In de stalperiode passen en meten met ruwvoer
Veehouderij
Elk jaar heeft zo zijn eigenaardigheden. Het ene jaar is de zomer te nat,
het andere jaar weer te droog of te koud enz.. Maar dit jaar heeft toch
beslist een sterk afwijkend beeld te zien gegeven. Een voorzomer
waarbij het veel te lang nat bleef, waardoor pas laat de voederwinning
kon beginnen en de snijmais kon worden gezaaid. Hierop volgde een
zomer met prachtig weer. Maar helaas in verschillende streken veel te
droog. Zo zijn er plaatsen waar b.v. in augustus nog geen 10 mm regen
is gevallen. Op de drogere gronden, waar niet beregend kon worden,
stond het grasland en de snijmais er zeer dor en droog bij.
Dit alles heeft tot gevolg, dat de voorraden ruwvoer thans niet groot
zijn, terwijl het gewonnen gras maar een matige kwaliteit heeft. Daar
om zal het zeker de komende stalperiode passen en meten zijn om toch
nog een zo goed mogelijk rantsoen te kunnen geven aan het vee.
VOEDING EN VEE
In oktober worden de dagen snel
korter. Ook de temperatuur gaat
langzaam maar zeker omlaag. Dit
heeft tot gevolg, dat de groei van het
gras steeds minder wordt. Daarbij is
er dan nog veel kans op, dat wanneer
het nat is, het gras ook nog flink
wordt besmeurd met grond en mest.
Dan is het logisch dat de grasopname
door het vee niet hoog kan zijn.
Bovendien heeft het gras dan ook
nog een laag droge stofgehalte.
Dit alles bij elkaar betekent, dat de
voederwaarde die wordt opgeno
men, beslist niet genoeg is voor het
vee om goed te kunnen produceren.
Daarom zal er op tijd moeten wor
den begonnen met bijvoeren. Dat
kan door meer krachtvoer te geven
en ook door ruwvoer te verstrekken.
Vooral als er nogal wat hoog pro-
duktieve melkkoeien bij zijn, moeten
we hoge eisen stellen aan de kwaliteit
van het ruwvoer. We denken dan aan
goede voordroogkuil of snijmais.
Bovendien hebben deze produkten
ook nog struktuurwaarde. Vooral bij
nat, mals gras is voldoende struktuur
van het voer belangrijk, zowel voor
het vetgehalte van de melk, als ook
voor de gezondheid van het vee.
Voeren we bijvoorbeeld produkten
als perspulp, suikerbietenkoppen en
-blad, dan geven we hiermee weinig
struktuur. Hierbij past dan goed
graszaad- of graanstro. Omdat de
voederwaarde van stro niet zo hoog
is, moeten we wel ekstra krachtvoer
geven.
Vaak zien we, dat in het najaar de
bedrijfsstandaard koe daalt. Om dit
helemaal te voorkomen is niet ge
makkelijk. Door echter op tijd goed
ruwvoer en voldoende krachtvoer te
geven, kunnen we de produktie en de
gezondheid toch op een goed peil
houden.
ZORG VOOR EEN GELEIDE
LIJKE OVERGANG
Naast een goede voeding is ook een
geleidelijke overgang van het ene
voer op het andere belangrijk. Voor
al van verse suikerbietenkoppen en
-blad krijgen de koeien nogal eens
gauw teveel. Het gevolg is dan dat de
melkproduktie sterk daalt. Daarom
met dit voer langzaam beginnen en
niet meer dan zo'n 30 kg per dier per
dag geven. Bedenk wel dat 30 kg niet
veel is. U moet het maar eens wegen!
De overgang van weide naar stal is
op die bedrijven, die ook 's zomers
op stal kunnen melken, goed en ge
leidelijk te maken. Gelukkig is dit
tegenwoordig op de meeste veehou
derijbedrijven mogelijk. Vooral met
een ligboxenstal is dit makkelijk uit
te voeren.
Op de bedrijven die van huis moeten
melken, is dat veel moeilijker. Maar
desondanks moeten we toch probe
ren om de overgang zo geleidelijk
mogelijk te maken. Dat kan gebeu
ren door al in de weide goed ruwvoer
bij te voeren en de krachtvoergift
geleidelijk te verhogen. Op die ma
nier moeten we ernaar streven de
produktie en de gezondheid van de
koeien zo goed mogelijk te houden.
KLAUWVERZORGING
Als wij zelf moeten lopen of staan in
schoenen of klompen, die slecht r
passen of moeilijk zitten, zullen we
dat ook niet prettig vinden. Onge
twijfeld zal dat dan invloed hebben
op onze eigen "produktiviteit".
Daarom is het toch ook wel te be
grijpen, dat onze koeien goed
"schoeisel" nodig hebben. Vooral nu
de staltijd nadert is het verstandig
om de klauwen van de koeien nog
eens een goede beurt te geven. Het
ideale is natuurlijk om de klauwen
van de koeien het gehele jaar door
goed bij te houden en indien nodig te
bekappen. Dit bekappen moet echter
wel vakkundig gebeuren. Wilt U dit
zelf doen, dan is een goede instruktie
vooraf noodzakelijk. Anders kunt U
het beter overlaten aan deskundigen
op dit gebied.
Maar voorkomen is nog altijd beter
dan genezen. Zeer belangrijk hierbij
is bijvoorbeeld een goed looppad
voor de koeien. Goed zijn verhar
dingen van beton, klinkers e.d. Ook
een gewoon zandpad is goed. Bij nat
weer wordt dit laatste echter gauw
een modderpoel.
Zonder meer funest voor de klauwen
is een pad dat is verhard met steen
puin, grind, split e.d. Wanneer de
koeien hier regelmatig over moeten,
vragen we als het ware om moeilijk
heden.
Dan zijn er ook nog twee belangrijke
klauwaandoeningen die onze aan
dacht vragen. Dat zijn tussenklauw-
panaritium, ook wel genoemd klei-
poot, haarworm of slakkepoot en de
tweede is tussenklauweczeem of
stinkpoot. De eerste aandoening
geeft meestal een plotselinge, heftige
kreupelheid, terwijl tussenklauwec
zeem meer een slepende aandoening
is. Deze ziekten kunnen we het beste
voorkomen door op tijd te beginnen
met een formalinebad. Dit is een
voetbad met een 3% formalineoplos-
sing, die we regelmatig moeten ge
bruiken, bijvoorbeeld ééji week wel
en dan weer één a twee weken niet
enz.. Bedenk echter, dat een forma
linebad alleen voorbehoedend
werkt, dus niet meer als de klauwen
zijn aangetast. Zijn er op Uw bedrijf
regelmatig moeilijkheden met de
klauwen, dan is het verstandig om
hierover eens met Uw dierenarts te
praten. Handels formaline is zeer
giftig, volg daarom zeer nauwkeurig
de instrukties voor gebruik.
WELKE PARTIJEN RUWVOER
LATEN ONDERZOEKEN?
Door de natte weersomstandigheden,
van de afgelopen voorzomer kon de
eerste snede voordroogkuil niet op
Stinkpoot: veel voorkomend beeld in ligboxenstal.
zo nodig een tweede bespuiting in de
tweede helft van maart.
In veldbeemd, rood- en hardzwenk,
beemdlangbloem, Italiaans- en En
gels raai kan van begin november tot
eind januari de duist worden bestre
den met Prebetox (paardemiddel!).
In Engels- en Italiaans raaigras wat
in open land is gezaaid mag tegen
duist Tramat of Nortron ingezet
worden. Spuiten als het raaigras
minstens 2 blaadjes heeft.
In rood- en hardzwenk kan ook
worden gewerkt met Fervinal, Fer-
vin of Fusilade.
Deze mogen niet gemengd worden
met andere middelen.
KWEEKGRAS
Zal pleksgewijs moeten worden be
streden met glyfosaat (Roundup),
dalapon, Fydulan G of Kombifix.
OPSLAG VAN GRANEN EN
RAAIGRAS
In rood- en hardzwenk is bestrijding
met Fervin, Fervinal en Fusilade
goed mogelijk.
WINTERTARWE-OPSLAG
In veldbeemd en Engels raai kan met
TCA worden gespoten als alle tar
wekorrels gekiemd zijn eind sep
tember/begin oktober).
KWEEKBESTRIJDING IN DE
STOPPEL
Met de toelating van het middel gly
fosaat (Roundup e.d.) is de bestrij
ding van het lastige onkruid kweek er
een stuk beter op geworden. Round
up heeft tevens het voordeel dat ook
nog andere (wortel)onkruiden wor
den bestreden. Noodzaak is dat het
onkruid goed ontwikkeld is en er
30 september 1983
wordt gespoten bij groeizaam weer.
Verder moet het voor een goed effekt
minimaal 6 uren (beter een dag) na
het spuiten droog blijven en dient
per liter middel 100 liter water te
worden gebruikt. Bij toepassing in
oktober verloopt de dieptewerking in
de grond als gevolg van lagere tem
peraturen al wat trager, zodat het
beter is de grond 6 weken onbewerkt
te laten dan bijvoorbeeld 3 weken
wat noodzaakt tot laat ploegen.
Als wintertarwe volgt geldt een
wachttermijn van minstens 2-4 we
ken. De werking van het middel kan
dan echter nooit optimaal zijn.
Tegen kweek is 4 liter per ha vol
doende. Als tevens andere wortelon
kruiden moeten worden bestreden is
6-7 liter per ha nodig.
TC A over de ploegsneden is een
(oude) methode, welke eveneens
mogelijk is. Vooraf een egaliserende
grondbewerking uitvoeren verbetert
het resultaat. De dosering is 75 kg
TCA of 75 liter chloralhydraat per ha.
Het rijden over pas geploegd land
kan erg bezwaarlijk zijn. De praktijk
ploegt daarom ook wel telkens een
halve spuitboom breed, waarna een
halve spuitboombreedte wordt ge
spoten, zodat over het ongeploegde
land kan worden gereden.
Voor de behandeling van kweek-
plekken kunnen ook TCA-granu-
laatkorrels (75-100 kg/ha) worden
gebruikt. TCA blijkt niet ongevaar
lijk wat sommige nateelten betreft.
Tot minstens 3 maanden na de toe
passing loopt men bij het zaaien of
planten kans op schade. Granen
maar vooral mais zijn zeer gevoelig.
Op dergelijke percelen moet de be
handeling voor half november zijn
uitgevoerd.
WINTERVOORPLOEGEN
Hierbij gaat het om reeds bewerkte
grond of om nog in de stoppel lig
gende percelen waar niets of biete
blad of een groenbemester moet
worden ondergewerkt.
Een grote opeenhoping van bieteblad
in de grond werkt ongunstig op de
volgteelt. Daarom moeten zwaden
vooraf worden gespreid. Door pas 2
a 3 weken na het rooien te ploegen is
de massa bieteblad voor verwelking
wel tot de helft teruggelopen. De be-
mestingswaarde daalt niet of nau
welijks.
Groenbemesters moeten onder droge
omstandigheden worden onderge-
ploegd anders kan het effekt wel eens
negatief uitvallen. De bladmassa
mag ook niet te diep worden "weg
gestopt". Niet diep ploegen dus en
(om hergroei te voorkomen) toch
goed bedekken. Een hele opgave,
zeker op geren en kopeinden. Daar
om werd het gewas, zeker op de ge
noemde gedeelten, voor het ploegen
vaak doodgespoten met Gramoxone
en andere paraquat bevattende mid
delen. Dit middel is voor dit doel niet
meer toegestaan. Met Roundup kan
men ongeveer hetzelfde effekt be
reiken en kan men eveneens na een
dag of tien gaan ploegen. Komt er
ook kweek voor dan is minstens 3 a 4
weken wachten aan te bevelen.
Bij ploegen op wintervoor geldt als
eis: vroeg, vlak en droog. Zeker voor
de zwaardere gronden en gronden
met een kwetsbare struktuur.
De bedrijfsvoorlichter,
C.J. Govers
tijd worden gemaaid. Dit had tot ge
volg, dat er een zeer zware eerste
snede is gegroeid. Dus een hoge op
brengst, maar een matige kwaliteit.
Uit een groot aantal kuilmonsters
blijkt, dat de voederwaarde lager is
dan voorgaande jaren, voor al het
eiwit. Misschien hebt U ook al één of
meer kuilen laten bemonsteren of
hebt U nog plannen in die richting.
Dan wordt het wel tijd om de mon-
stertiemer te waarschuwen. Het is
verstandig om vooral die produkten
te laten onderzoeken, waarvan de
voederwaarde sterk kan variëren.
We denken dan aan graskuilen, hooi
e.d. Op veel bedrijven zijn zoge
naamde "bijkuilen" gemaakt, düs
een kuil bestaande uit verschillende
partijen. Om hier één monster van te
nemen, heeft geen zin. We krijgen
dan een uitslag van een mengmon-
ster waar we niets mee kunnen
doen. Het is dan verstandiger om van
de grootste partij van zo'n kuil een
apart monster te nemen. Ook het
bemonsteren van kuilen, waarin
twee produkten zijn gemengd, heeft
geen zin. Dit kan zijn bijvoorbeeld
mais voederbieten, mais pers
pulp e.d. In de meeste jaren rijpt de
snijmais voldoende af. Dit jaar zijn
er echter nogal grote verschillen in
verband met het feit dat veel perce
len snijmais laat zijn gezaaid.
Bovendien is op droogtegevoelige
grond veel snijmais verdroogd,
waardoor het blad is verdord. Heb
ben we nu bijvoorbeeld laat gezaaide
nog groene mais ingekuild met een
partij verdroogde mais, dan hebben
we weer een soort mengkuil en heeft
laten onderzoeken weinig zin. Wan
neer tegen elkaar ingekuild is, kun
nen we eventueel weer de grootste
partij bemonsteren.
In alle gevallen is het verstandig om
al deze zaken eens goed te bekijken.
Wanneer er dan monsters worden
genomen, moeten we er wel zelf bij
zijn, zodat we straks goed weten
welke uitslag bij welke kuil hoort.
HET BEREKENEN VAN VOE
DERRANTSOENEN
Om een juiste krachtvoergift te kun
nen geven, is het gewenst dat eerst
het ruwvoerrantsoen goed is gewo
gen en berekend. Aan de hand hier
van, de konditie van de koeien, de
hoedanigheid van de mest enz., zul
len we de krachtvoergift moeten
aanpassen.
Dat berekenen van het rantsoen
doen sommige veehouders zelf, an
deren met de hulp van veevoedings
deskundigen. Veehouders, die lid
zijn van de melkkontrole, kunnen
meedoen met het projekt "koppeling
melkkontrole - veevoeding". Dat
kost 3,— per koe per jaar en
hieryoor krijgen we een krachtvoe-
radvies per koe thuis. De werkwijze
is als volgt: De veehouder moet bij
elke monstername een zogenaamd
voerinformatieformulier invullen.
Met behulp van de uitslag van de
proefmelking wordt dan een kracht-
voeradvies opgesteld per koe. Als de
veehouder het grondrantsoen goed
invult en ook werkt met de cijfers van
het advies, is dit een mooie richtlijn
voor een juiste voeding van de koei
en.
HET GRASLAND GOED VER
ZORGD DE WINTER IN
De reden dat het vee in het najaar
moet worden opgestald is meestal,
dat het grasland te nat wordt. Er
wordt dan door de koeien en het
jongvee veel kapot getrapt, terwijl er
dan toch meestal niet veel meer te
halen is.
Toch komt het sommige jaren voor,
dat. na het uit de wei halen van het
vee het grasland nog te ruig staat of
met veel bossen. Dit kan funest zijn
in de winter wanneer het gaat vrie
zen, vooral wanneer er een periode
met een sneeuwdek komt. Het is
daarom veel beter voor het grasland
dat het vrij kort de winter ingaat. Te
ruig grasland zaJ dan ook moeten
worden gebloot en, indien nodig, zal
het gemaaide materiaal moeten
worden opgeruimd. Vanzelfspre
kend moet het land wel redelijk be
rijdbaar zijn, anders is het middel
erger dan de kwaal.
Ook de ontwatering is een belang
rijke zaak. Zijn er greppels, dan
moeten deze zo gauw mogelijk wor
den opengemaakt. Dit geldt ook voor
bepaalde laagten in het perceel.
Meestal wordt er pas een afvoer ge
maakt als er al een tijdje water op
staat. Beter is om dat nu al te doen.
Want iedere boer weet al wel op
welke gedeelten gemakkelijk water
blijft staan.
Is het grasland gedraineerd, dan
moet de drainage ook kunnen wer
ken. Een kleine moeite is het om in
een regenrijke periode de eindbuizen
te kontroleren. Als er in zo'n periode
geen water uitstroomt, is er iets fout.
Soms is alleen maar de eindbuis ver
zakt. Door dit te herstellen, is de zaak
weer in orde. Is dit niet het geval, dan
zal de drain moeten worden doorge
spoten. Dit is op veel gronden toch
noodzakelijk.
Verder is het belangrijk om het gras
land nu te bekijken op onkruid en
dan speciaal op muur.
Vooral in nieuw ingezaaid grasland
kan dit grote vormen aannemen. Als
het niet vriest groeit muur ook in de
winter nog door. In een zachte winter
en voorjaar kan het gras dan zelfs
stikken onder dit onkruid. Daarom is
het verstandig om, als er muur voor
komt, het grasland nu al te spuiten.
We hebben dan geen schade van het
onkruid en geen groeiremming op het
gras.
Dus zorg ervoor dat U het water en de
muur kwijtraakt voor het schade
doet. Want bedenk dat ook in dit ge
val geldt "Voorkomen is beter dan
genezen".
C.A.R. Zevenbergen,
Bedrijfsvoorlichter Rundveehouderij,
Ing. A.J. Biemans