Natuur- en landschapszorg niet kansloos maar optreden overheid vaak "bedrijfsvreemd" J. Scheele jubileerde en nam afscheid ^Buitenstaander^ Nat E.E.G. lidstaten Wegvervoer vee en vlees tussen Twentse boeren geven hun mening: Bijstelling Weinig speelruimte Verlichting keurings kosten vlees in Engeland Schaapsscheerdersfeest Veere De mogelijkheden voor de boeren in hun bedrijfsvoering ook rekening te houden met de belangen van natuur en landschap, zijn nogal beperkt. Zelfs als daar overheidssubsidie voor gegeven wordt. Toch staat een aanzienlijk deel van de Twentse boeren er positief tegenover. Wel moet de overheid de mogelijkheden voor inpassing meer per bedrijf bekijken en zich daarbij opener en soepeler opstellen. Dit blijkt uit een onderzoek van het Nijmeegse Instituut voor Toege paste Sociologie (ITS). Ruim 130 Twentse boeren zijn over deze kwestie ondervraagd. Het onderzoek is verricht in opdracht van het provinciaal bestuur van Overijssel. - ook namens het gewest Twente - en van de Rijksplanologische Dienst. In het voormalig ruilverkavelingsgebied "De Poel" Heinkenszand is ook een aantal percelen bestemd tot beheersgebied. Onlangs zijn daarover met de be treffende grondgebruikers hoorzittingen gehouden. In het landelijk gebied en zeker ook in Twente, zijn meerdere belangen in het geding: die van het agrarisch grondgebruik en die van natuur- en landschapsbehoud. Wie beide be langen op elkaar wil afstemmen, heeft daarvoor de medewerking van de boeren nodig. Het onderzoek concentreerde zich dan ook geheel op de vraag welke mogelijkheden de boeren zelf op hun bedrijf aanwezig achten. Uit de reacties van de boeren spreekt duidelijk steun voor het overheidsstreven, om de natuur- en landschapszorg in de agrarische be- drijfvoering in te passen. De over grote meerderheid van de boeren vindt dit streven zeker de moeite waard. Daarmee is nog niet gezegd, dat de boeren over allerlei onder werpen ook werkafspraken willen maken. Bovendien zien niet alle boeren dat zitten op de manier zoals dat nu gebeurt. Gebleken is name lijk, dat - het overheidsoptreden als "be drijfsvreemd" wordt ervaren. Het gaat voorbij aan de specifieke problemen en mogelijkheden per afzonderlijk bedrijf; - het maken van afspraken eenzij dig gericht is op een aan de na tuur aangepaste bedrijfsvoering. Dit heeft voor de boer onevenre dig zware gevolgen. Volgens het ITS moet de overheid de problematiek dan ook op een andere manier te lijf gaan, zonder overigens de hoofddoelstellingen aan te tasten. In elk geval zou de gangbare praktijk op het bedrijf uitgangspunt moeten zijn. Zo zou men moeten aansluiten bij de jaarlijks terugkerende cyclus waarin de boer zijn plannen maakt en werkt. Afspraken voor de langere termijn maken veel minder kans. De onderzoekers vinden ook, dat de eisen vanuit natuur en landschap te hoog gegrepen zijn, willen ze kans van slagen hebben. De boeren bun nen niet alle wensen van de kant van natuur- en landschapsbehoud ver vullen. Soms wordt meer gevraagd dan mogelijk is. Vrijwel geen enkele boer acht het bijvoorbeeld mogelijk om het scheuren van grasland achterwege te laten. Dat geldt ook voor herinzaai en voor het telen van graan in plaats van maïs. Meer per spectief zit er volgens de onderzoe kers in de onderhoudssfeer. Hand having van houtopstanden en on derhoud van wallen leveren vrij wei nig problemen op. Het nalaten van werkzaamheden die de hoeveelheid en de kwaliteit van de grasopbrengst verminderen, stuiten echter weer op grote bezwaren. Maar zelfs dan valt er bij menige boer nog best over te praten. Ondanks deze problemen is de na- tuur- en landschaps— zorg op het boerenbedrijf niet uitzichtloos. Elk bedrijf heeft zo z'p eigen speelruimte maar die is klein. Binnen die ruimte beweegt zich ook de vrijheid van handelen van de boer. Inpassing van natuur- en landschapszorg in de agrarische bedrijfsvoering heeft pas dan kans van slagen als die resteren de vrijheid niet wordt aangetast. Wie dit wel doet, mag volgens de onder zoekers rekenen op fel verzet van de boeren. De overheid moet er daarom ook goed op letten hoe zij de inpassing aankaart. Nodig is een open en flex ibele opstelling, met begrip voor de problemen van de boer en met ken nis van zaken. Handicap voor de eenheid daarbij is het negatieve beeld dat vrij veel boeren van de overheid hebben. Zo vindt slechts 15% van de ondervraagde boeren de overheid deskundig in agrarische zaken. Tekenend is ook, dat minstens een op de drie boeren van mening is dat de overheid zelf niet het goede voorbeeld geeft als het gaat om na tuur en landschap. Er moet de over heid dus veel aan gelegen zijn, dit negatieve beeld om te buigen in een positief beeld. Het vertrouwen in de overheid als gespreks- en contract partner is daar immers sterk mee ge diend. Zodra de boer een zekere mate van dwang ervaart, is er weinig resultaat te behalen. "Een boer laat zich niet dwingen", is een typerend citaat dat de onderzoekers in de gesprekken met de boeren optekenden. Tenslotte vinden de boeren dat ook de burgers moeten opdraaien voor het behoud van natuur en landschap. (Nadere inlichtingen: telefoon 070-264201, R. Coops, tst. 2634/3002. "Te proat'n valt'r altied; Twentse boeren over de inpassing van natuur- en landschapszorg in hun bedrijfs voering" (ISBN 90 6370 355 4) door drs. H. Katteler en drs. J. Kropman is verschenen bij het Instituut voor Toegepaste Sociologie, Graafseweg 274, 6532 ZV Nijmegen (telefoon: 080-780111). Op dit adres is ook een samenvatting verschenen). Op maandag 25 april j.l. nam de heer J. Scheele van het Konsulentschap voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij te Goes, afscheid van zijn dienst en van het landbouwbedrijfsleven, omdat hij gebruik maakt van de regeling vervroegd uittreden. Tevens werd bij die gelegenheid het feit gevierd, dat hij 40 jaar in rijksdienst was. De heer Scheele is op 15 januari 1945 in dienst gekomen van het Rijks- landbouwkonsulentschap voor Zeeuws-Vlaanderen. Hij werd door de toenmalige konsulent, de heer van Dijk, te werk gesteld bij de herstel werkzaamheden in het verwoeste gebied West Zeeuws-Vlaanderen in de funktie van rayonassistent. In ok tober 1946 wordt hij specialist voor landbouwwerktuigen. Op 1 januari 1959 volgt zijn benoeming in de funktie van bedrijfsdeskundige ak kerbouw. In 1969 worden de Konsulentschap- pen voor Zeeuws-Vlaanderen en voor de Zeeuwse Eilanden samenge voegd. De heer Scheele wordt dan bedrijfstakdeskundige voor de ak kerbouw voor het gebied Zeeuws- Vlaanderen. Dit is hij tot zijn af scheid gebleven. Op de afscheidsbijeenkomst in Res taurant De Milliano te Terneuzen werd hij eerst toegesproken door de Konsulent, ir. L.Th.J.M. de Wit. Deze memoreerde de vele zaken, waarmee de heer Scheele in de loop van de tijd bezig is geweest. Zijn doel daarbij was steeds: de Zeeuws- Vlaamse landbouw te dienen! De heer de Wit dankte hem voor zijn kollegialiteit, waarop nooit tever geefs een beroep gedaan werd en voor zijn inbreng in de leiding van de dienst. Indringende manier Namens het landbouwbedrijfsleven 4 werd het woord gevoerd door de heer J. Ramondt, voorzitter van de Stich ting ter Bevordering van het Land bouwkundig Onderzoek in Zeeuws- Vlaanderen. Hij dankte(j':hem voor het vele werk dat hij verzet heeft. Dit was alleen op te brengen door ie mand die liefde voor zijn werk heeft. De heer Ramondt noemde de in dringende manier van Scheele om zijn boodschap over te brengen ka rakteristiek voor zijn optreden. Hij was er daarbij altijd op uit om de boer te helpen. De heer Ramondt benadrukte bij deze gelegenheid het grote belang van een onafhankelijke voorlich- In het Europese Parlement zijn door de heer H. Louwes vragen gesteld over belemmeringen vcor het weg vervoer van vee en vlees tussen de lidstaten. Aanleiding was o.a. dat Italiaanse beambten bij invoer in Italië zen dingen jonge kalveren geheel van een vrachtauto hebben doen laden, om opnieuw het voldoen aan be palingen ingevolge Richtlijn 64/432 EEG systematisch te onderzoeken. In haar antwoord stelt de Europese Kommissie dat een systematische gezondheidskontróle van dieren die uit andere lidstaten worden inge- tingsdienst en neutraal praktijkon derzoek. Dit mag niet verder worden ingekrompen. Aan de familie Scheele werden di verse kado's aangeboden. Dit bracht tot uiting de grote waardering voor het vele werk dat de heer Scheele verricht heeft voor de Zeeuws- Vlaamse landbouw. In een slotwoord dankt hij zowel de dienstleiding als het georganiseerde bedrijfsleven voor de ruimte die hij gekregen heeft om het werk, dat hij nodig vond, uit te kunnen voeren. Hij wenste zowel de landbouw als het voorlichtingsapparaat nog een goede toekomst toe. voerd verboden is voor zaken die binnen de werkingssfeer van de richtlijnen van de Gemeenschap op veterinair gebied en inzake volksge zondheid vallen. Toevallige inspekties zijn onder deze omstandigheden evenwel niet uitge sloten. Bovendien kan een uitgebreidere kontröle van bepaalde aspekten waarvoor de harmonisatie van de voorschriften nog niet volledig vol tooid is, onder bepaalde omstandig heden verantwoord zijn voor zover het daarbij niet gaat om een loutere herhaling van de kontröle, die reeds in de uitvoerende lidstaat is verricht. vdW De niet zeer rooskleurige situatie in de Britse varkenshouderij heeft de Britse minister van Landbouw aan leiding gegeven de veterinaire kos ten, die ontstaan bij de uitvoer van vee en vlees uit Groot-Brittannië in de toekomst voor rekening van de regering te nemen. Per varken zou dat rond 2 of 3,5 p/kg uitmaken. Deze maatregel kost de Britse schat kist ongeveer 2,5 miljoen per jaar. Bij de varkenskommissie van de Britse Boerenbond bestaat nu nog de wens om door middel van subsidies van rijk en/of Gemeenschap de bes taande slachthuizen te modernise ren, wat de konkurrentiepositie zeer ten goede zou komen. Zo'n voorjaar als dit maakt me definitief duidelijk, dat ik niet ge schikt ben voor boer. Hopelijk is het ergste leed geleden als dit stukje in het Landbouwblad staat, maar wat is het nat geweest tot nu toe. Natuurlijk denkt een boer dat een burger zich daar niet zo aan ergert, maar laat hij zich niet ver gissen. Hij heeft misschien wel 200 maal zoveel land als ik, maar mijn ergernis is zeker geen 200 keer kleiner. Ook ik kan mijn aardap pelen niet in de grond stoppen evenmin als de worteltjes en de schorseneren om nog maar te zwijgen van de tomaten en papri ka's. Het is me ook dit jaar weer een raadsel gebleven hoe een boer ei genlijk weet, wanneer hij kan gaan beginnen. Ik wroet iedere dag in de grond om vervolgens vast te stellen, dat het nog te nat is, maar een boer zie je zelden zoiets doen. Beoor deelt hij dat vanuit zijn luie stoel in Op pinksterzaterdag 21 mei a.s. wordt in Veere voor de 6e maal het "schaapsscheerders- en Zeeuws Folk lore feestgehouden. Op dit grootse en knotsgezellige folklorefeest zullen vrijwel alle deelnemers van vorig jaar weer aanwezig zijn. Wij kunnen nog bijzondere evene menten gebruiken en dan vooral de Zeeuwse folklore mag ook nog best wat uitgebreid worden. Hierbij wordt o.a. gedacht aan mutsenplooi- en, voordrachten in Zeeuws dialekt, nettenboeten en garnalen pellen, Zeeuws folkloretekenwerk, Zeeuwse kastenmakers, etc. etc. Gegadigden hiervoor kunnen zich aanmelden bij Jan Mosmans, Oudestraat 20 Veere, tel. 01181-808 b.g.g. 416. de huiskamer met een verrekijker? De stille getuigen dat er toch wel naar het land gekeken wordt, zijn de spullen die klaar liggen bij de opritten en dammen: de zakken met pootaardappelen, de eggen, de trekkerwielen. Dit voorjaar is me nog iets anders opgevallen. In de herfst tijdens het oogsten en rooien wordt er ook 's avonds en zelfs 's nachts gewerkt, maar in de zaaitijd zie je dat nooit. Kun je dan niet goed zien wat je doet - zijn de din gen te klein die je in de grond stopt in vergelijking met de omvangrijke produkten, die in het najaar van het land gehaald worden? Zou het zo simpel zijn? Intussen zal het allemaal wel weer goed komen en blijkt straks alles er toch in te zitten. Elk jaar is het hetzelfde. In maart en april heb je het gevoel of het nooit zover zal komen, maar ineens binnen een paar dagen is het werk weer ge beurd. Niet alleen in mijn tuintje, maar ook in de grote groentetuin, die Zeeland heet. Buitenstaander 29 aDiil 1983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 4