Daling aantal landbouwbedrijven en arbeidskrachten in 1982 kleinste in laatste 10 jaar Landbouw-ekonomisch bericht 1983 De landbouw in de wereld De wereldhandel Uitvoer en invoer van landbouwprodukten Zeer geringe daling areaal landbouwgrond Produktie en afzet Melk Na de vrij sterke groei 3%) van de wereldlandbouwproduktie in 1981 bleef de toename in 1982 beperkt tot 1,5 a 2%. De vlees- produktie stagneerde, de pro- duktie van o.a. melk, granen en sojabonen nam toe en de suiker- produktie onderging een lichte daling. Het totale produktievolu- me steeg in de ontwikkelingslan den iets sterker dan in de geïn dustrialiseerde landen. Als gevolg van ernstige droogte trad een produktieverlaging op in Austra lië en Zuidelijk Afrika. Doordat produktie en bevolkingsgroei on geveer gelijke tred hielden is de voedselproduktie per hoofd in 1982 nauwelijks verbeterd. Sinds het begin van de jaren ze ventig heeft de wereldhandel in agrarische produkten een aantal ingrijpende veranderingen on dergaan. In de eerste plaats is het volume van de agrarische export vrij sterk toegenomen, namelijk met bijna 5% per jaar, hetgeen ongeveer gelijk was aan de ge middelde volumetoename van de wereldhandel in andere goede ren. De prijzen van agrarische produkten zijn echter achtergeb leven bij het algemeen gemiddel de, zodat het aandeel van de agrarische handel in het geheel van de wereldhandel is vermin derd. Een tweede, nogal opvallend verschijnsel was de verschuiving in de aandelen van de verschil lende handelsblokken. De Wes terse industrielanden zagen tus sen 1970 en 1980 hun aandeel in de agrarische wereldexport toe nemen van ruim 50% tot ruim 55%, terwijl hun aandeel in de invoer daalde van 67% tot 52%. Het invoeroverschot van deze landen, dat rond 1970 nog een grote omvang had, was rond 1980 bijna verdwenen. Deze ontwik keling kwam vooral op rekening van de VS en de EG, de overige Westerse industrielanden zagen in doorsnee zowel hun export- als hun importaandeel dalen. als gevolg van nachtvorstschade erg klein, maar in 1982 trad een sterk herstel op. De appelproduktie in de EG ging bijna 70% omhoog en be reikte daarmee een rekordpeil. In Nederland werd een zelfde stijgings percentage gerealiseerd. Het gevolg was dat de fruitprijzen maar onge veer de helft bedroegen van het top niveau van het voorafgaande jaar. De Nederlandse snijbloemenpro- duktie nam in 1982 met ongeveer 5,5% toe en die van potplanten breidde zich met ruim 10% uit. Bij beide groepen produkten ging de produktievergroting gepaard met een bescheiden prijsverbetering van 1,5 a 2,5%. In de boomkwerkerij vond geen verdere vergroting van de produktie plaats. De uitvoerwaarde van voor de Ne derlandse land- en tuinbouw rele vante produkten was in 1982 onge veer 3,5% groter dan in 1981. Deze groei was het gevolg van een ruim 2% groter volume en een bijna 1,5% ho gere gemiddelde prijs. De invoer waarde van deze produkten nam eveneens toe met ongeveer 3 5% waarbij een ruim 6% hoger volume gepaard ging met een prijsdaling van bijna 2,5%, die werd veroorzaakt door het verloop van de wereld marktprijzen. Het resultaat van een en ander was een toename van het handelssaldo van relevante land bouwprodukten van 14,7 tot 15,2 miljard gulden. Een relatief sterke volumetoename deed zich voor bij de (weder-)uitvoer van aardappelen (+18%), veevoe dergrondstoffen (exklusief granen, 9%), groenten 8,5%), sierteelt- produkten 7%) en eieren (+11,5%), terwijl voor granen, rundvlees, pluimveevlees en enkele zuivelprodukten een teruggang op trad. Duidelijk hogere uitvoerprijzen werden gerealiseerd in de zuivelsek- tor 7%) en bij aardappelen 7,5%), terwijl de andere produkt- groepen een beperkte stijging of een daling (o.a. eieren, pluimveevlees en groenten) te zien gaven. Bij de landbouwtelling van mei 1982 bedroeg het aantal land- en tuinbouwbedrijven 139.650, wat nog geen 1,5% minder was dan een jaar tevoren. Deze daling was de kleinste van de afgelopen 10 jaar. In samenhang hiermee was ook de daling van het aantal arbeidskrachten zeer beperkt. De sterkste daling vindt plaats bij de meewerkende zoons, waarvan het aantal sinds 1975 met 5% per jaar is verminderd. De verslechtering van de arbeidsmarkt wordt ook in de agrarische sektor duidelijk merkbaar: het aantal werkloze land- en tuin- bouwarbeiders steeg van ruim 1700 in 1981 tot ruim 2700 in 1982. Het areaal landbouwgrond was in mei 1982 5450 hektare kleiner dan in mei 1981, hetgeen een daling van slechts 0,27% betekent. Dit percentage was minder dan de helft van het gemiddelde van de voorgaande 20 jaar. De geringe daling hangt samen met de ekonomische malaise, waardoor de vraag naar grond voor woningbouw, industrieterrein, wegenaanleg etc. sterk is teruggelopen. Wanneer de vermindering van het areaal landbouwgrond zich de komende jaren op het huidige lage peil handhaaft, houdt dit in dat de prognoses op dit gebied, die onder meer bij het ruimtelijke-ordeningsbeleid een rol spelen, aanmerkelijk moeten worden herzien. De jaarlijks verhandelde hoeveelheid landbouwgrond schommelt sinds 1973/74 tussen 30.000 en 35.000 hektare en lijkt de laatste jaren iets toe te nemen. Het totale aantal standaardbedrijf- seenheden (sbe), dat een maat vormt van de gestandaardiseerde netto-pro- duktie van de Nederlandse land- en tuinbouw, neemt de laatste paar jaren trager toe dan voorheen. In 1981-'82 bedroeg de groei 0,8%, terwijl de ge middelde toename in de jaren zeven tig meer dan 2% per jaar was. Vooral in de varkenshouderij en de glastuin bouw, de sektoren die in het recente verleden als trekpaarden hebben ge fungeerd, is het groeitempo sterk ge daald. Het schaalvergrotingsproces in de intensieve veehouderij gaat nog steeds door, zoals blijkt uit de kon- centratie van de veestapels op grote re eenheden. Zo werd in 1977 70% van de mestvarkens gehouden in eenheden van minder dan 500 stuks, in 1982 was dit percentage gedaald tot 55. Intussen was het aandeel van de eenheden van meer dan 1000 mestvarkens - een aantal dat onge veer werk biedt aan één persoon - toegenomen van 10% tot 17%. De andere takken van de intensieve veehouderij vertonen een overeen komstig beeld. Het sterkst is de kon- centratie voortgeschreden in leg- pluimveehouderij, waar in 1982 on geveer 65% van de kippen werd ge houden op circa 10% van de bedrij ven. Na de geringe stijging in de twee voorafgaande jaren nam de wereld- melkproduktie in 1982 met ruim 1,5% toe. In kombinatie met de stag natie van de vraag, vooral van de zijde van de OPEC-landen, leidde dit tot lagere zuivelprijzen en oplopende voorraden. Ook in de EG deed zich een relatief sterke toename voor 3%) en de interventievoorraden van boter en magere-melkpoeder namen dan ook sterk toe. De Neder landse melk produktie was in 1982 ruim 4,5% groter dan in 1981. Aan vankelijk zag het er, o.a. op grond van de grotere melkveestapel, naar uit dat ook in 1983 een flinke groei zou wordeif gerealiseerd, maar door de extreem natte voorzomer is dit beeld veranderd. Vlees De rundvleesproduktie in de EG daalde in 1982 voor het tweede achtereenvolgende jaar. Ook in Ne derland deed zich een daling (-5,5%) voor en liepen de prijzen op. De Ne derlandse produktie van kalfsvlees nam toe met 6% en de gemiddelde opbrengstprijs kwam ongeveer 5% hoger uit. In 1982 was de EG-var- Kensvleesproduktie bijna gelijk aan die van het vorige jaar, terwijl er in Nederland een kleine stijging (1%) De schaalvergroting in de veehouderij gaat nog steeds door. optrad. Mede door de stijgende kon- sumptie is de prijs met 8 a 9% geste gen. De Nederlandse produktie van pluimveevlees nam ten opzichte van 1981 toe met 2,5% en die van eieren met bijna 8%. De prijzen van pluim veevlees waren gemiddeld 2% lager en de eierprijzen daalden met bijna 15%. van droogte in de Veenkoloniën met meer dan 15% daalde. Voor beide produkten was de gemiddelde op brengstprijs zo'n 18% hoger dan van de vorige oogst. Groenten Dankzij gunstige groei-omstandig- heden was zowel in Nederland als in Tabel 1 Ontwikkeling van volume en prijzen van de land- en tuinbouwproduktie 1) Waarde Mutaties in X t.o.v. voorafgaand jaar in min. gld. v o 1 u m e p r ij s 1981 1980 1981 1982 1980 1981 1982 (r) (r) Melk 8460 1,5 4,0 4,5 3,4 8,2 6,0 Vlees en eieren 12750 5,4 4,8 1.5 0,7 12,6 4,0 Akkerbouwprodukten 3490 1,7 8,3 3,5 7,0 6,3 -11,0 Groenten 2760 0,2 8,4 8,5 17,3 -1,1 -15,0 Fruit 580 1,5 -33,2 46,5 17,0 92,7 -47,0 Snijbloemen 2) 1775 4,0 4,5 5,5 8,5 5,5 1.5 Totaal 1) 29815 3,2 4,5 4,5 4,5 10,5 - 1,0 1) Exclusief potplanten, bloembollen en boomkwekerijprodukten. 2) Uitsluitend de op veilingen aangevoerde hoeveelheid. Akkerbouw De EG-graanproduktie was in 1982 aanzienlijk hoger 7%) dan in het voorgaande jaar, de suikerproduktie daalde met ongeveer 9% en de aard- appelproduktie bleef vrijwel gelijk. In Nederland nam zowel de graan- als de suikerproduktie dankzij zeer hoge hektareopbrengsten met 8 k 9% toe. De handelsproduktie van kon- sumptieaardappelen was enkele procenten hoger, maar de op brengstprijs daalde met 35 h 40%. De produktie van pootaardappelen nam met enkele procenten toe, terwijl die van fabrieksaardappelen als gevolg de gehele EG de groenteproduktie in 1982 aanzienlijk hoger dan in 1981. Het gevolg van de grotere produktie was een forse prijsdaling in Neder land van gemiddeld ongeveer 15%, waarbij het prijspeil van de winter groenten zelfs met meer dan 20% omlaagging. In Nederland nam vooral de produktie van glasgroen ten en champignons (beide 10%) sterk toe, terwijl de opengronds- groenten een beperkte uitbreiding te zien gaven. Fruit In 1981 was de Europese fruitoogst 24 juni 1983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 8