Verschillende rechten KIMLC kommentaar Geschokt vertrouwen over geld en goed pachtersvoordeel ingezonden «fzr Over pacht en erfpacht Ing. C. van Bragt, specialist Boerderijbouw met pensioen Kunstmest in de Olie Hoge aardappelprijzen In de afgelopen jaren is erfpacht steeds meer naar voren gekomen als rechtsvorm voor het in gebruik geven van grond voor de landbouw, naast de vanouds beter bekende pacht. Bij de uitgifte van nieuwe bedrijven in de IJsselmeerpolders in de vijftiger en zestiger jaren ging dit voor het eerst duidelijk spelen. Naderhand kwam deze rechtsfiguur door het optreden van de Grondbank meer algemeen voor de landbouw in het gezichtsveld. Daarnaast komt de erfpacht nu ook bij grondge bruiksovereenkomsten met partikuliere eigenaren meer en meer aan de orde, om de bepalingen van de Pachtwet te ontlopen. Dit laatste kan. omdat erfpacht enkel stoelt op enkele artikelen in het Bur gerlijk Wetboek de artikelen 767 t/m 783). De daarin opgenomen be palingen zijn bovendien "regelend recht". Dat wil zeggen, dat ze alleen van toepassing zijn voor zover par tijen er in de erfpachtovereenkomst niet van afwijken. Met andere woor den. partijen kunnen in hoofdzaak samen regelen welke rechten en plichten- eigenaar en erfpachter krij gen op grond van de erfpachtove reenkomst zij afsluiten. Bij een pachtovereenkomst is dat heel anders; die moet voldoen aan de bepalingen van de Pachtwet. Daarin worden de rechten en plichten aan pachter en verpachter bij verpach ting voor een groot deel dwingend voorgeschreven. Slechts op een heel beperkt aantal punten mogen in een pachtkontrakt regels worden ge maakt die afwijken van de bepalin gen van de Pachtwet. Zakelijk recht Uiteraard komt bij dit alles de vraag aan de orde wanneer er sprake is van erfpacht en wanneer van pacht. In verband daarmee moet er op worden gewezen, dat het hier wel gaat om twee geheel verschillende rechten. Ze worden weliswaar voor eenzelfde doel gebruikt (grond in gebruik ge ven). maar de aard van beide rechten is bepaald niet gelijk. Erfpacht is in wezen een verder gaand recht dan pachtrecht. Het is een- "zakelijk recht" dat eigenlijk tussen eigendom en pacht instaat. De eigenaar houdt bij erfpacht de grond in eigendom, maar het recht om de grond te gebruiken wordt, voor de duur van de erfpachtovereenkomst, als het ware eigendom van de erf pachter. Hij kan het efpachtrecht in principe ook verkopen, al kan dat recht tot "vervreemding" door be palingen in heterfpachtkontrakt wat worden beperkt. En op grond van de overdraagbaarheid kan het erf- pachtrecht ook met hypotheek wor den bezwaard. Het erfpachtrecht hoort dus tot het bezit van de erf pachter en bij zijn overlijden maakt het deel uit van zijn nalatenschap. Het gaat dan over op zijn erfgena men. Het pachtrecht daarentegen is een "persoonlijk recht". Dat houdt in. dat het in principe gebonden is aan de persoon van de pachter. Zonder toestemming van de eigenaar (ver pachter) kan het pachtrecht door een pachter niet aan een ander worden overgedragen. In verband daarmee heeft pachtrecht ook geen "onder- pandswaarde"; met andere woor den: het kan niet dienen als zeker heid bij het aangaan van geldlenin gen. Door de opvolgingsrechten die de Pachtwet geeft aan de naaste fa milieleden van de pachter, is het pachtrecht op het punt van het over gaan binnen de familie wat gaan lij ken op erfpachtrecht. Maar ook daarbij gaat het pachtrecht toch nog wat minder ver dan het erfpacht recht. Langer dan 25 jaar Een erfpachtrecht moet wel langer dan 25 jaar duren om niet onder de regels van de Pachtwet te vallen. In de Pachtwet (artikel 59) is n.l. be paald. dat deze wet ook van toepas sing is op overeenkomsten waarbij zakelijke genotsrechten tegen ver goeding worden gegeven voor 25 jaar of korter. Reden voor het afsluiten van een erfpachtovereenkomst is veelal dat men de regels van de Pachtwet wil ontlopen. Daarom heeft een erfpachtrecht als regel dan ook een looptijd van tenminste 26 jaar (b.v. bij de Grondbank). Langer komt echter ook niet zelden voor, zoals b.v. de 40-jarige erfpacht in de IJsselmeerpolders. In ons werkge bied kennen we slechts enkele erf- pachtsbedrijven. Sj. dc Haan Met toenemende verontwaardiging en onvrede is in agrarische kring gedu rende de afgelopen maandenkennis genomen van de opstelling van de Ne derlandse regering en het ministerie van landbouw inzake de diskussie rondom bezuinigingen op het Euro pees landbouwbeleid. Eerst was er de Europese Top in Stuttgart. De Nederlandse regering schaarde zich daar in de rij van diege nen die alleen dan meer financiële ruimte voor de EG beschikbaar wilden stellen, als eerst forse bezuinigingen op het gemeenschappelijk landbouw beleid zijn gerealiseerd. Daarmee werd veel te lichtvaardig heen gestapt over de noodzaak om juist ook het Europees beleid op andere terreinen dan de landbouw te ontwikkelen. Ook werd het belang van voortzetting van het gemeenschappelijk land bouwbeleid voor onze Nederlandse ekonomie erdoor miskend, ondanks alle goedpraterij die daarna rondom deze Nederlandse stap plaatsvond. Vervolgens trapte de Nederlandse re gering, zonder blijkbaar veel tegengas van het ministerie van Landbouw, als een beginneling in de politieke valkuil door zelf met een memorandum inza ke besparing op het EG-landbouwbe leid te komen, voordat de Europese Kommissie haar voorstellen lanceer de. Dat Nederland zich daardoor in een uiterst zwakke onderhandelings positie heeft gemanoevreerd bleek al gauw toen de voorstellen van de Eu ropese Kommissie eind juli bekend werden. Ondanks (of misschien wel dankzij?) het Nederlandse memo ran- De heer C. van Bragt was mei 1983 veertig jaar werkzaam bij de voor lichting. Hij heeft er de voorkeur aangegeven dit jubileum en het af scheid van het konsulentschap te Ze venbergen tegelijk in een gezamen lijke interne bijeenkomst te vieren met zijn kollega's voorlichters en hun echtgenoten. Deze interne bijeenkomst heeft on langs plaatsgevonden. In de praktijk zijn er velen die van de voorlichting, gegeven door de heer Van Bragt, ge bruik hebben gemaakt. Na beëindiging van de landbouw^ winterschool in Roosendaal is de heer C. van Bragt mei 1943 gaan werken bij het konsulentschap voor West-Brabant te Breda. Hij kreeg in het begin het rayon Etten-Leur en Prinsenbeek en later het rayon Prin senbeek. Rijsbergen. Terheijden en Wagenberg. Bij het voorlichtingswerk kreeg de heer Van Bragt met van alles en nog wat van doen. Enkele onderwerpen volgen hier als voorbeeld, paard t.o.v. trekker, handmelken t.o.v. ma chinaal melken, graslandexploitatie, elektrische afrastering beweidings- C. van Bragt systemen, dakruiters, stikstofbemes ting, aardappel vanuit de kuil naar de bewaarplaats, vertrek landarbei ders en meewerkende gezinsleden, borgstellingsfonds, ligboxenstal etc. Bedrijfsvoorlichter C. van Bragt werd in 1957 specialist Boerderij- bouw en -inrichting. In deze dyna mische tijd heeft de heer C. van Bragt zich zelf eveneens ontwikkeld door het behalven van het Mulo di ploma en verder verwierf hij zich door bet schrijven van een verhan deling over ligboxenstallen de inge nieurs titel. De konsulent, ir. J.A.H. Haenen Als over een pachtersvoordeel wordt gesproken dan wordt bedoeld het ten tijde van de verwerving van gronden bestaande verschil tussen de waarde in verpachte - en vrij te aanvaarden staat van het verkregene. Het gaat om het voordeel dat men kan behalen als gevolg van de omstandigheid dat de grond als pachter wordt verworven. Als gevolg van het aanwezig zijn van het pachtcontract is de grond voor een lagere prijs te verkrijgen dan de prijs welke men zou moeten betalen voor het geval men geen pachter is. De landbouwvrijsteling is op dat voordeel niet van toepassing omdat het prijsverschil verpacht-onverpacht niet berust op waardeverandering van de grond. O. - O. (Ongeoliede Oggel) Een goed lopende machine moet geolied zijn. alzo een goed lopend sekretariaat. Wij van het Land bouwkundig Bureau van de Neder landse Meststoffenindustrie trachten verschillende instanties, waaronder het sekretariaat van Z.L.M. van tijd tot tijd van enige olie te voorzien. Wij doen dat in de vorm van onze publi- katies Stikstof en Stikstofnieuws. In beide publikaties (van Stikstof het laatst verschenen nummer) kon Og gel antwoord vinden op zijn vragen over olie- of gasverbruik voor kunst- mestproduktie. Het oliespuitje was dus bij de hand. Gebruik je het niet, dan moet je lang telefoneren om de machine draaiend te houden. Ir. L. Padmos 26 augustus 1983 In uw blad van 19 augustusj.l. las ik een stukje over de sterke prijsstijging van aardappelen op de termijn- markt. Volgens dit schrijven zijn deze hoge prijzen niet meer voorgekomen sinds 1976. dit is inderdaad waar. Wat echter niet klopt is dat dit werd ver oorzaakt door de bijzonder natte herfst waardoor de aardappelen zijn gerot. Het was in 1976 het gehele seizoen extreem droog waardoor er op vele plaatsen matige tot zeer slechte opbrengsten waren (aardap pelen en uien van 10 ton per ha wa ren helemaal geen uitzondering). Ze waren dus niet gegroeid maar ook Treedt na de verkrijging door de pachter een waardestijging van de grond in niet verpachte staat op. dan is de landbouwvrijstelling daarop wel van toepassing voor zover het een waardeverandering betreft die niet in de uitoefening van het bedrijf is ontstaan. Bij verkoop van een als pachter ver kregen perceel kan het te belasten pachtersvoordeel maximaal bedra gen het verschil tussen de waarde in verpachte- en vrij te aanvaarden staat ten tijde van de verwerving, terwijl het meerdere van een gereali seerde verkoopprijs onder de wer king van de landbouwvrijstelling kan vallen. niet weggerot, dit was wel het geval in 1974 dus 2 jaar eerder, wat overi gens niet tot hoge prijzen (behalve een opleving in de late herfst) leidde. Er zijn toen in het voorjaar van 1975 nogal wat aardappelen gerooid, die meest naar de aardappelmeelfabrie ken gingen omdat er een overschot waS' Hoogachtend A.J. Slager, Schoolstraat 5, 4694 ED Scherpenisse. Opmerkelijk In een geval waarin een landbouwer een ge. deelte van de door hem als pachter gekochte grond verkocht, heeft de inspecteur, die de aanslag moest regelen over het jaar waarin de gedeeltelijke verkoop plaatsvond, echter het standpunt ingenomen dat niet het pachtersvoordeel diende te worden belast zoals dat ten tijde van de koop was ontstaan, maar dat te belasten was het verschil tussen de waarde in niet verpachte staat en de waarde in verpachte staat van de grond ten tijde van de verkoop. De inspecteur motiveerde dat door te stellen dat het te belasten pachters voordeel een op zichzelf staande grootheid is. welke eventueel in waarde kan toenemen en naar zijn waarde ten tijde van de verkoop van de desbetreffende grond in aanmer king is te nemen. Daar na de ver krijging door de landbouwer als pachter een waardestijging van de grond was ontstaan, leidde het standpunt van de inspecteur tot een hoger te belasten inkomen. Het ge rechtshof, dat in deze zaak uitspraak moest doen, hield er echter aan vast dat voor de heffing uitgegaan moet worden van het verschil in prijs tus- dum bevatten die Kommissie-voor stellen immers een reeks van zaken die juist voor onze Nederlandse akker bouwers en veehouders uiterst nadeli ge konsequenties kunnen hebben. Overigens is van een samenhangend pakket voorstellen geen sprake. Het is als het ware een reeks eerder naar vo ren gebrachte ideeën en voorstellen, die opnieuw - vaak'nog niet uitgewerkt - op een rij zijn gezet. Het zal dan ook nog wel enige tijd vergen voordat wer kelijk beslissingen genomen kunnen worden. Hopelijk is de Nederlandse regering dan intussen weer op het goede spoor teruggekeerd en kunnen we wat meer vertrouwen dan op dit moment hebben in degenen die uit eindelijk onze Nederlandse agrarische belangen moeten veiligstellen. Het is daarbij zeker ook van belang dat op 30 augustus a.s. besloten wordt dat her vormingen van het Europees land bouwbeleid in de eerste plaats een zaak van de Europese Raad van Landbouwministers zijn. Ook voor ons land dient minister Braks de eerst verantwoordelijke te zijn en niet het ministerie van Buiten landse Zaken, waar onvoldoende konkrete kennis van zaken aanwezig is. Waar het uiteindelijk in de komende tijd om gaat is dat de Kommissievoor- stellen zodanig worden bijgebogen dat ze meer gericht worden op hel oplos sen van de. werkelijke problematiek, namelijk de strukturele overproduktie van met name melk en graan, dat mèer rekening met de boereninkomens wordt gehouden en daarom alterna tieven geboden en dat voorkomen wordt dat vooral effektief werkende bedrijven worden afgestraft en bedrij ven worden gedwongen qua ontwik keling pas op de plaats te maken. A lie kans dus voor de Nederlandse rege ring, minister Braks voorop, om zich dit najaar te revancheren. seh verpacht en onverpacht ten tijde van de koop. Het is opmerkelijk dat deze proce- dure nodig was. Het standpunt van de inspecteur zou er toe leiden dat de landbouwvrijstelling voor de land bouwer die z'n gronden als pachter koopt ernstig zou worden aangetast. Bij lagere prijs De vraag kan rijzen wat belast moet worden als er na de verkrijging van de gronden als pachter een dalende marktsituatie is, welke bij een ver koop leidt tot een lagere prijs in onverpachte staat dan de waarde vrij te aanvaarden ten tijde van de ver krijging. Het antwoord kan dan dui delijk zijn. Als de verkoopwaarde vrij opleverbaar ten tijde van de realisatie lager is dan ten tijde van de verkrij ging dan past de heffing zich daaraan aan. Het te belasten pachtersvoor deel wordt kleiner; het wordt belast INDIEN EN VOOR ZOVER reali satie plaatsvindt. Tenslotte is aangaande het pachters voordeel nog het volgende op te merken. Omdat de heffing over het pachters voordeel de bedrijfsopvolging in de familiesfeer belemmert, is er bij aanschrijving van 9 september 1981 inzake deze problematiek een rege ling getroffen. Vanwege de vele vra gen, die omtrent de strekking van die regeling zijn gerezen, heeft zoals be kend zal zijn, een herschrijven hier van plaatsgevonden. Nu geldt de aanschrijving van 2 juni 1983. Een grondige wijziging is hiermede niet tot stand gekomen. Maar ondanks nog steeds bestaande bezwaren en onduidelijkheden kan gezegd worden dat enkele begrippen beter c.q. ruimer zijn omschreven. In de praktijk kunnen een aantal zaken beter tot een oplossing worden ge bracht. Er kan van enige verbetering worden gesproken. J. Spijk

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 3