Zomergraskuilen van prima kwaliteit
Chandor
Sporen van
boterzuurbakteriën in
kuilvoer
Moeizaam herstel in
pluimvee- en eierensektor
nu in prijs
verlaagd
Eindelijk algemene
handelsvoorwaarden
vleeskalveren
Overleg over
samenwerking tussen
varkensslachterijen
Uitvoervolume vee en vlees toegenomen,
waarde iets lager
Meer varkens dan
vorig jaar
Uit de resultaten van het ruwvoederonderzoek bij het Bedrijfslabora-
torium te Oosterbeek blijkt dat de graskuilen, die in het ZOMERSEI
ZOEN zijn gemaakt, gemiddeld van uitstekende kwaliteit zijn.
Helaas kan dit niet gezegd worden van de VOORJAARSkuilen, want
deze blijven opvallen door extreem hoge ruwe celstofgehalten en erg
lage gehalten aan voedernorm ruw eiwit.
Ook bij hooi is sprake van uitzonderlijk lage gehalten aan voedernorm
ruw eiwit.
De VEM-waarde van dé zomerkui
len ligt duidelijk boven het langjarig
gemiddelde, waartussen zelfs kuilen
met een VEM in de droge stof boven
de magische grens van 1000. De
gunstige weersomstandigheden
waaronder deze kuilen zijn gemaakt,
blijken ook uit de relatief lage am-
moniakfrakties en de ruime verhou
ding bij het gebruik van toegevoegde
konserveringsmiddelen, namelijk 1
op 16.
De resultaten van het onderzoek van
de voorjaarskuilen hebben - bij het
toenemen van het aantal onderzoch
te monsters - een lichte neiging nog
ongunstiger te worden. Gelukkig
kon het te lang uitgegroeide mate
riaal onder overwegend gunstige
weersomstandigheden worden bij
een gebracht, wat blijkt uit de niet
ongunstige gehalten aan ruw as
(grond!) en de gemiddeld redelijke
ammoniakfraktie. Het gemiddelde
Het doel was inzicht te krijgen in de
invloed van de huidige inkuilmetho-
den, de mechanisatie en de wijze van
bewaring op het aantal sporen in het
kuilvoer. Het betrof vergelijkend
onderzoek waarbij over een viertal
jaren getracht is een groot aantal
herhalingen aan te leggen. De proe
ven zijn uitgevoerd op de regionale
onderzoekcentra en op de proef-
boerderij "Waiboerhoeve" en staan
beschreven in een nieuw rapport van
het PR 1).
De resultaten van dit onderzoek
kunnen kort als volgt worden sa
mengevat.
- Kuilvoer is een belangrijke bron
van sporen van o.a. de boter-
zuurbakteriën. De sporen komen
via het maagdarmkanaal in de
mest. Met mestdeeltjes kunnen
de sporen tijdens het melken in
de melk komen.
- De zode van percelen die regel
matig met organische mest wor
den bemest, bevat meestal een
hoeveelheid van die sporen. Tij
dens het schudden, wiersen en
laden treedt in meer of mindere
mate besmetting van het gras op.
- Zowel wat de droogsnelheid als
het aantal sporen in kuilvoer be
treft, is éénmaal per (droog-)dag
14 oktober 1983
gehalte aan ruwe celstof was echter
nimmer zo hoog en- de voedernorm
ruw eiwitgehalte nimmer zo laag. De
kans op (te) snel wegvoeren van de
toch al krappe voorraad op veel be
drijven is daardoor groot.
Het aantal ingezonden monsters van
hooi geeft een lichte stijging te zien
ten;opzichte van de twee voorgaande
jaren. Ook hierbij vallen de extreem
lage gehalten aan voedernorm ruw
eiwit op, fiie zeker sinds 1969 niet zo
laag zijn geweest.
Grote spreiding gehalte groene snij-
mais
In verband met de lange droogtepe
riode is de handel in groene snijmais
dit jaar vroeg op gang gekomen.
Opvallend is daarbij de grote sprei
ding in gehalten. De droge stofge-
halten varieerden tot dusver van 12
tot 36 procent.
Vooral bij lage droge stofgehalten
schudden van het gras voldoende.
- Het gehalte aan droge stof van
het gras bij inkuilen heeft grote
invloed op het aantal sporen.
Naarmate verder wordt voorge-
droogd neemt het aantal sporen
af. Goed voordrogen in kombi-
natie met regelmatig schudden en
een goede bewaring betekent bij
lang (niet gehakseld) gras kuil
voer met weinig sporen.
- Gehakseld gras geeft ten opzichte
van lang gras steeds een duide
lijke verlaging van het aantal
sporen. Ruimere inzet van de
hakselaar bij het inkuilen kan dus
een goede bijdrage leveren tot
vermindering van het aantal spo
ren.
- Landbouwzout als toevoegmid-
del geeft, wanneer niet voldoende
kan worden voorgedroogd, een
geringe verlaging van het aantal
sporen.
- Direkt en goed afdekken voor
komt extra opwarming en de
hierbij optredende kondensvor-
ming in'de bovenlaag. Hier kun
nen anders zeer grote hoeveelhe
den sporen ontstaan.
Bij gebruik van alleen (wit of
zwart) plastik moet bij een goede
bewaring op meer sporen in de
bovenlaag worden gerekend dan
dient men rekening te houden met
hoge ruwe celstof- en ruw asgehalten
en voor snijmais eveneens uitzon
derlijk hoge ruw eiwitgehalten. Het
geheel resulteert in zeer lage VEM-
waarden. In dit verband zij vermeld
dat het Bedrijfslaboratorium een
Elf jaar diskussie om tot algemene
handelsvoorwaarden voor vleeskalve
ren te komen is dit jaar afgesloten.
Dit wordt gemeld aan het bestuur van
het produktschap voor vee en vlees
(pvv).
Gevraagd wordt daarbij de geformu
leerde ontwerptekst van de handels
voorwaarden in de openbare vergade
ring van dit schap op 12 oktober goed
te keuren. Het pvv-sekretariaat zal de
voorwaarden dan deponeren bij de
arrondissementsrechtbank in Den
Haag. Een uitvoerige voorlichtings
campagne zal daar op aansluiten.
Tien aspekten geregeld
In de nu voorliggende algemene
handelsvoorwaarden vleeskalveren
1983 zijn uniforme regels opgeno
men voor een tiental aspekten. Die
zijn: de koopovereenkomst, de leve
ring, de risiko-overgang en schade
regeling, het vervoer, de vaststelling
van het gewicht van dieren en de
betaling daarvan, het in gebreke
blijven van verkoper of koper, de
schadevergoedingen in dat geval,
wat te doen bij overmacht en de ver
goeding van inkassokosten.
Het ligt vóór de hand, aldus pvv-
voorzitter G.A. Meijer in zijn toe
lichting op de AHV '83 aan zijn be
stuur, deze voorwaarden mede te zien
als een verlengstuk van de vrijwillige
pvv-regeling slachting en weging
vleeskalveren. De aan die regeling
deelnemende bedrijven zal worden
gevraagd, ook de algemene handels
voorwaarden '83 te onderschrijven.
wanneer tevens met grond wordt
afgedekt.
- Bevat een kuil meer dan 0.5%
boterzuur dan zal het aantal spo
ren in het kuilvoer doorgaans te
hoog zijn (meer dan 500.000 per
gram kuilvoer).
1) Het rapport is verkrijgbaar door
storting van 10,- op giro 2307421
van het Proefstation voor de Rund
veehouderij te Lelystad, met ver
melding van: Zend mij rapport nr.
88.
Er wordt overleg gepleegd tussen een
groot aantal partikuliere varkens
slachterijen over samenwerking op
het gebied van de inkoop van
slachtvarkens. Dat heeft de Export
slachterij Dollekamp in Markelo
vrijdag bekendgemaakt. Bij deze sa
menwerking zal aandacht worden
geschonken aan de evenwichtige be
hartiging van de belangen van de
mesters, de handel en de slachterijen.
Men heeft besloten tot instelling van
een werkgroep die tot taak heeft
vorm te geven aan de intentieverkla
ring van de betrokken slachterijen.
Advertentie I.M.
kent geen rassen beperking
versneld onderzoek heeft ingelast
voor volledig onderzoek (ds, VEM.
Vre, rc en ra) van groene snijmais uit
de handelssektor.
Zeer grote belangstelling
Per 20 september waren ruim 37.000
ruwvoedermonsters ontvangen, wat
Gestegen uitvoer
Voor het eerst sedert geruime tijd
was in augustus de waarde van de
uitvoer met 176,2 miljoen ruim
20 miljoen groter dan vorig jaar.
Dat neemt niet weg dat in de eerste
acht maanden de uitvoerwaarde toch
nog ruim 5% bij vorig jaar is achter
gebleven.
De uitvoerwaarde van de eiersektor
daalde met 7.4% van 692.4 tot
ruim 6000 boven het topjaar 1982
ligt. Aangezien er op veel bedrijven
een kuil minder ligt dan vorig jaar.
moet dit wijzen op een verbreding
van de deelname aan ruwvoederon
derzoek en dat is een verheugende
ontwikkeling.
ƒ641.2 miljoen, bij de slachtsektor
was er een daling van 3.0% van
751.2 tot 728.7 miljoen.
Stijgende voerprijzen
Vanaf begin 1983 liepen de prijzen
van de pluimveevoeders reeds op. In
september evenwel was er van een
sterke prijsstijging sprake. Dat leidde
in integratieverband reeds tot een
aanpassing van de kontraktprijzen.
De uitvoer steeg voor het eerst sinds geruime tijd weer
Meer uitvoer en minder invoer bij een
overigens wat grotere binnenlandse
produktie maken, dat in de eerste
helft van 1983, minder vlees in het
binnenland werd afgezet dan in de
vergelijkbare periode van vorig jaar.
Blijkens voorlopige cijfers van het
produktschap voor vee en vlees (pvv)
nam in de eerste helft van '83 de bin
nenlandse produktie met 2,5% toe,
steeg het exportvolume met bijna 6%
en daalde de omvang van de vleesin-
voer met 12%.
De binnenlandse markt nam daarbij
minder vlees op. Het pvv spreekt in
dat verband van een daling van 5%
van het binnenlandse verbruik. In-
klusief de konsumptie van pluim
veevlees konstateert het pvv overi
gens een "redelijk stabiel" ver-
bruiksniveau. Naast de reeds gerui
me tijd zichtbare afname van het
binnenlandse verbruik van rund
vlees maakt het pvv nu ook melding
van een teruglopend varkensvlees-
verbruik.
Exportwaarde 3,4 miljard
De voorlopige pvv-cijfers, eerste
halfjaar '83 geven aan dat nu een
exportwaarde door de vee- en vlees-
sektor is gerealiseerd van krap 3,4
miljard tegenover 3,5 miljard in de
overeenkomstige periode in 1982 bij
een overigens bijna 6% kleinere hoe
veelheid. De waarde van de levend
uitgevoerde (slacht)dieren komt voor
de periode januari/juni '83 - exklu-
sief de schapensektor, op 573 mil
joen. Dat is weliswaar ruim ƒ37
miljoen minder dan in de overeen
komstige periode van vorig jaar,
maar het pvv meldt dat de uitvoer
van levende slachtlammeren, naar
volume gerekend, maar liefst met
toenam.
De omvang van de varkensstapel be
droeg op 1 augustus 1983 10.977.000
dieren. Dit is bijna 280.000 stuks
meer dan vorig jaar 2,6%).
Een en ander blijkt uit een steek-
proefonderzoek van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek.
Het totaal aantal jonge varkens, inkl.
biggen, nam in het afgelopen jaar in
omvang toe met 193.000 dieren tot
6.056.000 per 1 augustus j.l.
3,3%).
Het aantal mestvarkens van 50 kg en
zwaarder nam eveneens toe en kwam
van 3.552.000 op 3.602.000 stuks
1,4%). De fokvarkensstapel als ge
heel nam met 36.000 dieren toe tot
1.319.000 stuks 2,8%). Daarbij
valt vooral op de toeneming van het
aantal gedekte zeugen en de katego-
rie "jonge zeugen nog nooit gedekt"
met resp. 23.000 en 18.000 stuks.
13
Het aanrijden van de gras kuil.
De laatste jaren is met name door een toenemend aantal van o.a. de
sporen van boterzuurbakteriën in ons kuilvoer het verschijnsel "knij
per" of "laat los" bij kaas toegenomen. Vooral het percentage Goudse
kaas dat hierdoor voor export wordt afgekeurd neemt toe. Dit was
aanleiding om in 1977 met een meerjarig inkuilonderzoek te starten.
Gedurende lange tijd zijn de opbrengstprijzen van de produkten van de
pluimveehouderij zo laag geweest, dat een snelle doorberekening via de
prijzen van de pluimveevoeders niet goed mogelijk is geweest. Vanuit de
kostenkant worden de prijzen omhoog gestuwd. De verhouding tussen
vraag en aanbod is evenwel zodanig dat de inkopers schoorvoetend
volgen, aldus de mededelingen van de'voorzitter van het Produktschap
voor Pluimvee en Eieren.
Hij meende dat er stellig nog een moeizame weg te gaan is alvorens alle
schakels van de produktiekolom weer winstgevend kunnen draaien.
Wil er sprake zijn van kompensatie van geleden verliezen dan zal er
voor de pluimveesektor nog een heel goed 1984 moeten volgen.