Algemene Aannemingsvoorwaarden
bedrijfsgebouwen in Landbouw
(A.A.B.L.)
Minister Braks: Verwachtingen agrarische
export gematigd positief
over geld
en goed
Een ieder rekene voor zich
Suikermarkt in beweging
Landbouwschap: Voorstellen
Europese Kommissie ondergraven
Nederlandse landbouw
Het komt in de praktijk veel voor dat
nieuwe bedrijfsgebouwen of ver
bouwingen worden ge- of verbouwd
na een globaal overleg tussen op
drachtgever en aannemer Het komt
nog al eens voor dat er tijdens of na
de bouw problemen ontstaan over
bijvoorbeeld gebruikte materialen,
verrekening van meer of minder
werk, verrekening eigen arbeid, af
leveringsdatum, afspraken over prij
zen c.q. geschillen. Deze problemen
vloeien voort uit onduidelijke of on
volledige afspraken. Wij maken het
mee dat de meningsverschillen over
duizenden guldens gaan. Meestal
vloeit er dan ruzie uit voort. Verwij
ten naar elkaar. Inschakelen van ad-
vokaten en soms de rechtbank. In de
meeste gevallen kosten deze stappen
nog veel geld ook, met vaak 2 verlie
zers.
Het is soms toch wel erg verwonder
lijk dat het ook over opdrachten gaat
waarmee grote sommen geld zijn ge
moeid, waar geen duidelijke afspra
ken worden gemaakt. Voor ons een
verwonderlijke zaak. Vaak meent
men dan nog dat de Z.L.M. het me
ningsverschil wel tot een oplossing
kan brengen.
Wij adviseren met klem, de opdracht
duidelijk op papier te zetten. Goede
afspraken te maken over meer en
minder werk. dat u van tevoren weet
wat de meer c.q. minder kosten zijn
en deze op papier te zetten.
Om te bevorderen dat er tussen boer
en aannemer op papier duidelijke en
evenwichtige afspraken worden ge
maakt, zijn er Algemene Aanne
mingsvoorwaarden Bedrijfsgebou
wen in de Landbouw (A.A.B.L.),
ontworpen. Het Landbouwschap is
bij de totstandkoming ervan nauw
betrokken geweest. Bij de A.A.B.L.
zijn speciale formulieren gevoegd,
waarop de werkbeschrijving van het
te bouwen bedrijfsgebouw kan wor
den vastgelegd, alsmede de offerte
en opdrachtbevestiging. De
A.A.B.L.-brochure met de formulie
ren voor de werkbeschrijving, offerte
en opdrachtbevestiging zijn via uw
aannemer te verkrijgen, of recht
streeks te bestellen bij de Stichting
Mechanisatie Centrum, Mansholt-
laan 12, 6708 PA Wageningen, tel.
(08370) 19119.
Let wel. Het voordeel van de
A.A.B.L. kan zijn dat een opdracht
gever weet waar hij of zij aan toe is.
Voorwaarde hierbij is dat men de
A.A.B.L. konsequent toepast. Doe
het, u kan veel narigheid voorkomen,
dat is de praktijk. J. Markusse
Op landbouwgebied is ons land een grootmacht. In het buitenland
worden we gevreesd en gewaardeerd. Zo is in 1982 voor meer dan 40
miljard gulden aan agrarische produkten en voedings- en genotmidde
len uitgevoerd. De netto-bijdrage aan de handelsbalans bedroeg dat
jaar 14 miljard gulden (net iets meer dan die van de aardgasexport),
terwijl het overschot op de handelsbalans slechts 9,7 miljard gulden
bedroeg.
Een en ander zei minister ir. G. Braks
(landbouw en visserij) tijdens zijn
inleiding t.g.v. de opening van een
symposium over de agrarische ex
port op 27 juli jl. in Opmeer.
De produktiewaarde van de primaire
land- en tuinbouw is vorig jaar voor
het eerst groter geweest dan 30 mil
jard gulden.
Het bruto nationaal produkt bedroeg
Wanneer men een landbouwbedrijf begint, zal zowel in geval van koop
als bij pacht vooraf zo nauwkeurig mogelijk worden nagegaan of een
rendabele exploitatie mogelijk is.
Bij de te maken berekeningen zal met alle te verwachten opbrengsten
en kosten rekening worden gehouden.
Zo zal wat de kosten betreft worden gerekend met kosten personeel,
werk door derden, bestrijdingsmiddelen, kosten machines en werktui
gen, energiekosten, meststoffen, zaden en pootgoed, kosten onroerend
goed, rente, algemene- en overige kosten.
De vermindering van de uitgaven voor het Europees landbouwbeleid
met één vijfde zoals door de Europese Kommissie voorgesteld, zal een
afbraak van de Gemeenschappelijke landbouwmarkt betekenen. In een
eerste reaktie op de bezuinigingsvoorstellen van de Kommissie stelt het
Landbouwschap dat een aantal marktordeningen onderuit wordt ge
haald. Hierdoor zullen de lidstaten naar nationale maatregelen grijpen.
Als de plannen van de Kommissie
doorgaan zullen de inkomens in de
landbouw fors achteruit gaan. De
voorstellen richten zich met name
tegen de efficiënte en gespecialiseer
de landbouwbedrijven die vooral in
ons land voorkomen.
Eerder heeft het Landbouwschap
zich uitgesproken voor beheersing
van de EG-landbouwuitgaven; een
schoksgewijze aanpassing is echter
onverantwoord, zo meent het schap.
De financiële problemen van de EG
worden overigens slechts ten dele
door de landbouw veroorzaakt. De
moeilijkheden zijn akuut geworden
omdat de Britten weigeren hun aan
deel in de kosten te betalen. Ook is
het niet juist dat het uitblijven van
andere vormen van gemeenschap
pelijk beleid wordt veroorzaakt door
de oplopende landbouwuitgaven. De
Europese Gemeenschap heeft, ook
toen er nog financiële ruimte be
stond, op dat terrein veel te weinig
besluiten genomen.
Het Landbouwschap heeft ook de
Nederlandse regering eerder gewe
zen op de gevaren van haar voorstel,
dat enkele weken geleden in Brussel
werd gedaan, om op het EG-land-
bouwbeleid te bezuinigen. De Ne
derlandse landbouw heeft met zijn
grote agrarische export, die nog
steeds groeit, juist veel belang bij de
gemeenschappelijke markt. Het
Landbouwschap zal de komende
weken zijn bezwaren tegen de voor
stellen voor de diverse sektoren ver
der uitwerken en in overleg treden
met de Nederlandse regering. De
georganiseerde landbouw zal ook in
Brussel pogingen doen om de huidi
ge voorstellen drastisch te wijzigen.
toen ca. 350 miljard gulden. Een
kwart van de industriële arbeids
plaatsen in ons land ligt in de voe
dings- en genotmiddelensektor en ca.
11% van de totale werkgelegenheid
in de agrarische sektor.
Van de totale Nederlandse agrari
sche produkten wordt ca. 60% geëx
porteerd, waardoor 7% van de to
tale werkgelegenheid in ons land di-
rekt of indirekt afhankelijk is van de
agrarische export.
De bewindsman toonde zich gema
tigd optimistisch over de verwach
tingen op lange termijn voor de
agrarische export. Dit mede omdat
een voorzichtig ekonomisch herstel
heeft ingpzet. Zo is bijv. de inflatie, in
vrijwel alle grote industrielanden
gedaald van 10% naar 4%. De
werkloosheid lijkt zich in een aantal
landen te stabiliseren en een inter
nationale kredietkrisis lijkt voorlopig
onder kontrole. Met name in de VS
valt een ekonomische opleving te
konstateren. De OESO schrijft in
haar jongste halfjaarlijkse rapport
dat vooral de konsumptie toeneemt.
Daar staat tegenover dat de over
heidstekorten in zowel de VS als een
aantal Westeuropese landen en ont
wikkelingslanden nog veel te hoog
zijn, met als gevolg een zeer hoge
rentestand (VS 9%, Nederland
7%).
Ons eigen land kent weliswaar een
zeer laag inflatietempo, maar op het
gebied van werkloosheid, financie
ringstekort en ekonomische groei lo
pen we duidelijk achter bij de meeste
andere industriële landen. Zo zal de
ekonomische groei in 1983 negatief
blijven en ook in 1984 niet positief
worden, terwijl in de rest van West-
Europa een gemiddelde groei van 2%
wordt verwacht.
De agrarische sektor heeft de afge
lopenjaren wel iets beter gedaan dan
andere bedrijfstakken.
Tussen 1973 en 1980 lag de gemid
delde jaarlijkse groei van de agrari
sche sektor 'A boven die van het to
tale bedrijfsleven. In '81 en '82 ver
toonde het bedrijfsleven een nega
tieve groei, tegenover een groei van 2
a 5% van de agrarische sektor. Het
volume van de agrarische export is
de afgelopen 25 jaar vier maal zo
groot geworden. De bijdrage aan de
handelsbalans is in deze periode
gestegen van 1 miljard gulden tot 14
miljard gulden. Ons land strijdt met
Frankrijk om de tweede plaats als
exporteur van landbouwproduktet in
de wereld (na de VS).
Minister Braks schrijft dit sukses toe
aan de sterke organisatiegraad, de
ondernemingszin en het vakman
schap in de agrarische sektor. Ver
sterking van de konkurrentiepositie
via verlaging van de produktiekos-
ten, efficiencyverbeteringen, assorti
mentsverbreding etc. staat hoog in
het vaandel. Vooral op het gebied
van de groenten en bloemen, de zui
vel, de intensieve veehouderij en de
teelt van aardappelen heeft ons land
een opvallend sterke positie vero
verd. De bewindsman vindt dat deze
specialisatie in EG-verband beslist
niet afgestraft mag worden. De
overheid heeft het moderniserings
proces binnen de agrarische sektor
sinds het einde van de vorige eeuw
ondersteund. Niet via bescherming
van de markt, maar via een voor
waardenscheppend landbouwbeleid,
waarin de agrarische sektor zo veel
mogelijk zichzelf zou kunnen hel
pen.
investeringen in mensen en de ont
wikkeling en verbetering van de in-
frastruktuur van het platteland ston
den voorop. Onderwijs, onderzoek
en voorlichting en ook landinrichting
speelden daarbij een grote rol.
De totstandkoming van de EG, met
het voor ons land zo belangrijke vrije
handelsverkeer en het gemeen
schappelijke landbouwbeleid heeft
de Nederlandse agrarische sektor
geen windeieren gelegd. Ongeveer
driekwart van onze agrarische ex
port, ca. 30 miljard gulden, wordt
binnen de EG afgezet. 8% gaat naar
geïndustrialiseerde landen als de VS,
Canada, de Skandinavische landen
en Spanje en Portugal. De export van
bloemen naar de VS is in 5 jaar tijds
gegroeid van 5 tot 64 miljoen 'gulden
per jaar. 7% van onze agrarische ex
port gaat naar de OPEC-landen en
8% naar de overige landen.
De export naar derde landen is op
korte termijn het meest onzeker.
Toch acht de bewindsman de voor
uitzichten op lange termijn niet on
gunstig, omdat veel van deze landen
niet kunnen voldoen aan de binnen
landse vraag naar hoogwaardige
voedingsmiddelen.
Hij onderstreepte echter het belang
van de wil tot samenwerking, waarbij
individuele korte-termijnvoordelen
niet mogen prevaleren boven een
gezamenlijk voordeel op lange ter
mijn.
Kan tijdens de uitoefening van het
bedrijf worden overgegaan tot uit
breiding door aankoop van een per
ceel grond, dan zal de berekening die
nodig is om te weten of een renda
bele exploitatie mogelijk is van de
uitbreiding veelal afwijkend zijn van
de berekening welke bij de start van
het bedrijf wordt gemaakt.
Ook nu zal met de gemiddelde bru-
to-opbrengsten van het eventueel
aan te kopen perceel grond worden
gerekend. Wat de kosten betreft
wordt door velen alleen gerekend
met die elementen welke als gevolg
van de exploitatie van de uitbreiding
stijgen. Te denken is dan aan zaden
en pootgoed, bemesting, werk door
derden en brandstof werktuigen.
Het saldo dat dan ontstaat varieert in
de praktijk bij een akkerbouwbedrijf
van ongeveer 2.500,- tot 3.500,-
per ha per jaar. Dat saldo is het be
drag dat maximaal kan worden aan
gewend, voor rente en vaste lasten
drukkende op één ha aan te kopen
grond.
Uitgaande van een saldo van
2.500,— ,vaneenrentevan8 1/2%en
van vaste lasten per jaar op 200,-
per ha komt het bedrag dat voor de
grond kan worden betaald inklusief
de kosten van aankoop op ongeveer
ƒ27.000,- per ha.
Hierbij dient wel te worden bedacht"
dat de meer te verrichten eigen ar
beid dan niet wordt beloond en dat
eventuele aflossingsverplichtingen
uit de aankoop voortvloeiende uit de
overschotten van het reeds aanwezi
ge bedrijf dienen te geschieden.
Faktoren die voorts een rol spelen
kunnen o.a. de volgende zijn. Het
aan te kopen perceel is van een
buurman en dat komt maar één keer
te koop.
De rente van aanwezige spaartegoe
den is na aftrek van de hierover te
betalen belasting laag, terwijl bij
aankoop van grond een waardevast
bezit wordt verkregen.
Vaak kan bij aankoop gebruik wor
den gemaakt van de vrijstelling
overdrachtsbelasting welke onder
bepaalde omstandigheden geldt voor
naburige percelen.
Zo zijn er nog meerdere van beteke
nis zijnde punten te nomen maar
steeds geldt: een ieder rekene in
voorkomend geval nauwkeurig voor
zich!
J. Spijk
Minder suiker in de Gemeenschap
Volgens het bekende suiker statis
tiekbureau F.O. Licht is in 1983/84
met een daling van de suikerpro-
duktie in de Gemeenschap te reke
nen van 13.9 miljoen ton in het sei
zoen 1982/83 tot 10,8 a 11,1 miljoen
ton in 1983/84.
Zelfs wordt het in vakkringen niet
uitgesloten geacht dat de produktie
tot 10,5 miljoen ton zal teruglopen.
Vooral in Frankrijk wordt een aan
zienlijke daling van de produktie
verwacht, namelijk van 4,436 mil
joen ton in 1982/83 tot 3.03 miljoen
ton in 1983/84.
Situatie in Oost-Europa
De situatie in Oost-Europa is nog
onoverzichtelijk. In de Sovjet-Unie is
het suikerbietenareaal, na de slechte
oogstresultaten in 1981/82 en
1982/83 slechts weinig, t? weren met
ongeveer 10.000 ha gestegen tot
3.525 miljoen ha.
Te verwachten is dat de kampagne
niet of weinig meer zal opleveren
dan de 7 miljoen ton die in 1982/83
werd geproduceerd. Anderen reke
nen met een lichte toename van on
geveer 300.000 ton, wat overigens
betekent dat de Sovjet-Unie in
1983/84 op aanzienlijke importen
zal zijn aangewezen om de behoefte
te dekken.
Rietsuiker
Niet alleen ten aanzien van de op
brengsten van de bietsuiker zijn de
verwachtingen pessimistisch. Ook
voor rietsuiker vooral wat betreft
voor de suiker uit Zuid-Afrika, India,
Australië, Cuba, Mauritius, de Fi
lippijnen en Thailand rekent men
met lagere opbrengsten.
In Zuid-Afrika verwacht men zelfs
een daling van 2.26 tot 1.67 miljoen
ton. Dat betekent voor Zuid-Afrika
dat dit land voor het eerst sedert ge
ruime tijd niet in staat is zijn export
verplichtingen uit de eigen produktie
na te komen.
Wereldproduktie en -konsumptie
De wereldproduktie aan suiker is
voor 1983/84 geraamd op 94 tot 95
miljoen ton vergeleken met resp. 98.6
en 100.7 miljoen ton in de jaren
1982/83 en 1981/82.
Gegeven de toename van de wereld
bevolking zou het verbruik, mede
door de lage wereldmarktprijs kun
nen toenemen met 2 tot 2.5% tot 96
miljoen ton.
Dat zou een "tekort" betekenen van
ongeveer 2 miljoen ton.
Grote voorraden
Het Amerikaanse ministerie van
Landbouw heeft de voorraden aan
het eind van het suikerjaar 1982/83
geraamd op 42.5 miljoen ton, wat
overeenkomt met ruim 45% van het
totale wereldverbruik in één jaar.
Normaal wordt een kwart van het
wereldverbruik als overgangsvoor-
raad als normaal beschouwd.
Nerveuze marktontwikkeling
In de laatste weken van juli verkeer
de de internationale suikermarkt in
een nerveuze stemming. Na de sterke
prijsstijgingen in maart, april en mei,
deden zich vanaf medio juni tot eind
juli grote prijsuitslagen voor in beide
richtingen, waarbij de laatste weken
de neerwaartse prijsbeweging duide
lijk domineerde.
vdW.
5 augustus 1983
3