De maand april op het
zuidwestelijk landbouwbedrijf
Akkerbouw
Telefonische
berichtgeving
Tijdens de periode van lichte vorst in februari hebben velen van de situatie gebruik gemaakt om kunstmest te
strooien. Ook is toen al een enkel perceeltje van de vroege voorjaarsgewassen, zoals zomergerst, vlas en
zaaiuien gezaaid. Door de voorbewerking had de grond soms veel weg van een maanlandschap. De
mogelijkheid is dan ook aanwezig dat op dergelijke percelen het zaaibed te diep is losgemaakt. Wat de
gevolgen van een te diep losgemaakt zaaibed kunnen zijn hebben we in 1982 kunnen ondervinden. Denk maar
aan de opkomst van de suikerbieten in 1982.
Na de vorst vielen enkele millimeters regen, maar de zon was snel weer present, hetgeen menigeen tevreden
stelde. De inzaai van zomergerst, zomertarwe, vlas, erwten en zaaiuien zette zich weer in gang.
De bodemvoorraad N is in 1983 gemiddeld iets hoger dan 1982. De door onze dienst verstrekte richtlijnen
omtrent de N-bemesting in 1983 voor kleigronden zijn gebaseerd op deze gemiddelden.
Voor een juiste bemesting, afgestemd op Uw perceel is grondonderzoek een vereiste. Indien dit niet
gebeurd is, bent U toch gestart met een vraagteken.
Wenken bij het spuiten
Het aantal toegelaten bestrijdings
middelen is zeer groot, waardoor de
keuze er niet gemakkelijker op
wordt. Een overzichtelijke indeling
kunt U vinden in de "Groene P D
-berichten" en/of de "Handleiding
1983". Naast de keuze van het mid
del zijn ook de omstandigheden bij
de toepassing, zoals bijvoorbeeld
temperatuur, relatieve luchtvochtig
heid, "onkruidontwikkeling, etc. van
belang. Lees vooraf de gebruiksaan
wijzingen en de voorschriften die op
het etiket staan. Denk niet te gauw
dat U het allemaal wel weet. Het
goed schoonmaken van de spuitma-
chine lijkt overbodig om te vermel
den, maar elk jaar gebeuren hierdoor
weer ongelukjes. Er zijn hiervoor ook
speciale middelen, U zult ervan
staan kijken wat er "los" komt. Houd
bij het uitvoeren van het spuitwerk
wind en drift in de gaten. Uw buur
man teelt in vele gevallen een ander
gewas op het naastgelegen perceel.
Onkruidbestrijding over de ploegsne-
den
Als gevolg van de zachte winter en
voorjaar is op veel percelen nu al
flink wat onkruid aanwezig. Het
mechanisch bestrijden van dit on
kruid is mogelijk maar aangezien dit
een intensieve grondbewerking ver
eist, gaat dit vaak ten koste van Uw
zaaibed. Het resultaat van een be
spuiting met Gramoxone tegen gras-
achtigen of Reglone tegen niet-gras-
achtigen is uit dit oogpunt beter en is
ook meer bedrijfszeker.
Groenbemesting
Wij vertrouwen erop, dat U de zuid
westelijke actie met betrekking tot de
groenbemesters nog niet vergeten
bent. De voordelen van de groenbe
mesters zijn in het artikel over de
maand maart aan de orde geweest.
Een overzicht omtrent zaaitijd, zaai-
zaadhoeveelheid etc. zijn te vinden
in de "Rassenlijst 1983". Vooral
voor rode en witte klaver en voor
Engels raaigras geldt dat zo vroeg
mogelijk zaaien de grootste kans van
slagen geeft. Italiaans raaigras mag
in verband met de kans op gewas-
concurrentie niet te vroeg gezaaid
worden. Als de onkruidbestrijding in
wintertarwe stevig ter hand moet
worden genomen met behulp van
bijvoorbeeld groeistoffen of combi
naties hiervan, dan zal men een
grasgroenbemester moeten nemen.
Rode klaver verdraagt alleen een
niet te vroege bespuiting met MCPA.
De overige groeistoffen zijn uit den
boze voor de klavergroenbemesters.
Wintertarwe
Het areaal wintertarwe is in vergelij
king met vorig jaar zo'n 10 a 15%
uitgebreid. Dit vindt zijn oorzaak in
het feit dat door het mooie najaar
1982 veel bietenpercelen onder goe
de omstandigheden ingezaaid kon
den worden met wintertarwe. Deze
areaaluitbreiding zal hoofdzakelijk
ten koste gaan van de zomertarwe.
De winter heeft weinig of geen scha
de aangericht aan de wintertarwe, de
stand is goed met op een aantal per
celen een wat dichte stand.
Ook de onkruiden hebben van deze
zachte winter geprofiteerd. Als ge
volg hiervan waren de onkruiden in
maart al dermate ontwikkeld dat een
bespuiting met een contactherbicide
(kleurstof) zonder toevoeging van
10
Weet u de situatie met de bietenaaltjes?
Zo niet, laat dan tijdig
grondonderzoek verrichten.
een groeistof weieens onvoldoende
zou kunnen zijn. De kleurstoffen
werken namelijk alleen afdoende op
onkruiden in het kiemplantstadium.
Het probleemonkruid kleefkruid is
dit jaar weer nadrukkelijk aanwezig.
Hiertegen kan met succes het mid-
delDM 68 worden ingezet. In dit
middel zit o.a. groeistof meco-
prop, zodat gespoten dient te worden
bij groeizaam weer. Van minimale
omstandigheden mag men meestal
niet een optimaal effect verwachten.
Een 100% dodingseffect bij een be
spuiting tegen kleefkruid hoort voor
alsnog tot de zeldzaamheden. Er zal
vrijwel altijd een nabehandeling no
dig zijn met MCPP of een mengsel
bestrijding voor duist of windhalm
heeft plaatsgehad en waar deze on
kruiden nu nog voorkomen kunnen
de volgende middelen worden inge
zet:
Arelon Kombi: bij aanwezigheid van
muur en kleefkruid, Belgran: bij
aanwezigheid van ereprijs, Grami-
non Plus: bij aanwezigheid van ka
mille en kleefkruid.
Deze middelen bevatten naast iso-
proturon ook een groeistof en Belgran
en Graminon Plus tevens nog een
contactmiddel. Dus spuiten bij
groeizaam weer!
Toepassing van CCC ter voorkoming
van legering
Hier geldt: voorkomen is beter dan
genezen. Bij een late toepassing is de
totale verkorting het grootst. De to
tale verkorting is echter niet maatge
vend voor de vermindering van de
legeringsgevoeligheid van het gewas.
De grootste stevigheid wordt bereikt
door de basis van de stengel te ver
korten, dus bij een vroege toepassing
van CCC. Een handig hulpmiddel
ter bepaling van dit tijdstip is om na
te gaan wanneer U de eerste knoop
voelt. Wat de hoeveelheid CCC be
treft dient men onderscheid te ma
ken tussen de rassen. Bij Marksman
wordt geen CCC geadviseerd. Bij
Okapi is zeker CCC nodig; meestal
tweemaal, bijvoorbeeld 1 1 liter
lager zijn dan 0,75 a 1 liter/ha). Bij
Arminda is één keer 1 liter als regel
voldoende, het gewas reageert bij dit
ras soms zelfs negatief op CCC. Het
ras Citadel neemt een tussenpositie
in, dus is wat meer CCC dan bij Ar
minda maar minder dan bij Okapi
op zijn plaats.
Zaai de klaver zo vroeg mogelijk.
dat MCPP bevat zoals
MCPA/MCPP of Basagran P. Ka
mille en muur kunnen eveneens bij
een gewaslengte van 12-15 cm uit
stekend bestreden worden met Ba
sagran P.
Klein hoefblad wordt bestreden met
2-4 D. De doorsnede van het blad
van klein hoefblad moet minimaal 7
k 8 cm. zijn. Een bespuiting 10
dagen later met MCPA verbetert het
effect.
De akker- en melkdistels moeten pas
bestreden worden als de distels flink
ontwikkeld zijn, d.w.z. bij een gewas
lengte van 30-35 cm. Veelknopigen,
zoals varkensgras en zwaluwtong,
worden het beste bestreden door di-
camba bevattende middelen.
Op percelen waar in het najaar geen
bij wintergerst het beste resultaat. De
tweede gift, 30 a 60 kg N/ha, moet
gegeven worden in stadium F 5.
Voor de onkruidbestrijding zijn on
geveer dezelfde middelen beschik
baar als in wintertarwe. In het voor
jaar geen Tribunil.
Wintergerst kan al in een vroeg sta
dium aangetast worden door meel
dauw en dwergroest. Door de zachte
winter hebben beide schimmels geen
problemen gehad met overwinteren.
Er moet dan ook rekening gehouden
worden met de mogelijkheid van een
vroege aantasting. Een bestrijding
kan uitgevoerd worden met Bayle-
ton. Het nieuwe middel Sportak
bestrijdt zowel meeldauw als net-
vlekkenziekte.
Consulentschap voor de akkerbouw
en de Rundveehouderij te Goes
Het telefoonantwoordapparaat is
tussen 1 maart en 31 oktober te
bereiken onder nummer: 01806 -
14166.
Blauwmaanzaad
In dit gewas kan zowel kort na het
zaaien als vanaf een gewaslengte van
5 cm Asulam gespoten worden.
Melde en ganzevoeten worden door
dit middel niet bestreden. Bij voor
keur geen blauwmaanzaad telen op
percelen waar melde en/of ganze
voeten verwacht worden. Vorig jaar
trad vrij algemeen schade op door de
Asulam. Dit was te wijten aan de re
gen die gevallen is kort na de toe
passing. Het middel is hierdoor te
diep gezakt en heeft als gevolg hier
van schade gegeven. Wanneer karwij
als ondervrucht ingezaaid is kan niet
na opkomst gespoten worden met
Asulam.
Tegen trips kan 1 xh liter parathion
gebruikt worden.
Controleer het pootgoed als het afgeleverd wordt.
N.B. 1 Als regel ligt het juiste tijdstip
waarop men CCC moet toepassen en
dat waarop men de oogvlekkenziekte
moet bestrijden ongeveer twee we
ken uit elkaar. Combinatie houdt
vaak in dat men de CCC te laat spuit
en tegen de oogvlekkenziekte te
vroeg, ook in die zin dat men nog
amper de qggvlekken kan waarne
men.
N.B. 2 Om na te gaan of een bestrij
ding van de oogvlekkenziekte nood
zakelijk is bestaat er een duidelijke
norm. Deze luidt: alleen spuiten als
minstens 15-20% van de stengels
oogvlekken vertoont. Spuit niet on
nodig! Er is reeds resistentie waarge
nomen.
Wintergerst
Een deling van de N-gift geeft ook
Zomergranen
Tegen zaadonkruiden kunnen in het
kiemplantstadium met. succes
DNOC of Herbogil ingezet worden.
Verder zijn nog tal van groeistof
combinaties te gebruiken. Zie
"Handleiding 1983".
Vlas
In tegenstelling tot voorgaande jaren
lijkt de vlasteelt zich dit jaar iets uit te
breiden. Deze uitbreiding vindt
hoofdzakelijk plaats via landhuur.
Vanaf een gewaslengte van 5 cm kan
2,5 liter Extor-Sandoz gespoten wor
den tegen zaadonkruiden. Is het vlas
8-10 cm dan de hoeveelheid verho
gen tot 3 liter. Aan deze bespuiting
kan 0,5 tot 3A liter MCPA 25% wor
den bijgevoegd.
Ook Actril AC en Certrol A of Basa
gran zijn goede zaadonkruidbestrij
dingsmiddelen. Spuiten met veel
water verdient aanbeveling. Ook aan
Basagran kan Vi-3A liter MCPA 25%
toegevoegd worden. Als klavers in
gezaaid zijn dan geen Basagran
spuiten voor deze het tweebladsta-
dium hebben bereikt. Bij onder
vrucht karwij geen Basagran gebrui
ken. Spuiten direct na een parat-
hionbespuiting of als nachtvorst ver
wacht wordt moet ontraden worden.
De trips kan bestreden worden met 1
Vi liter parathion per ha.
Erwten
Wat de insektenbestrijding betreft
kan verwezen worden naar het arti
kel dat hierover apart verschijnt. Tot
kort voor opkomst kan met Dinoseb
in olie, DNOC of Herbogil gespoten
worden. Deze middelen bestrijden
geen grassen en de eventueel onder-
gezaaide karwij is bij opkomst zeer
gevoelig voor deze middelen.
Kort na opkomst kan gespoten wor
den met Ivosit. Spuiten op een droog
gewas, een vochtige grond en niet
afgeharde onkruiden. Vanaf een ge
waslengte van 5 cm. kan Dinoseb of
Basagran ingezet worden. Met name
de combinatie Basagran plus Ivosit
voldoet uitstekend.
Knolselderij
In april wordt de kunstmest voor
knolselderij gestrooid. Tevens is dan
het tijdstip aangebroken om het
plantbed tot op een diepte van 10
cm los te maken en zonodig af te
dichten. Op deze manier kan een
vochthoudend plantbed gevormd
worden, hetgeen voor de aanslag van
de planten in een droge periode van
groot belang is.
Uien
Propachloor (Ramrod, enz.) wordt
vrij algemeen toegepast als bodem
herbicide. Onder droge omstandig
heden valt het effect vaak tegen, stel
daarom als men gezaaid heeft een
behandeling niet onnodig uit. Op
gronden van meer dan 20% afslib-
baar en waar zwaluwtong verwacht
wordt kan 1 a 1 Vi kg Alicep toege
voegd worden aan een iets vermin
derde hoeveelheid propachloor.
Vlak voor opkomst dient men
schoon schip te maken met Gra
moxone tot 1 a 2 dagen voor opkomst
of Reglone dat tot aan de opkomst
gespoten mag worden. Er staat altijd
meer dan U denkt.
Tussen opkomst en een gewaslengte
van 6 cm kan immers zonder kans op
schade niets gedaan worden. Maar
ook bij een gewaslengte van 6 cm of
juist daar boven blijkt dat het meer of
minder afgehard zijn van het gewas
mede de mogelijkheden wat chemi
sche onkruidbestrijding betreft, be
paalt. Dat geldt vooral bij een onre
gelmatige stand, waarbij de planten
als regel toch al minder weerstand
hebben. Vanaf 6 cm kan gespoten
worden met o.a. het middel Liro-
nion.
Plantuien kunnen vanaf kort voor,
alsook na opkomst, bij aanwezigheid
van klein onkruid gespoten worden
met Lironion of Bladex. Bij afgehard
gewas, dit geldt dan ook voor de on
kruiden, 5 liter Schering 11 E olie
aan Lironion toevoegen.
Suikerbieten
Er is overwegend onder droge om
standigheden geploegd, de neerslag