Zoet water komt er voldoende: nu
de plannen van provincie en
waterschappen
Provinciale Raad Noord-Brabant maakt
tussenbalans op over "Wijzer naar 1985"
Kwaliteit belangrijke pijler
van agrarische export
Vrije invoer
veevoedergrondstoffen
Zeker bij kaas:
Ir. Vos van Rijkswaterstaat:
Komité Graanhandelaren:
Melkveehouderij in
Duitsland
De Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in Noord-Brabant
kwam op 15 april j.l. bijeen. Besproken werd o.m. het rapport "Halver
wege 1985" een koncept-tussenbalans van de struktuurnota "Wijzer
naar 1985"
"Kwaliteit is één van de belangrijkste pijlers van onze agrarische ex
port. In de loop der jaren is ons land erin geslaagd zich, met name wat
betreft de agrarische produkten, een positie te verwerven, waarbij de
buitenlandse afnemer het begrip "Holland" en hét begrip "kwaliteit",
direkt met elkaar verbindt. Zeker bij kaas is dit het geval. Ik zou haast
durven zeggen dat, mits de prijsverhouding niet geheel uit het oog wordt
verloren, kwaliteit synoniem is voor verkoop".
Een periode van 5 jaar is snel voorbij.
De voorbereidingen voor een even
tuele struktuurnota in 1985 zullen al
spoedig starten. De Konsulenten en
Hoofden S.E.V. achten een tussen
balans van de aktiviteiten rond
"Wijzer naar 1985" van belang.
Wat is gedaan aan de in "Wijzer
naar 1985" gesignaleerde knel
punten door de voorlichtings
diensten van Overheid en S.E.V.?
Hoe staan de verschillende agra
rische takken er op dit moment
voor?
Wat betekent één en ander voor
de aktiviteiten-programma's in
de komende 2 jaren?
Welke suggesties komen hieruit
voort voor een eventueel volgen
de struktuurnota?
In de tussenbalans "Halverwege
1985" wordt nader ingegaan op de
bovenstaande vragen. Waar moge
lijk wordt aangegeven op welke
punten de Provinciale Raad voor de
Bedrijfsontwikkeling voor Noord-
Brabant verder in zal moeten spelen.
De koncept-nota is in de Raad be
sproken.
De gemaakte opmerkingen zullen
worden verwerkt in een volgend
koncept en in de komende vergade
ring opnieuw worden behandeld.
Hoofdpunten uit de voorlichtingspro
gramma's van de Konsulentschappen
en S.E.V. in het seizoen 1983/1984
In de diskussie over de door de
Konsulenten en Hoofden S.E.V.
aangegeven punten komt het vol
gende naar voren.
Uit alle geplande voorlichtingsakti-
viteiten blijkt, dat deze vooral gericht
zijn op het benutten van de moge
lijkheden op de bestaande land- en
tuinbouwbedrijven.
In dit verband, krijgen vooral be-
drijfsregistratie (deel)boekhouding
en bedrijfsvergelijking de aandacht.
In de rundveehouderij wordt ge
tracht om in 1983 een begin te maken
met het aktiepunt "Melkwinning en
kwaliteit". Dit punt zal gezamenlijk
worden voorbereid en uitgevoerd
door en in de Zuid-Nederlandse
Konsulentschappen (Noord-Bra
bant, Limburg en Zeeland) om in
samenwerking met o.a. de zuivelor-
ganisaties in 1984-1985 in de voor
lichtingsprogramma's te worden op
genomen.
De voorbereiding van het voorlich
tingsprogramma Pluimveehouderij
zal in landelijk verband geschieden.
De Raad gaat akkoord met de ge
presenteerde voorlichtingsaktivitei-
ten.
Het kursus-onderwijs in het West-
Brabantse kleigebied
De voorzitter en sekretaris doen ver
slag van de bijeenkomst, die zij heb
ben gehad met vertegenwoordigers
van belanghebbende organisaties
van boeren, boerinnen en jonge
boeren, kursus kommissies, middel
bare agrarische scholen en de voor
lichting van Overheid en S.E.V.
Het is een gedachtenwisseling ge
weest over de stand van zaken en de
mogelijkheid tot verbetering van het
kursusonderwijs in dit gebied.
Na het uitwisselen van ervaringen uit
de diverse geledingen, werd afge
sproken de huidige organisatie-
struktuur in het kursusonderwijs zo
veel mogelijk te handhaven maar wel
de volgende verfijningen aan te
brengen:
a. een kleine centrale kursusbege-
leidingskommissie voor West-
Brabant en Altena Biesbosch zal
bestaan uit: één lid van de 3
standsorganisaties, de koordina-
toren van de M.A.S.'en en
L.A.S.'en in dit deel van Noord-
Brabant;
b. de Z.L.M. en C.B.T.B. zullen ook
proberen een kursuskontaktnet
op te bouwen;
c. de leden van de kontakt-netten
van Z.L.M. en C.B.T.B. en de
vrouwenorganisaties zullen wor
den opgenomen in de reeds ge
vorderde werkgroepen rond de
L.A.S.'en;
d. de jongeren zullen via het regio
naal jongerenkontakt op de or
ganisatie van het kursusonderwijs
inspelen.
Ir. E. Talstra
Dit o.m. zei staatssekretaris A. Ploeg
(landbouw en visserij) in de Jaarver
gadering van de Nederlandse Ver
eniging van Kaasexporteurs op 17
mei j.l. te Den Haag.
Ook binnen de Europese Gemeen
schap worden echter vaak oneigen
lijke argumenten gehanteerd voor
het tegenhouden van invoerstromen.
Een vermeende produktieveilighcid
is een veel gehanteerd wapen in deze
strijd. Het Landbouwkwaliteitsbe-
leid is mede gericht op het voorko
men van dergelijke incidenten. Het
bedrijfsleven zou zich volgens
staatssekretaris Ploeg meer bewust
moeten worden van deze situatie, en
waar nodig uit voorzorg haar maa
tregelen moeten treffen.
Omvatte het begrip kwaliteit in het
verleden vooral de samenstellingsas-
pekten en kenmerken als geur en
smaak, tegenwoordig denken we bij
kwaliteit ook steeds meer aan de
aanwezigheid van resten bestrij
dingsmiddelen, diergeneesmiddelen,
toevoegingen aan veevoeder, etc.
Onder "kwaliteit" kunnen zelfs de
produktiemethoden worden ver
staan. zoals dat bijv. bij scharreleie
ren het geval is. Juist deze laatstge
noemde kwaliteitsaspekten zullen
naar het oordeel van staatssekretaris
Ploeg de komende jaren steeds meer
aandacht moeten krijgen.
De kwaliteit van het eindprodukt is,
zeker bij kaas voor een groot deel af
hankelijk van de kwaliteit van de ver
werkte grondstoffen. Het wordt ech
ter steeds duidelijker dat niet alleen
deze schakels van belang zijn maar
dat ook de daarvoor liggende scha
kels, zoals ruwvoer of krachtvoer,
hun invloed hebben op het eindpro
dukt. Een integrale kwaliteitsbewa
king in de gehele produktieketen is
daarom van het grootste belang, al
dus de staatssekretaris. "Ook als de
medewerking in de voorliggende
schakels onvoldoende is, zal men
moeten bedenken dat de afzetmoge
lijkheden van het eindprodukt uit
eindelijk bepalend zijn voor het wel
en wee van alle segmenten van de
produktieketen".
"Het woord is nu aan de provincie en de waterschappen; zij zullen in
hun planvorming moeten aangeven of ze moet water willen en wat ze er
voor over hebben tien, twintig of negentig gulden per ha extra? Wie het
zoete water begeert, die zijn plannen presteert".
Met deze opmerkingen sloot het hoofd van Rijkswaterstaat in Zeeland,
ir. A.P. Vos, een inleiding die hij donderdagavond 19 mei j.l. hield in
"De Caisson" te Kapelle, waar een studiebijeenkomst plaats vond over
de zoetwatervoorziening in het Zuidwesten. Voor deze bijeenkomst, die
georganiseerd werd door de Vereniging Koninklijke Nederlandse Hei-
demij afdeling Zeeland, bestond veel belangstelling.
De heer Vos hing zijn betoog op aan de Nota Waterhuishouding die
binnenkort openbaar gemaakt wordt. In deze nota, zo vertelde hij, heeft
Rijkswaterstaat op landelijke schaal voor de kwantiteit en de kwaliteit
van het zoete water in ons land een aantal belangrijke beleidsplannen
ontvouwd.
De nota geeft de prioriteiten van de Rijksoverheid aan m.b.t. de verdeling
van de beschikbare zoetwaterhoeveelheden:
le Prioriteit krijgt de drinkwater
voorziening. De glastuinbouw en de
industriële ontrekkers vergen samen
relatief weinig water en leggen mede
daardoor en door de grote ekonomi-
sche belangen een hoge prioriteit.
Dan volgt peilbeheer in laag Neder
land. Dit in verband met het voorko
men van niet-omkeerbare klink en ten
behoeve van de stabiliteit van de dij
ken. Van een lagere prioriteit zijn dan
uiteindelijk 'de verziltingsbestrijding,
koelwater voor elektriciteitscentrales
en bedrijven, de watervoorziening voor
de landbouw na beregening en de
scheepvaart.
Overigens zullen zelfs bij de hoge sce
nario's voor de toekomstige land-
bouwbehoeften de problemen beperkt
blijven en zal slechts in uitzonderlijke
omstandigheden niet geheel aan de
behoefte kunnen worden voldaan",
aldus de nota.
Kwaliteit
Over de kwaliteit van het zoete water
in het Zoommeer hebben, aldus de
heer Vos, recente studieresultaten
duidelijk gemaakt, dat aangenomen
mag worden dat onder gemiddelde
omstandigheden ook zonder grote
doorspoeling de kwaliteit in het
27 mei 1983
bedragen. De nota Waterhuishou
ding geldt ten aanzien van het beheer
van het Zoommeer verder dat hoe
wel doorspoeling wordt gestopt
wanneer zulks vereist is om verzilting
van de Hollandse IJssel tegen te gaan
(t.b.v. de glastuinbouw in Midden
West-Nederland) toch niet wordt
gekort op de hoeveelheden die nodig
zijn voor de watervoorziening van de
landbouw en het handhaven van het
peil. "Dat moet ons als muziek in de
oren klinken", zo meende hij.
Suggestie
Over het Grevelingenmeer zei de
heer Vos o.m. dat nog steeds niet
vaststaat of dit meer zoet danwel
zout wordt. Wel is het zo dat een zoet
Vorig jaar werd het verdelingsplan voor zoet water op Schoüwen-Duiveland
gepresenteerd. Rechts ing. J.W. Busser die daarvan toen een globale kosten
raming gaf. Daarna zijn veel meer gegevens over andere aspekten en de
zoetwaterverdeling voor andere gebieden bekend geworden. Dit bleek o.m.
uit informatie hij op de studiebijeenkomst aandroeg.
overgrote deel van het Zoommeer
goed is. Slechts in het deel van het
Zoommeer ten zuiden van Tholen,
kan sprake zijn van een ongewenst
hoog chloridegehalte van het water.
Over het algemeen genomen wordt
verwacht dat het zoutgehalte in het
gehele meer minder dan 400 mg/1 zal
Grevelingenmeer voor zijn water is
aangewezen op het Zoommeer. Dit
hoeft niet ten koste te gaan van de.
landbouwvoorziening vanuit het
Zoommeer, zo stelde hij. Wel is het
zo dat ook een zoet Grevelingenmeer
niet kan bijdragen tot het verminde
ren van de landelijke problematiek
In aanmerking genomen dat de EG een gebied is met beperkte natuur
lijke hulpbronnen, is het noodzakelijk een "open ekonomie" te hebben,
waarbij de vrije import van grondstoffen en halffabrikanten zoveel
mogelijk gewaarborgd moet zijn.
Mede omdat de EG voor slechts 20% in staat is te voorzien in de eigen
behoefte aan eiwit, is het ekonomisch zinvol granen op de wereldmarkt
af te zetten en daar tegenover andere veevoedergrondstoffen te impor
teren, omdat granen vrijwel altijd duurder zijn.
Met deze stelling begon drs. W.G.M.
Waanders, sekretaris van de Ko
ninklijke Vereniging, Het Komité
van Graanhandelaren zijn inleiding
op de studiedag van de Stichting Af-
nemerskontröle op Veevoeder
(A.C.V.) op Flevohof.
in periodes van waterschaarste.
De heer Vos deed naar de landbouw
toe wel de suggestie de eventuele
aanleg van een buis voor zoet water
naar Schouwen-Duiveland (bij zout
blijven van het Grevelingenmeer) als
wisselgeld te gebruiken: akkoord met
een zoute Grevelingen maar dan wel
een buis".
Zoetwaterbuis
De onderzoeker bij de Landinrich-
tingsdienst in Goes, ing. J.W. Busser,
gaf in een inleiding enige globale
bedragen die gemoeid zijn met di
verse civiel-technische werken die
uitgevoerd moeten worden om ver
schillende plannen ten behoeve van
zoetwatervoorziening uit te voeren.
Zo kost bijv. een buis vanaf het
Zoommeer naar Schouwen-Duive
land ca. 20 miljoen. Voor heel Zee
land (met uitzondering van Zeeuws-
Vlaanderen) kost de aanleg van een
zoetwaterbuis ongeveer 300 miljoen
gulden.
Hij attendeerde de toehoorders er
voorts op, dat zoet water op de
Zeeuwse eilanden aan een aantal na
tuurwetenschappelijke waarden af
breuk kan doen. Vooral omdat zoet
water in veel zeeuwse waterlopen een
onnatuurlijk gegeven is. Vooral kre
ken en welen zouden volgens hem uit
het aan te leggen zoet watersysteem
moeten worden gehouden, omdat ze
anders flink beschadigd zouden kun
nen worden door het relatief "vieze"
Rijnwater.
Waanders acht het niet uitgesloten
dat de EG, vooral door de Franse
invloed de protektionistische kant
zal uitgaan. Nederland verzet zich fel
hiertegen. De pogingen deels gelukt,
deels nog in voorbereiding om de
invoer van grondstoffen te stabilise
ren (tapioka) of af te remmen
(maisgluten) zijn een aanwijzing in
die richting.
Waanders noemde het een illusie dat
de beperking van de invoer van ta
pioka zal leiden tot een aanzienlijk
groter verbruik aan granen.
Er zullen in de mengvoedersamen
stelling verschuivingen gaan optre
den naar andere importgrondstof
fen.
De tegenstelling tussen de Verenigde
Staten en de EG kunnen leiden tot
handelspolitieke maatregelen, die"de
liberale beginselen geweld aandoen,
aldus Waanders.
Volgens berekeningen van het Duit
se ministerie van Voedselvoorzie
ning hebben de melkveehouders in
1982 gemiddeld per koe gemiddeld
DM 4009 ontvangen in 1982, als op
brengst van de melk en kalveren.
Vergeleken met 1972 was dat DM
1570 of 64% meer. In deze periode
steeg de opbrengst van de melk met
DM 1305 tot DM 3070 of 77%.
De opbrengst per kalf steeg met DM
265 tot DM 939. In de verschillende
deelstaten lagen de opbrengsten no
gal uiteen.
vdw