De maand september op het Zuidwestelijk landbouwbedrijf Akkerbouw Was eens een emmer aardappelen een dag na het rooien. U kunt dan duidelijk zienwat u aan het doen bent aardappelen afgehard zijn. zo snel mogelijk koelen en gassen. "Poede ren" bij het inbrengen moet bij doorwaspartijen ontraden worden omdat bij de scheiding van primaire- en doorwasknollen wonden ont staan. Ook zullen deze partijen re gelmatig op waterzakken gecontro leerd moeten worden. SUIKERBIETEN Hoewel de kampagne waarschijnlijk pas begin oktober aanvangt, alvast een en ander over de oogst. scherpt. In het Z.L.M.-blad van 5 au gustus j.l. en in de S.N.U.i.F.- nieuwsbrief die aan alle leden van de Verenigingen voor Bedrijfsvoorlich ting en Studieklubs is toegezonden, is hier reeds over geschreven. In dit "S.N.U.i.F.-artikel" staat in het kort aangegeven waarop men dient te let ten om tenslotte een kwalitatief goe de partij af te kunnen zetten. GRASZAAD Vooral op de lichtere gronden kan Engels raaigras goed in open land De maand september is normaliter een drukke periode op het akkerbouwbedrijf. Half augustus, nu dit artikel geschreven wordt, ziet het ernaar uit dat de oogst van alle akkerbouwprodukten behalve de rooivruchten en de bruine bonen snel gebeurd zal zijn. Wanneer we echter aan aardappelen en uien rooien toekomen, is nog een grote vraag. Eén ding staat vast: evenals dit voorjaar zal ook dit najaar een groot beroep doen op Uw organisatietalent en Uw kennis en kunde om de produkten op een goede manier en met zo weinig mogelijk verliezen van het land te halen. Verder worden deze maand weer voorbereidingen voor het seizoen 1984 uitgevoerd: stoppelbewerkingen, ploegen, inzaai van Engels raaigras, kalibemesting, grondontsmetting enz. AARDAPPELEN Wilt u het gewas nog groen houden, let dan op de phytophthorabestrij- ding. In een voorgaand artikel, ge schreven door ing. L. Zwemer (C.A.- Barendrecht), wordt ingegaan op het doodspuiten. Nu echter veel doorwas voorkomt' is het oppassen geblazen. Bij een natuurlijk, langzaam afster vend gewas is het gevaar voor het ontstaan van glazige knollen veel minder groot. Men kan glazigheid beperken door een gewas dat nog fris groen was toen het doodgespoten werd. snel, bijvporbeeld 7 a 10 dagen na het doodspuiten, te rooien. Dood spuiten in meerdere keren of met Pu- rivel van nog groene gewassen lijkt de kans op "glas" te vergroten. Het is gewenst met de betrokken afnemer te praten over wat hij wil: ontvellingen of "glas". Stem de per keer dood te spuiten oppervlakte af op de rooika- paciteit. Bij het doodspuiten van nog groene gewassen onder droge grondom- standigheden. gevolgd door regen, is er kans op het optreden van navel- eindrot. Wordt loof geklapt dan dienen de geulen schoon te zijn en moet er bovenop de rug alleen nog 15 a 25 cm loof overblijven. Ten aanzien van de kwaliteit is het noodzaak op de volgende punten te letten: - gebruik een spoorbreedte van 150 cm en smalle banden ter voorko ming van knolbeschadiging in de rug: - grondtemperatuur boven 8 gra den C (beste 15-20 graden C): - soepele invoer van de rug in de rooier (scharen glad. niet te steil enfen geleidelijke overgang naar de zeefketting): - niet teveel druk op de diabolo's: tracht zolang mogelijk grond op de opvoerketting te houden: - door bij droge omstandigheden de zeefkettingen met rubber te» bekleden, voorkomt men ontvel lingen. rooischade en verlies van (doorwas-Jknollétjes(opslag!): - zo weinig mogelijk de schudders gebruiken: - valhoogte maximaal 40 cm: - droge, scherpe kluiten zijn erg gevaarlijk: - een valbreker. bijvoorbeeld een strozak in de wagen, is een goed hulpmiddel: - stortbak niet steeds leegdraaien. Schil of schrap eens aardappelen 12 a 24 uur na het rooien: als minder dan 10rr van de knollen rooischade ver toont. is het goed. VENTILEREN Zowel partijen met veel ontvellingen als met veel glas zijn ongeschikt voor langdurige bewaring. Het is verstan dig om bij partijen met glas en wa terzakken de storthoogte tot max. 3 meter te beperken. Voorkom stortkegels en bewaar vooral geen aardappelen die op de wagen zijn natgeregend. Partijen met waterzak ken of rot moeten direkt na het bin nenbrengen veel geventileerd wor den. Natte partijen dienen bij voorkeur gedroogd te worden door ventilatie met lucht die enkele graden kouder is dan de aardappelen. Is de partij droog dan volgt de heelperiode 2 weken). Tijdens deze periode moet de temperatuur van de aardappelen 15 graden C zijn en moet bijv. 15 minuten per dag geventileerd wof- den om lucht te verversen en zweet plekken te voorkomen. Zodra de 10 De knolselderij is dit jaar laat aan de groei gekomen. Houdt het gewas gezond Percelen waar de groei niet optimaal meer is. komen het eerst in aanmer king om gerooid te worden. Ook eventueel nog te zaaien gewassen als Engels raaigras of wintertarwe zijn van invloed "op de rooitijd. Verder bestaat een juiste planning uit regel matig rooien om 10 november de bieten aan de hoop te hebben. De bieten dienen bij voorkeur op een verharde stortplaats te liggen. Kop en grondtarra kosten geld. Elke ton grond kost u immers 10.- boete. Bij een netto-opbrengst van 50 ton bie ten per ha betaalt u bij: 10% tarra 55.55 per ha 20% tarra J' 125.- per ha 309 tarra 214.50 per ha Probeer de oogst verliezen binnen de perken te houden. Deze verliezen ontstaan door: - te diep koppen of ontbladeren: - afbreken van de wortel bij het lichten: - omduwen van de biet die niet meer opgeraapt wordt. UIEN Met ingang van het komende pro- duktiejaar zullen de kwaliteitseisen ten aanzien van de verwering (kleur verlies) en spruiting worden aange- gezaaid worden. Dit kan in zijn al gemeenheid tot 1 oktober, vroege hooitypen echter niet later dan de derde week van september. In deze tijd is het vaak te moeilijk om op zware grond een goed zaaibed te maken, daarom kan daar beter onder dekvrucht gezaaid worden. Door de graanstoppel eerst oppervlakkig te kultivateren. kunnen graankorrels kiemen. Voer daarna een diepe ke rende grondbewerking uit om min der problemen van graanopslag te krijgen. Graszaad is betrekkelijk klein' en vraagt daarom een tamelijk fijn en goed aangedrukt zaaibed. BRUINE BONEN Bij bruine bonen vraagt de oogst on ze volle aandacht, vooral met het oog op dorsen uit het zwad en de dors- beschadiging in verband met de kwaliteit. Kort na het maaien ruite- ren is arbeidsintensief, doch geeft minder risiko. Vooral bij late gewas sen en onregelmatig-afrij pende ge wassen op zware gronden is dit noodzaklijk in verband met droog- kosten en kwaliteit. Bij tijdige en re gelmatige afrijping kan heel goed uit het zwad worden gedorst. Men dient dan wel langer te wachten met maaien of schoffelen. Op stam staande bonen lopen vrijwel geen weerrisiko. Na het maaien binnen enkele dagen dorsen geeft de beste resultaten. Met de maaidorser valt het niet mee. zeker onder droge om standigheden. om zonder beschadi ging te kunnen dorsen. Het vochtge halte binnen een partij is vaak erg wisselend. Bij gebruik van de maai dorser dienen de nodige aanpassin gen te worden gedaan, zoals: - geen scherpe slaglijsten: - ruime mantelopeningen; - geen scherpe randen aan de vij zels en voldoende ruimte tussen de vijzel en de bodem van de afvoer- PÜP- - laag trommeltoerental met be houd van het .toerental van de schudders. De laatste jaren worden hiervoor met veel sukses met name in Zeeuws- Vlaanderen aangepaste Mobil-Vi- ners gebruikt, die zowel uit het zwad als uit de ruiter goed werk leveren, een onbeschadigd produkt met vrij wel geen grond. Hoewel een hoog vochtgehalte voor het dorsen op zich geen bezwaar vormt, is met het oog op de droogkosten en behoud van een goede kleur een vochtgehalte van 28% wel het maximum. KNOLSELDERIJ Voortdurende kontrole op het voor komen van bladluizen en wantsen is nodig. Voor de middelenkeuze: zie Handleiding (spuiten met 600 liter water en een grove druppel). Tot in oktober dient de bestrijding van bladvlekkenziekte voortgezet te worden. In een droge periode om de 3 weken, bij vochtig weer iedere 10 a 14 dagen. Bij ernstige aantasting verdient een systemisch fungicide de voorkeur. Voor zover in de totale N- behoefte van 220 a 250 N per ha nog niet voorzien is. kan begin september nog 60 kg N gegeven worden. Verwacht men Boriumgebrek (droog weer en lichte grond) dan is het ge wenst in september nog eens Borium te spuiten (zie Handleiding). Konsulentschap voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij te Goes Bestrijding van wortelonkruiden De vroege graanoogst biedt hiertoe mogelijkheden. Chemische bestrij ding is in de regel meer bedrijfszeker dan een mechanische bestrijding. Strooi eventueel wat stikstof want zowel Roundup als groeistoffen werken alleen goed op onkruiden met voldoende bladmassa. De on kruiden mogen niet afgehard zijn. dus mals en in de groei. Bij te weinig blad. droge omstandigheden en te weinig groei valt het resultaat tegen! Spuit bij niet te warm weer en bij een hoge relatieve luchtvochtigheid. Roundup niet mengen met andere middelen. Gebruik per liter Roun dup 100 liter water. VERGEET BIJ DE ONKRUID- BESTRIJDING DE SLOOT KANTEN NIET!! Het zal dit jaar erg belangrijk zijnwelk beleid u volgt bij doodspuiten en rooien van aardappelen. Zet voor uzelf alles goed op een rijtje GRONDONTSMETTING Bietecysteaaltjesonderzoek in het Zuidwesten van april 1982 tot en met maart 1983 heeft aangetoond dat bij na de helft van de 4860 monsters ma tig of zw aarder besmet w as! En hoe is de situatie op Uw bedrijf voor de bie tenteelt in 1984? Is grondontsmetting nodig? Lees het artikel in dit blad over grondontsmetting geschreven door P. Verhage en ing. J. Pollema. Grondontsmetting is duur, een on zorgvuldig uitgevoerde ontsmetting is altijd te duur! DIVERSEN Verder is ér in september nog een aantal zaken die op een akkerbouw bedrijf de nodige aandacht vragen: - Wintertarwe zaaien voor 20 sep tember lijkt ongewenst. Eind september-zaai geeft geen duide lijk positief effekt op de op brengst ten opzichte van okto- ber-zaai maar kan uit het oog punt van arbeidsspreiding en bo demomstandigheden (verslem- ping) een voordeel opleveren. - Groenbemesters. stro. dierlijke mest. enz. zorgen ervoor dat het humusgehalte van uw grond op peil blijft. Bovendien worden op korte termijn de konditie van uw grond en het opbrengstniveau van het volggewas positief beïn vloed. - Kalk en schuimaarde zorgvuldig uitstrooien en goed inwerken. Bouwplanbemesting met kali voor aardappelen, uien en op zeer lichte gronden voor suikerbieten. - Grondonderzoek op bemestings toestand en aaltjes. - Op stoppels waar geen groenbe- mester groeit of een chemische onkruidbestrijding toegepast wordt, is voor de vertering van gewasresten een ondiepe stoppel bewerking op zijn plaats. Diepe (sproei-)sporen met een apart werktuig opbreken. - Op zwaardere gronden wordt vaak in september reeds egn be gin gemaakt met het op winter- voor ploegen. - Wat het woelen of breken van storende lagen betreft wordt ver wezen naar een artikel van J. Kodde (C.A.R. - Goes) in dit blad. Laat een droge periode niet on benut voor het aanleggen van drainage of een schelpenfilter in een ingesloten laagte. Draineer in droge grond. Laat bij aanhou dend droog weer de drainsleuf 1 a 2 dagen open liggen. Door op drogen verbetert de doorlatend- heid van de sleufwand en er is gelegenheid tot het aanleggen van een schelpenfilter. - Tot uiterlijk begin september kan nog bladrammenas worden ge zaaid. Hét telen van de rassen Sereno en Pegletta heeft onge veer hetzelfde effekt op de be smettingsgraad van de grond met bietecysteaaltje als het braak la ten liggen van de grond. 2 september 1983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 10