Verantwoord handelen
met grond
8
■jSj?
Relatie landbouw-natuur
vanuit de Z.L.M. gezien
'^3^8
zuidelijke landbouw maatschappij
Beheersovereenkomsten
Motie Faber
Minister Braks wil reservaat
gronden verwerven uit verkoop
domeingronden
Strukturele aspekten
Kavelruil
Uitstel bouw kompartimenteringsdammen?
-7 r~r« >7^
z.l.m
VRIJDAG 11 MAART 1983
69e JAARGANG NO. 3672
land- en
tuinbouwblad
Momenteel kunnen de boeren in het beheersgebied "De Poel - Heinkenszand" op Zuid-Beveland zich op de
hoogte stellen van de konsekwenties die meedoen aan een beheersregeling in dit gebied voor hun bedrijfsvoe
ring heeft. Zie voor meer informatie hiervoor de voorpagina waar voorzitter Doeleman de beheersregeling ter
sprake brengt en ook het verslag van de eerste informatieavond over dit beheersplan op pag. 9.
Verantwoord handelen met grond is vooral in een dicht
bevolkt land als Nederland bijzonder urgent. Dat geldt
voor boer en tuinder maar ook voor de individuele burger
en voor de overheid. Het is ondoenlijk een volledig beeld
te geven van wat de betekenis is van de grond voor onze
samenleving.
Vandaag wil ik het hebben over twee aspekten die van
belang zijn voor de land- en tuinbouw met betrekking tot
de grond.
Deze week zijn er voorlichtingsbijeenkomsten gehouden
over hoe en waarom beheersovereenkomsten kunnen
worden afgesloten in het gebied de Poel - Heinkenszand.
Ondernemers die voor de keuze staan al of niet een be
heersovereenkomst aan te gaan zullen willen weten hoe
het bestuur van de Z.L.M. aankijkt tegen deze beheers
overeenkomsten. Het antwoord kan hierop vrij kort zijn.
Wanneer een ondernemer op vrijwillige basis een be
heersovereenkomst wil afsluiten staan wij daar positief
tegenover. De voorwaarden en de vergoedingen die in de
beheersovereenkomsten vermeld staan zijn tot stand ge
komen in overleg met de georganiseerde landbouw.
Centraal daarbij heeft steeds gestaan de vrijwilligheid.
Met deze vrijwilligheid komt de verantwoordelijkheid
duidelijk te liggen bij de individuele ondernemer. Dat kan
ook niet anders. Immers de omstandigheden in een be
paald gebied kunnen van bedrijf tot bedrijf zeer sterk
uiteenlopen. Iedere boer moet kunnen beslissen of het
verantwoord is, afgestemd op de situatie van zijn bedrijf,
of hij grond kan beboeren waar beperkingen op liggen.
De voorlichtingsbijeenkomsten zijn er om de inhoud van
de beheersovereenkomsten toe te lichten en om hierover
onder elkaar van gedachten te kunnen wisselen. De
landbouworganisaties werken aan deze bijeenkomsten
mee. Wij weten immers dat natuur en landbouw elkaar
broodnodig hebben.
Daarbij gaat het dan wel om de vraag wat de bijdrage van
de landbouw kan en mag zijn als het gaat om het beheer
van de open ruimte.
Minister Braks heeft aangekondigd dat domeingronden
die vrij komen van pacht verkocht gaan worden om met
deze gelden natuurterreinen aan te kopen. De minister
denkt daarbij aan een bedrag van 15 min. Hiervan
vinden wij dat de bijdrage die de landbouw moet leveren
te ver gaat. Vooral in de N.O.P. waar nog veel kleine
bedrijven zijn komt de sanering duidelijk op de tocht te
staan. Verder wordt door de overheid de pacht als finan
cieringsinstituut verder uitgehold. De laatste jaren neemt
het areaal verpachte grond jaarlijks met 8% af en is
daarmee tot bijna éénderde teruggelopen.
Verder is niet duidelijk wat de vraagprijs zal zijn van de
overheid voor deze vrijgekomen grond en de bedragen
die besteed gaan worden in de natuurgebieden. Voorko
De regering heeft besloten domeingronden te verkopen
om daarmee vrijkomende gelden te kunnen aanwenden
voor de verwerving van reservaatgronden in het kader van
de Relatienota. Hiermee geeft zij uitvoering aan de motie
Faber. Minister Braks (landbouw en visserij) heeft dit de
Tweede Kamer tijdens het vragenuurtje van 3 maart j.l.
geantwoord na betreffende vragen van het Kamerlid Ta-
zelaar.
Over de wijze waarop dit besluit uitgevoerd zal worden,
vindt thans op ambtelijk niveau overleg plaats. De mi
nister kon daarom nog niets zeggen over welke gronden
het daarbij in konkreto zal gaan en de omvang daarvan.
"Wel is duidelijk dat de geldelijke opbrengst zodanig
dient te zijn dat de uitvoering van de Relatienota op een
realistische wijze kan doorgaan". Zodra het overleg is
afgerond, zal hij de Kamer nader hieromtrent informe-
Bij de afstoot van domeingronden zullen landbouw-
strukturele aspekten een rol moeten spelen, aldus minis
ter Braks. Zijn ministerie en dat van Financiën voeren
overleg over de wijze waarop dat kan gebeuren. De be
windsman stelde zich voor dat in dat overleg een plan tot
verkoop van gronden wordt gemaakt, waarin zowel over
de methode van verkoop als over de prijsstelling een
gedragslijn wordt vastgelegd.
men moet worden dat de overheid prijsopdrijvend gaat
werken met daaruit voortvloeiend de dreiging van de
W.A.G.
Hoe men het ook draait of keert, verkoop van domein
gronden betekent een lastenverzwaring voor de land- en
tuinbouw. En dat terwijl de overheid streeft naar lasten
verlichting voor het bedrijfsleven. De motie Faber mag
een verdere sanering - bedrijfsvergroting - van de bedrij
ven niet doorkruisen. Daarnaast zou een gedeelte van de
beschikbaar komende gelden ten goede moeten komen
aan de grondbank. Slechts dan kan er gesproken worden
van een evenwichtig beleid tussen natuur en landbouw.
Teveel moeten wij ervaren dat de land- en tuinbouw
stapje voor stapje in moet leveren. Dat geldt ook bij de
ruilverkavelingen.
Voor verschillende gebieden in ons werkgebied wordt het
wel duidelijk dat de mogelijkheid van ruilverkaveling er
binnen afzienbare tijd niet meer inzit.
Het lijkt mij een goede zaak dat men in bepaalde regio's
nog eens verder onderzoekt wat de mogelijkheden van
vrijwillige kavelruil zijn. In meerdere gevallen zijn er goe
de ervaringen opgedaan met deze vrijwillige kavelruil.
Ook de voorlichting kan daarbij een belangrijke rol spelen
om bijvoorbeeld twijfelaars over de drempel te helpen.
Meer aandacht voor kavelruil is zeker op zijn plaats. Tot
op de dag van vandaag is de mogelijkheid van vrijwillige
kavelruil er nog. Deze laatste opmerking moet in een tijd
van bezuiniging wel worden gemaakt. Vorige week heb
ben wij dat ervaren toen plotseling besloten moest wor
den de rentesubsidie en de beëindigingsregeling inklu-
sief de glasafbraakregeling op te schorten tot 6 juni.
Om de ekstra uitgaven bij de Oosterscheldewerken te
kunnen financiëren wil men nu de Philipsdam en/of de
Ooster dam op een later tijdstip afbouwen. Hiermee kan
men op korte termijn bezuinigen. Bezuinigingen die op
langere termijn alleen maar meer geld gaan kosten. Ook
voor de landbouw rond het Zoommeer en de Grevelingen
is dit uitstel nadelig. Het Landbouwschap heeft zijn be
zwaren hierover kenbaar gemaakt. Het is te hopen dat de
regering niet te ver gaat met zijn bezuinigingen zodat het
paard achter de wagen gespannen wordt!
Doeleman