Druk aan de pluk
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
Dubbele pacht
Landbouwschap wil praten
over "heffing op meer
en premie op minder"
E.E.G.-flnanciering
z.l.m
VRIJDAG 15 JULI 1983
69e JAARGANG NO. 3690
land- en
tuinbouwblad
Het oogstseizoen voor acht fruit is momenteel in volle gang. In grote hoeveelheden worden
aardbeien en rode bessen op de veilingen aangevoerd. Het fraaie weer doet de vruchten in
korte, tijd rijpen. De overvloedige aanvoer heeft helaas ook een prijsdrukkend effekt.
Zodanig zelfs dat de kostprijs vaak niet eens gehaald wordt. Bovenstaande opname is
gemaakt op het bedrijf van de heer M. Bruinooge te Kapelle samen met zijn vrouw en
dochter druk bezig is in de rode bessen.
Een hete zomer?
De weersomstandigheden blijven dit jaar wel bijzonder
ekstreem: na de moesson beleven we nu de tropenzon en
wie weet wat er nog te wachten staat. De verschillen in
opbrengst van de te velde staande gewassen zullen er
(waarschijnlijk) nog door toenemen. Voor zover dat trou
wens nog mogelijk is want nu reeds is er een wereld van
verschil. Vorige week heb ik dat zelf kunnen konstateren
via een rondje Nederland. Een Zeeuwse boer had mij
reeds verteld dat hij nu voor het eerst meemaakte dat de
gewassen in de nieuwe polders er slechter voor stonden
dan in zijn eigen omgeving. Via eigen waarneming ben ik
tot de konklusie gekomen dat het zuidwesten betrekkelijk
goed door de regenperiode is gekomen, al zijn er hier ook
heel slechte percelen die hopeloos achter zijn. Maar in
vergelijking met bijvoorbeeld Friesland en de kop van
Noord-THolland staat het zuid-westen er op dit moment in
zijn algemeenheid niet slecht voor. Voor het oostelijk deel
van ons werkgebied geldt dat in veel mindere mate. Dat
was in ieder geval mijn indruk toen ik op 2 juli j.l. de (weer
uitstekend georganiseerde) agrarische open dag in de
Biesbosch bezocht. De gewassen waren daar nog niet zo
ver in ontwikkeling als in het Zeeuwse maar wat ik er van
gezien heb storïïf op zich niet slecht. Al met al blijft het
bijzonder moeilijk om voorspellingen te doen over de
afloop van dit boerenjaar. Dat er zelfs nog mensen zijn die
daar alle vertrouwen in hebben bleek mij tijdens een
ontmoeting tussen het K.N.L.C.-bestuur en de direktie
van de Z.P.C. toen deze direktie zei geen problemen te
verwachten met de afwikkeling van hun pootgoedorders.
Dat zou toch bepaald moed moeten geven.
In ons blad van vorige week zijn uitvoerig de nieuwe
pachtnormen per 15 oktober a.s. gepubliceerd. Gekon-
stateerd moet worden dat de staatssekretaris praktisch
gesproken op het dubbele is uitgekomen dan de Z.L.M.
redelijk vopd. De Z.L.M. zat op zo'n 5% terwijl de staats
sekretaris voor zeekleigronden klasse I precies 10% heeft
beschikt. Dat hij voor klasse II en III lager uitkomt is
slechts van theoretisch belang omdat (vrijwel) alle gron
den in ons werkgebied in klasse I zittenVanuit de Z.L.M.
gezien is er dus weinig reden tot tevredenheid. Er zal
echter niet veel meer aan te doen zijn omdat de staatsse
kretaris zich gedekt weet door de grote politieke partijen.
In de vaste kamerkommissie voor landbouw hadden deze
partijen immers hun kaarten al op tafel gelegd en de
staatssekretaris heeft daar heel handig op ingespeeld.
Wel heeft het Landbouwschap inmiddels laten weten
bezwaar te maken tegen de verhoging van de toeslagen
voor eksterne produktieomstandigheden voor met name
de zeekleigronden. Wij willen het Landbouwschap hierin
natuurlijk hartelijk steunen. Nieuw bij deze pachtnormen
is de aanwijzing aan de Grondkamers om de procentuele
verhoging genuanceerd toe te passen, een vingerwijzing
voor differentiatie derhalve. De kunst zal echter zijn om
ook de Centrale Grondkamer in dit spoor te krijgen en dat
KNLC zeer gereserveerd
Het bestuur van het Landbouwschap heeft op 6 juli een
aantal belangrijke uitspraken gedaan over de manier
waarop er bezuinigd kan worden op de kosten van het
Europese landbouwbeleid. Als mogelijkheden zijn daarbij
genoemd het "afslanken" van de interventieregelingen
voor rundvlees en mager melkpoeder en een herbezinning
op de bestaande steun- en premieregelingen. Een meer
derheid in het bestuur is verder bereid te praten over het
invoeren van een "superheffing" als bepaalde produktie-
drempels worden overschreden. Deze heffing moet dan wel
gekoppeld worden aan een premie op vrijwillige beperking
van de produktie. Tegenover deze kombinatie van een
"heffing op meer en een premie op minder" stelden alleen
de vertegenwoordigers van het KNLC zich zeer gereser
veerd op.
Veel bestuursleden spraken hun bezorgdheid uit over de
snel-stijgende kosten van het Europese landbouwbeleid,
waardoor op het ogenblik de bodem van de Europese
schatkist zichtbaar wordt. Nederland heeft grote belan
gen bij het Europese markt- en prijsbeleid voor land-
bouwprodukten. Naar het oordeel van het Landbouw
schap mag de kern daarvan in geen geval worden aange
tast. Er was wat dit betreft forse kritiek op de opstelling
van de Nederlandse regering, die een vergroting van de
financiële middelen van de EG afhankelijk heeft ge
maakt van bezuinigingen op de kosten van het land
bouwbeleid. "Ik ben er allesbehalve zeker van of de re
gering daarbij voldoende rekening heeft gehouden met
de gevolgen voor de boereninkomens en de werkgele
genheid in de Europese landbouw", zei voorzitter Jaap
van der Veen in zijn openingswoord.
"Morrelen"
KNLC-woord voerder Luteijn konkludeerde zelfs dat het
kabinet momenteel morrelt aan de basis van het ge
meenschappelijk landbouwbeleid. Hij ging daarbij onder
meer af op het openingsartikel in de NRC van 5 juli j.l.,
waarin op gezag van staatssekretaris Van Eekelen (Eu
ropese Zaken) melding wordt gemaakt van de manier
waarop het kabinet wil bezuinigen op de Europese land
bouw. Luteijn vroeg zich daarbij af wie in het kabinet nu
eigenlijk de landbouwbelangen behartigt en welke rol de
minister van Landbouw daarbij nog speelt.
Veel woordvoerders pleitten voor een meer offensieve
opstelling van de georganiseerde landbouw bij het aan
geven van wat men wél en niet wil. Het bestuur van het
Landbouwschap staat sterk afwijzend tegenover ideeën
over quotering van de produktie, het verlagen van de
graanprijzen en de introduktie van een heffing op inten
sieve produkties. Ook het naar Amerikaans voorbeeld uit
productie nemen van grond past naar de mening van het
Landbouwschap niet binnen de Europese verhoudingen.
Wel moet er, aldus het bestuur, worden gezocht naar
alternatieve produktiemogelijkheden in de plaats van
"overschotprodukten".
zal gezien de opstelling van de Centrale Grondkamer niet
meevallen.
In aktieverband wordt (of werd?) wel gesproken over een
lange hete zomer. Wat er nu in snel tempo gebeurt met
betrekking tot de E.E.G.-financiering van de landbouw
uitgaven zou zo'n zomer best wel eens kunnen recht
vaardigen. Het ziet er namelijk naar uit dat de beslissing
om de Europese landbouwprijzen drastisch te verlagen
nu binnenkort definitief gaat vallen. De Nederlandse re
gering loopt daarbij zelfs voorop - en hoe! De positie van
de Nederlandse landbouw wordt daarmee in Europees
verband nog moeilijker dan al het geval was. Van de
Europese partners valt bepaald niet veel steun te ver
wachten. De Nederlandse georganiseerde landbouw zal
daarom snel moeten handelen om te redden wat er nog te
redden is. Dat is wel een hete zomer waard.
Oggel