Herinneringen van een oud Z.L.M.-voorzitter 'De ZLM heeft 140 jaar lang landbouwers gesteund in voor- en tegenspoed.' "Ik heb ze gekend" Minister Braks bij uitreiking ZLM-kroniek: zuidelijke landbouw maatschappij De heer A.J.G. Doeleman, voorzitter van de Z.L.M., heeft woensdagmiddag 22 juni, het eerste exemplaar van de Z.L.M.-kroniek overhandigd aan de Minister van Land bouw en Visserij, ir. G. Braks. Deze plechtigheid waarbij talrijke genodigden aanwezig waren, vond plaats in de Grote Kerk te Goes. De heer Doeleman zei bij de overhan diging er trots op te zijn, dat een belangrijke tijd voor de landbouw die in de kroniek wordt beschreven (de periode 1944 - 1969) op haast minutieuze wijze is vastgesteld voor de geschiedenis. Dat wij het eerste exemplaar aan u mogen aanbieden is voor ons een bevestiging dat de overheid hoge waarde hecht aan de land- en tuinbouw en aan het goed funktioneren van de georganiseerde landbouw waarvan de Z.L.M. een - en wij proberen daarbij niet de zwakste te zijn - schakel is". De heer Doeleman zei bij de overhandiging van de Kroniek te hopen dat de samenwerking en het over leg tussen de landbouw en het Ministerie ook in de toe komst goed mag blijven. "De geschiedenis heeft geleerd, u kunt daar de Kroniek op na slaan, dat deze samenwerking van groot belang is voor het welzijn en de welvaart voor de Nederlandse samenleving en in het bijzonder voor hen die werkzaam zijn in de land- en tuinbouw". Voorafgaand aan de officiële overhandiging van het eerste exemplaar van dé Kroniek, had de oud-voorzitter van de Z.L.M., ir. M.A. Geuze, uitvoerig stilgestaan bij de periode die in het boekwerk is beschreven. De toespraak van de heer Geuze over de periode die de ZLM-Kroniek omvat, en die hij als voorzitter van de ZLM voor een deel heeft meegemaakt, treft U hiernaast en op pag. 12 aan. Mijn opdracht vanmiddag is met u te spreken over het verleden en wel een zeer bepaalde periode daaruit. 1 944 - 1 969, vrijwel een kwart eeuw, door Korteweg thans beschreven op verzoek van het bestuur van de Z.L.M. Een dergelijk vastleggen van een stuk verleden is een heel zinvolle bezigheid, immers het verleden is verre in de meerderheid t.o.v. het heden, het is veel meer. En de dag van gisteren weet altijd veel meer dan de dag van mor gen, want die laatste is nog niet verschenen en als hij morgen verschenen is, schuift hij per uur of minuut, als u wilt, naar het verleden. Het gaat in dit bijzondere geval om een periode uit het bestaan - zeg het leven van en rondom een organisatie, onze standsorganisatie de Z.L.M. en bovendien om de wisselwerking; de wijze waarop deze organisatie zijn spo ren wist te drukken op dit tijdvak. Een mens moge met zijn leven, als hij dat krijgt, veel tijd nodig hebben: een organisatie heeft nog veel meer tijd nodig, want het gaat daarbij om een bouwwerk van vele mensen. En het tijd vak volgend op de eerste honderd jaren, die door Prof. Bouman werden beschreven, zult u volgepropt vinden met feiten, feiten die door allerlei mensen werden op gestapeld. Feiten, die wij als agrarisch volksdeel in zuid west Nederland meestal ervoeren als harde waarheden, als beleid waarmee men van buitenaf gekonfronteerd werd en waarmee men dan moest handelen. Feiten die men moest interpreteren, feiten die men moest bespre ken, begrijpen, uitleggen, zien om te buigen, bij te stel len, soms zien te bevechten, tot verwerpen toe. Beleid waartoe men soms eigen initiatieven moest nemen en die wist te ontplooien. Ik denk niet dat de schrijver van de nieuwe kroniek de illusie koestert, dat straks veel lezers na kennisneming van de totale inhoud die gehele periode zomaar zullen kunnen overzien. Zeker niet jongere lezers en lezers van elders. De meeste lezers zullen vallen op bepaalde hoog tepunten, op de zijde die naar henzelf is toegekeerd, op bepaalde ervaringen die de volheid van hun eigen leven betrof, hetzij in akkerbouw, veehouderij, fruitteeltbedrijf of wat dan ook. Dat zal aanspreken, dat zal men herken nen te midden van de nuchtere weergave van de toen malige dagelijkse zorgen. Men zal tussen de feiten tal van persoonsnamen aantreffen, mensen die in die kwart eeuw van de Z.L.M. en de N.B.M.L. de konstruktie, het bouwgeraamte vormden en het gebouw zijn vorm, aan zicht en vastheid, zijn betrouwbaarheid ook gaven. Men zal nog meer namen niet aantreffen, omdat dat niet doenlijk was, terwijl toch al die kring - afdelings- en kommissieleden met de gewone leden het onzichtbare fundament en de bouwstenen dier organisaties vormden. Het vervolg vindt U op pag. 12 SÜ* BlBUOTHfff Van zr: v z.l.m "Ook al heeft de historie zich gekenmerkt door tijden van crisis en bloei, ik ben ervan overtuigd dat u de toekomst van uw organisatie en de landbouw in Zeeland en Noord-Bra bant met vertrouwen tegemoet kunt zien in de wetenschap dat uw devies is: "Ik worstel en kom boven". Het ga U goed!". Met deze woorden besloot de minister van landbouw ir. J. Braks zijn toespraak die hij hield in de Grote Kerk te Goes nadat hem door ZLM-voorzitter AJ.G. Doeleman het eerste exemplaar van de ZLM-kroniek was overhandigd. Minister Braks stond ook stil bij het ontstaan van de ZLM 140 jaar geleden, toen een landbouwcrisis de boerenstand zware slagen toebracht. "In die tijd hebben landbouwvoor- mannen uit Zeeland nieuw elan in de bedrijfstak gebracht wat de aanzet is geweest tot de oprichting van de ZLM in 1843. De heer Braks riep ook de aardappelziekte in 1845, de oorlog en de periode van herstel daarna als ook de opkomende mechanisatie en specialisatie in herinnering. De Minister wees voorts op de moderne manier waarop de agrarische sector is opgezet, een sector die van zeer groot belang is voor onze economie: "Dit was niet mogelijk geweest zonder goed werkende landbouworganisaties. Juist uw organisatie heeft 140 jaar geleden aan de wieg gestaan van die ontwikkeling en de realiteit van nu bewijst dat het de juiste weg is geweest die de landbouw ingeslagen heeft". Zo besloot de heer Braks. VRUDAG 24 JUNI 1983 69e JAARGANG NO. 3687 land- tuinhouwhlad

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 1