Boeren moeten "stelenderwijs" zaaien en poten Situatie in de akkerbouw in West-Brabant De stemming onder de akker bouwers en de veehouders is er de afgelopen week niet beter op ge worden. Stelenderwijs konden er het afgelopen pinksterweekend nog wat zaai- en pootwerkzaam- heden worden uitgevoerd onder matige tot slechte omstandighe den wat de begaanbaarheid en bewerkbaarheid van het land aangaat. De veehouderij kampt met pro blemen wat het maaien betreft en ook het buiten laten grazen van het vee moet beperkt plaatsvin den wil de zode niet vernield worden. Men vraagt zich ernstig af wat het dit jaar moet worden. Krijgen we nu helemaal geen ge legenheid meer om te zaaien en te poten? Kortom toenemende spanningen in de agrarische ge zinnen. We geven hierbij een beeld van de toestand rond 24 mei 1983, voor de verschillende gebieden in ons land. Dit over zicht is tot stand gekomen in sa menwerking met de redakties van Het Fries Landbouwblad, De Landbode en de Landbouwcou rant voor de Veenkoloniën. Voor de situatie in het Zuidwesten ver wijzen we naar de informatie van de Konsulentschappen in Goes en Zevenbergen in dit nummer en voorts naar een overzicht in de uitgave van 20 mei. Sindsdien is er helaas weinig veranderd. Tot slot kan nog worden opgemerkt dat de situatie in de landbouw in de meeste West-Europese landen matig tot slecht is. Dalende kg- opbrengsten zullen dan ook kun nen leiden tot hogere prijzen voor onze agrarische produkten. In de maanden maart, april en tot 16 mei viel in West-Brabant ongeveer 300 mm neerslag. In januari en februari 160 mm, bij elkaar 460 mm. Het nog niet ingezaaide bouwland is op veel plaatsen bezet met een enorme massa onkruid zoals muur, kleefkruid, ereprijssoorten, kamille, duist- gras e.a. onkruiden. Bestrijding met diquat en/of paraquat geeft op de massaal ontwikkelde onkruiden onvoldoende resultaat. Round-up kan wel worden gebruikt, maar vermindert op korte termijn de massale begroeiing niet. Dat betekent dat het zaai- en pootklaar maken zeer moeilijk zal zijn, omdat de werktuigen vol raken met onkruid. Vooral geldt dit als de grond- en weersomstandigheden het werken op het land nog maar nauwelijks mogelijk maken. Drenthe In Drenthe doen zich alarmerende situaties voor. Met name in het mid den van de provincie en in Smilde blijkt dat 60 k 65% van de aardappe len, bieten en mais nog in de grond moet. De voortdurende regenval maakt de gevoelige gronden in dil gebied onbewerkbaar. Bij deze trieste konstateringen moet nog worden vermeld dat nu blijkt, dat percelen die voor zomergranen waren bedoeld nu door snijmais worden vervangen. Winter granen en koolzaad lijken redelijk. Met betrek king tot de konservenerwten kan ge zegd worden dat ook hier de plan ning in de war loopt. Eén fabriek laat het aan de beslissing van de boer over of hij nu wel of niet konserve nerwten wil verbouwen. Groningen Met name in het noorden van Gro ningen moeten nog veel aardappelen en bieten gepoot en gezaaid worden. Tussen de buien door is meri op per celen waar dat maar enigszins kan, wel aan het werk. Op 16 mei zat in dit gebied naar schatting nog slechts 15-20% van de bieten en 10-15% van de aardappelen in de grond en regen de het op een aantal plaatsen op nieuw met alle konsequenties van dien voor de stemming in de boeren gezinnen. Het koolzaad dat op dit moment in volle bloei staat, is als gevolg van de storm op Hemelvaartsdag op een aantal percelen "door de knieën" gegaan. De wintergranen staan er in dit gebied goed voor. In het Oldambt en de Veenkoloniën zijn de werkzaamheden veel verder. Met uitzondering van de extreem natte percelen, hoeft hier niet veel meer gezaaid en gepoot te worden. Nijpender Wat het grasland betreft is de draag kracht van de grond ten opzichte van de vorige week iets verbeterd. Er was op 16 mei echter in de gehele pro vincie nog nauwelijks vee buiten en de rundvoedersituatie wordt op veel bedrijven steeds nijpender, zodat ook in dit opzicht snel ander weer gewenst is. Ook zal er in verband met de hergroei van het gras nu spoedig gemaaid moeten worden. De huidige weersituatie stelt de Groninger veehouder al met al dui delijk voor extra problemen en extra onkosten, doch van een noodsituatie kan volgens het konsulentschap voor de Rundveehouderij te Groningen nog niet gesproken worden. Ook de melkaanvoer bij de fabrieken blijft volgens DOMO gemiddeld goed op peil. met dien verstande dat de grote extra aanvoer die men anders in het voorjaar heeft, thans wat minder groot is. IJsselmeerpolders Binnen de IJsselmeerpolders is de si tuatie zeer verschillend. Op de lich tere gronden in het westen van de NOP zijn reeds bieten, uien en erw ten gezaaid, voordat de moessonpe riode aanbrak (vóór 16 maart). De stand van deze gewassen is wisselend van goed tot slecht (betekent over- zaaien). Jonge bieteplantjes verzuipen in het water.... Het ziet er naar uit dat in verschil lende gewassen het land niet zaai- klaar is te maken voor fijne zaden als bieten, uien, blauwmaanzaad en tot inzaai van een ander gewas moet worden overgegaan. Daar, waar dat mogelijk is, zal de boer met een mi nimale grondbewerking volstaan om toch maar vlot te kunnen werken. Bovendien is de struktuur erg ver slechterd. In de vroeggezaaide gewassen als zomergranen (gerst) en erwten komt vaak waterschade voor. Wintertarwe De ontwikkeling is goed, doch het vele nat was ongunstig. Verschillen de percelen vertonen geelkleuring. De 2e stikstof bemesting is voor 50% uitgevoerd, soms is een CCC- bespuiting achterwege gebleven. De verwachte sterke meeldauwontwik- keling was minder hevig. Zomergerst Veel percelen vertonen een ernstige geelkleuring door het vele nat. Er zijn ook veel waterplekken. De wor telontwikkeling is slecht (geringe bodemontsluiting wegens gebrek aan lucht c.q. zuurstof). Bij optre dende droogte zal de stand nog slechter worden. Erwten Veel percelen erwten worden pleks- In de maand april zijn in alle drie IJsselmeerpolders tussen de buien door, afhankelijk van de grondsoort, bieten en uien gezaaid en hier en daar aardappelen gepoot. De aard appelen niet meegerekend, is de si tuatie zo, dat in Z. Flevohof eind april praktisch 80% gezaaid was, ter wijl dat percentage voor O. Flevo land rond de 30 a 40% lag en voor de NOP misschien nog iets lager. Op dit moment, 16 mei, is het helaas zo, dat op de zwaardere gronden in de NOP nog steeds niets gezaaid of gepoot is. Op de lichtere gronden (25% afslibbaar) zitten inmiddels bijna alle produkten in de grond. Hetzelfde geldt voor de randgebie den van Oostelijk Flevoland. Daar entegen is in het centrale gebied van O. Flevoland nog slechts zo'n 10% van de aardappelen gepoot en naar schatting minder dan 50% van de bieten en uien. In Zuidelijk Flevo land moeten ook de meeste aardap pelen nog gepoot worden. Ook de veehouderijsektor raakt in de pro blemen. Het gras is enorm gegroeid en moet dringend gemaaid worden. Utrecht In het oosten van de provincie Utrecht, op de hogere zandgronden, loopt vrij veel vee buiten. De proble men spitsen zich hier vooral toe op het inkuilen. Vele boeren denken er over om ondanks het natte weer toch te beginnen met maaien en dan bij het inkuilen zout toe te voegen. Dit geeft het voordeel dat de naweide dan eer der beschikbaar komt en ook omdat anders het gras te lang wordt. Op de lagere zand-, de rivierklei- en vooral de veengronden in het westen van de provincie zijn grotere proble men. Er lopen bijna nog geen melk koeien buiten. Veel boeren hebben jongvee dat al buiten liep weer bin nengehaald. Op sommige plaatsen in deze natte gebieden wordt stalvoe- dering toegepast. Het gras moet dan wel met de hand worden opgeladen. Hollanden Akkerbouw Van de bieten is nauwe lijks 30% van het er voor bestemde areaal gezaaid. Achterstand van meer dan 4 weken. Voorzover er wel gezaaid is, is veel uitgespoeld en op slempgevoelige grond zijn er proble men met kiemen. Het veldwerk voor de aardappelen ligt ruim drie weken achter, met name voor de pootaar- dappelteelt is er geen normale oogstverwachting. Het pootgoed gewijs geel door de vele regen en de minder goede struktuur als gevolg van de omstandigheden waaronder is gezaaid. Bij optredende droogte zal de stand erg tegenvallen. Spinazie Enkele percelen spinazie zijn door het nat totaal verkleurd, hebben rot te wortels en zullen moeten worden uitgereden. Aardappelen Voor de pootaardappelen is het nu wel heel erg laat. Gevreesd wordt zelfs dat dit jaar een vroege viru saantasting problemen kan gaan ge ven. Het kost de boeren veel moeite en inspanning het pootgoed, zowel be stemd voor konsunptie- als pootaar- dappelteelt, een beetje goed te be waren. Veel partijen zijn reeds twee maal omgestort; soms liet men het pootgoed over de sorteerder gaan om de soms lange kiemen te verwijde ren. Algemene verzwakking van de poters kan hierbij niet uitblijven. Suikerbieten De in begin maart gezaaide bieten staan goed en hebben reeds 4 blaad jes. Ook de rond 20 april gezaaide staan mooi boven. Gevreesd wordt dat er op verschillende plaatsen wortelbrand op zal treden. Zevenbergen, Ing. P.A. den Hollander produktie blijft 3% achter bij de ver wachting. Bij herstel van de weersi tuatie blijft het nadeel van verstoorde graslandexploitatie bestaan. Veenkoloniën In de bestuursvergadering op 16 mei Koeien in een modderbrei; boeren proberen dit uiteraard zoveel mogelijk te voorkomen en houden de beesten zoveel mogelijk binnen. verliest mede ten gevolge van om zetten uit de zak en in kisten veel aan kwaliteit. De zaaiperiode voor de uien is inmiddels verstreken. In het algemeen vormt onkruidvorming en de onmogelijkheid dit te bestrijden onder de huidige omstandigheden een groot probleem naast het koste- naspekt. Veehouderij. Het melkvee staat gro tendeels nog of weer op stal. In veel gevallen is de wintervoorraad ruw- voer op. Groenvoedering op goed ontwaterd land (droogmakerijen en voltooide ruilverkavelingen) is mo gelijk. echter in veel gebieden met slechte ontwatering is dit niet moge lijk. Duur ruwvoer naast meer krachtvoer wordt aangekocht. De besteedde het bestuur van de V.B.B. aandacht aan de stand van de voor jaarswerkzaamheden als gevolg van de langdurige natte en te koude pe riode. Het bestuur konstateerde dat er in een periode van drie weken wei nig of niets meer is gezaaid of gepoot. Van gebied tot gebied lopen de om standigheden uiteen, doch in het ge bied rond Harkstede dreigt de situa tie rampzalig te worden. Friesland Hoewel het totaalbeeld van Friesland triest is, moet worden gekonstateerd dat er verschillen tussen de gebieden bestaan. Met name daar waar in het kader van de ruilverkaveling de wa terstand naar beneden is gebracht, kunnen de koeien redelijk goed wei den en is al menig perceel gemaaid zonder te veel vernieling van de zode. De spanning is te snijden in veel ak- kerbouwgezinnen. Het is half mei, de erven staan vol pootaardappelen in bakjes, zowel in de bouw in het noorden als in het zuidoosten van de provincie. De aardappelen zijn bijna niet meer te houden, want er komen vooral onder in de bakjes wortels aan. Om er toch geen warrige kluwen van te laten worden, die niet kan worden verwerkt op de pootmachi- ne, is de boer dagen lang bezig om ze over te storten van het ene bakje in het andere. Op andere dagen loopt hij wat doelloos door het veld met een schop. Misschien kan er hier en daar toch nog een geultje worden gegraven om het water sneller weg te laten lopen. Het is te merken dat die situatie vreet aan de akkerbouwers. Gelderland Wat weeromstandigheden betreft zit het de boeren in Gelderland dit jaar beslist niet mee. Het begon al met de abnormaal hoge waterstanden in april. Tot en met maart was het ver loop van de waterstanden min of meer normaal te noemen; na de piek in fe bruari kwamen de uiterwaarden in maart weer droog te staan. Ze hadden droog moeten blijven, echter half april werd opnieuw een piek bereikt. Voor boeren met veel grond in de uiterwaarden betekende dit een fikse schadepost. Enerzijds doordat de koeien langer op stal moesten blijven hetgeen extra voer kostte, anderzijds doordat de ruwvoederwinning later op gang kwam, zodat een gedeelte van de opbrengst werd gemist. Op de zandgronden zitten de bieten er voor 80 tot 90% wel in, de klei gronden daarentegen zijn pas voor 20 tot 30% ingezaaid, afhankelijk van het gebied. De schade is moeilijk te schatten. Het late zaaitijdstip, te za nten met de slechtere struktuur van de grond, zal zeker een opbrengst- 8 27 mei 1983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 8