O- en S-fonds blijft nieuwe
ontwikkelingen stimuleren.
Groenboek over de
financiële toekomst van de
EG
Met innovatiegeld
Nieuwe brochure over
landbouw en milieubeheer
Europese Commissie wil meer geld
Handleiding
besluitvorming
Think
British'-campagne
door Commissie
toegelaten
Leningen
Afzetmarkt ook voor land- en tuinbouw
onder druk
Met geld uit Ontwikkelingen Saneringsfonds voor de Landbouw
zijn de afgelopen jaren diverse nieuwe ontwikkelingen in de land- en
tuinbouw gestimuleerd. Ook in de komende jaren zal dat het geval zijn.
Dit jaar is daarvoor een bedrag van 7,5 miljoen beschikbaar. Hiervan
zal 1,5 miljoen worden gebruikt om kleinere projecten op land- en
tuinbouwbedrijven van de grond te brengen. De rest is bestemd voor
projecten van een wai grotere omvang, die voor een groep van bedrijven
of een hele produktietak van belang zijn.
Het is de bedoeling het "innovatie-
geld" vooral te gebruiken voor ont
wikkelingen die leiden tot kostenver
laging en kwaliteitsverbetering. Ook
zaken als het wegnemen van belang
rijke knelpunten in een agrarische
produktietak, verbetering van be-
drijfssytemen, verbetering van het
bedrijfsbeheer (management), pro-
duktievernieuwing en afzetverrui-
ming komen voor een bijdrage in
aanmerking.
Het gaat bij dit alles niet om een al
gemene regeling, maar om een be
perkt aantal goed te keuren projec
ten. De keuze wordt bepaald door de
voorwaarde dat de projecten een ex
perimenteel en innovatief karakter
moeten hebben. De hoogte van de
bijdrage hangt onder meer samen
met het risico dat het project mee
brengt, maar bedraagt in het alge
meen 15 tot 40%
Organisatorisch kader
Projecten met een investering van
ƒ200.000,— of meer worden tot de
grotere projecten gerekend. Deze
grotere projecten moeten in een goed
organisatorisch kader zijn geplaatst.
Het kan bijvoorbeeld gaan om ver
nieuwingen in de dienstverlenende
sector, bijvoorbeeld in de gezond
heidsdienst, de veeverbeteringsorga-
nisatie, de boekhoudbureau's of de
afzetorganisatie. De resultaten van
de verbeteringen moeten aan boeren
en tuinders ten goede komen. De
stimuleringsregeling is niet bedoeld
voor de agrarische verwerkende in
dustrie, die onder het subsidieregiem
van het Ministerie van Economische
Zaken valt.
Voorbeeldwerking
Bij de kleinere projecten gaat het om
nieuwe ontwikkelingen op de land
en tuinbouwbedrijven zelf. Te den
ken valt bijvoorbeeld aan nieuwe
bedrijfssystemen, nieuwe mechani-
saties, opslag van produkten etc. De
projecten moeten bovendien een
voorbeeldwerking hebben. Voor
lichting en onderzoek zullen van de
gegevens van een project gebruik
mogen maken. Agrarische onderne
mers die voor een bijdrage in aan
merking willen komen moeten hun
hoofdberoep in de land- en tuin
bouw hebben. Ook loonwerkers
kunnen voor subsidie in aanmerking
komen.
Aanmelden
De grotere projecten moeten worden
aangemeld bij het Ontwikkelings- en
Saneringsfonds voor de Landbouw,
Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.
Een beschrijving van doel, kosten en
termijn van uitvoering moet worden
bijgevoegd.
ir, J.H. Egberink
Het O- en S-Fonds laat zich ten
aanzien van de grotere projecten ad
viseren door de Landelijke Raad
voor de Bedrijfsontwikkeling, waarin
het georganiseerde landbouwbe
drijfsleven is vertegenwoordigd.
Kleinere projecten (projecten op
land- en tuinbouwbedrijven tot
200.000,— kunnen worden aan
gemeld bij de Hoofdingenieur Di-
rekteur van de Provinciale Direkties
voor de Bedrijfsontwikkeling in de
provincie waar het project wordt
uitgevoerd. Met een provinciaal ad
vies worden deze projecten voorge
legd aan een landelijke commissie
van het Ministerie van Landbouw
(Directie Bedrijfsstructurele Aange
legenheden), waarin overheid en het
Landbouwschap vertegenwoordigd
zijn. Met name voor de kleine pro
jecten is het gewenst vooraf contact
op te nemen met de voorlichtings
dienst of het provinciale HID-kan-
toor.
Ir. J.H. Egberink
LANDBOUWSCHAP
In deze nieuwe brochure van de
directie Voorlichting en Externe
Betrekkingen aandacht voor de
knelpunten in de relatie tussen
landbouw en milieubeheer in
Nederland. De brochure be
schrijft de problemen die zich
voordoen bij 't beheer van natuur
en landschap.
Het is zaak de tegengestelde be
langen zorgvuldig tegen elkaar af
te wegen. Verder aandacht voor 't
probleem van de overbemesting.
Tot slot wordt gewezen op de be
langrijkheid van energiebespa
ring in de land- en tuinbouw. De
brochure schetst genoemde pro
blemen op een duidelijke manier
en geeft antwoord op de vraag
welke oplossingen men nastreeft.
Deze zeer informatieve brochure
is gratis te verkrijgen van de In-
fo-tiek (070-792062/2057.
Brussel - In een "groenboek" dat onlangs is verschenen en dat dinsdag
aan het europees parlement zal worden gepresenteerd, heeft de eg-
commissie haar voorlopige ideeën uiteen gezet over de toekomstige
financiering van de activiteit van de europese gemeenschap, de eigen
financiële middelen waarmee men nu 12 jaar gewerkt heeft, dreigen
uitgeput te raken.
"De gemeenschap leeft al in de schaduw van die uitputting", zo zegt het
"groenboek". De EG-commissie zegt dat ze een verhoging van de
afdracht van een deel van de btw-opbrengsten door de EG-lidstaten het
beste middel vindt om de EG ruimer in de financiële middelen te zetten.
In de komende lente zal ze met definitieve voorstellen komen.
"Besluitvorming in de Europese Ge
meenschap", is de titel van een in
formatieve brochure die sinds kort
verkrijgbaar is bij het Voorlichtings
bureau van de Europese Gemeen
schap in Den Haag.
Verschillende aspecten van de be
sluitvorming binnen en tussen de
Europese instellingen komen aan de
orde. Zo wordt de besluitvorming bij
de Raad van ministers onder de loep
genomen, evenals bijvoorbeeld de
begrotingsprocedure in het Europees
Parlement. De vraag hoe een richt
lijn tot stand komt en welke rol de
verschillende instellingen daarbij
spelen, wordt uiteraard ook uitvoerig
behandeld. Aan het slot van de bro
chure wordt een breed overzicht ge
geven van de voorstellen die zijn ge
daan ter verbetering van de besluit
vorming in dl» Europese Gemeen
schap. Het betreft hier zowel resolu
ties van het Parlement als medede
lingen van bijvoorbeeld de Europese
Commissie. De brochure is (gratis)
verkrijgbaar bij :Voorlichtingsbu-
reau Europese Gemeenschappen,
Lange Voorhout 29, 2514 EB Den
Haag.
Verschillende Britse ondernemingen
hebben een campagne gelanceerd,
waarin zij de Britse gezinnen aan
sporen 'Brits te denken' en drie pond
per week te besteden aan Britse goe
deren in plaats van aan buitenlandse
levensmiddelen. De Commissie ver
zet zich niet tegen deze campagne.
Wanneer dit soort campagnes volle
dig een zaak van het bedrijfsleven
vormt, wordt namelijk geen inbreuk
gepleegd op de EEG-bepalingen
over het vrije verkeer van goederen.
Het geld dat de Europese gemeen
schap nodig heeft voor het uitvoeren
van haar beleid (het landbouwbe
leid, regionaal- en sociaal beleid,
ontwikkelingsbeleid enzovoorts), is
nu afkomstig van heffingen en
douanerechten die rechtstreeks in de
Europese kas vloeien. Bovendien
dragen de EG-regeringen jaarlijks
hun deel van de btw-opbrengst in
hun landen aan Brussel af. Die laat
ste afdrachten hebben een plafond
en kunnen maximaal één procent
van de btw-opbrengst zijn. Dat pla
fond wil de EG-commissie doorbre
ken.
Op dit moment, zo zegt het "groen
boek", beschikt de Europese ge
meenschap over een financiële re
serve van nog maar twee miljard
Europese rekeneenheden, dat is on
geveer 5,2 miljard gulden. Zeker als
Spanje en Portugal lid worden van
de gemeenschap zal er meer geld
nodig zijn. Er wordt al geruime tijd
over een verhoging van de financiële
middelen van de gemeenschap ge
sproken. Vooralsnog lijkt dat geen
eenvoudige zaak te zijn. Als gevolg
van de economische situatie be
schikken de EG-lidstaten zelf ook
over veel minder geld. "Toch kan de
gemeenschap niet de simpele ge
meenschap van de een procent blij
ven", zo zegt de commissie. Als de
bijdrage van de EG-lidstaten aan de
gemeenschappelijke kas in Brussel
omhoog gaat dan moet daar wat
tegenover staan, zo vindt de EG-
commissie. Het moet dan zo zijn dat
er een Europees beleid komt dat als
het ware vervangend werkt voor na
tionaal beleid. Met andere woorden
wat de lidstaten meer aan de EG
uitgeven, zouden ze nationaal moe
ten kunnen besparen. Aanpassing
van het huidige eigen-middelenbe-
sluit van de gemeenschap kan nog
een langdurige zaak worden. Er is
een verdragswijziging mee gemoeid
die unaniem goedgekeurd moet
worden door de Europese minister
raad en vervolgens bekrachtigd moet
worden door de nationale parle
menten van de tien EG-lidstaten.
De Europese gemeenschap had (en
heeft nog steeds) narigheid met de
Britten. Die hebben terugbetalingen
ontvangen omdat ze naar hun smaak
te weinig uit de Europese begroting
uitgekeerd kregen, vergeleken met
wat ze er aan betaalden. Duidelijk
met die problemen in het achter
hoofd vraagt de EG-commissie zich
in haar "groenboek" af of er bij de
betalingen aan het Europese budget
geen onderscheid gemaakt moet
worden tussen "welvarende" en
"minder welvarende" EG-lidstaten,
dat zou bijvoorbeeld kunnen door bij
de berekening van dat deel van de
btw-opbrengst dat lidstaten aan de
gemeenschappelijke kas moeten af
dragen, rekening te houden met het
bruto binnenlands produkt (bbp)
van elk van de landen. Een andere
mogelijkheid zou zijn dat lidstaten
waarvan het bbp relatief hoog is, een
extra bijdrage storten. Aangezien
ongeveer 65 procent van de Europe
se begroting verdwijnt aan uitgaven
voor de landbouw, zou er ook een
extra-bijdrage gevraagd kunnen
worden van landen die relatief veel
uit het Europese landbouwfonds
ontvangen. Maar de EG-commissie
zegt dat al deze ideeen nog nader
moeten worden besproken en bestu
deerd. Andere mogelijkheden om de
gemeenschap aan meer financiële
armslag te helpen zijn volgens de
EG-commissie de volgende: Europa
zou meer leningen kunnen plaatsen
op de internationale kapitaalmarkt,
er zou een heffing, gelegd kunnen
worden op de import van produkten
die graanprodukten vervangen en
zo'n heffing zou ook mogelijk zijn
voor importen van plantaardige
olieën en vetten. Zaken zoals een
Europese accijns op sigaretten en al
cohol, een Europese vennootschaps
belasting of een Europese, inkom
stenbelasting wijst de EG-commissie
op dit moment nog als "niet realis
tisch" van de hand. (ANP).
Sterke konkurrentie van andere lan
den en een dalend besteedbaar inko
men zullen de komende jaren de af
zetmarkt voor land- en tuinbouwpro-
dukten onder druk zetten.
Het is daarbij de taak van de overheid
het ondernemersklimaat te verbete
ren. Zij doet dit op dit moment door
enerzijds het financieringstekort te
rug te dringen en anderzijds de on
dernemer te helpen bij het drukken
van de kosten. De overheid heeft niet
zozeer tot taak de bedrijven te steu
nen die in moeilijkheden zijn. "Nee,
het beleid moet zich allereerst richten
op bedrijven die perspektief bieden en
bovendien de moed hebben om te in
vesteren".
Dit o.m. zei ir. A. de Zeeuw, direk-
teur-generaal voor landbouw en
voedselvoorziening tijdens de Tuin-
bouwkonferentie van de Nederlandse
Christelijke Boeren- en Tuinders-
bond (CBTB) op 10 februari j.l. in
Utrecht.
De heer De Zeeuw toonde zich dan
ook niet erg enthousiast om veel geld
te stoppen in de beëindigings rege
ling. "Natuurlijk zou ik graag zowel
voor het een als het ander geld be
schikbaar willen stellen. Het pro
bleem waar we voor staan is echter
de keuze: öf het een óf het ander".
Open grenzen
Voor onze land- en tuinbouw zijn
open grenzen binnen de EG van le
vensbelang. Ir. de Zeeuw was van
oordeel dat men voorzichtig moet
zijn om het invoerbeleid van de Ge
meenschap te verscherpen. "We
moeten andere landen buiten Eu
ropa kansen geven als ze wezenlijk
goedkoper kunnen produceren".
Stuntverkopen horen hier echter niet
in thuis. Via het vaststellen van refe-
rentieprijzen zal deze vorm van
marktbederf moeten worden voor
komen. De direkteur-generaal ver
klaarde dat minister Braks onlangs in
Brussel al informeel het idee naar
voren had gebracht om bloemen met
de groenten op te nemen in een re-
ferentieprijsstelsel om zo voor de EG
een beperkt beschermend beleid te
5