Alternatieve energievoorziening voor
agrarisch bedrijf lijkt mogelijk
Landbouw moet overschakelen op andere
gewassen voor biotechnologische processen
Prof. R. Wereldsma landbouwtechniekin inaugurele rede:
Reservoir
Zonne-energie
Dr. M. Cantiey:
Het is in eerste instantie de financiële balans die het agrarisch bedrijf
een basis geeft; bezuinigingen op energieverbruik helpen mee deze
basis te verbreden. Daarom is de toepassing van niet-fossiele (niet van
aardgas, aardolie of steenkool) energievoorzieningen op kleine schaal
wel zinvol. Dit is de mening van prof.dr.ir. R. Wereldsma, die hij
donderdag 28 april tijdens zijn intreerede in de aula van de Landbouw
hogeschool naar voren bracht. Prof. Wereldsma doceert sinds kort
iandbouwwerktuigkunde en werktuigbouwkunde bij de vakgroep land
bouwtechniek; hij besprak in zijn rede onder andere de mogelijkheden
van nieuwe energievoorzieningen voor het agrarisch bedrijf en de ont
wikkeling van de techniek in het algemeen.
De financiële haalbaarheid van in
stallaties voor alternatieve energie is
sterk afhankelijk van onzekere poli
tieke ontwikkelingen en subsidiere
gelingen. Hierdoor zijn technisch-
wetenschappelijke ontwikkelingen
ook wat onzeker. Hoewel er voorals
nog geen energietekort te verwach
ten is, zal met de huidige ontwikke
lingen en ongewijzigd beleid dit te
kort zeker ontstaan. Er is sprake van
een toenemende energieschaarste
die echter door technische en eko-
nomische maatregelen steeds lang
zamer zal toenemen. Daarom is on
derzoek naar de toepassing van
energie uit niet-fossiele energiedra
gers (wind, zon, getijden e.d.), een
zinvolle zaak, voor de langetermijn-
ontwikkeling, aldus prof. Wereld
sma. Hij noemde het verheugend dat
de vakgroep landbouwtechniek in
samenwerking met de vakgroep na-
tuur- en weerkunde onlangs een on
derzoekprogramma heeft opgezet op
het gebied van de niet-fossiele ener
gievoorzieningen v^n het agrarisch
bedrijf. Dit onderzoek zal uitgevoerd
worden op de "ir. A.P. Minderhoud-
hoeve", het proefbedrijf van de
Landbouwhogeschool bij Swifter-
bant in Oostelijk Flevoland. Hierbij
energiekonsumptie verwaarloos
baar. Om daar verandering in te'
brengen, moeten gigantische instal
laties gebouwd worden zoals "wind
molenparken". In dit licht bezien is
men geneigd het op zichzelf staande
windmolentje meewarig te bagatelli
seren. Toch is niet-fossiele energie
voorziening op kleine schaal wel
zinvol en helpt de financiële basis
van het agrarisch bedrijf te verbre
den.
Bij hel legpluimveebedrijf van de familie Hoondert uit Kwadendamme is reeds
een vorm van niet-fossiele energievoorziening gerealiseerd: windenergie
wordt gedacht aan onder andere
biogas, dier- en melkwarmte, winde
nergie, zonne-energie, en het koppe
len van deze energievormen aan het
gebruik van fossiele energie.
Landelijk en mondiaal gezien is de
gewonnen hoeveelheid niet-fossiele
energie vergeleken met de fossiele
In eerste instantie moet het energie
verbruik en het rendement van de
technische apparatuur op het agra
risch bedrijf kritisch worden hekeken.
De energiebesparing bij het land
bouwbedrijf moet gezocht worden in
kleinschalige toepassing van meerde
re typen niet-fossiele energie-omzet-
ters, gekombineerd met een energie
zuinige en aangepaste bedrijfsvoe
ring.
Op een bedrijf is thans ten allen tijde
een groot vermogen voorhanden.
Om aan deze eis te voldoen, is het bij
een alternatieve energievoorziening
nodig om energie op te slaan in een
reservoir om eruit te kunnen putten
op momenten van een gering aan
bod. Het door de natuur aangeboden
vermogen is namelijk grillig. Ener
gie-opslag is echter een van de grote
problemen bij benutting van niet-
fossiele energie. Bestudeerd moet
worden in hoeverre steeds een groot
vermogen voorhanden moet zijn.
Hoe kleiner de opslagkapaciteit kan
zijn, hoe groter de financiële haal
baarheid van het alternatieve sys
teem. Het agrarisch bedrijf kan in
tegenstelling tot andere verbruikers
beschikken over energiedragers die
opgeslagen kunnen- worden zoals
biogas, hout(gas) en energiegewas
sen. Vandaar dat het beoogde on
derzoekprogramma een "eilandbe
drijf' (zelfvoorziening) als doelstel
ling heeft, aldus prof. Wereldsma.
Onderzoek zal moeten uitwijzen hoe
groot het energiereservoir van een
bedrijf moet zijn als gebruik gemaakt
wordt van het grillige energie-aan
bod van wind en zon. Ook moet uit
gezocht worden in hoeverre de be
drijfsvoering op dat aanbod aange
past kan worden: wanneer veel
wind- en zonne-energie wordt aan
geboden is het verstandig veel af te
nemen. De bedrijfsvoering dient dan
middels een weersvoorspelling en
Prof R. Wereldsma
een komputer automatisch te wor
den geoptimaliseerd naar dit krite-
Over het algemeen wordt zonne-
energie te duur bevonden ten opzich
te van de gebruikelijke fossiele ener
gie. In samenwerking met andere
niet-fossiele energie bronnen wordt
de benodigde opslagkapaciteit klei
ner en daarmee de prijs van de niet-
fossiele energie lager. Het is dan ook
de vraag of door dit neveneffekt van
het geïntegreerde systeem de zonne-
energie ook nog te duur is.
Een systeem van meervqudige door
een komputer gestuurde alternatieve
energie-opwekking en energie-afna
me in kombinatie met een optimale
bedrijfsvoering opent, volgens
Wereldsma, een breed veld van on
derzoeksmogelijkheden.
Vrijdag 22 april hield dr. Mark Cantiey, lid van een EG denktank voor
biotechnologie aan de Landbouw Hogeschool een lezing over biotech
nologie. Het is volgens hem de hoogste tijd dat de EG een gemeen
schappelijke strategie ontwikkelt voor die biotechnologie. Onze voor
naamste konkurrenten op dit gebied, Amerika en Japan, zitten name
lijk niet stil. Bovendien ziet Cantiey biotechnologie niet als zo maar een
nieuw techniekje, maar als een van de fundamentele oplossingen voor
onze huidige en toekomstige problemen: De landbouw moet overscha
kelen op andere gewassen, zodat er niet langer overschotten worden
geproduceerd, maar grondstoffen voor biotechnologische processen.
Er wordt in de laboratoria hard gewerkt aan een verdere en betere
beheersing van biotechnologische processen en technieken.
"Wij zien biotechnologie als een deel
van de oplossing voor onze proble
men, maar óp veel landbouwminis-
teries van de verschillende lidstaten
heeft men de neiging om juist de
biotechnologie als het probleem te
zien. Want biotechnologie is bij
voorbeeld een nieuwe bron voor
glucose en dat bedreigt onze suiker-
biet-boeren, dus laten we het alsje
blieft tegenhouden". Een uitspraak
van dr. Mark Cantiey, een Schotse
wiskundige. Hij werkt bij het direk-
toraat voor wetenschap en technolo
gie van de EG in Brussel. Hij maakt
daar deel uit van de zgn. FAST-
groep, die zich bezighoudt met de
toekomst van de biotechnologie in de
EG. Naar zijn mening is het beslist
noodzakelijk dat er voor de komende
jaren een samenhangende strategie
komt voor de biotechnologie in Eu
ropa.
Als argumenten om spoed achter die
plannen te zetten noemt hij de kom-
petitieve druk van onze belangrijkste
konkurrenten: Amerika en Japan, en
de mogelijkheden die biotechnologie
biedt om een aantal van onze be
langrijkste problemen op te lóssen
zoals voedselproduktie, milieuver
ontreiniging en grondstoffentekor-
ten. Bovendien zou biotechnologie
kunnen bijdragen aan de ontwikke
ling van de derde wereld.
Geen geld
Er zal op Europees nivo gewerkt
moeten worden want geen enkel
land kan het top-klasse onderzoek
alleen voortbrengen, laat staan fi
nancieel voor langere tijd bekosti
gen. Als voorbeeld van zo'n projekt
van samenwerking noemde hij een
komputer in Heidelberg. Deze heeft
in een enorm geheugen de gegevens
opgeslagen over de genenvolgorde
van een groot aantal bakteriën, een
zeer essentieel, maar ook een zeer
duur hulpmiddel voor industrie en
wetenschap: "de komputer in Hei
delberg is een faciliteit waarvan on
derzoekcentra en industriëlen zeg
gen: "wij hebben geen geld om dat te
betalen, maar we zijn zeer blij wan
neer de overheid dat wel doet. En het
is veel logischer om zoiets te koördi-
neren dan dat elk land apart zo'n
ding gaat neerzetten".
Behalve het instellen van centrale
faciliteiten zoals de komputer in
Heidelberg, stelt de FAST-groep ook
voor om centra aan te wijzen, waar
toponderzoek op een bepaald vak
gebied wordt gedaan. De kennis die
daar vergaard wordt zou dan niet al
leen nationaal, maar voor de hele
EG beschikbaar moeten zijn. Als
voorbeeld noemt tantley Wagenin-
gen. Het onderzoek dat hier wordt
uitgevoerd door het Itaftn de vak
groep Plantenveredeling op het ge
bied van de plantenbiotechnologie
heeft een wereldnaam.
De voorsprong die Wageningen op
dit gebied heeft ten opzichte van
Amerikaanse onderzoekers wordt op
zo'n 6 tot 7 jaar geschat.
Geldpomp
Tegenover de Europese terughou-
De F.A.O. de Wereld Voedsel- en
Landbouworganisatie verwacht dat
in 1983 de produktie van oliën en
vetten met 5% zal toenemen tot een
record van 64 miljoen ton, dat is 3
miljoen ton meer dan het rekord van
1982. Aan eiwithoudend schroot
verwacht men een rëcordproduktie
van 46 miljoen ton, dat is 1% meer
dan de 42 miljoen ton van 1982.
Voor een belangrijk deel is de toe-
dendheid voor investeringen in de
farmaceutische industrie staat een
Amerikaanse geldpomp die ervoor
zorgt dat er in de US jaarlijks twee
maal zoveel wordt geïnvesteerd in
biotechnologie als in Europa. "Dat
wil niet zeggen dat ze dus per se ook
meer resultaat hebben, maar ze
kunnen daar gewoon een paar din
gen aanschaffen die we hier als on
betaalbaar beschouwen. Ook Japan
is op een drastische wijze bezig zijn
inefficiënte farmaceutische industrie
te moderniseren.
De voorstellen van de FAST-groep
zullen in juni aan de Europese mi
nisterraad in Stutgart worden voor
gelegd. Behalve een voorstel voor
een onderzoeks- en ontwikkelings
programma, zal men ook komen met
maatregelen om de koördinatie tus
sen de verschillende direktoraten
van de EG te verbeteren. "Momen
teel gaat een firma als Hoechst nog
naar Massachusets omdat ze hier in
Europa geen instelling kunnen vin
den met dezelfde faciliteiten. Wij
hopen dat dat over een paar jaar niet
meer nodig is".
(bewerking verhaal
Wagenings Hogeschoolblad)
name van de wereldproduktie toe te
schrijven aan grot opbrengsten van
sojabonen. Voor alle olioudende za
den, behoudens copra, katoenzaad,
grondnoten en enkele dierlijke vet
ten wordt een grotere produktie ver
wacht. Vrij algemeen wordt in 1983
een toename van het wereldverbruik
verwacht, zij het dat de economische
recessie en de deviezenschaarste in
een aantal landen dat zou verhinde
ren.
23 april 1983
9