Chandor KIMLC kommentaar Nieuwe pachtnormen treden per 15 oktober in werking Tussen hoop en vrees nu in prijs verlaagd Behoudend Op veler verzoek laten wij hier de nieuwe pachtnormen volgen. Pachtnormen (achter de geldende normen staan tussen haakjes de oude normen vermeld) a. land (artikel 2, tweede lid Pachtnormenbesluit) Grondsoort Kwaliteitsklasse Toeslag of aftrek I II III bouw- en grasland ontslui ting water- huish. verka veling 1. zeekleigronden 540 (490) 355 (330) 255 (240) 70 (65) 105 (85) 110 (95) 2 rivierkleigronden 405 (350) 300 (270) 200 (180) 60 (55) 95 (75) 70 (55) 3- zand- en dalgronden 405 (370) 300 (280) 200 (190) 60 (55) 95 (75) 70 (55) 4. veengronden 330 (300) 250 (230) 170 (160) 60 (55) 95 (75) 70 (55) tuinland la. In Noord-Holland en Zuid-Holland gele gen boomkwekerij- gronden en voor de bloembollenteelt gebruikte geest gronden lb. Overige boomkweke rij- en bloembollengronden 2. Fruitteeltgronden 3. Overige tuinbouw- gronden 4080 (3710)1665 (1540)965 (910) 110 (105) 125 (105) 100 (85) 2385 540 (2170)1665 490) 365 (1540)965 340)255 (910) (240) 110 70 (105) 65) 125 105 (105) 85) 100 80 (85) (65) 1385 (1260)1060 980)740 (700) 110 (105) 125 (105) 100 (85) b. toeslagen (artikel 3 Pachtnor menbesluit) voor drainage voor infiltratie voor ruilverkavelingsrente 45 80 105 75) (100) 40) a. Kwaliteitsklasse kolom I heeft betrekking op grond in de hoogste kwaliteits klasse; kolom II heeft betrekking op grond in de gemiddelde kwali teitsklasse; kolom III heeft betrekking op grond in de laagste kwaliteits klasse. Hieruit kan men afleiden dat als voorbeeld voor gronden die kwa litatief behoren tot het gemiddel de van kwaliteitsklasse I het daarbij behorende bedrag van deze klasse ingevuld moet wor den. Voorbeeld: als de kwaliteit van de grond precies het ge middelde is van het hoogste en laagste bedrag in die klasse I te weten 540 afgerond 360 900 2 4*50. Het resultaat is dan de "kale" pachtprijs (onder kale pachtprijs wordt hier ver staan: "uitsluitend de pacht waarde van de grond afgezien van de externe produktiefakto- ren"). Met andere woorden, de normen in de tabel zijn de maxi male waardes in guldens per ha voor iedere kwaliteitsklasse. b. Verhoging in percentages De verhoging van de normen is verschillend per kwaliteitsklasse resp. 10%, 8%. en 6%, daaruit kan men afleiden dat bijv. grond die gewaardeerd wordt volgens de oude norm op 415 "kale pacht" per ha zijnde het gemiddelde in kwaliteitsklasse I een verhoging dient te ondergaan van maximaal 9%. Het gemiddelde tussen 10% en 8%. De vraag kan gesteld worden of diegenen die menen dat over het kale trajekt van de le kwaliteits klasse (dus van 356 tot 540) alles met 10% verhoogd moet worden, het gelijk aan hun zijde hebben. c. Toeslagen aftrekken Er dient indien de externe pro duktie-omstandigheden afwijken van het gemiddelde een toeslag of aftrek te worden toegepast. Ook hier gelden weer de maxima die worden vermeld in de tabel. Helaas worden in de praktijk tot op heden weinig aftrekken toe gepast. Let wel: De normen zijn maxima zowel positief als negatief. d. Toeslag voor drainage-aanleg Indien geheel of ten dele op kos ten van de eigenaar-verpachter een drainage wordt aangelegd en de grond daardoor verbeterd, mag de pachtprijs met maximaal 80 per ha worden verhoogd. In 23 september 1983 ons werkgebied komt het prak tisch niet voor dat de eigenaar de kosten van drainage betaalt. Dit gebeurt wel in de ruilverkave- lingsgebieden via de ruilverkave lingsrente. In de ruilverkavelin gen nieuwe stijl betaalt de pach ter in de meeste gevallen de drai nage 'via het kavelverbeterings- werk. Infiltratie In ons werkgebied hoeven we over infiltratie nog niet te praten, de pachtprijs mag op zandgrond, mits de verpachter de infiltratie heeft bekostigd, verhoogd wor den met 105 per ha mdximaal. Ruilverkavelingsrente Indien de toeslagen niet vol- doende zijn mag de pachtprijs maximaal met 45 per ha per jaar worden verhoogd indien op de grond een ruilverkavelings rente rust. Met dien verstande, dit geldt al leen wanneer het bedrag van de verhoging berekend voor de ex terne produktie-omstandigheden niet toereikend is om de ruilver- kavelingslasten van de verpachter volledig te kompenseren. Voorbeeld Een verpachter verpacht 10 ha grond; waarvan de kwaliteit het gemiddelde is in de eerste kwali teitsklasse; de ontsluiting gaat via 2 dammen en redelijke opritten naar een verharde dijk: de wa terhuishouding goed is: met een gerende perceelsvorm. Er wordt van uitgegaan dat op dit perceel een ruilverkavelingsrente rust van 75 per ha. beschouwing te blijven. Voor door berekening komt allèèn in aanmer king: de verbetering van de water huishouding, de ontsluiting, de ver kaveling, de perceelsgrootte, de per ceelsvorm, de ligging en bereikbaar heid ten opzichte van de bedrijfsge bouwen. De verbetering van deze omstandig heden verhoogt de gebruiksmoge lijkheden van de grond en komt der halve de pachter ten goede. Daarom is het aanvaardbaar dat een gedeelte van de ruilverkavelingsrente welke op de verbetering van de genoemde omstandigheden betrekking heeft, gedeeltelijk voor rekening van de pachter komt. Het regeringsbeleid voor 1984, zoals dat in de miljoenennota deze week is geëtaleerd, geeft enige hoop dat we nu het dieptepunt van de economische crisis zijn gepasseerd en dat de vol gende stap in de richting van beheer sing van de overheidsfinanciën wordt gezet. Vooral het terugdringen van het financierings-tekort en enige daling van de collectieve druk is van essen tieel belang om uiteindelijk tot een herstel van economische activiteit te komen, die ook ruimte schept voor meer werkgelegenheid. Voorwaarde is dan dat de regering er in slaagt belangrijke ombuigingen binnen haar uitgavenbeleid te realise ren. Zelfs al brengt dat tijdelijk enige negatieve effecten op de besteedbare inkomens met zich mee. De bezuini gingen die nu worden voorgesteld zijn zeker niet mis. Toch vrees ik dat met name met betrekking tot de collectieve lastendruk de regering weer aan het afdwalen is. Immers de ruimte die er door de lagere sociale premies wordt geschapen, dreigt weer al deels door nieuwe belastingverhogingen te wor den opgeslokt. En als dan in de loop van 1984 blijkt dat de sociale premies toch yveer moeten worden verhoogd, resteert wederom een stijging van de totale collectieve lastendruk, die de grens van zeventig procent van het nationaal inkomen overschrijdt. En zo'n zware collectieve lastendruk gaat steeds meer maatschappij-ontwrich tend werken. Enerzijds doordat elke stimulans om wat extra's te presteren er door wordt afgestraft, anderzijds ha, wordt de pacht vastgesteld op basis van een redelijke vergoe ding met betrekking tot de ge- Hoe is het met het gebouwd, dus de bedrijfsgebouwen c. gebouwd (artikel 6. eerste lid Pachtnormenbesluit) Aard van het bedrijf Grootte klasse in ha Doelmatigheid -zeer goed voldoende slecht veeteelt- en gemengde bedrijven 15 390 (340) 225 (195) 50 (60) 15-25 335 (290) 195 (170) 50 (45) 25-35 295 (255) 175 (150) 45 (40) 35-45 240 (210) 155 (135) 45 (40) akkerbouwbedrijven 15 335 (305) 3q* (275) 205 (185) 55 (50) 15-25 305 180 (165) 50 (45) 25-35 270 (245) 160 (145) 45 (40) 35-45 225 (205) 125 (115) 45 (40) Ook hier wordt de maximale pacht waarde in guldens per ha aangege ven naar gelang,van het bedrijfstype, de bedrijfsgrootte en de doelmatig heid van de gebouwen. Wanneer kan de ruilverkavelingsrente worden doorberekend in de pacht? Voorbeeld pacht vóór de ruilverkaveling kwaliteitsklasse 450 ontsluiting waterhuishouding verkaveling 0 35 75 ruilverkavelings rente pacht na de ruilverkaveling ƒ450 30 90 75 Te konstateren valt dat vóór de ruil verkaveling de totale toeslag 110 per ha bedroeg. Na de ruilverkave ling was deze 195. Er is dus een verschil van 85 per ha. Reeds gekonstateerd hebbend dat de ruilverkavelingslasi bedraagt 75 per ha, vloeit hieruit voort da.t geen toeslag ex artikel 3 lid 4 van het pachtnormenbesluit, 1977 kan wor den gegeven. Immers de ƒ75 ruil verkavelingsrente is lager dan de verhoging die uit de toeslagen van externe produktie-omstandigheden blijkt. Let wel: Ruilverkavelingsrente, op gelegd wegens overbedeling, finan ciering van opstallen en andere fak- toren die uitsluitend in de vermo genssfeer van de eigenaar liggen dient voor de doorberekening buiten Voorbeeld Het pachtbedrijf is een akkerbouw bedrijf. heeft een oppervlakte van 37 ha. De doelmatigheid ligt op 10% boven voldoende. Opbouw pachtprijs 15 ha x 225 ƒ3.375 10 ha x 195 30 1.950 10 ha x 160 ƒ1.600 2 ha x 115 230 totaal ƒ7.155 de intervallen zijn bij zeer goed ƒ30. 35, ƒ45 die ook nu gehan teerd zijn. Waar kan verder rekening mee wor den gehouden? a. indien de oppervlakte behorende bij het gebouw groter is dan 45 bruikswaarde doch minimaal voor 45 ha. b. indien, het gebouw groter is dan de oppervlakte land die er bij be hoort, dient de hoogst toelaatbare pachtprijs in relatie te staan tot de gebruikswaarde. c. bij zeer doelmatig ingerichte ge bouwen is de grondkamer be voegd een toeslag te verlenen. d. er is een aparte regeling voor het bepalen van de pachtprijs indien de eigenaar nieuwe bedrijfsge bouwen of glasopstanden sticht. Hierop komen we nader terug. Huur woning Deze wordt berekend op basis van het huurprijspeil van in het betref fende gebied vergelijkbare wonin gen. Belangrijk Vroeger kon men aan de Grondkamer verzoeken de hoogst toelaatbare pachtprijs vast te stellen bij het in dienen van pachtovereenkomsten en/of pachtwijzigingsovereenkom- sten. Nu dient men zelf als eige naar/verpachter liefst in overleg met de pachter een pachtprijs in te vullen die door de Grondkamer wordt ge toetst en zo nodig wordt gewijzigd. Advies Bewaar - en dit geldt voor zowel als verpachter als pachter - dit artikel goed. U zult het nodig hebben, september 1983 J. Markusse doordat steeds meer mensen zich aan de als onrechtvaardig ervaren lasten druk trachten te onttrekken, daarmee het zwartgeld-cirquit vergrotend. Vooral ook de zelfstandigen bevinden zich in een extra nadelige positie, om dat hun inkomens niet enkel bestemd zijn voor consumerenmaar ook om de continuïteit van het eigen bedrijf te verzekeren. De (verhoogde) zelfstan digenaftrek is zonder meer ontoerei kend om de nadelige effecten van het veel te stijl oplopend tarief der in komstenbelasting ook maar te com penseren. Ik vind dan ook de belas tingvoorstellen van deze regering vol strekt onverantwoord, zeker waar de tendens naar verder nivellerende wer king nog steeds doorgaat. Bij het doornemen van de Memorie van Toelichting op de Landbouwbe groting ben ik mij steeds meer gaan afvragen of op hel ministerie nog wel bekend is dat er boeren en tuinders bestaan. Immers, het hele -stuk is doordrenkt van zorg om het land schap, het milieu, het behoud van na tuurwaarden, de zorg voor het welzijn der dieren, de vrees voor overproduktie en de daaruit voortvloeiende neiging tot statisch denken. Van enige visie op een agrarische sector die, export-af hankelijk als ze is, zich doorlopend zal moeten blijven ontwikkelen en ver nieuwen, heb ik maar weinig kunnen terugvinden. Natuurlijk is het logisch dat, gezien het uitgebreide takenpak ket van het ministerie van Landbouw, extra aandacht aan de onderdelen Natuurbehoud en Openluchtrecreatie wordt besteed. De wijze waarop nu evenwel aan de agrarische produktie zelf min of meer plichtmatig een erg beperkt aantal pagina's wordt besteed, vind ik teleurstellend. Eén bladzijde voor de zuivel, zegge en schrijve ze ventien regels voor de akkerbouw, terwijl over het welzijn dieren twee- en een halve pagina wordt volgeschreven. En wat moeten we met losse opmer kingen als: "Veel melkveehouderijbe drijven bereiken in quantitatief op zicht spoedig het plafond." Of: "De structurele ontwikkeling heeft er toe geleid, dal op veel bedrijven het pro- duktievermogen zodanig vergroot is, dat de inkomenscapaciteit toereikend is". Samen met de begin-opmerking in de Memorie dat de mogelijkheden der agrarische sector niet onbegrensd zijn, geeft dat een beeld van een sector waarin nog nauwelijks plaats voor ontwikkeling en groei is. Ik ben het met deze benaderingswijze dan ook volstrekt oneens. Ook al deel ik na tuurlijk de zorg over het in standhou den van een goede bodemvruchtbaar heid, de noodzaak tot verbetering van de kwaliteit der produktie en het moeten, inspelen op veranderende af zetmogelijkheden. Wat de concrete invulling van het beleid betreft, bevat deze begroting overigens weinig nieu we feiten, waar we al mochten ver wachten dat bij de invulling van enige verdere bezuinigingen ook de laatste activiteiten van de Grondbank zouden sneuvelen. Blij zijn we wel met de bevestiging dat de extra werkgelegenheidsgelden in belangrijke mate zullen worden ge bruikt om meer ruilverkavelingswer ken in kortere tijd te kunnen uitvoe ren. Al met al een landbouwbegroting, die ons niet zozeer problemen geeft ten aanzien van de concrete cijfers, maar waarin ons vooral stoort de nogal sta tische wijze waarop de agrarische produktiesector wordt benaderd. LUTEIJN Advertentie I.M. kent geen rassenbeperking.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 3