Op een morgen na het poten Helicopter helpt bij bestuiving teelt graszaad De land- en tuinbouw stagneert in Walcheren U, Bestrijding van de blauwmaanzaadgalwesp Tenslotte Rooidatum beleid Remmen los Minister Braks opent strandbad In vervolg op mijn stukjes "Aan de vooravond van het poten" en "Voorraad rooien van het eigen uitgangsmateriaal" zijn we dan toe aan het opmaken van de voorlopi ge balans van poot seizoen 1983. Er staat weer wat; er groeit weer wat, maar wat.....? Straks weten we wie het beste uit is i.v.m. besmet ting: vroeg gepoot of later gepoot! Het uitgangsmateriaal ziet er over het algemeen gezond uit. Infektie kansen uit de omgeving lijken beperkt hoewel er meer opslag is dan de laatste jaren het geval is. Een ieder zit op het vinke-touw om z'n gewas goed te bescher men. De resistenties bij de diverse ras sen en rassengroepen kunnen be ter worden uitgenut. Er kan nog meer worden gelet op de verschillen in de klassen (ba sis- en gecertificeerd pootgoed). Al met al is het nog veel te vroeg om precies te kunnen aangeven in welke richting wij uitgaan. Zeker is dat we na 1975 bijzonder veel kennis hebben opgedaan over het gedrag van de luizen, de infek- tiebronnen en de besmetting. We hebben leren leven met termen als virusdruk, luizendruk, vectorendruk. maar ook met ervaring toegepast. Mijn grootste zorg vormt het uit gangsmateriaal voor 1984! Het aan tal ha's dat aangegeven is voor de keuring zal dat van de laatste jaren op z'n minst evenaren! De knollen zullen stellig niet zo groot worden als het afgelopen jaar. Misschien zal "klein maar fijn" opgeld moeten doen voor oogst 1983. Maar dat is nog koffie dik kijken!! We gaan er met z'n allen tegenaan om al onze klanten te bedienen met kwalitatief verantwoord pootgoed. Meer dan ooit geldt voor dit seizoen: "aardappels geplant, maar dan ook in koopmans hand". Dan kunnen onze klanten over de gehele wereld verspreid op de meest aktuele wijze worden bediend. A. Vermeer De verschillen in de stand van het aardappelgewas zijn dit jaar bijzon der groot. Op dit moment (13 juni) is het van "niks geen gewas" tot "bijna het land dicht hebben". Dat betekent een grote variatie in het keuren en toch zal men moeten be ginnen. Ook hier wordt weer een grote aanslag gedaan op de NAK en Keuringsdiensten om aan de ene kant geen geweld te doen aan de rechts gelijkheid en aan de andere kant het zeer bijzondere seizoen in ogenschouw te hebben. Ik ben er ze ker van dat we de keuringen naar een goed einde leiden! De hamvraag zal stelling zijn: hoe komt het straks met het rooidatum beleid? In deze kan ik U zeggen dat "de hele wereld met ons meeleeft". De ene 'lit zorg op welke wijze die Nederlar dse pootgoed telers en han delaren het klaarspelen om hun klanten te bedienen in binnen- en buitenland. De andere, onze konkurrenten, uit belangstelling om meer mogelijkhe den te krijgen om op onze wereld markt te kunnen penetreren. Een wijziging van de normen, of be ter gezegd een aanpassing van de normen, zoals een aantal jaren gele den kunnen we ons niet meer per mitteren! Zonder ook maar iets te kunnen zeggen over hoe het wel moet, wil ik toch een aantal punten noemen die van belang zijn bij het vaststellen van dat rooidatumbeleid. In een noodseizoen zoals voorjaar van 1983 voor zaaien en poten van de akkerbouwer en voor beweiden en oogsten van gras voor de veehouder worden tal van noodmaatregelen getroffen; öp het bedrijf en daarbui ten. Zo zijn ook in onze pootgoedsektor allerlei maatregelen getroffen en "ij zeren wetten" overtreden en/of aan gepast. Zo heeft de Stopa een paar extra aaribiedingsperioden ingelast, maar ook de annuleringsmogelijkheden voor de laatste periode steeds weer uitgesteld. De NAK heeft de sluiting van de aangifte datum bijzonder soepel gehanteerd en extra zitdagen ingelast. Bovendien hebben NAK en Voor lichtingsdienst tal van adviezen ge geven voor knol-behandeling tijdens het wachten van het poten of van de gewas-behandeling na het poten met z'n bonte> variaties van bedrijf tot bedrijf en van gewas tot gewas. Een leidraad is gegeven voor het aanpas sen van de bemestingsadviezen on- hebben gehad o.a. in verband met marktbeïnvloeding bij ons vrije ge was aardappelen. Maatregelen tij dens het seizoen zijn voor het vrije gewas aardappelen, van welke aard dan ook, zijn in het verleden altijd konsequent van de hand gewezen. Dankbaar kunnen we allemaal zijn dat er weer gezaaid en gepoot is. Vooral voor de "technische" hulp zijn we de diverse instanties zeer er kentelijk. Maatregelen die geleid hebben tot beïnvloeding van de markt van straks, moeten we nu voor lief nemen. Ze hebben zeker meege werkt in de psychologische en men tale strijd die wij als boeren hebben moeten voeren tegen moeder natuur. der de zeer uiteenlopende omstan digheden. Bovendien heeft de P.D. de Wet op de Aardappelmoeheid in overleg met de Minister van Landbouw en het Landbouwschap soepel gehan teerd waardoor individuele aanvra gen voor "bouwplan-aanpassing" gemakkelijk en snel konden worden gehonoreerd. Zo hebben tal van personen en organisaties hun uiterste inspanning geleverd om de sektor van dienst te zijn. Ja, hier en daar de remmen los op momenten dat we allemaal de tranen in de ogen hebben. Maar wel op vaak essentiële punten waarover we in het verleden zeer verhitte diskussies De land- en tuinbouw in Walcheren wordt de laatste jaren gekenmerkt door stagnatie in de produktieomvang, groeiende neveninkomsten uit de recreatie en een toenemende vergrijzing. De verkavelingssituatie ie er ongunstig doordat de bedrijven gemiddeld uit vrij veel kavels van geringe omvang bestaan. Het inkomen uit de landbouw blijft ver achter bij het landelijk gemiddelde. Een en ander blijkt uit een onderzoek dat het Landbouw-Economisch Instituut in opdracht van de Landinrich- tingsdienst heeft verricht. Het rapport geeft een beschrijving van de recente en de te verwachten structurele ontwikkeling van de land- en tuinbouw in het toekomstige landinrichtingsproject Walcheren. (In het landbouwblad van vorige week is op het rapport reeds uitvoerig inge gaan). Vooral in een gelegerd gewas worden goede resultaten van de behandeling verwacht. Als de resultaten van. de eerste proeven daartoe aanleiding geven, zal de graszaadteler in de toe komst gebruik kunnen gaan ma ken van een nieuw hulpmiddel om de opbrengst van zijn gewas te verhogen, (de vorige week maak ten we daar reeds melding van). Het graszaadbedrijf Barenbrug Holland b.v. heeft namelijk dins dag j.l. bij wijze van proef op een tweetal bedrijven in West-Bra bant een helicopter ingezet om de natuur een handje te helpen met de bestuiving van de bloempjes in het gras. Een grasgewas blijkt erg veel bloempjes te vormen waarvan echter maar een gedeelte uit groeit tot zaadjes. Bij rood- zwenkgras groeit vaak niet meer dan 10 - 20% van de aangelegde bloempjes uit tot een zaadje. Een belangrijke oorzaak hiervan zou zijn dat er een onvoldoende be stuiving plaatsvindt. Vooral in ge was dat tijdens de bloei gelegerd is, vindt onder in het gewas te weinig lucht-verplaatsing plaats om een goede bestuiving te waarborgen. Een voor de hand liggende kon- klusie is dan die luchtverplaatsing kunstmatig te bevorderen. Op het prodiiktiebedrijf van Ba renbrug in Oregon (U.S.A.) wor den al enige tijd goede resultaten geboekt door met een helicopter laag over het grasgewas te vliegen en daardoor een intensieve luchtwerveling in het gras te be werkstelligen. Daardoor zal meer stuifmeel van de ene bloem naar de andere waaien en vindt een vollediger bevruchting plaats. Op de bedrijven van de heer C. Corstiaensen in Langeweg en de heer van Poortvliet in De Heen (bij Steenbergen) zal worden na gegaan in welke mate de op brengst wordt beïnvloed door een "behandeling" met de helicopter. Van beide percelen is de ene helft behandeld en de andere helft niet. In juli zal van beide helften af zonderlijk de zaadopbrengst en de kwaliteit van het zaad worden bepaald en daarna kan worden berekend Of de "kunstmatige bestuiving" met een helicopter een rendabele zaak is en op grote schaal kan worden toegepast. Afhankelijk van het aantal te be handelen percelen in een bepaald gebied gaat een behandeling tus sen de twee- en vierhonderd gul den kosten. Om rendabel te zijn moet dat dan (bij 300,— /ha) zesentachtig kilo meer opleveren (bij een prijs van 3,50/kg). (Het gaat hier om globale berekenin gen.) Mede door de uitbreiding die de blauwmaanzaadteelt de laatste paar jaar ondergaat is de kans aanwezig dat er weer meer sprake zal zijn van aantasting door de blauwmaanzaad galwesp. Deze wesp zet haar eitjes af in de stengel waarin dan na korte tijd - soms massaal - larven worden waar genomen. Vooral in kombinatie met andere faktoren die de plant ver zwakken (schimmels, legering) kan deze beschadiging ernstige vormen aannemen. In een tweetal vangbakken dat in Zeeland geplaatst werd is tot op he den nog slechts een enkele wesp ge vonden. De noodzaak om tot een bestrijding over te gaan lijkt mo menteel dus nog niet aanwezig. Via de telefonische waarschuwingsdienst 01806-14166 zal worden aangegeven of bestrijding op zijn plaats is. Om een bestrijding uit te voeren moet het gewas zover zijn, dat er sprake is van een stengel. Spuiten met 0.25 ltr. Ambush en dit na 10 dagen herhalen. Andere middelen zijn voor dit doel ongeschikt en ook niet toegestaan. CAR GOES - P. Verhage Van de ruim 12.000 ha cultuurgrond wordt twee derde gebruikt voor bouwland en bijna een derde voor grasland. Er komt weinig tuinland voor. De agrarische produktie is vrij gevarieerd, maar de intensieve vee houderij is.van weinig betekenis. Ruim de helft van de akkerbouwbe drijven is kleiner dan 20 ha. Deson danks is de intensiteit van het bouw- landgebruik niet erg hoog. Het bouwplan op de kleinere bedrijven is niet intensiever dan op de grotere bedrijven. In Walcheren worden minder granen en aardappelen en meer suikerbieten geteeld dan elders in Zeeland. Ook de rundveehouderij wordt ge kenmerkt door veel kleine bedrijven. Toch heeft ruim een kwart van de rundveebedrijven een ligboxenstal. De veedichtheid per ha ligt in Wal cheren boven het Zeeuwse en lande lijke gemiddelde. Dit geldt ook voor de melkproduktie per koe. In Wal cheren wordt evenals in de rest van Zeeland veel mestvee gehouden. De verkaveling is in Walcheren rela tief ongunstig. De bedrijven hebben gemiddeld meer kavels dan in de rest van Zeeland en in Nederland als ge heel. De kavels zijn ook kleiner. Ca. 10% van de hoofdberoepsbedrijven hebben hun bedrijfsgebouwen in de bebouwde kom, hetgeen hen hindert in de bedrijfsvoering. Bijna de helft van alle rundveebedrijven heeft on voldoende grond bij huis. Het aantal bedrijven met recreatie is de laatste jaren sterk toegenomen. In 1976 had 12% van de hoofdberoeps- bedrijven neveninkomsten uit de re creatie (pension, kamerverhuur, mi- nicamping, e.d.). In 1981 was dit al 19%. Op 70 van de 534 hoofdbe roepsbedrijven kwam in 1981 een minicamping voor. Naar verwachting zal het aantal be drijven en arbeidskrachten de ko mende jaren in hetzelfde tempo ver minderen als in het recente verleden. Het LEI verwacht voor de toekomst ongeveer een zelfde akkerbouw- en tuinbouwproduktie, een lichte uit breiding van de rundveehouderijsec tor en een doorgaande groei van de nog kleine intensieve veehouderij sector. Ook wordt een verdere toe name verwacht van de recreatieacti viteiten. LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT Het betreffende rapport kan uitslui tend worden besteld door over schrijving van 16,75 op postreke ning no. 41 22 35 t.n.v. het Land bouw-Economisch Instituut te Den Haag. Vermeld dient te worden: "Zend Mededeling no. 284". Voor een, ook in de nabije toekomst, aanvaardbare kwaliteit van wonen, werken en rekreëren is het essentieel, dat aan het programma van het Struktuurschema Openluchtrekrea- tie zoveel mogelijk wordt vastgehou den. Minister ir. G. Braks (landbouw en visserij) zei dit o.m. bij de opening van het strandbad Engelermeer, dicht bij Den Bosch op 15 juni j.l. 24 juni 1983 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 7