Het paard van Troje IJspret op de valreep zegge en schrijve zuidelijke landbouw maatschappij Kader Zuivelwereld Zuid-Nederland heeft Technisch Informatie Centrum Automatisch melken Eerste T.I.C. bij R.A.C. Onderhoudsabonnementen Tenslotte z.l.m VRIJDAG 25 FEBRUARI 1983 69e JAARGANG N0.3670 land- en tuinbouwblad Op de valreep heeft de winter van 1982-1983 nog voor wat ijsplezier gezorgd. Enige nachten lichte tot matige vorst bleken voldoende om ondiepe sloten en plassen van een draagkrachtige ijslaag te voorzien. De kinderen maakten daar maar al te gretig gebruik van. Ze troffen het want de meesten hadden net krokusvakantie. Overigens heeft de vorst ook de struktuur van de grond bepaald goed gedaan. Langzamerhand wordt het mij een beetje duidelijk op welke onderdelen bij landbouw zoal gesnoeid gaat wor den. Zoals bekend moet er in totaal zo'n 1 33 miljoen op tafel komen. Dit geld wil men voornamelijk weghalen bij de voorlichting (waaronder de SEV), bedrijfsontwikke ling, landinrichting, de keuringskosten en de Planten- ziektekundige Dienst. Opvallend is dat natuurbehoud en het ministerie zelf de dans blijkbaar ontspringen d.w.z. dat bijna de helft van de uitgaven op de landbouwbegro ting buiten schot blijft. Sterker: de aankoop van natuur terreinen moét nu gefinancierd worden uit de verkoop van landbouwgronden dus met boerengeld. En niemand moet de illusie hebben dat deze gronden in verpachte staat zullen worden aangeboden, dat is de Staat wel toe vertrouwd. Het toch al onder zware druk staande pacht- instituut wordt daarmee in de rug aangevallen. Ik vraag me af of dit een voorproefje is van de toJ die landbouw moet betalen voor het binnenhalen van de poot natuurbe houd van het voormalige ministerie van C.R.M.: totdat het tegendeel blijkt hou ik het erop dat wij daarmee het paard van Troje hebben binnengekregen - niet gehaald. Ik ben trouwens benieuwd hoe men deze nieuw aan te kopen natuurterreinen denkt te onderhouden nu men er slechts marginaal van het bakterievuur en de wildschade. behoren te beheren. Ik denk in dit verband bijvoorbeeld aan de bestrijding van het bakterievuur en de wildschade. Het antwoord op deze vraag laat zich raden. Ondertussen zijn de loftuitingen aan het adres van de land- en tuin bouw niet van de lucht. Er wordt daarbij vooral gewezen op de enorme eksport van land- en tuinbouwprodukten en de dientengevolge forse bijdrage aan de nationale ekonomie. Ook de ondernemerszin van onze boeren en tuinders wordt daarbij hogelijk opgehemeld. Van de weeromstuit hebben wij de neiging daaraan zelf volop mee te doen. Ik ga echter meer geloven dat we - zoals dat in goed Nederlands heet - daarmee onszelf het graf in- prijzen op grond van de redenering dat er bij zo'n sterke bedrijfstak nog een heleboel valt te halen. Niet meer doen dus. Wanneer de voorgenomen bezuinigingen inderdaèd worden doorgezet - en daar lijkt het op - dan zal dat zondermeer konsekwenties hebben voor de individuele bedrijfsvoering. Zeker in combinatie met het Brussels beleid valt te vrezen dat een aantal bedrijven (verder) achterop zal raken en uiteindelijk moet afhaken. Daar door wordt de toch al sterk uitgedunde populatie van boeren en tuinders opnieuw kleiner terwijl de eisen die aan de ondernemers en de onderneming worden gesteld steeds hoger worden. Met deze ontwikkeling krijgt ook de landbouworganisatie te maken in die zin dat het moei lijker wordt om alle posten voldoende te bemensen In Z.L.M.-verband proberen we dit o.a op te vangen door kadertraining: naast de kaderkursus voor afdelingsbe stuursleden die nu al voor het derde jaar loopt wordt er sinds vorig jaar ook een kursus voor kringbestuursleden georganiseerd. De tweede tiendaagse-kursus voor kring bestuursleden is juist gisteren afgesloten. En het moet gezegd: de positieve instelling van de kursisten "lichting 2" geeft hoop voor de toekomst. Ik geloof namelijk'dat de land- en tuinbouw het wat betreft de belangenbeharti ging meer en meer zal moeten hebben van een gemoti veerd en goed opgeleid kader dat niet van opgeven weet. Daarvan kunnen we er nog heel wat gebruiken. Dus wie zich aangesproken voelt De zuivelwereld in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg heeft sinds dinsdag 22 februari de beschikking over een centrum waar men alle informatie kan krijgen over de verbetering van de winning en de kwaliteit van melk. De opening van het Technisch Informatie Centrum (TIC) dat gekoppeld is aan de proefboerderij "Cranéndonck" te Soerendonk (N. Br.) werd verricht door dr. ir. C.J. Schip per, Konsulent in Algemene Dienst voor Melkwinning, Melkhygiëne en Boerenkaasbereiding. De plechtigheid die werd bijgewoond door een aantal genodigden, bestond uit het doormiddensnijden van een grote boerenkaas 40+ die zeer zwaar bleek te zijn aan getast door boterzuurbacteriën. Eén van de doelstellin gen van het TIC werd daarmee meteen duidelijk de kwaliteit van de melk moet zodanig verbeterd dat kaas van een dergelijke kwaliteit tot het verleden gaat beho ren. "Er wordt al enige tijd onderzoek uitgevoerd om na te gaan of door inbouw van fijngevoelige meetapparatuur gegevens geregistreerd kunnen worden betreffende de gezondheid en de produktie va,n het vee. Het volledig automatiseren van het melken komt in zicht". Dit zei dr.ir. C.J. Schipper in een die hij hield bij gelegenheid van de opening van het T.I.C. De her Schipper vertelde zelfs gehoord te hebben dat er een octrooi is aangevraagd voor apparatuur waarmee het automatisch aansluiten van melkstellen mogelijk wordt en dat er ook aan het automatisch reinigen van de uier wordt gewerkt. Hij waarschuwde evenwel dat het niet alleen de technische mogelijkheden zijn die bepalen of nieuwe technieken blijvend gebruikt gaan worden maar ook de economi sche. Volgens hem is de grens voor economische toepas singsmogelijkheden van sommige technische vindingen voor een aantal bedrijven dicht genaderd en mogelijk zelfs overschreden. Een nauwkeurige afweging van voor- en nadelen en een zekere begeleiding bij de keuze en aanschaf van apparatuur is daarom meer dan in het ver leden noodzakelijk, aldus dr.ir. Schipper. De voorzitter van het Regionaal Onderzoekcentrum voor de Rundveehouderij de heer H. Versmissen gaf in zijn welkomstwoord een korte schets van de geschiedenis en de betekenis van het Technisch Informatie Centrum. Zo vertelde hij dat het TIC in Soerendonk het eerste centrum in ons land is dat aan een Regionaal Onderzoek Centrum is gekoppeld. Drie andere in Nederland te Zegveld. Hei- nen en Selmien zullen nog volgen. Hij wees er voorts op dat het TIC uit 2 onderdelen bestaat die gericht zijn op verschillende doelgroepen nl. - een meet- en ijkgedeelte waar monteurs, melkwin- ningsadviseurs, voorlichters en dergelijke terecht kunnen voor het testen van hun onderhoud- en doormee- tapparatuur. - een instruktie/informatieruimte ten behoeve van melkveehouders, scholieren, studenten en dergelijke die hier geïnformeerd en voorgelicht kunnen worden over de verbetering van de melkwinning en van de melkkwaliteit op de bedrijven. De heer Versmissen besloot zijn toespraak met het uit spreken van de wens dat het TIC in een behoefte zal gaan voorzien en een belangrijke rol zal gaan spelen bij de verbetering van de uitvoering van de onderhoudsabon nementen bij de melkwinningsinstallaties en dat het aantal onderhoudsabonnementen nog belangrijk zal toenemen. Voorts zei hij te hopen dat het TlCmag bij dragen tot verbetering van de melkwinning, melkhygiëne en de kwaliteit op de melkveebedrijven in Zuid-Neder land. Na de officiële opening kregen de genodigden de gelegenheid het informatiecentrum te bezichtigen. Tenslotte laat ik de konklusie van het bovenstaande aan de lezer over in de (stille) hoop dat die er net zo over denkt als ik. Dit stukje zag er trouwens-in z'n ruwe vorm heel wat anders uit (feller) maar een toevallig telefoontje gaf mij m'n zelfbeheersing terug wat betreft mijn reaktie op de bezuinigingen. Alleen zit ik nu zelf met de vraag of ik daar verstandig aan heb gedaan. Oggel

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 1