Bevelandse boeren accepteren vergoeding van 430.000,— voor geleden droogteschade Heel agrarisch Zeeland nam afscheid van gepensioneerde gewestelijk secretaris Goeman Scheidende secretaris Gewestelijke Raad voelde zich in Landbouwhuis één met de landbouw Kampeerraad adviseert over kampeerplaatsenplan Eind aan tientallen jaren slepende kwestie Rapporten Verontwaardigd Vasthoudend Goede huisbaas. Samenwerking Grondaankopen Bacterievuur Halvering tarweoogst in Australië De al lang slepende kwestie van de vergoeding van droogteschade die als gevolg van de afdamming van het Veerse Meer in 1960/1961 bij enige tientallen boeren op Noord-Beveland op getreden is, lijkt nu eindelijk na 23 jaar te worden afgesloten. Op een vergadering die 9 maart j.l. plaatsvond zijn de tien boeren wier schadeclaim door Rijks Waterstaat wordt erkend' akkoord gegaan met de voorgestelde uitbe taling van een schadebedrag van in totaal ca. 430.000,— Dit onder voorwaarde dat het geld vóór 1 april binnen zal moeten zijn. Zo niet dan wordt er door hen geprocedeerd. Voor de scheidende secretaris van de Gewestelijke Raad van het Land bouwschap een in meer dan één op zicht zeer opmerkelijke zaak, waar mee hij zich sinds 1960 heeft bezig gehouden; de langste zaak uit zijn loopbaan. Hoe opmerkelijk blijkt uit zijn rekonstruktie aan de hand van het dossier dat al die jaren binnen handbereik heeft gelegen. De defi nitieve schadeclaims hebben de ge troffen boeren op basis van de Delta Schade Wet tien jaar na de afdam ming van het Veerse Meer, dus in 1972, ingediend. Daarna werd van Rijks Waterstaat 6 jaar lang niets gehoord. Ongeduldig geworden nam de Gewestelijke Raad toen kontakt op met Rijkswaterstaat. Eerst gebeurde niets maar in 1981/1982 werd overgegaan tot een taxatie van de droogteschade. Een accountantsbureau van Rijks Water staat bracht later rapporten uit waaruit de schade bleek alsook het te vergoeden bedrag,op basis van de Delta Schade Wet. Dit laatste bete kent dat de direkt aanwijsbare scha de was verhoogd met een fiks bedrag voor muntontwaarding en rentever lies dat de boeren al die jaren als gevolg van het uitblijven van beta ling van de schadevergoeding heb ben geleden. Muntontwaarding en rentevergoeding belopen volgens het rapport ca. 600.000.— zodat de tien voor vergoeding in aanmerking ko mende boeren volgens die rapporten in totaal zo'n 1 miljoen gulden,tege moet konden zien. In maart 1982, zo vertelt Goeman verder, kwam eindelijk het bericht dat er op zeer korte termijn een beschikking mocht worden verwacht waaruit de vergoe ding zou blijken. Een beschikking die er nog steeds niet is.... Niet aflatend blijft de Gewestelijke secretaris zich inzetten voor een goe de afloop. Na herhaalde aandrang bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en dankzij de bemoeienis van het CDA-Tweede-Kamerlid de heer H. Eversdijk schrijft de Minister tenslotte een brief over de inhoud waarvan de heer Goeman zeer te leurgesteld, zelfs zeer verontwaar digd is. Goeman: "Uit de brief blijkt dat de Minister van mening is dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de droogteschade en de afsluiting van het Veerse Gat. Letterlijk schrijft ze dat op grond van algemene be ginselen van behoorlijk bestuur en gezien het feit dat deze kwestie al zo lang loopt, ze evenwel alsnog bereid is een tegemoetkoming in de schade te geven. Die tegemoetkoming is - en dat is frappant - precies het schade bedrag dat vastgesteld is in 1978 nl. 430.000,— Daarmee geeft het mi nisterie nota bene toe dat er dus wel degelijk sprake van schade was. Dit betekent weer zo meent een veront waardigde Goeman het ministerie niet alleen de schade maar volgens de Delta Schade Wet óók de vergoe ding voor muntontwaarding en rente verplicht is te betalen; een kleine 600.000,— De betrokken boeren zijn het wachten evenwel beu en ne men genoegen met 430.000,— "Maar als ze dat geld voor 1 april niet hebben gaan ze procederen. Mij zullen ze aan hun zijde vinden al moet ik er ook mee doorgaan tot 10 jaar na mijn pensioen..", zo besluit de felle pas gepensioneerde Goe man. In een buitengewone Vergadering van de Gewestelijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap en op een aansluitende receptie heeft de secre taris van deze Raad de heer W. Goe man vrijdag 25 maart in "De Prins van Oranje" wegens liet bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd af scheid genomen van agrarisch Zee land. - In grote getale- de receptie- boeken telden ca. 700 namen-bracht men het echtpaar Goeman dank voor 37 jaar inzet en wenste men opvolger drs. IJ.L. Boom en zijn echtgenote veel succes in hun nieuwe funktie. Tijdens de Buitengewone Raad wa ren er veel lovende woorden voor de secretaris Goeman die tientallen ja ren lang de agrarische belangen van werkgevers' en werknemers in de provincie Zeeland heeft gediend. Voorzitter F.C. Verhelst gewaagde in zijn openingswoord van Goeman's niet afnemende vitaliteit waarmee hij de vele hindernissen die zijn werk met zich mee bracht heeft genomen, daartoe opgeleid door zijn grote leermeester Dorst. Verhelst: "Als je nu vraagt wie in Zeeland de man is van de Landbouw dan gooit Goe man hoge ogen". Verhelst herinner de verder aan de vele goede zaken die tot stand zijn gekomep met name op het gebied van de ruimtelijke or dening. Hij noemde o.m. Schadere geling Kanaalzone, aanleg PZEM KV-lijnen, en de ruil- en herverka- velingswerken na de watersnood. Door al die werkzaamheden is het pad van opvolger Boom nu betreden en hij besloot met de wens uit te spreken dat deze het pad door mag trekken dat Goeman verlaat. Namens het Provinciaal Bestuur bracht Gedeputeerde mevrouw E. Maris-Koster de waardering en dank over voor het vele en goede werk dat heer Goeman loyaal voor de Ook de leermeester van de heer Goeman ir. Dorst (l.) kwam zijn vroegere secretaris een hand geven. Zeeuwse landbouw heeft gedaan". In het overleg was hij vasthoudend maar hij had altijd een open oog ook voor de andere belangen hetgeen o.m. gebleken is uit de positieve in stelling ten opzichte van de land- schapsverzorgingsdienst. Mevrouw Maris overhandigde Goeman een standaardwerk over de Deltawerken. Ook de Algemeen Secretaris van het Landbouwschap in Den Haag de heer M.L. de Heer onderschreef de lovende woorden over de wijze waarop Goeman zeer essentieel werk heeft verricht voor de agrarische be drijfstak. "U riep niet al te gauw ach en wee maar bleef steeds nuchter daarbij alleen bezwaren makend als het ergens toe diende. Drs. de Heer bood hem een enveloppe met inhoud aan. De HID Lagrobo ir. L. Eelkema onderstreepte het goede funktione- ren van Goeman in het spannings veld van enerzijds de landbouw en anderzijds de aanspraken op grond van industrie, landschap, recreatie e.d. Rustig en weloverwogen ging hij daarbij zijn weg, taai vasthoudend bij onrecht. Namens de oud-voorzit ters roemde de heer Van Waas de tactische wijze waarop de scheidende secretaris op vele terreinen zijn werk voor de landbouw heeft gedaan. In zijn dankwoord betrok de heer Goeman speciaal de heren Dorst en Schlingemann als ook de voorzitters en zijn medewerkers zonder de hulp waarvan het niet zou zijn gegaan. Hij sprak de hoop uit dat agrarisch Ne derland nog lang mag blijven be schikken over het Landbouwschap, een orgaan van samenwerking tussen ondernemers en werknemers die in de praktijk zijn bestaansrecht heeft be wezen. In 1940 vlak na het uitbreken van de oorlog" werd de 22-jarige Wim Goe man chef van de Afdeling Veevoeder bij de Provinciale Voedselcommissa- ris ir. J.D. Dorst. In 1945 werd hij benoemd tot secretaris van de heer Dorst. Van 1946 tot 1954 was hij ad junctsecretaris van de direkt na de oorlog opgerichte Stichting voor de Landbouw in Zeeland waarna ten slotte zijn benoeming tot secretaris van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap volgde in 1956, een funktie die hij pas 1 april los liet van wege het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd. Een paar jaartallen die veelzeggend niet alleen de carrière van Goeman uitdrukken maar tevens een zeer be langrijk stuk geschiedenis omvatten van de georganiseerde landbouw in de provincie Zeeland. Goeman heeft aan de wieg daarvan gestaan deze helpen opgroeien tot volwassenheid en daarna tientallen jaren met zorg gekoesterd. Na een aantal keren in en rond het centrum van Goes te zijn verhuisd, nam Goeman in 1948 definitief in trek met zijn Stichting in het Land- bouwhuis aan de Grote Markt. Niet minder dan 25 jaar heeft hij met zijn mensen ingewoond bij de Zuidelijke Landbouw Maatschappij, een perio de waarop hij met plezier en tevre denheid terug kan zien. "De ZLM is altijd een goede huisbaas geweest en het is voor de Gewestelijke Raad natuurlijk zeer plezierig geweest om samen met een van de grootste land bouworganisaties in hetzelfde ge bouw te zitten. Dat kan voor beide voordelen hebben want je kon snel en gemakkelijk kontakten leggen en overleg voeren. Daardoor hebben wij ons toch altijd méér één gevoeld met de landbouw dan wanneer je in een afzonderlijk gebouw zou zitten". Omziend naar 1946 meent Goeman dat het een hele goede zaak is ge weest dat toen de Stichting van de Landbouw is ontstaan. Vooral het feit dat werknemers en werkgevers elkaar hier konden vinden is volgens hem voor de landbouw van grote betekenis geweest. Eenvoudig zijn die eerste jaren niet geweest. Goe man: "De Stichting was als zodanig iets nieuws en daarom was het in het begin pionieren wat het overleg met verschillende overheden en over heidsinstanties betreft. Heel voor zichtig en taktvol moest je proberen een voet tussen de deur te krij gen".Hoewel dat veel tijd heeft ge kost ontstond er toch een wederzijds vertrouwen en erkenning. Overleg met de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap is nu in zaken die de landbouw aangaan en dan met name de vaststelling en wijziging van bestemmingsplannen de gewoonste zaak van de wereld. Uit de veelheid van gebeurtenissen uit Goeman's loopbaan kun je na tuurlijk met gemak tientallen opdie pen die de moeite van het vertellen waard zijn. Van een aantal moet hij de afwikkeling overlaten aan zijn opvolger drs. Y.L. Boom. Nog net op de valreep heeft hij de zaak van de grondaankopen voor de kanaalver breding in Zuid-Beveland zo goed als rond kunnen krijgen. "Als we niet op korte termijn groen licht zouden krijgen voor die grondaankopen dan zou de afwikkeling van de ruilverka veling Kapelle-Wemeldinge met een jaar zijn vertraagd. Met behulp van politieke druk heb ik toch de toezeg ging van de Minister van Verkeer en Waterstaat gekregen dat de grond van de betreffende boeren zou wor den gekocht op onteigeningsbasis. Ik verwacht gezien de toezegging d t zulks voor 1 september plaats vinden en de zaak rond zal zijn. te meer omdat van de 70 boeren er V de wens te kennen hebben gegeve i te willen verkopen. De taxaties zijn in volle gang". Een andere problematiek is die van het bacterievuur, een nog steeds brandende kwestie die hij ook over zal moeten dragen aan zijn opvolger. Goeman zegt het volstrekt niet eens te zijn met de hantering van de 500 m-grens, zoals die in de huidige re geling wordt toegepast. "We hadden gehoopt dat de minister gezien t' ellende het vorig jaar, zou besluite met een afgerond plan te komen oi de zaak rigoreus aan te pakken. De enige manier namelijk om bacterie vuur voldoende te bestrijden is de/c aanpakken waar ze dan ook voo komt. Hij zegt tenslotte te hopen dat deze zaak ook de welwillende aai dacht van de natuurbeschermii mag blijven houden. J. Wierenga De Kampeerraad heeft er in een aan de minister van landbouw en visserij uitgebracht advies op gewezen, dat de Kampeerwet voorschrijft dat aan een gemeentelijke kampeerverorde- ning een kampeerplaatsenplan wordt gekoppeld. Een kampeerve- rordening is derhalve wettelijk niet mogelijk zonder het bijbehorende kampeerplaatsenplan. Met een zo danig plan geeft de gemeente inzicht in de mogelijkheden en wenselijkhe den van het verblijfsrekreatiebeleid. Indien Gedeputeerde Staten geen ontheffing verlenen, is iedere ge meente verplicht binnen twee jaar na de inwerkingtreding van de Kam peerwet een kampeerverordening vast te stellen, waaraan het kam peerplaatsenplan moet worden toe gevoegd. De Kampeerraad adviseert nu om de procedure voor beide besluiten ge lijktijdig en op dezelfde wijze te laten verlopen. Indien een gemeente een uitgebreider kampeerplaatsenplan wenst maar dit niet in de vereiste tijd rond kan krijgen, adviseert de Raad in elk geval te starten met een kam peerplaatsenplan volgens het basis model en dit in een later stadium uit te breiden. Vanaf 10 april a.s. kunnen geïnte resseerden het advies bestellen bij het sekretariaat van de Kampeer raad, tel. 033-19948. De tarweoogst 1981/82 in Aus tralië leverde 16,33 miljoen ton op doch wat oogst 1982/83 be treft zal dit niet veel meer zijn dan 8,7 miljoen ton. In het jaar 1982/83, dat per no vember eindigt, zal de export niet hoger uitvallen dan 6,5 miljoen ton, vergeleken met 12,1 miljoen ton in het voorgaand seizoen. De oorzaak is de katastrofale droogte die het werelddeel geteisterd .heeft. Het exportjaar 1982/83 begon met een overschot van het voor gaand oogstjaar van 2,1 miljoen ton. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 15