Een Thoolse boer op
een eiland" in Canada!
T>
In november 1979 emigreerden David Rijstenbil en zijn gezin uit
Scherpenisse naar Canada. Zij bewoonden een zgn. verkavelingsbe-
drijf, destijds nieuw gebouwd, van 24 ha in de polder. Het was, zoals de
meeste van dat type bedrijven een overwegend gemengd bedrijf, gericht
op de melkveehouderij.
We beschikken niet over cijfers, maar we denken dat er in verhouding
tot andere provincies weinig zeeuwse boeren naar Canada gegaan zijn.
ook niet tijdens de grote golf na de tweede wereldoorlog. Nu we één van
de eerste dagen van juni j.l. in de gelegenheid waren een kijkje bij de
gastvrije familie Rijstenbil te nemen, willen we iets van onze, overigens
kortstondige ervaringen, in zeer algemene zin zien weer te geven.
Het geëmigreerde gezin is terecht
gekomen in de provincie Ontario,
niet ver (ten ZW) van de federale
hoofdstad Ottawa. Het bedrijf thuis
werd verkocht aan een Roosendaalse
boer. 'die moest wijken voor stads
uitbreiding.
Koe-kontingent
In Canada werd een bedrijf terugge
kocht van 220 acres (88 ha) waarop
60 melkkoeien gehouden konden
worden. Bij een melkbedrijf hoort
een melkkontingent. Een boerderij
zonder kontingent is voor de melk
veehouderij waardeloos. Een één
koe kontingent kopen kost al dui
zenden dollars (de Can. 2.3).
Er worden thans 60 koeien gemolken
in een tank van 3000 1. De warmte
die van de melk bij het koelen vrij
komt. wordt gebruikt voor eigen
warmwatervoorziening. De stal is
traditioneel, dubbelrijig, met auto
matische mestketting en -afvoer, drie
voersilo's en voederwagentje. De si
lo's bevatten snijmais en een gras-
/alfalfa/klavermengsel. wat het wei-
demengsel is en volgens de voor-
droogkuilmethode wordt gewonnen.
Daarnaast verbouwt Rijstenbil ook
zomergerst en sojabonen, welke
laatste teelt in deze omgeving nog
niet omvangrijk is. Hij geeft de koei
en een rantsoen van 1 kg (grofgema-
len) sojabonen per dag. Een goede
melkkoe. Holsteintype. heeft een
produktje van 6000 kg met een vet
gehalte van gem. 3.65%. Rijstenbil
haalt een vetgehalte van 3.85%.
Nat voorjaar
De koeien kalven het hele jaar door.
hoewel het voorjaarskalven in de
meerderheid is. Er is zowel K I als
natuurlijke bevruchting. Uitval
wordt zelf afgemest. evenals het niet
voor kalfvaars gebezigde jongvee, dit
gaat naar een veiling, wat hier het
gebruikelijke afzetsysteem is. Er liep
nog geen vee buiten. De winter was
voor Canada ongewoon zacht ge
weest; men sprak van een niet-win-
ter. Het voorjaar was net als bij ons
zeer nat en koud. De aangrenzende
provincie Quebec had 250 mm regen
in mei met 21 regendagen en de helft
van de normale zonneschijn. In hele
gebieden die wij in Ontario en Que
bec passeerden op onze 2000 km
lange autotocht had men nog niet of
nauwelijks kunnen zaaien: overal
stond water op de percelen (meer als
in andere jaren) en we zagen overi
gens wel laag gelegen gebieden die
geheel onder water stonden. De
boerderij van Rijstenbil was wel ge
heel ingezaaid. De gerst kwam
boven, evenals een groot perceel
mais. waarop 20 ha proefveld met
evenveel verschillende soorten. Hij
heeft kennelijk goed uitgekeken bij
de keuze van zijn bedrijf en een lig
ging - aan een beek - gekozen die
hem vrijwaart van langdurige over
last aan water.
Het grootste gedeelte van de boer
derij is gedraineerd. Men draineert
op 18 meter, doch anders dan bij ons.
Er gaan meerdere grote hoofddrains
(koliektoren), naar behoefte dwars
door de vaak wat onregelmatig van
oppervlakte zijnde percelen en op
deze koliektoren wordt vervolgens
gedraineerd.
Elders wordt van jaar tot jaar nog 28
ha bijgehuurd tegen 20 dir. per acre
(gemet) en onlangs werd een aan-
12
grenzend mooi gelegen gedraineerd
perceel van 36 ha verworven, a.s.
najaar te aanvaarden. Daarmee is in
korte tijd een bedrijf gekreeërd van
tussen de 130 en 160 ha groot, waar
bij het aksent ook meer in de akker-
bouwrichting verschoven wordt. Het
bijgehuurde land is veel lager gele
gen. mede daardoor veel later en pas
de 3e juni zou daar het eerste perceel
ingezaaid worden, als de regen die de
avond ging vallen niet te vroeg ge
komen is.
Om nog op de melksektor terug te
komen, deze wordt aan de Milk
Board geleverd (het Engelse systeem
Een overzicht van huis en bijgebouwen van de familie Rijstenbil
dus). Deze Board distribueert de
melk over de verwerkingsbedrijven
naar gelang de behoefte. Het kan dus
voorkomen, dat vandaag de melk
naar een drinkmelkinrichting gaat en
overmorgen naar een geheel andere
fabriek. De uitbetaalde prijs va-
rieeërt enigszins naar gelang het
konsumptiemelk of industriemelk
betreft.
Het kontingent dat in de goede zui-
veljaren procentsgewijs steeg is de
laatste tijd daarentegen gekort, nu de
afzet en export van Canada ook
stagneren.
Wisselweide systeem
De graanopbrengsten zijn vergelijk
baar met Nederland. De kuituur is
gemengd, zoals we al opmerkten.
Men past het wisselweide systeem
toe. Na vier. vijf jaar zijn lucerne en
klavers door uitwintering ver in de
minderheid gekomen of verdwenen.
Waar het gebezigde gras niet zo uit
schiet. worden de kale plekken inge
nomen door paardebloemen en an
der onkruid, zodat scheuren en op
nieuw inzaaien de remedie is.
De streek waar de fam. Rijstenbil ge
vestigd is en waar de kuituurvoor-
waarden gunstiger zijn dan in een
wijde omgeving, ligt a.h.w. als een
soort eiland temidden van afwijkende
grondsoorten. Men herkent het min
dere land direkt door de ronde, ovale
of streperige zwarte (d.w.z. natte)
plekken in een normaal opdrogend
perceel. Is zo'n gebied "vlekkerig" en
vol dergelijke "bleinen" dan is er
duidelijk sprake van sterke onregel
matigheid in de profielopbouw en al
of niet gebrekkige en onvoldoende
ont- en afwatering. Uiteraard zijn er
in dit onmetelijke land meer derge
lijke betere enclaves, doch er zijn veel
ongeschikte en marginale gronden.
families is geweest. Na de Schotten is
het bedrijf een periode verhuurd ge
weest. daarna is er een Frans-Cana-
dese familie op gekomen en van deze
familie is het bedrijf gekocht. De
verhouding tot deze laatste eigenaar
is prima en deze heeft zijn opvolger
met raad en daad ter zijde gestaan.
Ook d*e opvang van kerkelijke zijde is
meestal een zeer positieve faktor. De
Rijstenbil's gaan in Ottawa naar
kerk. naar de Christian Reformed
Church, waar een 96 families lid zijn.
Het dichtstbijzijnde dorpje (op 3 km)
Marionville is een Frans sprekend
dorp. waar de 3 jongste kinderen
naar school gaan. De twee oudere
zoons gaan naar een op 25 km
gelegen High school (MO). Allen
worden door schoolbussen afgehaald
en thuisgebracht.
vaak nog bebost. We schatten het
gebied bij Russell waar we het over
hebben op misschien zo'n 20.000 ha
groot.
Mislukking
Er hebben zich de laatste jaren veel
Zwitserse boeren gevestigd, ook wel
Duitse, Engelse en Franse. Voor de
eerste twee zal de koers van hun
munt gunstig geweest zijn voor ves
tiging, voor de laatste twee zijn er
van oudsher veel familiebanden.
Veel Zwitsers kampen met aanpas
singsmoeilijkheden. de overgang van
een dergelijk in het algemeen klein
schalig agrarisch land naar de Cana
dese vlakten is kennelijk moeilijk.
Het aantal immigranten dat mislukt
is procentueel vrij hoog; er wordt
veel gekocht en verkocht. Een goed
dat sterk aan wisselende eigendom of
gebruik onderhevig is, zal in het al
gemeen iets aan mankeren en zijn
nadelen kennen. Wat dat betreft is
het gunstig te achten dat de boerderij
van de fam. Rijstenbil. bijna I30jaar
geleden door een Schotse familie ge
bouwd. slechts in de handen van vier
De familie Rijstenbil met de jongste dochter voor hun huis
Belastingen
Dit bussensysteem is kenmerkend
voor geheel Noord-Amerika. Een
deel van de belasting die iedereen
betaalt, is bestemd voor de post "op
voeding". Wij zouden zeggen "on
derwijs". De belastingen zijn overi
gens naar Nederlandse begrippen
zeer billijk, terwijl voorde agrarische
sektor de nodige additionele maat
regelen gelden. Met name nieuwge-
vestigden kennen de eerste vijfjaren
gunstige regelingen. De Financiële
begeleiding van de zijde van Finan
ciële instellingen en het bankwezen
is straf georganiseerd. De onderne
mer dient een jaarlijks plan inklusief
cash-flow prognose te verstrekken.
Dit is ongetwijfeld een gevolg van de
fouten die het bankwezen in het re
cente verleden tijdens de ekonomi-
sche bloei heeft gemaakt t.g.v. een te
ruime kredietverstrekking gepaard
met zeer hoge rentepeilen die ken
merkend zijn (laten we hopen ge
weest zijn) voor de Amerikaanse
ekonomie: tot in de 20%.
Talenprobleem
Een ander probleem waar Canada
mee worstelt is het talenprobleem.
De Franse minderheid (de provincie
Quebec met 6.3 mil. inwoners is voor
85% Frans sprekend) eist al vele ja
ren "gelijkstelling".
President de Gaulle heeft destijds dit
vuur aangewakkerd. Het is zelfs voor
een Nederlander als ik. die de Belgi
sche taalstrijd zijn hele leven van
nabij volgt, verbazingwekkend hoe
het taalbewustzijn de Canadese natie
beroert. Weliswaar is de Federatie
thans volledig tweetalig en moeten
b.v. alle wetten in twee talen worden
voorzien; maar de strijd is nog lang
niet uitgestreden. Wie in Ottawa de l
mijl lange brug over de Ottawa-rivier
naar de tweelingstad Huil oversteekt,
die in de provincie Quebec is gelegen
waant zich in ëen ander land. Op slag
zijn alle opschriften en vrijwel alle
namen 100% Frans. De schoolbussen
zijn veranderd in "Ecoliers" en ga zo
maar door. In 1980 vroeg de premier
van Quebec, Lévesque. de keizers
hem een bijzonder mandaat te ge
ven, hij wilde onderhandelingen be
ginnen over een "soeverein bondge
nootschap" van Quebec, d.w.z. eigen
wetgevende bevoegdheden, zelf be
lastingen heffen en betrekkingen met
De stal en torensilo's van de boerderij
Ontario
van David en Janneke Rijstenbil in
het buitenland aanknopen, zij het in
een nauwe ekonomische band met
de rest van Canada.
Groot was zijn teleurstelling en ver
bazing toen de volksstemming zijn
voorstel met 60% tegen en 40% voor
afwees. Tevens was het een overwin
ning voor federatie premier Tru-
deau. zelf geboren en getogen in
Quebec, die geadviseerd had "nee"
te stemmen.
Een laatste aktueel geval ter zake.
De provincie Ontario wordt het
hartland van Canada genoemd. Het
zijn oppervlakte van 1.068.587 km2
is Ontario de op één na grootste
provincie van Canada. Voor dit im
mense land is het ook een dichtbe
volkt gebied. Er wonen bijna 9 mil
joen Canadezen (éénderde van de
totale bevolking).
De voornaamste waterweg in Onta
rio is de St. Lawrence Seaway, die de
Great Lakes met de Atlantische
Oceaan verbindt. De 7300 km lange
waterweg met alle kanalen en sluizen
is een gezamenlijk projekt van Ca
nada VS. dateert van 1959 en heeft
vroegere havens als Toronto Hamil
ton. Detroit. Chicago. Milwaukee tot
wereldhavens gemaakt. Over de be
tekenis van dit projekt voor de
wereldhandel en zijn invloed op het
transport en vrachtprijspeil heb ik
destijds in de N Veldbode een
hoofdartikel gepubliceerd. Ik zal
daar dan ook nu niet op in gaan. Al
leen vermeld ik ter vergelijking dat
de loop van de Rijn 1320 km lang is.
Ontario dient dus we! onderscheiden
te worden van de zoveel dunner be
volkte prairie provincies Manitoba,
Saskatchewan en Alberta. Ontario
heeft de helft van Canada's klasse
I-landerijen; het meeste daarvan in
de bevolkte korridor die loopt van
Montreal tot Windsor.
Zuid-West Ontario (grenzend aan de
VS met o.a. de Niagara) heeft het
langste groeiseizoen (130 - 153 da
gen), de meest zekere regenhoeveel-
heid en de langste dagen met de
sterkste zonneschijn in Canada. Men
vindt in Ontario dat de agrarische
sektor bedreigd wordt.
Veel land wordt door verstedelijking
bedreigd, ook zand- en grindwinning
(200.000 ha) zijn een faktor. Hoge
rentetarieven hebben de struktureie
schuldpositie van de meeste boeren
aangetast. De schulden en slechte
jaren namen toe en de inkomsten in
goede jaren daalden.
Faillissementen in de agrarische sek
tor stegen van 64 in 1979 tot 176 in
1982. De inkomens zullen dit jaar met
een kwart dalen.
Evenwel hoopt men op een opleving,
parallel met de verbetering van de
Amerikaanse ekonomie, waarvan dit
land zo afhankelijk is.
De Amerikaanse investeringen in
Canada zijn hoog, landelijke export is
overwegend op de VS betrokken. De
werkloosheid is, net als bij ons, een
groot probleem geworden, de voor
zieningen in deze sektor zijn veel ka
riger. Konservatieve en liberale fede
rale regeringen hebben elkaar in de
loop der jaren afgewisseld. En terwijl
ordelijkheid en discipline - b.v. geen
zwartrijden in openbaar vervoer - in
druk maken, nog één merkwaardig
heid: de hoeveelheid stakingsdagen
per jaar in dit land zijn onder de
hoogste ter wereld.
Ir. M.A. Geuze
2 september 1983