Uit de praktijk
Verbetering op onderdelen
zegge en schrijve
IaMM - 69e JAARGANG NO. 3669
zuidelijke landbouw maatschappij
Bescherming bodem tegen
overmatig gebruik van
meststoffen
Opkoping
Onomkeerbaar
1
Vergader kalender
Tenslotte
z.l.m
m VRIJDAG 18 FEBRUARI 1983
land- en
tuinbouwblad
Van 71! mil februari vond in Zuidlaren dicht bij de stad Groningen weer de jaarlijkse landbouwwerktuigen-
beurs plaats. De stemming was er opperbest; er is veel verkocht en het aantal bezoekers is nog nooit zo groot
•eweest. Kenmerkend voor de beurs was niet het nieuwe doch de verbetering van de werktuigen op onderdelen.
'otoAb Westerbeek
ge
tf<-
In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid en
Milieuhygiëne heeft de Landbouwhogeschool te Wage-
ningen onderzoek verricht naar de fosfaat- en kopertoe
stand van de bodem vooral in gebieden met intensieve
veehouderij. Voldoende bekend is dat in bepaalde ge
bieden, vooral op de zandgronden van Noord Brabant,
Limburg en Gelderland veel meer mest geproduceerd
wordt dan voor een optimale bemesting noodzakelijk is.
Naast transport van mest naar elders, vindt in^die gebie
den niettemin op grote schaal overbemesting'plaats. Op
basis van op dit moment voorhanden zijnde landbouw
kundige criteria becijferen de onderzoekers een mesto
verschot dat gelijk is aan 7.2 miljoen ton varkensdrijf-
mest.
Naast uitspoeling van voornamelijk nitraat naar het
grondwater vindt ophoping in de bodem plaats van an
dere stoffen zoals fosfaat en koper, stoffen die aan het
voer van mestvarkens worden toegevoegd en die later
weer grotendeels worden uitgescheiden. Ten aanzien van
fosfaat en koper zijn 84 lokaties in sterk overbemeste
gebieden bemonsterd en geanalyseerd. Met behulp van
eerder ontwikkelde modellen zijn voorspellingen gedaan
over de gevolgen van deze overbemesting ten aanzien van
uitspoeling van fosfaat naar het grondwater.
De resultaten van het onderzoek tonen aan dat het over
schot aan stoffen als fosfaat en koper in gebieden met
intensieve veehouderij bij ongewijzigd beleid aangaande
de mestverwerking onvermijdelijk leidt tot onaanvaard
bare en onomkeerbare verontreiniging van bodem-
grond- en oppervlaktewater. Voor fosfaat zijn de nadeli
ge effecten reeds op zeer korte termijn te verwachten. De
schadelijke gevolgen van koper zijn, alhoewel deze zich
op enigszins langere termijn zullen voordoen, eveneens
onafwendbaar bij handhaving van de huidige bemes
tingspraktijk. Het rapport toont aan dat de bescherming
van de bodem tegen het overmatig gebruik van mest
stoffen een uitermate urgente zaak is, waarvoor op korte
termijn maatregelen getroffen moeten worden.
Teveel bemesten is wel degelijk mogelijk en kan op lange
termijn erg vervelende konsekwenties hebbenzo is uit on
derzoek gebleken.
Lastenverzwaring, burokratie en bemoeienis van buiten
af: dat was de top-drie van de knelpunten (samen goed
voor ruim 45% van het totaal) op de onlangs gehouden
Z.L.M.-studiedag "Agrarische bedrijfsvoering en milieu
wetgeving" waaraan zo n tweehonderd Z.L.M.-ers deel
namen. Waarschijnlijk was de score van deze drie nog
(veel) hoger geweest als de spelregels dat hadden toege
laten: knelpunten als burokratie en bemoeienis van bui
tenaf moesten op deze studiedag namelijk buiten be
schouwing blijven. Op dat moment wisten de deelnemers
nog niet van de uitspraak van de Kroon op grond waarvan
een rundveehouderijbedrijf in ons werkgebied de be
drijfsvoering zal moeten staken omdat de hinderwetver
gunning moet worden ingetrokken. Over lastenverzwa
ring gesproken. Eén en ander was het resultaat van het
beroep van één man tegen het verlenen van de hinder
wetvergunning aan het bewuste bedrijf. Over bemoeienis
van buitenaf gesproken. Vermelding verdient overigens
dat zowel de gemeente als de milieu-inspektie in deze
zaak konsekwent geprobeerd hebben het bewuste bedrijf
open te houden. Het zal overigens duidelijk zijn dat deze
Kroonuitspraak gezien de omstandigheden nogal wat
opschudding heeft veroorzaakt. Daardoor zullen de kon
sekwenties van de milieuwetgeving in ieder geval ekstra
doordringen. Deze bewustwording is in feite ook de be
langrijkste doelstelling van onze studiedag geweest. Van
tal van deelnemers hoorde ik dat ze er inderdaad nauwe
lijks een idee van hadden hoever het met de milieuwet
geving eigenlijk al stond. Hopelijk komt daar nu drastisch
verandering in in die zin dat de deelnemers aan de stu
diedag hun ervaringen zullen doorgeven in hun afdeling
zodat er tijdig maatregelen kunnen worden genomen.
Ondertussen kunnen wij de uitkomsten van de studiedag
goed gebruiken door er voor te pleiten dat de lasten van
de milieuwetgeving niet zonder meer worden afgewen
teld op de bedrijven die daarvan de dupe zijn of worden.
De gemeenschap zal zich dienen te realiseren dat een
schoon milieu zeker in een overvol land als het onze - nu
eenmaal veel geld kost. Gehele of gedeeltelijke doorbe
rekening van deze kosten in de konsumentenprijzen is
dan eigenlijk niet meer dan redelijk. Een liter melk voor
een gulden zoveel plus een kwartje milieubelasting. Of
mag het een beetje meer zijn?
Met het verschijnen van de kunstmeststrooiers komt het
eind van het vergaderseizoen in zicht. Ik heb de indruk
dat er deze winter nog meer bijeenkomsten zijn georga
niseerd dan andere jaren. Als ik al die aankondigingen zie
dan vraag ik mij wel eens af in hoeverre er niet een te
zwaar beroep wordt gedaan op de belangstellenden.
Bovendien doen nogal wat bijeenkomsten elkaar "kon-
kurrentie" aan. Dat brengt me er toe om opnieuw na te
gaan of het nu echt niet mogelijk is een soort vergader
kalender op te stellen zodat iedereen kan zien wat er al
gepland is en daarmee dan rekening kan houden. Ik denk
dat het het beste is om er maar gewoon mee te beginnen
dan gaat met er vanzelf wel rekening mee houden. Men
zoli dan niet alleen met de data rekening moeten houden
maar ook met de onderwerpen want ook ten aanzien van
de onderwerpen zou een beetje meer samenspraak geen
kwaad kunnen. Overigens hoop ik dat deze opmerkingen
niet worden opgevat als zijnde negatief ten opzichte van
de ontwikkelde aktiviteiten. Integendeel: hoe meer akti-
viteiten hoe beter, maar je hebt nu eenmaal meer eer van
je werk als de mensen voor wie je het bedoelt ook in de
gelegenheid zijn om te komen. En daarvoor is,een zekere
koördinatie nu eenmaal onontbeerlijk.
Eigenlijk zou ik nog iets willen zeggen over de ontwikke
lingen op nationaal en internationaal nivo. Gezien de
onduidelijke situatie is dat echter nauwelijks mogelijk.
Vast staat dat er over de gehele linie ingeleverd moet
worden in die zin dat enerzijds de kosten voor het indivi
duele bedrijf zullen toenemen en anderzijds de (gegaran
deerde) inkomsten zullen dalen. De gevolgen daarvan
laten zich raden. De landbouworganisaties staan daar
mee voor de niet geringe opgave een passend antwoord
te vinden op de gewijzigde omstandigheden. E.E.G.-
landbouwkommissaris Dalsager vertelde ons onlangs in
Brussel dat hij zich uitsluitend baseert op statistieken. Als
landbouworganisatie hebben wij echter met de praktijk te
maken. En de praktijk heeft zich nog nooit gehouden aan
statistieken, prognoses of hoe al dat moois nog meer mag
heten. Domweg omdat de situatie in de praktijk altijd
weer anders is. Het zal echter moeite kosten dit Dalsager
aan zijn verstand te peuteren.