Sjef de Coster: Ik zou 75% Jonagold planten! De heer J. de Coster in het Belgische Hageland is onweersproken de promotor bij uitstek geweest van de Jonagold. Terwijl men elders nog aan het plussen en minnen was en aarzelde tussen Karmijn en Jona gold, maakte hij reeds een duidelijke keuze. Zijn proeftuin te Glabbeek, waar de oudste Jonagold bomen te zien zijn, is door zeer veel exkursies aangedaan. Het betrekkelijk hoge percentage Jonagold in het ruilverkaveiingsgebied Kapelle-Wemeldin- ge is er ongetwijfeld deels aan te danken, want degenen die gingen planten namen veelal eerst een kijkje in Glabbeek. Steeds meer Jonagold Intussen heeft de Jonagold zich ge leidelijk ook in heel Nederland een vrij sterke positie verworven. Er zijn nog steeds problemen met de kleur, de appels worden bovendien vaak te grof, maar daartegenover staan zo veel gunstige eigenschappen dat men er niet langs kan. En wat vooral be langrijk is: de konsument waardeert de appel. Er zijn wel eens klachten over zachte en te vlug afgeleefde vruchten, maar men blijft de Jona gold kopen. Hoe kijkt de heer De Coster thans aan tegen "zijn" aanwinst? Om dat te weten te komen hebben \tfe hem omstreeks half augustus bezocht. Op de proeftuin van de heer De Coster te Glabbeek was de Jonagold na de topoogst van 1982 iets minder zwaar beladen, maar in 't algemeen kon toch weer een flinke produktie worden ver wacht De Jonagold draagt op het bedrijf van Veulemans het tweede groeijaar al volop aan verdiend. 8 Plant de meest winstgevende rassen Welnu, de heer De Coster is enthou siaster over de Jonagold dan ooit te voren. Het sterkst kwam dat tot ui ting toen we hem de vraag stelden: "Als u als fruitteler 21 ha geschikte grond ter beschikking zou krijgen, wat zou u daarop dan planten?" Het antwoord luidde na een korte tijd van overweging als volgt: "Ik zou 7 ha peren planten met het maximale aan Conference. Hoogstens nog een beetje van een ander ras voor de be stuiving. Op de overblijvende».14 ha komen natuurlijk appels. Daarvan 15% Jonagold, 20% Gloster en 5% andere rassen, vooral voor bestui ving. b.v. wat Idared en Summerred. Waarom geen Cox's of Golden? Toch even overbluft vroegen we om nadere toelichting. Ten eerste, waar om geen Cox's. Door selektie en vi rusvrij maken is de produktie verbe terd en bij de konsument staat deze appel hoger in de gunst dan ooit te voren. Dat komt ook in de prijs tot uiting. Het antwoord van De Coster is kort en krachtig. De Cox's blijft een moeilijk te telen appel. Als teler heeft men zorgen over de maat (te klein of te groot), over het gevaar voor stip, voor bladval, voor bladvlekken en noem maar op. Als er een veel ge makkelijker te telen appel is als de Jonagold, die ook steeds hoger wordt gewaardeerd door de konsument, waarom zou ik dan slecht slapen door de Cox's problemen? Vervolgens vragen we: "Waarom geen Golden Delicious? De Golden is de meest regelmatige drager van het hele appelsortiment en met de virusvrije, gladschillige klonen heb ben we een even goede kwaliteit als Frankrijk, waar we vroeger zo jaloers op waren". Het antwoord van De Coster komt snel. De Jonagold is beter. In Zuid- Frankrijk kan men de Jonagold niet telen en daar ligt onze kans om met een lekkerder appel op de buiten landse markt de Franse Golden te overtroeven. Er kan er maar één de beste zijn De heer De Coster licht verder toe, dat hij alles eenvoudig en overzich telijk wil houden. Bij de peren springt de Conference er duidelijk uit. Het ras wordt al zeker 40 jaar lang geplant en ondanks een flinke produktietoename is er sprake van een geleidelijke prijsstijging. Eerst werd de markt ermee openge broken in de noordelijke landen van Europa (Skandinavië) en nu krijgen we voet aan wal in zuidelijke landen als Spanje. Het is een export-peer bij uitstek, die speciaal in ons klimaat thuishoort. Laten we daar blij mee zijn en er van profiteren. Bij de appels is over een periode van zo'n 20 jaar de Golden Delicious fi nancieel veruit de beste geweest. Wie, zoals de bekende Kamiel Keu- lemans, die appel toen op grote schaal heeft geplant heeft er flink De heer J. de Coster (r) in gesprek met A ndrè Veulemans bij de boomkwekerij Nu is de Jonagold aan bod. Er is veel tegen gewaarschuwd en vooral op de nadelen van de kleur gewezen. Maar steeds meer mensen weten dat het een lekkere appel is. Men kan het wel eens minder goed treffen, maar dat kan men ook bij een Cox's of een Granny. De volgende keer beter. De Conference viel half augustus in het Hageland nog wat tegen in dikte. Men weet dit aan de droogte We zien nu dat bij een snel toene mend aanbod de prijs eerder stijgt dan daalt. Ook al omdat de Jonagold in de be langrijkste produktie gebieden (Zuid-Frankrijk. Po vlakte en Italië) niet op zijn plaats is. Mogen we op rekenen dat de appel een flink aantal jaren atm de top zal staan. Dus fi nancieel voor de fruitteler de beste zal blijven. Daarom moet men daar snel op inhaken en geen 5 of 10 jaar aarzelen. Wat de kleur betreft merkt De Coster trouwens nog op dat niet gestreefd moet worden naar een grotendeels gekleurde Jonagold, want dat gaat te vaak ten koste van de kwaliteit en houdbaarheid. Natuurlijk moet de appel niet helemaal grasgroen zijn, maar een stevige Jonagold die slechts een bescheiden blos heeft kan prima smaken. Kansen op markt in West-Duitsland De Gloster is minder van kwaliteit dan de Jonagold. Aldus de heer De Coster. Maar het is een heel andere appel, die pas laat aan de markt komt en dan uitstekend kan konkur- reren met de internationaal zeer be kende Red Delicious. In Duitsland wordt veel reklame ge maakt voor de Gloster. Daar kunnen wij ons voordeel mee doen door voor aanbod te zorgen. Als we als Neder landse of Belgische fruittelers over export praten, moeten we denken aan West-Duitsland. Daar gaat het overgrote deel van onze uitvoer naar toe. En daar maken we de beste kansen met grote partijen van rassen die men daar al kent en waardeert. Dat zijn Jonagold en Gloster. Extreem, maar toch overdenken waard Wellicht heeft de heer De Coster zich met opzet nogal extreem Vitgelaten. Dan komt de boodschap het duide lijkst over en in de praktijk worden de scherpste kantjes er vanzelf wel afgeslepen. Een aantal punten uit zijn betoog zijn het overdenken zeker waard. En in het belgische Hageland zijn de te lers dankbaar dat ze nu al zoveel Jo nagold in produktie hebben, dank zij Sjef de Coster. Diverse punten Tot slot nog enkele andere bijzon derheden: a. De Jonagold ondervindt op som mige percelen een terugslag, om dat van de bomen vorig jaar te veel werd gevergd. Plaatselijk kwam men toen aan 60-70 ton per ha en daar moet men het nu met de helft doen. Wat ook nog niet slecht is, als de appels niet te onverstandig groot worden. Op de veiling te Glabbeek was er vorig seizoen elke veilingdag een aanvoer van globaal 60 ton Jonagold De Gloster ondervindt geleidelijk meer waardering als late rode be- waarappel b. De Conference gaf een grote oogst, evenals de andere peren. De diktemaat viel wat tegen. Men wijt dit aan de droogje, het was erg droog in het Hageland. On danks de grote pereproduktie, werd voor de Conference op stam toch ca. 14 francs per kg betaald, dus ongeveer, 80 cent. c. Plaatselijk zijn er in het Hageland problemen met de perebladvlo. Maar men beweert dat dit spe ciaal is op bedrijven waar geen winterbespuiting werd toegepast. Waar wel met v.b.c. of DNOC werd gespoten zou de aantasting gering zijn. Datzelfde beweert men overigens ook in Belgisch Vlaanderen. d. De bekende Kamiel Veulemans. die ca. 30 jaar geleden met 2 ha Golden Delicious begon en daar- •na steeds uitbreidde met in hoofdzaak Golden, komt nu al aan meer dan de helft Jonagold. De laatste ha Golden wordt aan staande winter gerooid. "We hebben onze opkomst aan de Golden te danken, maar nu is het Jonagold tijdperk aangebroken", zegt hij. En later komt daar ook weer een beter ras voor. Het gaat om bijblijven en op tijd over schakelen. De heer Veulemans exploiteert nu met zijn zoon 19 ha. waaronder 1 ha boomkweke rij- A.v.O. 26 augustus 1983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 8