De toepassing van kiemremmingsmiddelen Bakterieziekten en het uitgangsmateriaal bij pootaardappelen Chandor nu in prijs verlaagd AKTIE ZUIDWEST KALKTIP Konsulentschappen voor de Akker bouw en de Rundveehouderij in Zuidwest Nederland Serie Aardappelen nr. 24 Om aardappelen voldoende lang zonder kiemen te kunnen bewaren, is behandelen met een kiemremmingsmiddel nodig. In Nederland worden alleen middelen op basis van I.P.C. en/of C.I.P.C' gebruikt (ook wel profam resp. chloorprofam genoemd). Het gebruik van deze middelen is sinds 1965 wettelijk geregeld. Op dit moment mag het residugehalte 5 mg 5 ppm - parts pro million) per kg gewassen, niet geschilde aardappelen bedragen. Het is niet gewenst om aardappelen enkele weken na behandeling in de handel te brengen. De middelen zijn zowel in poedervorm als vloeibaar beschikbaar. Poedervormige middelen Om aan de residu-eis te kunnen vol doen mag voor bewaring in bewaar plaatsen 1 kg middel per ton aard appelen gebruikt worden 10 ppm). De laatste jaren wordt ook een poe- dervormig kiemremmingsmiddel ge bruikt (Germotect), waaraan een fungicide is toegevoegd. De dosering daarvan bedraagt 1 xh kg per ton aardappelen. Dit middel bevat 2% thiabendazole (T.B.Z.) ter voorko ming van fusariumrot en zilver- schurft. Bij gebruik van dit middel blijven de aardappelen blanker. Volgens het I.B.V.L. is de kans op het optreden van poederbrand bij dit middel niet kleiner dan bij gebruik van een "zuiver" kiemremmings middel. Bij de geadviseerde doserin gen kost Germotect ongeveer 9,- en een "zuiver" kiemremmingsmiddel 1.70 per ton aardappelen. Germotect komt vooral in aanmer king wanneer de aardappelen lang durig worden bewaard (tot nè maart) en bestemd zijn voor de verwerkende industrie en voor bedrijven waar re gelmatig problemen zijn met fusa riumrot. De poedervormige middelen worden bij het inschuren op de transport band over de aardappelen verdeeld. De resultaten daarvan zijn over het algemeen zeer goed. De nadelen zijn bekend: - Toepassing op onvoldoende ver harde verkurkte) en bescha digde aardappelen geeft grote kans op poederbrand. - Kleurverlies van de aardappelen. - Veel stofvorming bij het verwer ken van de aardappelen Gezien de ontwikkeling deze zomer van de meeste percelen aardappelen zijn bij gebruik van poeder grote pro blemen te verwachten. Om het optreden van glazige knollen te beperken, zal de tijdsduur tussen doodspuiten en rooien zo kort moge lijk moeten zijn. Dit betekent dat er veel onvoldoende verharde en ontvelde aardappelen zullen worden ingeschuurd. Het gebruik van poeder moet bij der gelijke partijen ten sterkste worden ontraden. Vloeibare middelen Vloeibare kiemremmingsmiddelen worden tijdens het bewaarseizoen met speciale apparaten (Swingfog, Pulsfog, Dynafog) verneveld en door intern te ventileren door de aardap pelen verdeeld. Van de vloeibare middelen mag 20 gram werkzame stof 20 ppm) per ton aardappelen worden gebruikt, d.w.z. 80 cm3 van een 25% midclel of 66 cm3 van een 30% middel. Goede resultaten zijn te bereiken De eerste keer "gassen moet 3 weken na het rooien plaatsvinden door de totale hoeveelheid in 3 of 4 behandelingen te geven. Voor erg kiemlustige aardappelen verdient het aanbeveling de eerste dosering wat groter en de volgende dan wat kleiner te nemen. Om een goede werking te krijgen moet de eerste behandeling 2 a 3 weken nè de oogst worden toegediend en niet later! De aardappelen zijn dan voldoende verhard, zodat van beschadiging nauwelijks sprake kan zijn. Bij toe diening in etappes zal de tweede be handeling in december en een even tuele derde behandeling in maart moeten worden uitgevoerd. Minder gunstige ervaringen met vloeibare middelen worden o.a. veroorzaakt door het te laat toedienen, door een minder goed beluchtingssysteem en door te veel lekkages in de bewaar plaats. Wanneer gekiemde aardappelen worden "gegast" kan inwendige kie ming optreden en deze aardappelen zijn.ongeschikt voor industriële ver werking. Toediening vloeibare middelen In de meeste bewaarplaatsen wordt het middel boven of vóór de ventila tor buiten ingebracht. Een nadeel van deze methode is, dat een deel van het middel zich op de ventilator afzet. Dit bezwaar is op te heffen door het middel onder of achter de ventilator van buiten in te brengen. De meeste apparaten kunnen echter de daar heersende overdruk moeilijk of in het geheel niet overwinnen zo dat de verneveling niet altijd opti maal gebeurt. Op een aantal bedrijven (niet in Zeeland) heeft men dit probleem opgelost door onder de ventilatoren een pvc-leiding van b.v. 150 mm doorsnee aan te brengen met onder iedere ventilator een afsluitbare opening. Buiten de bewaarplaats wordt op deze leiding een kleine verplaatsbare centrifugaal ventilator aangesloten. Deze ventilator moet de overdruk in de centrale ventilatieka- mer overwinnen. Bij de ventilator wordt het middel dan in genoemde leiding gebracht (zie artikel in "Landbouwmechanisatie" febr. 1983). De apparatuur wordt in de handel gebracht door Mooy b.v., Postbus 18, 3470 CA Kamerik (03481-1784). Een andere methode is om het middel op een aantal plaatsen van buitenaf via stalen pijpen van 80 mm doorsnee boven de aardappelen te brengen en door intern te ventileren in de partij te verdelen. Dit systeem wordt met sukses toegepast op het bedrijf van Gebr. Verschoor te Almkerk. Na het inbrengen van het middel moet nog ongeveer een kwartier in tern worden geventileerd. Na de be handeling moet er 2 dagen niet met buitenlucht worden geventileerd. De specialist boerderijbouw, J.H. van Nieuwenhuizen. Het persen van sap voor de "Elisa"-toetsing het 1-, 2- en 3-jarig stammenmate- riaal zal ook wanneer het onderzoek een zeer geringe besmetting te zien geeft, geen enkel risiko genomen moeten worden. Dit materiaal is de basis van de gehel pootgoedteelt in de toekomst. Bij de oudere stammen zullen de zwaardere besmettingen zonder meer uitgesloten dienen te worden van verdere vermeerdering. Ook de lichtere besmettingen die nen, indien vervanging mogelijk is, door niet-aantoonbaar besmette partijen te worden vervangen. Hopelijk lukt het de wetenschappe lijke instituten op korte termijn ook betrouwbare antisera tegen stengel- natrot te ontwikkelen, waardoor ook deze nog onzekere faktor in het beoordelingsschema kan worden weggenomen. We zullen ons echter ook dan nog moeten realiseren dat het kuituurge was aardappelen een prachtig gewas is, maar dat dit gewas ons steeds op nieuw voor verrassingen kan stellen en dat deze ook wel eens teleurstel lingen kunnen geven. Ing. J. Doornbos Uitspoeling en opname van kalk; toepassing van verzurende meststof fen; zure regen zijn faktoren die jaarlijks een negatieve invloed uit oefenen op de kalktoestand van de grond. De regelmatige onderhouds- bekalking kompenseert deze verlie- zen. Advertentie I.M. heeft een uitstekende werking tegen paarse dovenetel, ereprijs en grasachtigen. 30 september 1983 De keuze van het goede uitgangsmateriaal voor het volgend jaar is voor de pootgoedteler erg belangrijk. Een groot aantal ziekten vormt een bedreiging voor de pootgoedteelt. Enkele daarvan, zoals zwartbenig- heid, zijn soms wel aanwezig, maar zijn in het veld nog niet zichtbaar. Toch kunnen ze in het volgend jaar aanleiding zijn tot afkeuring van het perceel. Vooral het mee laten gaan wegen van onzichtbare faktoren wordt in de toekomst steeds belangrijker. In dit artikel wordt getracht een handreiking te geven. Eigen pootgoed of aankopen De gemiddelde pootgoedteler zal re gelmatig pootgoed moeten aanko pen om de pootgoedteelt op zijn be drijf te kunnen voortzetten. Alleen stamselekteurs kunnen het zonder aankoop stellen. Uit een oogpunt van ziektebestrijding moet worden geadviseerd de aankoop van poot goed zoveel mogelijk te beperken. Kennis en goede begeleiding van het eigen uitgangsmateriaal is echter dan wel van het allergrootste belang. Het groeiseizoen Het groeiseizoen geeft een teler be langrijke informaties. Een goedkeu ring door de N.A.K. in de klassen S, SE en E geeft reeds aan, dat er door de keurmeester geen bakteriezieke planten zijn waargenomen. Ook de ervaringen van de selektëur met betrekking tot het waarnemen van bakteriezieke planten is erg be langrijk. De selekteur doorkruist het perceel het meest intensief, waardoor een betrouwbare indruk kan worden verkregen. Ook de ervaringen van een kollega-teler met hetzelfde uit gangsmateriaal als van u spelen een belangrijke rol. 6 Ziektebeelden in hetzelfde uitgangs materiaal bij een kollega-teler geven aan, dat er iets met de partij aan de hand is: Het is hierbij mogelijk, dat de partij op uw eigen bedrijf geen symptomen laat zien. Deze mogelijkheid doet zich ook voor bij percelen op uw eigen bedrijf, die zijn uitgepoot met hetzelfde uit gangsmateriaal. Extra aandacht en voorzichtigheid is hier zondermeer op zijn plaats. De oogst Percelen, waarin geen bakteriezieke planten zijn waargenomen, dienen bij de oogst ook speciale aandacht te behouden. De oogst hiervan zal moeten plaatsvinden met een schone rooimachine en aanvoerlijnen. Dit alles om besmettingen van gezonde partijen te voorkomen. Beschadigin gen dienen hierbij ook tot een mini mum beperkt te worden, omdat dit invalspoorten voor ziekteverwekkers zijn. Bewaarperiode De als uitgangsmateriaal bedoelde partijen dienen eert optimale verzor ging te krijgen. Het sorteren en ontsmetten zal vroeg in de herfst moeten plaatsvinden. Hierdoor is het mogelijk de partij een goede bewaring te geven, waardoor het noodzakelijkerwijs afkiemen wordt voorkomen. Het afkiemen verhoogt de besmettingskansen van uw uitgangsmateriaal aanzienlijk! Laboratorium-onderzoek De laatste jaren is er hard gewerkt aan een laboratorium-methode, waarmee latente besmettingen met de bakterieziekten zwartbenigheid en stengelnatrot kunnen worden aangetoond. Voor zwartbenigheid is de zgn. ELI- SA-toets zover ontwikkeld, dat de N.A.K. onderzoek aan het stam- menmateriaal en.de klasse SE op praktijkschaal toepast. De uitslag van dit onderzoek is een hulpmiddel bij het maken van uw keus. Helaas zijn er nog geen mogelijkheden voor onderzoek op stengelnatrot, waar door een onzekere faktor overblijft. Ook moet het verband tussen de on derzoekresultaten en het zichtbaar worden van zieke planten nog nader worden uitgewerkt. Met name dit laatste wordt doorkruist door het feit, dat het optreden van de symptomen bij de bakterieziekten erg grillig is en het sterk wordt beïnvloed door weers- en groei-omstandigheden, zoals struktuur van de grond enz. Niettegenstaande voornoemde pro blemen geeft het onderzoek belang rijke inforaties over de als uitgangs materiaal te gebruiken partijen. Bij

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 6