Werk aan de winkel
't Is terv-oegst
zegge en schrijve
J
zuidelijke landbouw maatschappij
Landbouwschap praat met
Braks over EG-prijsvoorstellen
Bieten
Diep bedroefd
Sociaal ekonomisch
z.l.m
m m VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1983
land- en
tuinbouwblad
De tarwe is snel gerijpt en wordt nu in snel tempo geoogst. Vorige week was het zoals op bovenstaande foto nog
een kwestie van kijken en twijfelen of men moest beginnen met oogsten of nog een paar dagen moest wachten.
Sindsdien is het zo vlot gelopen dat aan het eind van deze week de tarwe grotendeels zal zijn geborgen. Evenals
vorig jaar werkte daarbij het weer in alle opzichten mee
Sinds begin deze week is de graanoogst volle gang. In
Zeeland en Brabant moet er ruim 45.000 hektare win
tertarwe worden gedorsen en dat is 8.000 hektare meer
dan vorig jaar. Op het moment dat ik dit schrijf zijn mij
nog onvoldoende opbrengsten bekend. Deskundigen
schatten echter dat er gemiddeld een kleine zeven ton
van de hektare zal komen, dat wil zeggen acht a tien
procent minder dan vorig jaar (zie ook de rubriek "Uit de
praktijk"). Voor de gehele E.E.G. is de (bijgestelde)
prognose voor tarwe ruim vijftig miljoen ton dat is vijf
miljoen ton minder dan vorig jaar. Bij een ongewijzigd
E.E.G.-afzetbeleid zou dit betekenen, dat de E.E.G.-tar-
wevoorraad in '83-"84 (beduidend) zal verminderen, ze
ker als het verbruik van (gedenatureerde) tarwe in vee
voeder toeneemt. Hierbij komt nog dat de amerikaanse
graanproduktie via het zogenaamde P I K.-programma is
ingedamd plus dat de amerikaanse regering een kontrakt
van tenminste negen miljoen ton graan op jaarbasis heeft
gesloten met Rusland.
Het ligt dus eigenlijk in de lijn dat de druk op de (wereld-)
graanmarkt zal afnemen. Niettemin wil de Europese
Kommissie de graanprijsontwikkeling praktisch bevrie
zen. Minister Braks heeft tegenover het Landbouwschap
zelfs niet ontkend dat een en ander tot prijsdalingen (in
guldens uitgedrukt) kan leiden. Dat is de aktuele situatie,
alle wollige taal ten spijt.
De achterstand van de bieten is nog heel wat ongunstiger
dan bij de tarwe. Uit de monstername van 1 augustus j.l.
blijkt volgens het I.R.S. dat zowel het wortelgewicht als
het suikergehalte beduidend achter blijven in vergelijking
tot vorige jaren. Het zuidwesten kan naar verhouding
echter goed meekomen. Voorlopig sluit ik me maar aan
bij de opmerking van die boer die zei, dat "ze nog goed
groeien". Duidelijk een optimist.
Diep bedroefd werd ik toen ik vorige week een teeltkon-
trakt voor sperziebonen onder ogen kreeg. Ondanks alle
inspanningen op dit gebied, ondanks alle voorlichting,
ondanks alle modelkontrakten die in de loop der jaren zijn
ontwikkeld, ondanks de algemene voorwaarden van het
Landbouwschap was er toch weer een boer die een of
ander vod had ondertekend waarin stond dat hij zijn bo
nen in feite weggaf aan de afnemer. Zelfs de prijs stond er
niet in. Om werkelijk moedeloos van te worden. En er
bleken er meer te zijn. Vanuit de landbouworganisatie
vraag je je dan wel vertwijfeld af wat je daar nu mee aan
moet. Het antwoord is nuchter: doorgaan met voorlich
ting geven want blijkbaar is dat heel hard nodig. Toch zou
ik daar voortaan wel een voorwaarde aan willen verbin
den en wel deze: lid worden van de telersvereniging rond
de firma waarbij wordt gekontrakteerd. En als zo n ver
eniging er niet is dient deze er te komen. Volgens mij is
dat de enige mogelijkheid om toestanden zoals hierboven
gesignaleerd te voorkomen.
Nu de Europese Kommissie zijn ei gelegd heeft zullen de
landbouworganisaties "daarop moeten reageren. Kern
vraag daarbij is of er al dan niet in de produktie ingegre
pen dient te worden en zo ja op welke wijze. Vooral voor
de zuivel is deze diskussie zeer aktueel. De vraag kan ook
anders gesteld worden namelijk of wij kiezen voor een
ekonomische benadering of voor een sociale benadering
van het landbouwbeleid. Voor een (betrekkelijk) vrije
markt of voor produktiebeperkingen in ruil voor (meer)
bestaanszekerheid. Natuurlijk zijn deze vragen niet één,
twee, drie te beantwoorden, leder zal daarbij de eigen
Het dagelijks bestuur van het Landbouwschap heeft op
vrijdag 5 augustus met ministef Braks van Landbouw een
eerste oriënterend gesprek gevoerd over de ingrijpende
voorstellen van de Europese Kommissie voor bezuini
gingen op het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Ook
de besparingsmogelijkheden die de Nederlands^ rege
ring zelf begin juli in Brussel heeft voorgesteld zijn daar
bij weer aan de orde gekomen.
Volgens minister Braks zijn er over de strekking van het
Nederlandse voorstel misverstanden ontstaan. Er is, zei
hij, geen sprake van dat de regering nominale prijsver
minderingen nastreeft, ook niet ten aanzien van de gra
nen. Ons land vindt wel dat de afstand tussen het Euro
pese prijspeil en dat in de voornaamste produktielanden
buiten Europa moet worden verkleind. Het Landbouw
schap is het overigens ook met deze opstelling niet eens.
Voorzitter Jaap van der Veen weer er op dat allerlei
willekeurige elementen dan in het prijsbeleid gaan
meespelen.
Het Landbouwschap is bang dat nu door de Europese
Kommissie ingediende voorstellen door de opeenstape
ling van maatregelen erg nadelig zullen uitwerken voor
de inkomens en de werkgelegenheid in de landbouw. Een
snelle afbraak van de mcb kan volgens het Landbouw
schap in relatie met een terughoudend prijsbeleid wel
degelijk tot prijsverlagingen in guldens leiden. De minis
ter ontkende dit laatste niet.
Minister Braks en het Landbouwschap zijn het er over
eens, dat de bezuinigingen op het landbouwbeleid niet
ten koste mogen gaan van efficiënte bedrijven, zoals die
onder meer in ons land zijn te vinden. De bewindsman
gaf toe, dat de Kommissievoorstellen op dit punt niet
voldoende evenwichtig zijn. Het plan om een speciale
heffing in te stellen voor bedrijven met een melkproduk-
tie van meer dan 15.000 kilogram per hektare voederge
was wijst hij, evenals het Landbouwschap,, volstrekt af.
Een heffing op groei van de produktie acht de minister
een bruikbaar instrument, mits er aan strikte voorwaar
den wordt voldaan. Ook voor het Landbouwschap is een
dergelijke heffing bespreekbaar. Het Landbouwschap
vindt wel dat de toepassing in de hele EG gelijk moet zijn
en dat het niet mag leiden tot de vaststelling van quota
per lidstaat. De minister is het ermee eens dat geen dis-
kriminatie tussen de lidstaten mag ontstaan. Verder moet
de heffing gekoppeld worden aan een premie op vrijwil
lige vermindering van de produktie. Minister Braks zei
bereid te zijn deze gedachte opnieuw in overweging te
nemen.
Het Landbouwschap heeft bij de minister opnieuw haar
bezwaren naar voren gebracht tegen de manier waarop
de Nederlandse regering een uitbreiding van de eigen
middelen van de EG heeft gekoppeld aan een bezuini
ging op de landbouwuitgaven. Minister Braks noemde
deze koppeling uit een oogpunt van algemeen beleid
gerechtvaardigd. Hij voegde er aan toe, dat de Neder
landse regering niet tegen uitbreiding van de eigen mid
delen is, maar dat deze bedoeld is om de toetreding van
Spanje en Portugal te financieren en de verbreding van
het Europese beleid. Het Landbouwschap is het daarmee
eens, maar vindt dat de doorbreking van het zogenaamde
1-procentsplafond van de btw nu al moet plaatsvinden
om te voorkomen dat de verbreding van het Europese
beleid ten koste gaat van de landbouw.
situatie als uitgangspunt nemen. Niettemin zijn er wel
een paar algemene opmerkingen over de vraagstelling te
maken die wellicht van nut kunnen zijn bij de beant
woording. Zo mogen we niet uit het oog verliezen dat de
land- en tuinbouw integraal deel uitmaakt van de maat
schappij waarin wij leven. We moeten daarom niet de
illusie hebben dat de land- en tuinbouw maatschappij
vreemd kan funktioneren. De algemene maatschappe
lijke opvattingen hebben ook hun invloed op de land
bouw of we dat nu leuk vinden of niet. De politieke be
slissingen zullen het anders wel leren: als de maatschap
pelijke opvattingen veranderen verandert de land- en
tuinbouw mee. Aan de andere kant is het zo dat bepaalde
maatschappelijke ontwikkelingen door de wal worden
gekeerd. Bijvoorbeeld omdat de mensen er genoeg van
krijgen of doodeenvoudig omdat er geen geld meer voor
is. De ervaring leert dan dat mensen weer op zichzelf zijn
aangewezen om er van te maken wat er nog van te maken
valt. Veel hangt dan af van goed ondernemerschap en de
daarbijbehorende mentaliteit. De mentaliteit voor een
maatschappij die zich eindelijk weer lijkt te realiseren dat
alleen de zon voor niets opgaat.
Oggel