Uitbetaling naar kwaliteit
van de aardappelen
De beregening van aardappelen
Uienexport loopt erg goed
AKTIE ZUIDWEST
AARDAPPELEN
Op de kijk- en praatbijeenkomsten konsumptie aardappelen in de af
gelopen wintermaanden is ook veel aandacht besteed aan de kwaliteit.
Aandacht werd gevraagd voor de betekenis van een goede kwaliteit-
aardappel, wat onder een goede kwaliteit moet worden verstaan en wat
de teler kan doen om een goede kwaliteitsaardappel te krijgen. Ook
werd aandacht besteed aan de kwaliteitsregeling zelf en de uitbetaling
naar kwaliteit. Op de twee laatste onderdelen wordt in dit artikel nader
ingegaan.
De kwaliteitsbeoordeling
Bij de bespreking hiervan gaat het
over de schakel teler - handelaar. Het
zal duidelijk zijn dat aan een goede
konsumptie aardappel eisen worden
gesteld naar de uiterlijke - en de in
nerlijke kwaliteit. Wat betreft het
uiterlijk moet de aardappel b.v.
rond/ovaal van vorm zijn, geen
ziekten en gebreken vertonen, zon
der spruiten, geen groene knollen of
andere uitwendige gebreken hebben
en voldoen aan bepaalde sorterings-
eisen.
Bij het sorteren worden de aardap
pelen die uitwendig niet aan de eisen
voldoen uitgelezen en deze krijgen
een andere bestemming. Aardappe
len met inwendige gebreken kunnen
bij het sorteren niet worden uitgele
zen. Hiertoe behoren het onderwa
tergewicht, blauw, onderhuidse be
schadiging (rooibeschadiging) en
glazigheid. Hiervoor is een aparte
kwaliteitsbeoordeling nodig.
Om de kwaliteit te kunnen beoorde-
len, worden per 50 ton aardappelen 2
monsters van elk 100 knollen geno
men in de maat 45-55 of 50-60 mm,
al naar de grofheid van de aardap
pelen. Nadat de temperatuur van de
knollen is vastgesteld, wordt één
monster geschud op het zogenaamde
blauwschudapparaat. Na 3 dagen
worden de aardappelen voor 80 a
90% geschild, waarna het aanwezig
zijn van blauw en onderhuidse be
schadiging wordt Vastgesteld. Ten
slotte wordt het onderwatergewicht
bepaald. Een eventuele beoordeling
op glazigheid gebeurd met een zout-
bad.
Er is verschil in de mate waarin een
gebrek voorkomt. Een aardappel
kan licht, matig of zwaar blauw zijn.
Daarom wordt een vermenigvuldi-
gings- of een wegingsfaktor gehan
teerd. De verkregen uitkomsten
(produkt) worden opgeteld en ge
deeld door de som van de vermenig-
vuldigingsfaktoren. De verkregen
uitkomsten worden nogmaals ver
menigvuldigd met respektievelijk 1,
2 en 3 en de uitkomst daarvan geeft
de index aan van die beoordeling.
In tabel 1 is een voorbeeld verder
uitgewerkt.
Serie aardappelen no. 14
Tabel 1 Bepaling van de kwaliteitsindex (voorbeeld)
blauw
onderhuidse
beschadiging
waardering
geen
licht
matig
zwaar
geen
licht
matig
zwaar
aantal vermenigvuldigings-
knollen x factor produkt
84
13
3
0
x
x
X
X
0
1
2
3
0
13
6
0
X 1
index
3,1
91
8
1
0
x
X
X
X
0
1
2
3
2
0
f x 2 3,3
kwaliteitsindex 6,4
klasse AA
De begrenzing van de kwaliteitsklasse indeling wordt weergegeven in tabel 2
Niet midden in de rug gepoot, geeft eerder groene knollen.
Handelaar - industrie
De verwerkende industrie is genegen
meer te betalen voor een betere,
kwaliteit. Daarom is een kwaliteits
beoordeling en een uitbetalingssys
teem ontworpen in de lijn handelaar
- verwerkende industrie, de zoge
naamde pommes-frites of P.F.-rege
ling. Blauw en beschadiging zijn
verreweg de belangrijkste afwijkin
gen. In de premieklasse wordt
10,— a ƒ20,— per ton premie ge
geven. Vrijwel alle frites-fabrieken
doen aan deze uitbetalingsregeling
mee.
Op grond van informatie schat het
I.B.V.L. dat in 1982 door de frites-in-
dustrie ca. 5 miljoen aan premie is
uitgekeerd. Het is niet duidelijk in
welke mate en op welke wijze deze
premie doorstroomt naar de teler.
Uitbetaling naar kwaliteit aan de te
ler blijkt in de praktijk alleen in
poolverband te funktioneren bij koö-
peratieve bedrijven. Partikuliere be
drijven doen hier nauwelijks of niet
aan mee.
Tabel 2 Indeling in kwaliteitsklassen
Klasse
kwaliteitsindex
premie of korting
AAA (I extra)
AA (I)
A (basis)
B (II)
max. 5.0
5.1 - 10.00
10.1 - 15.0
15./ - 25.0
10
5
basisprijs
- 5 tot - 10
Verschil in geldopbrengst door kwaliteit
In tabel 3 is het verschil in geldopbrengst van 2 partijen als gevolg van een
verschil in kwaliteit weergegeven.
Er is uitgegaan van een netto opbrengst van 40)on per ha en een basisprijs van
15 cent per kg.
fabel 3 Geldopbrengst bij verschillende kwaliteitsklassen
Kg opbrengst
Klasse
prijs/kg
geldopbrengst
40 ton
40 ton
AAA
A
10 16'/2 ct
basis 15 ct
6.600,-
6.000,-
meer opbrengst
600,-
Als de basisprijs hoger is, zijn de verschillen in geldopbrengsten ook hoger.
Ing. P.A. den Hollander, Bedrijfstakdeskundige Akkerbouw
(vervolg van pag. 8)
dervende invloed hebben. Ook de
aardappelen leveren problemen.
Hoewel de zandgronden droger zijn
en dus minder schade ondervinden
heeft de grote hoeveelheid neerslag
ook daar gevolgen. Uitspoeling van
stikstof treedt op vrij grote schaal op
zodat, wil men de opbrengst op peil
houden, extra stikstof moet worden
toegediend.
Overijssel
In Overijssel vormt, als gevolg van de
nattigheid, de mais momenteel het
grootste probleem. Van de 25.000
hektare mais is meer dan de helft nog
niet ingezaaid. Met name op de wat
natte percelen is nog geen maïskorrel
de grond ingegaan. Voor de betrok
ken boeren betekent dat nu al een
flinke strop. Een vuistregel is, dat el
ke dag zaaien na 1 mei een op-
brengstverlies oplevert van een pro
cent per dag. Zodoende zullen de
maistelers bij normale omstandighe
den in Overijssel minstens 15 tot 20
procent minder oogsten. Dat kan nog
erger worden als het zaaien nog lan
ger uitgesteld wordt.
In verband met het natte weer heb
ben de konsulentschappen voor de
Rundveehouderij in deze oostelijke
provincie een advies over de mais de
deur uitgedaan. De telers hebben de
raadgeving gekregen om minder
korrels per ha te zaaien. Het advies is
nu 95.000 tot 105.000 korrels per
bunder. Normaal is dat tien procent
meer. De korrels krijgen door die
ietwat geringere "bezetting" de kans
om zich wat extra te ontwikkelen.
Anders zou men de kans lopen op
planten zonder kolven en met een
laag drogestofgehalte.
Brabant
Op de Westbrabantse klei treft men
hetzelfde trieste beeld aan als in de
provincie Zeeland. Een achterstand
van ongeveer twee maanden en nog
steeds houdt de regen aan. Alleen op
de wat lichtere gronden kon tussen de
buien door een enkel perceel worden
gezaaid.
Vanuit het Land van Heusden en
Altena wordt gemeld dat de uitzaai
van konservengewassen vrijwel stil
ligt. Op deze manier raken de ge
plande schema's van de konserve-
nindustrie volledig in de war. In
Oost-Brabant, waar de varkenshou
ders in grote spanning leven in ver
band met het rondwaren van de var
kenspest, klagen cie melkveehouders
over een trage groei van het gras
vanwege de koude grond. Veel jong
vee staat nog op stal, de koeien ko
men alleen overdag buiten. Het niet
kunnen zaaien van de snijmais zal de
nodige konsequenties hebben voor
de toekomstige wintervoorraad, zo
vrezen de Brabantse veehouders.
De export van uien is dit seizoen
groter geweest dan ooit tevoren.
De rekordhoeveelheid van het vo
rige seizoen ad 440.000 ton is eind
april al overschreden. Als de ex
port in mei en juni in hetzelfde
tempo doorgaat kon het uiteinde
lijk wel eens 490.000 ton worden,
waarvan 49.000 ton plantuien en
derhalve 440.000 ton zaaiuien.
Dat zou neerkomen op 80% van de
bruto-produktie die door het CBS
in september op 560.000 ton ge
raamd werd.
Veel naar Frankrijk, minder naar
Engeland
Het aandeel van onze belang
rijkste afnemer. West-Duitsland,
was met 41% vrijwel gelijk aan
dat van vorig seizoen, maar wel
een paar procent minder dan de
beide seizoenen daarvoor. De ex
port naar Frankrijk heeft een
sterke stijging te zien gegeven
vergeleken met de beide voor
gaande seizoenen, maar t.o.v.
'79/80 was het verschil minder
groot. De export naar Afrika ver
toonde een groei die vrijwel
overeenkwam met die van het
totaal. Dit geldt ook voor België.
De leveringen aan Engeland vie
len weer terug op het peil van
'79/80 en '80/81, hetgeen ruim
10% minder is dan vorig seizoen.
Ook bij Maleisië en Ierland was
een teruggang te konstateren.
De aardappel is een plant die bij uit
droging van de grond vrij snel te
kampen heeft met een onvoldoende
vochtvoorziening. Droogte leidt bij
dit gewas niet -alleen tot lagere op
brengsten, maar kan bovendien de
knolkwaliteit ongunstig beïnvloeden.
In het zojuist verschenen vlugschrift
<»voor de landbouw nr. 296, "Berege
ning van aardappelen", komen de
belangrijkste aspekten van berege
ning aan de orde. In dit vlugschrift
wordt aandacht geschonken aan be
regening en opbrengst: beregening
en kwaliteit; kwaliteit van het bere-
geningswater (zoutgehalte!) en de
negatieve aspekten van beregening.
Stap voor stap wordt besproken
wanneer in de praktijk met berege
ning begonnen moet worden. Wan
neer grond en gewas aan beregening
toe zijn, hoeveel water per keer ge
geven mag worden en tot slot: tijdig
ophouden met beregening.
Beregening van aardappelen. Vlug
schrift voor de landbouw nr. 296.
Samengesteld door het Proefstation
voor de Akkerbouw en de Groente
teelt in de Vollegrond, postbus 430,
8200 AK Lelystad, tel. 03200-22714,
in samenwerking met het CAD voor
Bodemaangelegenheden in de
Landbouw, postbus 12, 6700 AA
Wageningen.
Verkrijgbaar (gratis) bij het PAGV
en de regionale konsulentschappen
voor de akkerbouw.
9