Ondernemerschap
Spitten of ploegen
3D
vanuit de Z.L.M. gezien
Europese bezuinigingsplannen
ondergraven positie
Nederlandse landbouw
zuidelijke landbouw maatschappij
z.l.m.
Landbouwschap:
Het Landbouwschap heeft de ministers van Buitenlandse
Zaken, Financiën en Landbouw er voor gewaarschuwd,
dat de rigoureuze bezuinigingen op de Europese land
bouwuitgaven ernstige gevolgen zullen hebben voor de
Nederlandse land- en tuinbouw. Dit omdat de agrarische
bedrijfstak in ons land voor meer dan de helft afhankelijk
is van de gemeenschappelijke Europese markt. Als de be
zuinigingsplannen worden uitgevoerd komt ook een deel
van de 500.000 arbeidsplaatsen in de Nederlandse land
bouw en de agrarische handel en industrie in gevaar.
Geleidelijke ombuigingen
De Europese ministers van Buitenlandse Zaken, Finan
ciën en Landbouw komen op 30 augustus iïï SfUSSCl bij
een om verder te praten over hervormingen van het Eu
ropese budget. De landbouwuitgaven, waarin zowel de
Europese kommissie als de Nederlandse rege
ring drastisch willen snoeien, vormen een belangrijk on
derdeel daarvan. Ook het Landbouwschap vindt dat er
oplossingen moeten worden gevonden voor de snel stij
gende kosten van het Europese landbouwbeleid. Maar
dat moet langs dé weg van geleidelijke ombuigingen en
niet door middel van drastische ingrepen en het benade
len van efficiënt werkende bedrijven, zoals de Europese
kommissie vorige maand heeft voorgesteld. Naar de me
ning van het Landbouwschap wordt door deze benade
ring een verantwoorde inkomensvorming in de landbouw
op onaanvaardbare wijze naar de achtergrond gescho
ven.
1% plafond b.t.w.
Bij de bewindslieden van Buitenlandse Zaken, Financiën
en Landbouw heeft het Landbouwschap opnieuw gepleit
voor een snelle verruiming van de z.g. eigen middelen
van de EG door het doorbreken van het 1-procents pla
fond van de btw-afdrachten. Het Landbouwschap vindt
het onjuist dat de Nederlandse regering deze verruiming
afhankelijk heeft gemaakt van een vermindering van de
uitgaven voor het landbouwbeleid.
Uitbreiding van de eigen middelen is noodzakelijk om het
gemeenschappelijke Europese beleid ook op andere ter
reinen dan de landbouw te kunnen ontwikkelen. Als dat
niet gebeurt vreest het Landbouwschap een verwatering
van de Europese integratie, renationalisatie van Europees
beleid en aantasting van de gemeenschappelijke markt en
het vrije handelsverkeer.
VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1983
68e JAARGANG NO. 3695
land-
tuinbouwblad
De spitmachine lijkt in de akkerbouw als alternatief voor ploegen een goede toekomst tegemoet te gaan. Deze
nieuwe manier van grondbewerking blijkt vooral goed te voldoen op de zware gronden. Ook spitten onder natte
omstandigheden is voor de spitmachine geen probleem. Meer over de voor- en nadelen van de spitmachine
elders in dit nummer.
Vorige week heeft het Dagelijks Bestuur van het K.N.L.C.
een werkbezoek gebracht aan de IJsselmeerpolders. Wij
vinden dat het bestuur van de Landbouw Mij IJssel
meerpolders een goede keuze heeft gedaan om een be
zoek aan een bedrijf van 1 2 ha en van 24 ha in het
programma op te nemen. In de N.O.P. waren er in 1 979
nog 1 75 bedrijven van 1 2 ha, 94 van 1 8 ha en 398 van
24 ha. Bedrijven als gezinsbedrijven, gesticht naar de
normen die er in de 50er jaren voor dit type bedrijf gol
den. Vergelijkbaar met de bedrijven in de herverkave-
lingsgebieden in Zeeland.
Ook in de N.O.P. zitten veel bedrijven met de vraag hoe
men verder moet gaan. Bedrijfsvergroting is daar nog
moeilijker dan in ons werkgebied. In het voorwoord van
de studie naar de mogelijkheden voor akkerbouwbedrij
ven tot 30 ha in de IJsselmeerpolders schrijft ir. A.W.J.
de Bruijn: "het zal een verder zoeken zijn naar andere
intensivering en aantrekken van nieuwe produktietak-
ken".
Het bedrijf van 1 2 ha wat wij hebben bezocht heeft een
duidelijke keuze gemaakt. 3 16 ha witlof wordt op het
bedrijf geteeld en jaarlijks wordt nog 3 ha wortelen aan
gekocht, die samen met de op het bedrijf geteelde witlof
getrokken worden. Opmerkelijk was het dat in het
bouwplan 6 ha tarwe is opgenomen. De verklaring is
eenvoudig. Om een goede kwaliteit wortel te kunnen
telen is tarwe een goede voorvrucht.
Het was bijzonder interessant te horen hoe deze onder
nemer zijn bedrijf heeft georganiseerd. Een ondernemer
met vertrouwen in de toekomst, ook wat betreft de afzet
van witlof.
Op het bedrijf van 23 ha worden 7 ha bieten, 3 Vi ha mais
en 3 Vi ha wintertarwe verbouwd. Daarnaast worden nog
enkele hektares bijgehuurd. Een zeer intensief bouwplan,
wat in de N.O.P. blijkbaar kan. Hierdoor is het mogelijk
een verantwoord arbeidsinkomen te behalen op een be
drijf van 24 ha. Onze konklusie kan zijn dat ook op klei
nere bedrijven er zeker nog mogelijkheden zijn. Dat geldt
niet alleen voor de IJsselmeerpolders. Ook in ons werk
gebied kennen wij zeer goede ondernemers op bedrijven
met geringe oppervlakte. Niet de oppervlakte is altijd
maatgevend. Kleine bedrijven gemeten in oppervlakte
blijken vooral in de winter dikwijls de uren beter rendabel
te maken, dan verschillende grote bedrijven.
De vraag die ons bezig houdt is waarom er betrekkelijk
geringe belangstelling is geweest voor de bijeenkomsten
voor ondernemers van bedrijven van 1 5 tot 30 ha in
Brabant en Zeeland.
Wanneer men meent beter zelf naar oplossingen kan
zoeken, kunnen wij daar begrip voor hebben. Vanuit de
voorlichting van de overheid en de landbouworganisaties
kunnen geen duidelijke beleidslijnen uitgezet worden. De
voorlichting kan niet verder gaan dan globale lijnen aan
geven. De ondernemer zal zelf beslissingen moeten ne
men. Financiële positie, belangstelling voor bepaalde
produktietakken, geschiktheid van de grond, zoetwater
enz. zijn enkele voorwaarden die bepalend zijn. Toch zijn
kontakten met kollega's zeer nuttig en is gerichte voor
lichting onmisbaar.
Verder moet het duidelijk zijn dat er weinig stimulerende
maatregelen meer over zijn. Wel is de W.I.R. een be
langrijk instrument en kan het Borgstellingsfonds finan
cieringsproblemen helpen oplossen. Voor bedrijfsver
groting zou een goed funktionerende grondbank van
groot belang zijn.
De motie Faber echter werkt juist in omgekeerde zin.
Domeingronden worden verkocht aan pachters. De gel
den die daardoor beschikbaar komen worden gebruikt
om gronden te kopen voor natuurbescherming. Gronden
ook in ruilverkavelingsgebieden, die daardoor niet voor
bedrijfsvergroting beschikbaar komen.
De Minister van Financiën ging ervan uit dat ca. 4 miljoen
beschikbaar zou komen. Dit bedrag is voor de georgani
seerde landbouw nog wel akseptabel. Echter deze ƒ4
miljoen is voor "onze" minister van landbouw niet ge
noeg. Voor zijn natuurbeschermers moet het minstens
1 5 miljoen zijn wanneer mogelijk 1 9 miljoen. Dat is
dan blijkbaar de tol die de landbouw moet betalen om
samen met natuurbehoud onder één dak te zitten op het
ministerie van landbouw.
Deze duidelijk waarneembare verandering op het minis
terie van landbouw valt samen met de opgelegde bezui
nigingen.
De komende tijd zullen beleidslijnen en harde afspraken
gemaakt dienen te worden met het ministerie van land
bouw over het toekomstig landbouwbeleid. Dat is nodig
wil de vertrouwensbasis die er altijd heeft bestaan tussen
de georganiseerde landbouw en het ministerie, ook in de
toekomst mogelijk blijven.
Doeleman