Ontwikkeling dierlijke sektoren
stagneert in Zeeland
Rotganzen geven voorkeur
aan wintertarwe boven gras
Initiatieven tot nieuwe
ondernemingen
Provinciale Raad voor Bedrijfsontwikkeling konstateert:
Bij proefbeperking wildschade in
"Wilhelminapolder" blijkt:
Prijsvraag voor studenten LH en Has'sen:
Prof. ir. H.A. Behagel koördineert nieuwe
organisatie-struktuur voor biotechnologie aan de
Landbouwhogeschool
Wissenkerke
Regiovorming
NVLE
Zuid-Nederland
Bijdrageregeling
grondstomen
verlengd
De Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in Zeeland nam in haar verga
dering van 19 augustus uitgebreid kennis van de ontwikkelingen in de
dierlijke sektoren in de provincie Zeeland. Gekonstateerd werd, dat de
ontwikkeling in Zeeland sterk achterblijft bij de landelijke ontwikke
ling maar in het bijzonder t.o.v. de twee andere zuidelijke provincies.
Hoewel de melkgift per dier zich op een gunstig niveau beweegt, is de
veestapel niet toegenomen en het aantal ligboxenstallen relatief zeer
beperkt gebleven. Bij de varkenshouderij is de struktuur zeer divers, de
valorisatie van het zeer grote biggenoversfchot in deze provincie wordt
bemoeilijkt door het grote aantal bedrijven met een beperkt biggen-
aanbod t.o.v. de grotere afnemers t.b.v. de mesterij. Ook in de pluim
veehouderij is sprake van enige stagnatie.
Ten behoeve van een stroomlijning van de toekomstige ontwikkelings
mogelijkheden werd een aantal positieve elementen naar voren ge
bracht alsmede een aantal aktiepunten geformuleerd voor een verdere
begeleiding.
Naar aanleiding van de financiële
jaarstukken van de proefboerderij
"Rusthoeve" en een gezamenlijk
schrijven van de Federatie van Ver
enigingen voor Bedrijfsvoorlichting
voor Zeeland en de Stichting ter Be
vordering van het Landbouwkundig
Onderzoek in Zeeuws-Vlaanderen
inzake de financiering van het
PAGV en de regionale onderzoekers,
besloot de Raad betrokkenen bij de
diskussie rond de 50/50-financiering
te zullen wijzen op de noodzakelijke
koppeling van het regionaal onder
zoek aan een landelijk funktione-
rend proefstation.
De afzetstruktuur van uien in het
Zuidwesten werd toegelicht op basis
van een daarnaar door het LEI ver
richt onderzoek. Als prioriteiten voor
toekomstige aktie werd gewezen op
een beperking van de ziekterisiko's
(in kombinatie met geschikte rassen
of selekties) en een nader onderzoek
naar de kostprijs van uien in het
Zuidwesten. Door de adj.-dir. van de
SNUiF werd ingegaan op de aktivi-
teiten van deze op 50/50-basis gefi
nancierde Stichting. Voor de nabije
toekomst zal in verband met de ge
wijzigde kwaliteitsnormen veel aan
dacht geschonken moeten worden
aan veld- versus schuurdro^ing, de
telijke situatie weer te geven nl. een
forse uitbreiding van het graanareaal
en beperkte daling van het aantal ha
aardappelen.
Ter kennisgeving wordt voorts een
schriftelijke samenvatting - voorzien
van enig kommentaar - gegeven van
de recentelijk door de Europese
Kommissie gedane voorstellen tot
wijziging van het EEG-landbouw-
beleid. Een nadere bezinning op de
aanpassingsmogelijkheden voor de
verschillende landbouwsektoren op
deze gewijzigde vooruitzichten zal
plaatsvinden.
De Raad nam kennis van de behan
delde BF-aanvragen, verzoeken tot
De struktuur van de varkenshouderij is zeer verschillend.
on wikkeling van snijmachines, als
mede van industriële droogkapaci-
teit.
De Raad nam verder kennis van de
voorlopige mei-tellingsgegevens
over de akkerbouw. De Zeeuwse
voorlopige cijfers lijken goed de fei-
rentesubsidie, aangemelde projekten
voor een bijdrage uit de innovatie
middelen e.d. alsmede de voortgang
met betrekking tot de koördinatie
van het kursusonderwijs, de bestrij
ding bakterievuur, de aanvoerorga-
nisatie van organische mest e.d.
Vanaf 1980 zijn er schademeldingen
binnengekomen over rotganzen in de
omgeving van het "Veerse Meer".
Zowel aan de Zuid-Bevelandse zijde -
in hoofdzaak de "Wilhelminapolder"
- als aan Noord-Bevelandse zijde - in
hoofdzaak in de Jonkvrouw Anna-
polder - hebben de rotganzen grote
schade aangericht. Hun aantal is in
de loop der jaren aangegroeid tot to
taal twee- a drieduizend, verspreid in
groepen van twee- tot vierhonderd.
Ca. eind september arriveren zij en
pas eind mei vertrekken ze. In mei
varieert het aantal tussen de drie
honderd en duizend. In het najaar
vinden zij hun voedsel hoofdzakelijk
op de buitendijkse kwelders en op
Quistenburgh. Wanneer de winter
tarwe éénmaal goed aan het groeien
is, zo omstreeks half november, begin
december, geven zij de voorkeur aan
wintertarwe en graszaad. De schade
bedragen aan de Noord-Bevelandse
zijde bedroegen in: 1981 11.974,36
en in 1982 667,— Aan de Zuid-Be
velandse zijde in: 1981 13.505,- en
in 1982 f 16.098,75.
Om te pogen de wildschade aan ge
wassen te verminderen, is met de
Koninklijke Maatschappij de Wil-
helminapolders te Wilhelminadorp
overeengekomen een proef aan te
leggen. Deze proef bestaat uit het
inzaaien van een perceel gras. waar
op de rotganzen mogen fourageren.
Op de andere gewassen zullen de
ganzen met wildafwerende middelen
en andere verjagingstechnieken ge
weerd worden.
In het bouwplan van de Wilhelmi
napolder was gepland een kavel lu
zerne. Een gedeelte van deze kavel,
ca. 10 ha. is nu ingezaaid met Engels
raaigras. Het is de bedoeling dat.
evenals de luzerne, dit gewas 2 a 3
keer geoogst zal worden door de
groenvoederdrogerij "Timmerman"
te Kortgene. Met het Jachtfonds is de
afspraak gemaakt dat het verschil in
geldelijke opbrengst tussen gras en
wintertarwe inklusief bijkomende
kosten zal worden uitbetaald.
De rotganzen fourageerden hier
vanaf half december. Door de stren
ge vorst en sneeuwval in het noorden
van het land bleek dat het perceel
gras niet alleen in trek was bij de!
rotganzen, maarx>ok bij de kol- en
rietganzen. Naar schatting foura
geerden er dagelijks zo'n 10.000
ganzen.
Ca. half januari 1982 was het gras op.
zodat er een tijdlang voor de rotgan
zen niets meer te halen viel. De groep
rotganzen heeft zich toen verspreid
over andere percelen graszaad en
wintertarwe langs de kust van Zuid
en Noord-Beveland.
Circa half april was het gras weer
zodanig gegroeid, dat het niet meer
aantrekkelijk was voor de rotganzen.
Zij verkozen toen de wintertarwe.
Circa één derde van de oppervlakte
gras is toen gemaaid met een cirkel
maaier om weer jong kort gras te
krijgen. Intussen werden met wild
afwerende middelen zoals^ knal
apparaat. rotjes en vogelafweerpis-
tool de rotganzen op de wintertarwe
verjaagd, om ze te dwingen naar de
graslandkavel te gaan. Deze midde
len waren niet voldoende. De ganzen
bleven terug komen op de wintertar
we. zodat er weer flinke schade is
opgetreden. Een aanvraag art. 53 van
de Jachtwet om enkele rotganzen af
te schieten, om zo te pogen de overi
ge ganzen te verjagen, werd door de
Direktie Faunabeheer niet gehono
reerd.
Evenals vorig jaar is ook de afgelo
pen winter getracht door middel van
wildafwerende middelen en verja
ging de rotganzen te koncentreren op
het graslandperceel. Een probleem is
dat de rotganzen de voorkeur geven
aan wintertarwe boven gras als
voedselbron
De Stichting Maatschappelijke Plaats Wageningse afgestudeerden
(MPW) heeft tot nu toe de plaatsing van afgestudeerden vooral willen
bevorderen door versnelling van de doorstroming naar de arbeidsmarkt.
Daarnaast tracht zij enige verbreding van die markt te verkrijgen door
het geven van voorlichting aan werkgevers.
In toenemende mate begint thans het scheppen van nieuwe werkgele
genheid aandacht te vragen. In dit verband zijn reeds aktiviteiten ont
plooid ter stimulering van het zelfstandig vestigen. Het Nederlands
Instituut van Landbouwkundig Ingenieurs (NILI) heeft het idee opge
vat hieraan verder bij te dragen door het uitschrijven van een prijsvraag
onder het motto: "Initiatieven tot nieuwe ondernemingen".
Het NILI heeft de stichting MPW verzocht deze prijsvraag te organi
seren.
Doel
Het stimuleren en mobiliseren van
ideeën en plannen die kunnen leiden
tot het scheppen van werkgelegen
heid in te stichten ondernemingen
met nieuwe aktiviteiten in de pro-
duktie- zowel als in de dienstensek-
tor.
Studenten (in de eindfase van hun
studie) en afgestudeerden van de
Landbouwhogeschool en de Hogere
Agrarische Scholen worden uitgeno
digd ideeën naar voren te brengen.
De deelnemers kunnen desgewenst
met anderen samenwerken.
Er kan aan de prijsvraag zowel wor
den meegedaan door personen die
het voornemen hebben de latere
realisering van hun plannen en de
daaruit voortvloeiende ondernemers-
aktiviteiten zelf ter hand nemen
als door hen die de follow-up aan
anderen willen overlaten.
4
Aard van de ideeën
De voorstellen dienen te liggen op
het maatschappelijke werkterrein
waarvoor de LH en de HAS'sen op
leiden.
Jury
De Stichting MPW heeft de heren
prof.dr.ir. H.A. Leniger (voorzitter),
prof.dr.ir. F. Hellinga, drs. H.G.
Troost en prof.dr.ir. C.J.D.M. Ver
hagen bereid gevonden op te treden
als jury.
Ir. H.J. van 't Klooster zal optreden
als sekretaris.
De jury is gehouden de inzendingen
vertrouwelijk te behandelen en te
beoordelen. Zij kan op vertrouwe
lijke basis advies inwinnen bij des
kundige informanten.
De jury bepaalt eerst of inzenders
gerechtigd zijn tot deelneming en of
de ingezonden ideeën geacht kunnen
worden op het hiervoor genoemde
terrein te liggen.
Adres
Voor nadere inlichtingen, aanvragen
en inzenden van aanmeldingsfor
mulier:
Stichting MPW
"Achter de Aula"
Gen. Foulkesweg I A
Wageningen.
Postadres: Postbus 79, 6700 AB Wa
geningen.
(Tel. (08370) 83319/82711
bestemmings
plannen
De burgemeester van Wissenkerke
maakt ter voldoening aan het be
paalde in artikel 22 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening bekend, dat
de gemeenteraad in zijn openbare
vergadering van 15 augustus 1983
heeft besloten te verklaren dat zullen
worden voorbereid:
a. een herziening van de voor
schriften. deel uitmakende van
het bestemmingsplan "Buitenge
bied", en met name artikel 17,
betrekking hebbende op de be
stemming "Bos (L.B.O.)":
b. een herziening van het bestem
mingsplan "Bebouwde kom
Kamperland II" voor het perceel,
kadastraal bekend gemeente
Wissenkerke, sektie B nummer
1003 en plaatselijk bekend
Noordstraat 52 te kamperland,
welk perceel met kleur nader op
de bij het besluit behorende te
kening is aangegeven.
Genoemde besluiten liggen met in
gang van 19 augustus 1983 ter ge-
meentesekretarie ter inzage.
Met ingang van 1 september is prof.
ir. H.A. Behagel (56) benoemd tot
algemeen koördinator biotechnolo
gie aan de Landbouwhogeschool te
Wageningen. Met deze aanstelling
wordt een belangrijke stap gezet naar
een nieuwe struktuur die bij de
Landbouwhogeschool wordt inge
voerd met het oog op een efficiënte
organisatie van het biotechnologisch
onderzoek.
"Wageningen" is aangewezen als
een van de vier centra waar het bio
technologisch onderzoek gekoncen-
treerd zal worden. De overige drie
centra worden gevormd door de bei
de universiteiten yan Amsterdam, de
Sedert de oprichting van de Neder
landse Vereniging voor de Lande
lijke Eigendom (N.V.L.E.) in 1972 is
een aantal regionale afdelingen ge
formeerd.
In Zuid-Nederland heeft tot nu toe
geen regiovorming plaatsgehad.
Gezien de grote invloed van de pro
vinciale en gemeentelijke overheid
op het eigendomsrecht van de land
eigenaar (bijvoorbeeld door be
stemmingsplannen) is bundeling van
krachten op regionaal niveau ge
wenst.
De N.V.L.E.. verzoekt de leden die
aktief willen meewerken aan de re
giovorming in Zuid-Nederland kon-
takt op te nemen met het N.V.L.E.
Verenigingsbureau in 't Harde (tel.
05250-3525).
universiteit van Groningen en de
kombinatie Leiden-Technische Ho
geschool Delft. Wat het onderwijs
betreft overweegt de Landbouwho
geschool in de tweede fase een be
roepsopleiding in de biotechnologie
in te stellen.
In de nieuwe opzet worden vier
werkgroepen in het leven geroepen
die ieder een thema onder hun hoede
zullen nemen: "afval en milieu",
"levensmiddelenbiotechnologie".
"plantecel en dierlijke cel" en "bio-
katalysatoren". De werkgroepen
worden grotendeels samengesteld uit
medewerkers van een aantal vak
groepen die nu reeds biotechnologi-
sche projekten onder handen heb
ben.
Minister ir. G.J.M. Braks (landbouw
en visserij) heeft besloten de bijdra
geregeling grondstomen. die zijn
voorganger drs. J. de Koning eind
1981 heeft ingesteld, met een jaar te
verlengen.
Deze regeling houdt in dat tuinders
een bijdrage kunnen krijgen van 25(£
van het investeringsbedrag, met een
maximum van 1.50 per m2 grond
waarin een drainstoomsysteem is
aangelegd en dat grondontsmet-
tingsbedrijven die overgaan op gas
gestookte mobiele stoomketels daar
voor 6.000.- per ketel kunnen ont
vangen.
De aanvraagtermijn sluit nu niet per
1 september 1983. maar per 1 sep
tember 1984..
2 seDtember 1 983