Nerveuze stemming
Minister
het veld
in.
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
Nerveus
Pachtnormen
"Bescherming deel
landbouwprodukten wellicht
verminderen"
Diskussie
VRIJDAG 27 MEI 1983
0|^ 69e JAARGANG NO. 36
tuinbouwblad
c9
vj. 8 3Uofjf^
z.l.m
Minister Braks heeft zich
woensdag 25 mei j. I.
persoonlijk op de hoogte
gesteld van de benarde
situatie waarin veel boeren
door het aanhoudende
slechte weer terecht zijn
gekomen. Hij bezocht de
bedrijven van de heren H.
Risseeuw, Sasputsestraat 9
te Schoondijke en F. Haak,
Oranjepolder 3 te Biervliet.
Weer is er een week voorbij gegaan zonder dat het weer
noemenswaard is opgeklaard. Wat er aan zaai- en poot-
goed de grond is ingegaan heeft weinig meer met zaaien
en poten te maken. Tot overmaat van ramp bereiken ons
nu ook berichten als zouden de wel gepote aardappelen
hier en daar rot vertonen. Vooralsnog zou het om zeer
kleine percentages gaan, maar toch. De optimisten onder
onze leden houden de moed er in door te hopen op een
stevige aardappelprijs voor het nieuwe seizoen: "Als de
aardappels een paar kwartjes doen hoor je niemand
meer" (behalve dan degenen die al dan niet vanwege het
slechte weer geen aardappels hebben). Over het alge
meen is de stemming echter overwegend gedrukt, ont
moedigd, zorgelijk en prikkelbaar. Inmiddels is ook de
minister van landbouw er achter dat het in de praktijk
bepaald niet goed gaat. Blijkbaar heeft de desbetreffende
opmerking van de voorzitter van de Z.L.M. vorige week
op deze plaats zijn uitwerking niet gemist. Tegenover de
vaste kamerkommissie sprak de minister afgelopen dins
dag nu over rampzalige ontwikkelingen en woensdag
laste hij enkele bedrijfsbezoeken in op weg naar Schoon
dijke (en Brussel).
Ook de markt wordt nerveus. De prijs van de (oude)
aardappelen is de laatste dagen flink opgelopen. Dinsdag
j.l. noteerde de Rotterdamse markt voor de grove aard
appelen 28 tot 30 cent terwijl Goes ruim 22 cent no
teerde. Daarbij speelde het gerucht over een grote order
naar Peru een grote rol. Ook de frites- en chipsindustrie
zou zich willen indekken om de periode naar de (late)
nieuwe oogst te overbruggen. Wat er allemaal van waar
is leest u elders in dit blad (pag. 9). Mijn konklusie is
overigens dat het prijsverloop van de aardappelmarkt
vrijwel even onvoorspelbaar is als het weer.
Een aantal van onze leden maakt zich inmiddels steeds
meer zorgen over de afwikkeling van de door hen geslo
ten kontrakten. Vanuit de praktijk worden wij nu regel
matig gebeld met vragen op dit gebied. Het is moeilijk
daarover een algemeen advies te geven omdat veel af
hangt van de inhoud van het kontrakt (zie ook de rubriek
van de sociaal ekonomische voorlichting op pag. 3).
Goed onderling overleg is daarom geboden.
In verband met het bovenstaande komt de adviesaan
vraag van de staatssekretaris van landbouw met betrek
king tot de nieuwe pachtnormen op een psychologisch
wel erg slecht moment. Zeker nu de verhogingen er niet
om liegen. Blijkens de toelichting heeft de staatssekreta
ris zich van de opmerkingen die tot dusverre vanuit de
praktijk werden gemaakt niet veel aangetrokken. Het
hoofdbestuur van de Z.L.M. sprak reeds eerder als zijn
mening uit dat een verhoging van zo'n 5% onder de
huidige omstandigheden voldoende is. Daarbij werd
Ir. A. de Zeeuw:
Een grote groep landbouwpro
dukten geniet een relatief ho
ge bescherming en slokt naar
verhouding een groot deel van
de EG-gelden op. Dat zijn
enerzijds zware marktorde-
ningsprodukten als zuivel,
granen, suiker en rundvlees en
anderzijds een aantal Middel
landse Zee-produkten, als
olijfolie, tabak en verwerkte
groenten. Varkensvlees,
pluimvee, groenten en fruit
genieten veel minder bescher
ming. De relatie tot de markt
is voor deze produkten nog vrij
open te noemen.
Het opmerkelijke is echter, dat juist de laatstgenoemde
groep produkten, ondanks die geringere bescherming, de
minste problemen veroorzaakt. Zou het niet het overwe
gen waard zijn om de bescherming van de eerdergenoemde
groepen wat terug te draaien?
Deze boodschap gaf de direkteur-generaal voor Land
bouw en Voedselvoorziening van het ministerie van
landbouw en visserij, ir. A. de Zeeuw, zijn gehoor mee
tijdens de Landelijke Studiedag van de Stichting Afne
mers Kontrole op Veevoeder op 18 mei j.l. op de Flevo-
hof.
Ir. De Zeeuw verwacht van het bedrijfsleven dat het een
diskussie over deze vraag niet uit de weg zal gaan. Dit
omdat de financiële middelen ontbreken om het ge
meenschappelijke landbouwbeleid zoals dat tot nog toe
werd gevoerd te blijven bekostigen. Bovendien groeit in
andere delen van de wereld onvrede over de huidige
situatie, die er toch op neerkomt dat de EG, dankzij haar
vangnetpolitiek, in het vaarwater kan zitten van landen
die wel tegen wereldmarktprijzen kunnen produceren.
"Een strijd op de wereldmarkt zou alleen maar verliezers
opleveren, geen winnaars", aldus de direkteur-generaal,
die overigens van mening is dat het op zichzelf logisch en
gerechtvaardigd is dat de landbouwsektor in bescher
ming wordt genomen. De EG staat hierin ook bepaald
niet alleen. Het is dan ook niet zó -zeer de vraag óf de
landbouw beschermd moet worden, maar wel hoe ver die
bescherming moet gaan. Een al te grote bescherming van
de landbouw is niet goed", zo meent ir. De Zeeuw. "Een
sektor die in zichzelf gelooft heeft dat niet nodig. Het zou
slechts minder doelmatige producenten de hand boven
het hoofd houden".
vooral het argument van de staatssekretaris aangevoch
ten van de sterke steiging van de eigenaarslasten: vanuit
de praktijk wordt beweerd dat deze veel minder zijn ge
stegen - en hier en daar zelfs een daling vertonen. Nu heb
ik dat niet persoonlijk gekontroleerd maar de vraag is of
de staatssekretaris het tegenovergestelde wel feitelijk
heeft vastgesteld. Ook bij het argument van het rende
ment - om het instituut pacht overeind te houden - wor
den inmiddels grote vraagtekens gezet. Uit wetenschap
pelijk onderzoek is gebleken dat ook met een meer dan
gemiddelde rendementsverbetering de pacht op de lange
duur niet (meer) te redden is. Maar wat wil je ook in een
tijd dat zelfs de grootste eigenaar - de Staat - grond
verkoopt om aan centen te komen! Een ander belangrijk
argument om de pacht minder fors te verhogen is dat er
van de ingebouwde differentiatie in de praktijk niets is
terechtgekomen: vrijwel alle grond zit "aan de top. Ge
vreesd moet worden dat het met de nieuwe normen niet
anders zal gaan. Daarmee wordt de basis van de huidige
indeling van de pachtnormen geweld aangedaan. De
vraag is dan ook of de Staat als grootste verpachter het
eigen belang niet al te nadrukkelijk voorop heeft gesteld
bij de aanpassing van de pachtnormen. Als dit zo zou zijn
dan pleit dat er voor de pachtnormen te laten vaststellen
door een onafhankelijke instantie. Wellicht ook dat we er
naar toe moeten - net als bij de huur - de pachtprijzen van
jaar tot jaar te herzien. Hoe dan ook is over de pachtprij
zen het laatste woord nog niet gezegd
Oggel
lr. Ade Zeeuw