KNLC kommentaar
Stabilisatie
over geld
en goed
Sterke stijging resultaat bij
verzekeringsgroep OBF/CV
Wijziging landbouwvrijstelling
Schoolverlaters en werkloosheid (IV en slot)
Werkloosen dan?
Eén hoop...
Ploeg zegt bezinning op verhoging
pachtnormen toe
Die vraag is gemakkelijker gesteld dan beantwoord. Momenteel staat
het hele sociale verzekeringspakket, waaronder ook de werkloosheids
uitkeringen, ter diskussie. Alles wat we er nu over schrijven, kan vol
gend jaar weerd anders zijn. Toch zullen we enige regelingen die mo
menteel gelden aan u voorleggen. Want het blijkt in de praktijk vaak
dat men wel eens wat gehoord of gelezen heeft, maar als je er dan zelf
mee te maken krijgt, niet weet wat te doen en waar te gaan.
De eerste regeling, waarvan iedereen
gehoord heeft, is de W.W. Wer
kloosheidswet). Om hiervoor in aan
merking te komen moet men onvrij
willig werkloos zijn en in loondienst
zijn geweest. Dus niet als je zelf ont
slag neemt of akkoord gaat met een»
ontslagaanzegging!
Betaalt de werkgever na ontslag nog
een tijdje door, dan bestaat er ook
geen recht op uitkering. Verder is als
voorwaarde gesteld dat men de 12
maanden vóór de ingangsdatum van
de werkloosheid, minimaal 130
26 weken een half jaar) als verze
kerde moet hebben gewerkt.
De uitkering wordt geregeld door de
bedrijfsvereniging waarbij de laatste
werkgever is aangesloten. Voor
werkgevers in de landbouw is dat:
Agrarisch Sociale Fondsen (A.S.F.).
Van de meeste andere bedrijfstakken
werden die verenigingen samen in
het G.A.K. Gemeenschappelijk
Administratiekantoor). Aanmelden
binnen 24 uur, eventueel via G.A.B.,
bij de bedrijfsvereniging. Ook bij
deze regeling geldt dat men zich als
werkzoekende moet laten inschrij
ven bij het G.A.B. en passende ar
beid moet aannemen.
De uitkering bedraagt 80% van het
dagloon dat wordt berekend aan de
hand van het laatst verdiende loon.
Maximum is 262,28 per werkdag.
De uitkeringsduur is maximaal 6
maanden.
Ben je na die 6 maanden nog steeds
werkloos, dan kan je naar de Ge
meentelijke Sociale Dienst gaan en
een aanvraag indienen voor een uit
kering volgens de W.W.V. Wet
Werkloosheidsvoorzieningen). Hier
voor gelden verder dezelfde voor
waarden als hiervoor voor de W.W.
beschreven. Deze uitkering bedraagt
(in 1983) nog maar 75% van het
hiervoor bedoelde dagloon.
De uitkering stopt na 2 jaar; behalve
als je dan 60 jaar of ouder bent. Dan
loopt de uitkering door tot de 65-
jarige leeftijd.
Voor beide regelingen geldt nog een
loonsuppletieregeling. Als je alleen
maar passend werk kan vinden tegen
een lagere beloning dan 85% van het
berekende dagloon, kan dat loon in
sommige gevallen aangevuld worden
tot de hoogte van de uitkering waar
op je recht had. Als je daarvoor in
aanmerking denkt te komen, moetje
dat bij het G.A.B. aanvragen.
Is na die 6 maanden W.W. en 2 jaar
W.W.V. nog geen werk gevonden,
dan kan je een beroep doen op de
R.W.W. Rijksgroepsregeling
Werkloze Werknemers) die we in het
laatste artikel over schoolverlaters
hebben besproken. De basisuitke
ring bedraagt voor een echtpaar
ƒ1.447,05 per maand, plus ƒ75,70
vakantiegeld per maand uitkering.
Voor alleenstaanden vanaf 23 jaar is
dat resp. 1.012,95 plus 52.99 va
kantiegeld.
Als je echter nog spaargeld of ander
vermogen hebt, moet dat eerst wor
den aangesproken tot een vrijgesteld
bedrag van 15.200,— voor gezin
nen en 7.6Ö0,- voor alleenstaanden.
Verder gelden de regelingen over het
betaald en onbetaald werk zoals in
het vorige artikel vermeld.
Voor werkgevers die langdurig werk
lozen in dienst willen nemen be
stonden enkele subsidie-mogelijkhe
den. Die zijn in 1981 gebundeld tot
één: de Plaatsingsbevorderende
Maatregel (P.B.M.).
Aangezien de financiële middelen
beperkt zijn wordt dat per G.A.B.
aan een bepaalde moeilijk plaatsba
re groep werklozen besteed, zoals
bijvoorbeeld gehandikapten. Of er
voor land- en tuinbouwbedrijven
wat in zit, moet dus bij het regionale
G.A.B. worden nagevraagd.
Verder bestaan er nog enkele rege
lingen die omscholing bevorderen.
Bijvoorbeeld als door omschakeling
van het bedrijf het personeel anders
ontslagen zou moeten worden kan
voor omscholing subsidie verleend
worden. Deze regelingen lopen ook
via het G.A.B.
J. van Wijck
Hoewel de cijfers over de ontwikke
ling der agrarische inkomens uit het
LEI-bericht 1983 verreweg de meeste
aandacht in de publiciteit hebben ge
kregen, zouden een paar andere gege
vens toch wel eens voor de ontwikke
ling in de land- en tuinbouw van meer
belang kunnen zijn. Ik doel hier op de
cijfers rondom de ontwikkeling van
het aantal bedrijven en het aantal
mensen, werkzaam in onze sekt or.
Nog nooit, gedurende de laatste tien
iaar, was de terugloop van het aantal
bedrijven zó klein, namelijk slechts ca.
2000. Terwijl het totaal aantal ar
beidskrachten daalde met slechts on
geveer 3.000, ofwel een kleine ander
halfprocent.
Daar tegenover vertoonde ook het
areaal landbouwgrond een daling van
maar 5.500 ha., ofwel de helft van wat
we de laatste tien jaar veelal gewend
waren. Deze ontwikkeling is natuur
lijk vooral een uitvloeisel van de eko-
nomische krisis waarmee we in ons
land te kampen hebben.
Meer boerenzoons en -dochters blijven
liever in de landbouw dan elders het
risiko van werkeloosheid te lopen. En
ook van buiten de landbouw richten
meer en meer mensen hun oog voor
een werkkring op onze groene sektor.
Daarnaast heeft natuurlijk de relatief
gunstige omzet- en exportontwikke
ling ten opzichte van andere sektoren
zijn uitwerking niet gemist.
Het lijkt erop dat nu ook zonder
allerlei regelwetgeving het aantal be
drijven zich ontwikkelt in de richting
van zo'n negentigduizend rondom het
jaar 2000, zoals ook in de NAJK-nota
"Boer Blijven" als wenselijk wordt
aangegeven.
Wel moet het mogelijk zijn om, gezien
het grote arbeidsaanbod en de toch
relatief wat goedkoper wordende ar
beid, het aantal mensen wat in het to
taal werk in land- en tuinbouw vindt
ongeveer op het huidige niveau te
handhaven.
Ondermeer dan via voor onze sektor
geschikte vormen van arbeidstijdver
korting. Op zich lijkt deze tendens
naar enige rust en stabilisatie in een
agrarische wereld, waar zich geweldi
ge strukturele veranderingen hebben
voltrokken, mogelijk niet onwelkom.
Wel moeten we er natuurlijk goed
voor waken, dat er geen hoeveelheid
verborgen werkeloosheid binnensluipt
en dat nog noodzakelijke bedrijfsont
wikkelingen niet worden gestagneerd.
Zeker nu aan de afzetkant er niet al te
veel ruimte op de markt voor agrari
sche produkten is, gevreesd moet wor
den voor over het algemeen een druk
op de prijzen, kunnen we de positieve
effekten van produktiviteitsverbete-
ring op het agrarisch inkomen zeker
nog niet missen. Het zal in de komen
de tijd dan ook een hele toer worden
om het landbouwbeleid zodanig ge
stalte te geven dat er een goede mid
denweg tussen zoveel mogelijk behoud
van arbeidsplaatsen en daarnaast
aanvaardbare boereninkomens kan
worden gerealiseerd. Een blijvende fi
nanciële overheidsbemoeiing, met na
me waar het gaat om stimulering van
het struktuurbeleid en verbetering van
de faktor ondernemerschap, blijft
daarbij absolute voorwaarde.
Luteijn
Het Tweede Kamerlid Van der Linden (CDA) heeft in agrarisch-fiscaal
Nederland voor de nodige opschudding gezorgd. Bij de behandeling van
het wetsontwerp 17.520 over W.I.R. en S.I.R. heeft hij plotseling een
amendement ingediend die het begrip landbouwbedrijf voor de toepas
sing in de W.I.R. en S.I.R. ook toepasbaar doet zijn voor de land
bouwvrijstelling in de inkomstenbelasting, zijnde de onbelastbaarheid
van boekwinst op landbouwgronden.
De omzet 380 miljoen) en winst
181 miljoen) over 1982, behaald
door de tot de te Leeuwarden geves
tigde Verzekeringsgroep OBF/CV
behorende bedrijven vertonen een
sterke stijging ten opzichte van het
boekjaar 1981.
Drs. D. Huisman, direkteur van de
Verzekeringsgroep OBF/CV noemt
als oorzaken van de stijging de gun
stige ontwikkeling in 1982 binnen de
bedrijfstak van land- en tuinbouw en
de (koöperatieve) agro-industrie,
alsmede de hoge rente op de kapi
taalmarkt, waardoor het resultaat op
beleggingen sterk steeg.
Voor de komende periode verwacht
de heer Huisman een toenemende
konkurrentie op de markt van indi
viduele levensverzekeringen. Hier
door en mede ten gevolge van de in
middels ingezette rentedaling zullen
de resultaten van OBF-leven in 1983
die van-1982 wellicht niet kunnen
evenaren.
Voor het CV-pensioenbedrijf wijst
de heer Huisman onder meer op de
financiële gevolgen voor het be
drijfsleven, indien een algehele kor
ting op de AOW zou worden toege
past. Het CV schaart zich hiermee
aan de zijde van vele pensioenverze
keraars, die hebben gewezen op een
onevenwichtigheid in het regerings
beleid. Dit beleid, mede gericht op
lastenverlichting voor het bedrijfs
leven wordt doorkruist wanneer
werkgevers direkt of indirekt worden
gekonfronteerd met lastenverzwa
ringen als gevolg van genoemde
AOW-korting en de plannen om het
probleem van de zogenaamde pen
sioenbreuk op te lossen. De oplos
sing van dit laatste probleem ver
dient volgens de heer Huisman
voorrang.
De feitelijke wijziging in de land
bouwvrijstelling betreft enerzijds een
uitbreiding van de vrijstelling, waar
door ook de moderne veehouderij
weer volledig onder de vrijstelling
komt te vallen.
Daar tegenover komt er een belang
rijke inperking van de vrijstelling
door de waardeveranderingen als
gevolg van bestemmingswijziging tot
de belastbare sfeer te rekenen.
De voorbereiding van de ruilverkave
ling Walcheren is in volle gang. Na
dat in september 1982 een Voorbe
reidingskommissie is geïnstalleerd
treedt de Commissie nu naar buiten
met de uitgave van een ruilverkave
lingskrant. In de krant wordt uiteen
gezet waarom de Z.L.M., de C.B.T.B.
en de N.C.B. de ruilverkaveling des
tijds hebben aangevraagd en wordt
aangegeven wat er door een ruilver
kaveling kan veranderen.
Tevens worden de voorwaarden ge
noemd waaronder het Bureau Be
heer Landbouwgronden de door
haar verworven gronden op Wal
cheren ieder jaar in pacht uitgeeft.
Een volgende keer wil ik U graag iets
over de inhoud'van de wijziging ver
tellen, doch dit maal wil ik mij be
perken tot de handelwijze van onze
"geachte" afgevaardigde. Enkele
kommentatoren in fiscale tijdschrif
ten hebben reeds hun versie gegeven.
De eerste noemt het aldus: "In be
ginsel heeft de geachte afgevaardig
de natuurlijk groot gelijk. Maar het
op slinkse wijze in een wetsontwerp
Tenslotte wordt ingegaan op de hui
dige stand van zaken in de voorbe
reiding van de ruilverkaveling en de
procedure die gevolgd zal worden.
De ruilverkavelingskrant wordt huis
aan huis verspreid in de gemeenten
Domburg, Mariekerke, Valkenisse,
Veere en West-Kapelle. Verder vindt
bezorging plaats op de boerderijen in
de gemeenten Middelburg en Vlis-
singen.
Voor belangstellenden is een exem
plaar af te halen op de gemeente
huizen van Vlissingen en Middel
burg of bij het sekretariaat van de
V^orbereidingskommissie, Westsin
gel 58, 4461 DM Goes.
frommelen van een ingrijpende zaak
die niets met het onderwerp van het
wetsontwerp te maken heeft, is boe
renbedrog".
De ander schrijft: "Uniek is de ma
nier waarop het amendement prak
tisch ongemérkt en in hoog tempo in
het wetsontwerp terecht is gekomen,
zodat noch de belanghebbenden
noch de fiscalisten zich erover heb
ben kunnen uitspreken. Met het
yoorliggende wetsontwerp zijn
slechts weinigen gebaat en wordt -
onder meer - het aanzien van de be
lastingwetgeving geschaad".
Vorenstaande opmerkingen geven
duidelijk aan dat de afgevaardigde
Van der Linden bijna op eigen
houtje bezig is geweest, zonder last of
ruggespraak. En dat is nu juist het
kwalijke in deze zaak.
Als gekozene van het volk mag je als
simpele burger verwachten dat hij als
zodanig de belangen van dat volk zal
behartigen. Daarbij rekening hou
dende met de wensen en verlangens
van dit volk, waarbij ik best wil toe
geven dat het niet een ieder naar de
zin kan worden gemaakt. Maar als
dan wordt geschreven over boeren
bedrog en ook over het geen overleg
plegen met terzake deskundigen, dan
vraag ik mij toch af wat onze volks
vertegenwoordiger wel doet en
waarom hij deze werkwijze volgt.
Er is nog één hoop. Namelijk dat de
Eerste Kamer dit slecht stuk wetge
ving niet zal accepteren en het geheel
zal verwerpen. De regering en
Tweede Kamer moeten dan hun
huiswerk overmaken en het is dan te
hopen dat beter geluisterd zal wor
den wat echte specialisten aan argu
menten-inbrengen.
Zoals het nu is gegaan roept het ge
dachten op alsof met alle middelen
gepoogd wordt tot hogere belasting
opbrengst te komen zonder zich re
kenschap te geven van de uitwerking
en gevolgen ervan.
Dat wetgeving een wel overwogen en
goed doordachte werkwijze behoeft
schijnt men in Den Haag bijna ver
leerd te zijn. En toch worden ze juist
daarvoor door U en mij betaald.
B. Veerbeek
Staatssekretaris Ploeg van land
bouw en visserij heeft woensdag
tijdens overleg met de vaste ka
merkommissie voor landbouw
toegezegd zich nog eéns te zullen
bezinnen op de verhoging van de
pachtnormen. De staatssekretaris
deed dat nadat zowel woordvoer
ders van regeringspartijen CDA
en VVD als van PVDA hadden
laten weten de vorige maand door
de staatssekretaris voorgestelde
verhoging van de pachtprijzen in
een aantal gevallen te hoog te
vinden. Uitdrukkelijk zei Ploeg
pas na het zomerreces iets op pa
pier te kunnen hebben, ondanks
verzoeken van kommissiezijde dit
nog voor het zomerreces te doen.
De staatssekretaris wil de pacht
prijs voor grond met 15 procent
verhogen en die voor gebouwen
met 17 '(akkerbouw) of 20 (vee
teelt- en gemengde bedrijven).
Bovendien wil hij toeslagen en
aftrekken voor ontsluiting, wa
terhuishouding en verkaveling
met circa 25 procent verhogen.
Zowel van Noord (CDA), Waal-
kens-(VVD) als Tazelaar (PVDA)
konden zich woensdag in grote
lijnen vinden in adviezen van de
advieskommissie grond en prijs
peil en van het Landbouwschap.
De laatste kwam na berekenin
gen op verhogingen voor grond
variërend, per soort van acht tot
twaalf procent en voor gebouwen
van tien tot vijftien procent. De
staatssekretaris houdt wel vast
aan het invoeren van de nieuwe
normen in oktober van dit jaar.
1 juni 1983
3