"Voor doen ên laten agrarische
sektor bestaan geen onbegrensde
mogelijkheden"
Chandor
Kabinet stelt
lastenverlichting voor
agrarische sektor in
vooruitzicht
De landbouw
economisch bezien
nu in prijs
verlaagd
Minister Braks en staatssecretaris Ploeg:
Landbouwbegroting 1984
Grondbank wordt "gesloten"
KALKTIP
"Duidelijk is dat er voor het doen en laten van de agrarische sektor
geen onbegrensde mogelijkheden bestaan: Enerzijds heeft de ontwik
keling en benutting van onze natuurlijke hulpbronnen in de agrarische
sektor zijn eigen grenzen, anderzijds stellen andere belangrijke maat
schappelijke aangelegenheden bepaalde eisen". Dit o.m. schrijven mi
nister ir. G. Braks en staatssecretaris A. Ploeg in de inleidende para
graaf van de Memorie van Toelichting op de begroting van het depar
tement van landbouw en visserij voor 1984.
Wat de agrarische sektor zelf betreft kan men denken aan grenzen bij
de inzetbaarheid van arbeid, kapitaal, grond en niet te vergeten men
selijk vernuft. Voorts is in het geding de mate waarin bodem, water en
lucht in staat zijn hulp- en vooral afvalstoffen op te nemen.
Naast de voor het jaar 1983 in het vooruitzicht gestelde fiscale lasten
verlichting, die inmiddels bij wet van 6 juni 1983 is gerealiseerd, zal het
kabinet in 1984 een omvangrijk algemeen lastenverlichtend program
ma in werking stellen. Het betreft hier een samenstel van fiscale maat
regelen, maatregelen in de premiesfeer en andere maatregelen. Alge
mene informatie over de regeringsvoorstellen inzake de lastenverlich
ting is opgenomen in de Miljoenennota 1984 en in de Werkgelegen-
heidsnota 1983/1984.
Het wordt steeds duidelijker, dat de
problemen van het milieu tevens
problemen van land- en tuinbouw,
visserij en bosbouw zijn.
Als een hoofdtaak zien zij dan ook de
plicht die problemen zo goed moge
lijk het hoofd te bieden, opdat er ook
op langere termijn sprake kan zijn
van een goed gedijende agrarische
sektor. Daarnaast is het hun taak te
zorgen voor de instandhouding van
kostbare natuurlijke waarden, voor
nu en als erfgoed voor latere genera
ties.
Dat de natuur- en landschapsbe
scherming een breed maatschappe
lijk belang vertegenwoordigt, komt
onder meer tot uiting in beleidsmaat
regelen en beleidsvoornemens ge
richt op instandhouding en ontwik
keling van de ecologische en land
schappelijke kwaliteit van betrekke
lijk grote gebieden in ons land. Het is
daarbij van het allergrootste belang
dat er tussen benutting van de na
tuurlijke hulpbronnen en bescher
ming van de natuur een verantwoord
evenwicht bestaat. "Het bevorderen
van een dergelijk evenwicht is, nu de
beleidsverantwoordelijkheid voor
het natuurbehoud en de ópenlücht-
rekreatie bij het departement van
landbouw en visserij berust, één van
onze belangrijke taken. Mede daar
toe is de organisatorische hoofd-
struktuur van het departement per.l
juni j.l. aangepast.
"Wij zijn ervan overtuigd dat met de
indeling in twee directoraten-gene
raal - één waar vooral de taken met
betrekking tot de direkte agrarische
produktie zijn ondergebracht en één.
dat met name de taken omvat met
betrekking tot de kwaliteit en de
waarde van hetgeen zich in de lan
delijke gebieden voordoet, aanwezig
is en zorg dan wel aanpassing be
hoeft - alle ons opgedragen taken op
de best mogelijke wijze kunnen wor
den vervuld.
Wij zijn er overigens zeer van door
drongen, dat de verdere uitwerking
van de beleidsvoornemens met be
trekking tot de diverse deeltaken van
doorslaggevend belang is voor de
verdere beleidsontwikkeling en -in
tegratie. Met name daar waar op re
gionaal niveau de belangen yan
landbouw en natuurbescherming
dienen te worden behartigd, zal de
toedeling van verantwoordelijkhe
den nauw luisteren. Naar verwach
ting zal de nadere invulling van deze
beleidsvoornemens zeer spoedig zijn
afronding krijgen", aldus de be
windslieden.
Vestigingswet
De verslechtering van de arbeids
markt is ook in de agrarische sektor
merkbaar. Uit een aantal regio's ko
men signalen dat uitbreiding van
vooral de sektor intensieve veehou
derij plaatsvindt. Deze ontwikkeling
baart zorgen. Een Vestigingswet zal
een instrument kunnen leveren om
hierin ordenend op te treden. Over
een mogelijke opzet van zo'n wet,
alsmede over een toepassingsbesluit
G.J.M.Braks
in de intensieve veehouderij, is het
landbouwbedrijfsleven nog bezig zich
een oordeel te vormen. Het is duide
lijk, dat afweging tussen de zwaarte
van het instrument en de gevolgen
van de - misschien tijdelijke - toe
stroom noodzakelijk is.
EG
De Europese Commissie heeft voor
stellen gedaan over de aanpassing
van het gemeenschappelijke land
bouwbeleid, die ten dele stroken met
de opvattingen van de regering. Op
een aantal gebieden zijn duurzame
aanpassingen nodig om dit zo waar
devolle Europese beleid ook voor de
toekomst te behouden. Dat het in
strumentarium daarbij voor sekto
ren. waar sprake is van strukturele
overschotten een meer marktgericht
karakter krijgt, heeft de instemming
van de bewindslieden, ook al kan
daardoor op de korte termijn sprake
zijn van een nadelige invloed op de
inkomens van boeren en tuinders.
Op langere termijn zal een dergelijke
aanpak evenwel gunstig werken,
mede door het effekt ervan op de
thans zo gevoelige internationale -
meer in het bijzonder intercontinen
tale - handelsbetrekkingen.
Overigens zal met kracht verzet
worden aangetekend tegen Europese
maatregelen, die eenzijdige en on
billijke gevolgen hebben.
Voor de agrarische sektor zijn de be
langrijkste elementen:
a. een substantiële verhoging en uit
breiding van de zelfstandigenaf
trek in de inkomstenbelasting;
b. een uitbreiding van de zgn. pre-
miereduktieregeling voor zelf
standigen met een laag fiscaal in
komen;
c. een verlaging van het tarief voor
de vennootschapsbelasting;
d. enige fiscale faciliteiten voor het
midden- en kleinbedrijf zoals een
verbeterde regeling voor de ver-
lieskompensatie en de mogelijk
heid tot een over vijf jaar gesprei
de betaling van successierechten
bij vererving van ondernemersver
mogen zonder rente;
e. invoering in de loop van 1984 van
een innovatie-stimulerende maat
regel inzake de personeelskosten
van onderzoek en ontwikkelings
werk, die zodanig wordt opgezet
dat middelgrote en kleine onder
nemingen hiervan in belangrijke
mate kunnen profiteren;
f. een verlaging van de werkgevers
premies.
Het Kabinet zal bij de invulling van
de tweede tranche lastenverlichting
voor het bedrijfsleven hoge prioriteit
toekennen aan de problematiek van
de kosten van de Warenwet en de
keuringskosten in de sfeer van land
bouw en visserij.
Begrotingscijfers
De voortgang van de ruilverkave-
lingswerken - gemiddeld 36.000 ha
met ingang van 1984 in uitvoering te
nemen - kan met beschikbaarstelling
van 317,2 min (vorig jaar 305,1
min) worden gehandhaafd.
In mei 1982 bedroeg het totale
aantal geregistreerde (dus groter
dan 10 standaard bedrijfs eenhe
den (sbe)) land- en tuinbouwbe
drijven 139.650. Ten opzichte van
het voorgaande jaar was er een
daling van 1,4%, de kleinste van de
afgelopen tien jaar. Het aantal
neven beroepsbedrij ven bedroeg
26.380 en gaf een stijging te zien
van 13%: in 1982 vormde het
aantal nevenberoepsbedrijven bij
na 19% van het totale aantal ge
registreerde bedrijven.
Deze gegevens voegen minister ir.
G. Braks en staatssekretaris A.
Ploeg toe in een bijlage (VII) op
de Memorie van Toelichting op
de begroting voor het departe
ment van landbouw en visserij
voor 1984.
In 1982 werkten op alle land- en
tuinbouwbedrijven in totaal ruim
249.000 vaste, dat wil zeggen re
gelmatig en meer dan 15 uur per
week op het bedrijf werkzame
arbeidskrachten, van wie 182.600
mannelijke (1% minder dan het
jaar tevoren) en 66.500 vrouwe
lijke (1,5% minder dan een jaar
tevoren). Op de hoofdberoepsbe-
drijven waren in 1982 ruim
22.000 vaste arbeidskrachten.
Ten opzichte van het jaar tevoren
betekende dit een daling van
1,4%; deze daling was duidelijk
minder dan het gemiddelde in de
jaren 1975-1980. Het aantal be-
drijfshoofden daalde minder dan
het aantal bedrijven, hetgeen
duidt op een toename van het
aantal bedrijven met een meer-
hoofdige leiding.
De oppervlakte kultuurgrond in
gebruik bij agrarische bedrijven
verminderde tussen 1981 en 1982
met 5.450 ha tot een totaal van
2.005.220 ha. De daling bedroeg
slechts 0.27% en was daarmee de
kleinste van de afgelopen 20 jaar.
In de jaren zeventig bedroeg de
afname gemiddeld 0,59%.
Advertentie I.M.
biedt de meeste mogelijkheden bij
noodgedwongen hermzaai.
Omdat bezuinigingen op grond
aankopen noodzakelijk zijn en
verdergaande beperkingen van het
aankoopbudget ten behoeve van
landinrichtingsprojekten niet ver
antwoord wordt geacht, hehben
de bewindslieden besloten deze te
zoeken bij de Grondbankregeling.
Dit betekent dat het ook niet
meer mogelijk zal zijn aanvragen
in te dienen bij de bedrijfsoverna
me ouder/kind en bij overname
van grond van verpachter naar
pachter.
Het grondprijspeil vertoont vanaf
eind 1982 over de gehele linie een
rustige stijging. De voornaamste
reden daarvan lijkt dat in de hui
dige ekonomische situatie meer
mensen in de land- en tuinbouw
werkzaam blijven. Er is namelijk
nagenoeg geen vraag naar land
bouwgrond meer van buiten de
sektor. Een notitie inzake de
grondprijssituatie zal het parle
ment een dezer dagen bereiken.
PACHT
De nog steeds voortgaande daling
van het pachtareaal blijft zorgen
baren. Het streven de pacht als
financieringsinstituut te behou
den vergt maatregelen. Enerzijds
dient hierbij gedacht te worden
aan een verhoging van het ren
dement van de eigenaar; ander
zijds is een grotere flexibiliteit bij
verpachtingen nodig zonder dat
dé rechtszekerheid van de pach
ter in gevaar komt.
ONDERZOEK
Een belangrijk deel van het on
derzoek ten behoeve van de lan
dinrichting dient om de evaluatie
van landinrichtingsprojekten
verder te künnen onderbouwen.
In dit kader zal onder andere on
derzoek plaatsvinden naar de in
vloed van wijzigingen in de wa
terhuishouding op de stikstof
huishouding van de bodem en
van het grondwater. Ook zal
worden onderzocht in hoeverre
de natuurlijke begroeiing in
zandgebieden afhankelijk is van
de waterhuishouding.
Goede grassen eisen voor een uitste
kende produktie ook een juiste kalk-
toestand. Vooral bij de graslandver
nieuwing zijn de mogelijkheden voor
het bekalken en inwerken ideaal.
Grondonderzoek op bewerkings
diepte vooraf is aan te bevelen.
Is geen grondanalyse aanwezig dan is
het toch wenselijk om voor alle ze
kerheid maar een bekalking van
1500 a 2000 kg kalkmeststof uit te
voeren.
Het eindcijfer van de begroting van
landbouw en visserij vertoont, verge
leken met 1983, een verhoging van
172,2 min tot 2.864,9 min, waarin
begrepen 115 min ten behoeve van
werkgelegenheidsprojekten.
Fiskale lastenverlichting
- Verlaging van het tarief van de
vennootschapsbelasting van 48%
tot 43%; deze maatregel kost
650 min en is van belang voor
BV's, NV's, koöperaties, veilin
gen. enz.;
- verhoging van de zelfstandige
naftrek voor onderhemers die
onder de inkomstenbelasting val-
len;voor deze maatregel is 175
min uitgetrokken hetgeen even
redig is aan de voorgestelde ta
riefsverlaging voor vennoot
schappen;
- uitbreiding, van de premiereduk-
tieregeling voor zelfstandigen.
Deze regeling houdt in dat bij een
laag fiskaal inkomen (voor ge
huwden tussen ƒ11.000,- en
19.000,-) de premie volksverze
keringen niet in zijn geheel be
taald behoeft te worden. Er is een
bedrag van 50 min. uitgetrok
ken om de reduktiegrens voor
zelfstandigen te verhogen. Deze
maatregel is genomen in samen
hang met de verhoging van de
zelfstandigenaftrek.
- Verruiming van de verlieskom-
pensatie in de vorm van omwis
seling van de volgorde voor
achterwaartse verlieskompensa-
tie (voorgesteld wordt eerst het
oudste winstjaar voor verreke
ning in aanmerking te laten ko
men en vervolgens het recentere
jaar). Voorts wordt voorgesteld
verlenging van de termijn van
achterwaartse verlieskompensa-
tie van twee naar driejaren;
- invoering van een renteloze beta
lingsregeling voor het suksessie-
en schenkingsrecht ter verlichting
van de fiskale lasten bij bedrijf
sopvolging;
- versnelde terugbetaling van be
lastinggelden door een aparte
beschikking. Hierdoor is een
versnelde verrekening van verlie
zen mogelijk.
De laatste drie maatregelen heeft het
Kabinet overgenomen uit de kon-
klusies van het rapport "Fiskale
maatregelen ten bate van het mid
den- en kleinbedrijf', waaraan ook
door het Ministerie van Landbouw
en Visserij is deelgenomen.
Premie lastenverlichting
- Verlaging van de werkgeverspre
mies in de centrale fondsen 200
min.);
- wijziging van-het Burgerlijk Wet
boek in verband met de gewenste
beperking van de opbouw van
vakantiedagen tijdens ziekte.
Overige maatregelen
- Invoering per 1 oktober 1984 van
een innovatiestimulerende maa
tregel inzake de personeelskosten
van onderzoek en ontwikkelings
werk (INSTIR). die zodanig
wordt opgezet dat middelgrote en
kleine ondernemingen hiervan in
belangrijke mate kunnen pfofite-
ren.
10
23 september 1983