruik maken van een
zoutbad. Glazige knollen, maar ook
knollen met een laag drogestofge
halte (secundaire knollen) gaan drij
ven in een zoutbad van een bepaald
s.g. Voor Bintje is een s.g. van 1.060
nodig; voor Eigenheimer is een s.g.
van 1.065 nodig om alle glazige
knollen er uit te halen. Om een s.g.
van 1.060 te bereiken is 90 gram
(landbouw)zout per L vloeistof no
dig (voor Eigenheimer 9VA gr/L).
Dringend wordt aanbevolen het s.g.
te meten met behulp van een aero
meter. Deze apparaten kostên niet
veel en zijn te verkrijgen bij Tamson,
Zoetermeer. Voor dit doel is een
schaalbereik tussen 1.050 en 1.100
gewenst. De knollen moeten vooraf
sch oon gewassen of licht geschild
zijn. Een monster van 20 kg in de
maat>35 mm is voldoende, mits dit
monster representatief voor de partij
is. Het beste kan men een grote
plastik bak nemen voor de zoutop
lossing en het monster in een wat
kleinere plastik kistje met openingen
doen.
Dit kistje met aardappelen laat men
dan in de zoutoplossing zakken,
waarbij men er voor moet zorgen, dat
alle glazige knollen de gelegenheid
krijgen om te gaan drijven. Daarom is
enkele keren schudden gewenst. Na
tuurlijk moet de laag knollen in het
kistje ook niet te groot zijn. De'knol-
len die gaan drijven moet men dan
door overlangs doorsnijden beoorde
len op glazigheid.
De ervaring heeft geleerd dat dit jaar
lang niet alle drijvers ook glazigheid
vertonen. De niet-glazige drijvers zijn
dus de secundaire knollen met een
laag drogestofgehalte. De kwaliteit
van deze knollen is dan ook maar zeer
matig, zeker voor verwerkingsdoe
leinden.
Een uitermate belangrijk onderdeel van het totale bemestingsplan is
ongetwijfeld bekalking. De bedoeling van de "kalkmeststof" is om
hiermee de pH (zuurgraad) en de struktuur van de grond te verbeteren
en/of te onderhouden.
Een goed milieu in de bouwvoor, voor een volledig rendement van
kunstmest en organische mest, wordt door een juist bekalkingsbeleid
bevorderd.
Bovendien vormt de plant dan ook een goed ontwikkeld wortelstelsel,
waarmee de teeltlaag voldoende kan worden afgetast voor de opname
van plantenvoedende stoffen. Een vlotte beginontwikkeling en verdere
gezonde groei van het gewas is dan het resultaat, hetgeen uiteindelijk
tot rendabele opbrengsten zal leiden.
Het goede bekalkingsbeleid
Voor het voeren van een optimaal
bekalkingsbeleid ishet voor de
grondgebruiker in de eerste plaats
raadzaam ervoor te zorgen dat de pH
van alle op zijn bedrijf aanwezige
percelen middels een bekalking op
een aanvaardbaar niveau wordt ge
bracht. Wanneer dit is gerealiseerd
dan kan in de volgende jaren deze
goede kalktoestand van de grond aan
de hand van een regelmatige onder-
houdsbekalking worden gehand
haafd.
Kontröle op de b^mestingstoestand
en flus ook de kalktoestand van de
grond verkrijgt men door gebruik te
maken van regelmatig grondonder
zoek.
Met behulp van de gevonden cijfers
op het analyserapport wordt het
juiste bemestingsadvies verstrekt.
Dit kan voor wat het kalkadvies be-
r treft eeri zgn. reparatiebekalking
(grote gift kalkmeststof) of een lichte
onderhoudsbekalking zijn.
Wanneer en hoe
Een periode die ideaal is voor het
uitvoeren van een doelmatige bekal
king is ongetwijfeld het na
jaar/herfst. De diverse gewassen
worderi of zijn dan geoogst waardoor
het land vrij komt.
Er is dan voldoende gelegenheid de
bekalking uit te voeren en tevens de
regelmatig gestrooide kalk met culti
vator o.i.d. goed door de grond te
werken.
Dit laatste is zonder meer noodzake
lijk voor een zo groot mogelijk ren
dement van de uitgevoerde bekal
king. Percelen waarop in 1984 ge
wassen zullen worden geteeld die
hoge eisen stellen aan de pH van de
grond komen waar nódig het meest
in aanmerking voor een bekalking.
Nu bekalken, dus dit najaar, wil
zeggen dat de gestrooide en inge
werkte kalkmeststof voldoende tijd
heeft om het pH-niveau van die per
celen in het komende voorjaar op
14 oktober 1983
Schuimaarde is een uitstekende kalkmeststof voor kleigronden.
ideale hoogte te brengen voor de
verbouw van de zgn. kalkminnende
gewassen (suiker- en voederbieten.
krijgen van maximale opbrengsten
en goede kwaliteit van de met name
.kalkminnende gewassen.
Volgens het Produktschap voor Aardappelen is in de maand september
46.500 ton konsumptie- en industrieaardappelen uitgevoerd. Hiervan was
8.000 ton bestemd voor de zetmeelindustrie. Hierdoor is de totale export van
oogst 1983 op 58.000 ton gekomen.
Van de vorige oogsten is tot l oktober uitgevoerd:
in 1982 137.000 ton in 1980 116.000 ton
in 1981 144.000 ton in 1979 70.000 ton
De bestemmingen van de september-uitvoer zijn;
West-Duitsland
Verenigd Koninkrijk
Italië
België
rest Europa
29.000 ton
7.000 ton
2.000 ton
1.000 ton
1.000 ton
Europa
Afrika
Azië
Amerika
40.000 ton
3.000 ton
2.500 ton
1.000 ton
40.000 ton
Totaal
46.500 ton
Europa
In de kalenderweek van 26 september tot en met 1 oktober is 14.000 ton
konsumptie- en industrieaardappelen uitgevoerd.
gerst, tarwe, vlinderbloemigen en
mais).
De basis voor een goede bodem
vruchtbaarheid wordt mede bepaald
door een juist pH-niveau van de
grond. Voor het verbeteren en/of
onderhouden van de kalktoestand
van de grond biedt het najaar uitste
kende mogelijkheden. Een in deze
periode doelmatig uitgevoerde be
kalking leidt naar een grond met een
goede struktuur en een prima groei-
milieu, stevige pijlers voor het ver-
De met aardappelen beteelde opper
vlakte in Duitsland is dit jaar goed 6%
kleiner dan vorig jaar. Het areaal
vroege aardappelen is met 11,7% te
ruggegaan ten opzichte van vorig
jaar, het areaal van de middelvroege
en late soorten met 5,7%.
Vorig jaar bedroeg de gemiddelde
ha-opbrengst ca. 26.900 kg dat was
meer dan in het jaar daarvoor en iets
meer dan het gemiddelde in de pe
riode 1976/81.
Dit jaar zal de opbrengst ongetwij
feld lager uitvallen. Vorig jaar lag
deze rond de 7,05 miljoen ton. Alge
meen wordt aangenomen dat deze
situatie zal leiden tot een verdere te
ruggang in het hoofdelijk verbruik,
vooral door de gestegen prijzen die
dit oogstjaar te verwachten zijn.
In 1978/79 lag het hoofdelijk ver
bruik nog rond de 91 kg, dat was ca. 5
kg meer dan in 1977/78.
De toen gekonstateerde toename van
het verbruik is inmiddels weer ver
anderd in een daling, waarbij voor
1981/82 een hoofdelijk verbruik van
76 kg werd becijferd, dat mogelijk tot
ca. 70 kg in 1982/83 zal dalen, mo
gelijk zelfs nog lager. De vraag is
waar de benedengrens ligt.
Oogst 22% kleiner
Voorlopige ramingen geven voor de
omvang van de Duitse aardappel
oogst een cijfer aan van ongeveer 5,5
miljoen ton, wat 22,3% minder is dan
vorig jaar, toen de oogst 7,05 miljoen
ton opleverde.
Daarbij komt nog eens rond 1 mil
joen ton van die kleine telers die niet
geregistreerd zijn, wegens een te
klein areaal.
Bovendien rekent men op een import
van 1 tot 1,5 miljoen ton. Opgemerkt
wordt dat het aandeel kleine aard
appelen aanmerkelijk groter is dan
gewoonlijk, zij het dat overwegend
de kwaliteit van de geoogste aardap
pelen goed is.
v.d.W.
Met ingang van 15 september brengt Vicon een geheel nieuw gamma pneuma
tische zaaimachines op de markt.
Deze machines dragen de naam OCTOPUS.
Advertentie I.M.
is de onkruidbestrijder voorde
graanteelt met de breedste werking.
Schuimaarde kan uitstekend worden
gestrooid met de stalmestversprei-
der. Vooral de vrijkomende graan-
stoppel is als regel goed te berijden
terwijl de noodzakelijke stoppelbe
werking gelijktijdig voor een goede
inwerking van de schuimaarde zorg
draagt.