KNLC kommentaar Geen produktiedwang over geld en goed «te Pachtwet geldt niet voor erfpacht Methode uitkering ooipremie dupeert schapenhouders ingezonden Over pacht en erfpacht Prijzen van landbouwgrond gestegen De voorboden van Prinsjesdag Roest kost boeren ruim een miljard Op erfpacht, mits aangegaan voor een periode langer dan 25 jaar, is de Pachtwet niet van toepassing. Bij het maken van een erfpachtsover eenkomst hebben partijen een grote mate van vrijheid om ieders rechten en plichten naar eigen inzicht te regelen. Dat houdt echter ook in dat de bescherming die de Pachtwet aan de pachter biedt, niet van toepassing is voor de erfpachter. De regels die het Burgerlijk Wetboek geeft voor erfpacht zijn maar heel summier. Enkele belangrijke bepa lingen b.v. dat de erfpachter het volle genot krijgt van het erfpachtgoed en alle rechtem die verband houden met de eigendom daarvan. Hij mag echter niets doen waardoor de waar de van het erfpachtgoed zou ver minderen. hij is verplicht dit te on derhouden en voor het erfpachtrecht is hij een vergoeding schuldig aan de eigenaar. Voor alle regels rond erf pacht geldt echter dat ze in de erf pachtovereenkomst nader uitge werkt moeten worden en dat de wet daarvoor geen dwingende voor schriften geeft. De erfpachtcanon Zo zegt de wet ook niets over de hoogte van de vergoeding die voor het erfpachtsrecht verschuldigd is. de erfpachtcanon. Dit in scherpe tegen stelling met pacht, waarvoor de Pachtwet de hoogte van de pachtprijs bindt aan door de overheid vastge stelde pachtnormen. Bovendien is in de Pachtwet bepaald dat de pacht prijs om de drie jaar herzien kan worden, terwijl daarover voor erf pacht wettelijk niets geregeld is. Het feit dat men de hoogte van de erfpachtcanon en de duur waarover deze wordt vastgesteld zelf mag be palen. kan het voor een eigenaar aantrekkelijk maken grond in erf pacht in gebruik te geven. In de praktijk loopt de wijze waarop de canon wordt vastgesteld nogal uiteen, maar een zeker verband met de waarde van de grond is niet on gebruikelijk. De erfpacht van de Qrondbank is daarvan een voor beeld. De erfpachter betaalt hier jaarlijks 2 van de waarde van de grond, die in eerste instantie wordt gesteld op de aankoopprijs, ver meerderd met de kosten. Om de 6 jaar wordt dit bedrag herzien aan de hand van door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde wijzi gingen in de prijzen van landbouw gronden. Plet is echter ook mogelijk _om de hoogte- van de erfpachtcanon af te stemmen op de hoogte van de pachtprijzen. De erfpachtcontracten in de IJsselmeerpolders zijn daarvan een duidelijk voorbeeld. Daarin is bepaald dat de canon op hetzelfde bedrag wordt vastgesteld als de pachtprijs die voor een dergelijk ob ject zou gelden. Deze erfpachtcanon wordt dan verder om de 6 jaar her zien. zodat de looptijd langer is dan die van de pachtprijs. Geen recht op verlenging. In de Pachtwet is bepaald, dat een pachtovereenkomst altijd wordt af gesloten voor een eerste termijn van minimaal 12 jaar als het gaat om een gehele boerderij en 6 jaar als het los land betreft. Daarna heeft de pachter steeds een wettelijk recht op verlen ging voor een nieuwe termijn van 6 jaar. tenzij zich bijzondere omstan digheden voordoen. Het aflopen van de overeenkomst betekent dus als regel bij pacht niet dat dan de pacht wordt beëindigd. Wel is het mogelijk steeds bij het aflopen van een pacht- termijn de overeenkomst te wijzigen. In tegenstelling tot een pachtcon- tract. staat een erfpachtovereen komst direct vast voor al de jaren dat het erfpachtrecht zal duren. Al leen als beide partijen - dus eigenaar en erfpachter samen - het daarover eens zijn. kunnen tijdens de duur van de overeenkomst wijzigingen worr den aangebracht in het erfpachtcon tract. Eerder is al opgemerkt dat een erfpachtscontract voor minstens 26 jaar moet worden afgesloten om buiten de bepalingen van de Pacht wet te vallen.. Na afloop van de overeengekomen erfpachttermijn heeft de erfpachter geen enkel wet telijk recht op verlenging van de overeenkomst. Hij moet dan af wachten of de erfpachter bereid zal zijn met hem een nieuwe overeen komst af te sluiten en onder welke voorwaarden. Van belang is voorts, dat bij pacht de Grondkamer optreedt voor de beoor deling en goedkeuring van pachtcon- tracten. terwijl de Pachtkamer ge schillen daarover behandelt. Deze in stanties hebben geen bemoeienis met erfpachtcontracten. Zijn er proble men met erfpacht overeenkomsten, dan moeten deze als regel aan de ge wone rechter worden voorgelegd, tenzij daarover in het contract andere regelingen (arbitrage) zijn gemaakt. Sj. de Haan. De diskussie rondom de aanpassingen binnen het Europees Landbouwbeleid zullen zich de komende maanden zonder twijfel op twee hoofdlijnen van beleid koncentreren. Voortzetting van het globale markt- en prijsbeleidmet voor enige belangrijke produkten een bodem in de markt, waarbij overigens de diverse produkties zich vooral kon- centreren daar waar de omstandigheden het meest optimaal zijn, zowel wat natuurlijke omstan digheden, infrastruktuur als de faktor ondernemersschap betreft. Of een be leid waar meer centraal vanuit Brussel de produktie wordt gestuurd via vor men van quotering, extra belasten van intensieve produkties, superheffing op groei en beperking van goedkope vee voederimporten. Wie de huidige kom missie voorstellen bestudeert ontdekt elementen van beide hoofdlijnen. Voorzichtig prijsbeleid en. flexibeler marktbeheer aan de ene kant, belasten van intensieve melkprodukties en quotering van de produktie bij de zui velfabrieken aan de andere kant. Ook bij de eerste diskussies in eigen land is zowel vanuit het ministerie van Land bouw als vanuit sommige organisatie kringen de mogelijkheid van direkte vormen van produktiebeperking, met name via superheffing, naar voren ge bracht. Zo'n superheffing op meer- produktie zou dan wel in de hele EG toegepast moeten worden en uiteraard samen dienen te gaan met voldoende prijsverhoging omdat anders de inko mensmogelijkheden onder onaan vaardbare druk komen te staan. Ik ben van mening, dat we als Neder- In het eerste kwartaal van 1983 wa ren de koopprijzen van landbouw grond hoger dan de gemiddelde prijzen over het jaar 1982. Eén en ander blijkt uit de. voorlopige uitkomsten van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Vertoonden de prijzen in 1982 'een vrij stabiel beeld, in het begin van 1983 lagen de gemiddelde prijzen van onverpacht bouwland en grasland 6resp. 15% hoger dan in 1982. van verpacht bouwland en grasland zelfs 13%. resp. 20%. Koopprijzen van landbouwgronden. Ie kwartaal 1983 los bouwland los grasland verpacht onverpacht verpacht onverpacht 1982 jan./mrt 1983 18.700 21.100 gld/h 25.200 26.600 a 17.000 20.400 26.4*00 30.300 N.B. Exclusief overdrachten door (schoon)ouders aan kinderen. De schapenhouders in ons land zijn zeer verontwaardigd over de wijze waarop de ooipremie voor 1982/1983 is vastgesteld. Al evenzeer zijn ze ontstemd over de hoogte van het uit te keren bedrag per ooi. In plaats van de verwachte 109,- per ooi blijkt nu de premie op 36.86 uit komen. Aan de hand van enkele krantekoppen in de afgelopen week is nu al weer te merken dat de derde dinsdag in september weer in aantocht is. Op deze dag wordt ons ieder jaar bekend gemaakt wat wij voor het komende jaar aan leuke maar veelal minder leuke dingen te verwachten hebben. De dagbladen proberen daarop vooruit te lopen en vissen bij diverse personen en instanties om inlichtingen om vooraf reeds bepaalde zaken te kunnen publiceren. Ook de regering zelf doet daaraan mee door vooraf reeds mededelingen te doen omtrent bepaalde visie's die het kabinet heeft vastgesteld. De wekelijkse persconferentie na afloop van het kabinetsberaad is daarvoor een geschikte gelegenheid. De schapenhouders verwijten het Ministerie van Landbouw bij monde van het Landbouwschap op dit punt onzorgvuldigheid in het beleid. Het ministerie heeft de schapenhouders namelijk steeds doen geloven dat de verdeling van de ooipremies (een kompensatie voor geleden verlies uit Ik lees in het Z.L.M.-blad, 26 aug. '83, dat buitenstaander stopt met zijn geestige stukjes. JAMMER!!! Ik en met mij velen hebben zeer genoten van zijn bijdragen. In ieder geval Buitenstaander hul de!!! H.G. de Feijter Wissenkerke 2 september 1983 te keren door Brussel op basis van de geldende marktordening) zou plaats vinden volgens de zgn. "enveloppe- methode". Volgens deze methode zou het totale inkomensverlies per lidstaat worden uitgekeerd en ver deeld onder de schapenhouders die ooien hebben welke voor een premie in aanmerking komen. Er is nu wellicht uit bezuinigingsoverwe gingen. voor een andere methode gekozen en dat kost de schapenhou ders enige miljoenen guldens. De schapenhouders in ons land zijn hierdoor ook in een nadeliger positie komen te verkeren dan kollega's in andere partnerlanden. Het Land bouwschap wil op korte termijn overleg met het Ministerie van Landbouw om de gedupeerde scha penhouders hetzij in EEG verband hetzij nationaal tegemoet te komen in het geleden verlies. De reeds genoemde krantekoppen lijken soms elkaar tegen te spreken. Om een voorbeeld te geven: don derdag stond er in de P.Z.C.: Lub bers voorstander van lastenverlich ting en zaterdag in het zelfde blad: Volgend jaar geen lagere lastendruk en: Hulp aan het bedrijfsleven. Die zelfde «zaterdag geeft het N.R.C. Handelsblad het betreffende artikel als kop mee: Kabinet laat lastendruk en tekort dalen. Als eenvoudige lezer vraag je je dan wel af wat er nu in feite gaat gebeuren. Bij lezing van de betreffende artikelen begint er wel meer duidelijkheid te komen maar ook blijkt heel erg zeker dat van een definitief voorstel nog geen sprake is. De verwachting is dat het bedrijfs leven een lastenverlichting tegemoet kan zien. maar de burger zal dit moeten betalen en gaat er dus op achteruit. Hoe de lastenverlichting voor het bedrijfsleven er precies gaat uitzien is nog niet erg helder, waar schijnlijk via vermindering van de belastingen die op de bedrijven drukken en andere maatregelen die nog niet bekend zijn. Het lijkt mij anderzijds goed om geen al te hoge verwachtingen omtrent de lastenver lichting te koesteren omdat ook be kend is dat het totale bezuinigings pakket van de regering 12 miljard gulden bedraagt. Daarvan zal ook beslist een deel op het bedrijfsleven neerslaan. Ook is er sprake van om het lage B.T.W.-percentage met enkele pro centen te verhogen. Voor de land bouw- die geen B.T.W. afdracht be hoeft te doen - is een verhoging van het tarief een direkte kostenverho ging. Hoewel deze tariefsverhoging in feite ook zou moeten door werken in een hogere opbrengstprijs voor de door de landbouwer geteelde en voortgebrachte produkten, zal het veelal van de vraag en het aanbod af hangen of een hogere prijs haalbaar is. Het blijft dus afwachten geblazen. Dinsdag 20 september zullen wij het definitief weten. B. Veerbeek landse agrarische sektor ons op een levensgevaarlijk pad begeven als we deze richting op zouden gaan. Het is immers een volstrekte illusie te veron derstellen dat ook maar in de verste verte aan de genoemde voorwaarden zal worden voldaan in de Brusselse politieke praktijk. Terwijl ik boven dien van mening ben dat het beleid wat in feite via een superheffing produk- tiegroeiend individuele bedrijven on mogelijk maakt, alleen maar kan lei den tol stagnerende ontwikkeling in de sektor, die ons snel achterop doen raken bij andere belangrijke produk- tiegebieden in de wereld. Onverant woord voor juist een land als het onze, waarvoor ook de export naar derde landen zo belangrijk is. Overigens zullen we vooral ook moeten oppassen als boeren niet van meerdere kanten gepakt te worden. Dus zowel via de prijsvorming, via superheffing en via extra maatregelen ten nadele van de gespecialiseerde, intensieve produk ties. Ik denk dan ook, dat in alle nuchterheid er voor ons land in feite maar één beleidslijn te volgen valt. En dat is er aan mee te werken dat via aanpassingen in het globale markt- en prijsbeleid het evenwicht tussen vraag en aanbod van enige belangrijke pro dukten op termijn weer wordt hersteld. Dat betekent dus binnen een algemeen prijsbeleid gebaseerd op de kostenont wikkeling, wat lagere aanpassingen voor produkten met strukturele over schotten. Daarbij moeten we wel op passen voor ongewenste verschuivin gen, bijvoorbeeld als de graanprijzen te zeer- onderuit gehaald zouden wor den. Voorts hel wegnemen van alle kunst matige produktiestimulansen (moge lijk ook inklusief rentesubsidie) en ontwikkelingen van nieuwe alterna tieven (opzetten produktieplantqardig eiwit in de EG). In zo'n marktgeo riënteerd globaal beleid, moeten we enige beperking in het automatisme van interventiesystemen waar durven maken, als we aan de andere kant ook onze gunstige positie bij bijvoorbeeld de import van veevoedergrondstoffen willen behouden. LUTEIJN L it een onderzoek binnen de afdeling Chemische Technologie van de TH Twente is gebleken, dat de agrarische bedrijven in Nederland als gevolg van roestvorming (corrosie) per jaar een schade lijden van ruim 1.2 miljard gulden. Volgens de onderzoekers kan door een goede roesthehandeling ze ker de helft van deze kosten worden bespaard. Dit kan volgens hen wor den bereikt door een betere voorbe handeling bij de produktie van land bouwmachines en vooral door goed roestwerend onderhoud in de agrari sche bedrijven zelf. De vóór deze roestbestrijding aan wezige kennis is in Nederland aan wezig bij ondermeer het IMAG. de LH Wageningen. de drie TH's en het Nederlands Corrosie Centrum. De THT-onderzoekers dringen in hun rapport aan op een bundeling van deze kennis en een gerichte over dracht van deze kennis naar de agrariërs en de loonbedrijven door de landbouwvoorlichting en de me- chanisatiebedrijven. Op basis van eigen onderzoek en een vergelijking met een Engels onderzoek bereken de men de mogelijke besparingen per bedrijf. Voor een gemiddelde melkveehouderij is een besparing mogelijk van 4.000 per jaar. Voor een akkerbouwbedrijf is dat 2.400 en voor een varkenshouderij 800.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 3