Beleidsnota Bacterievuur
Ontmoedigen of stimuleren
Fleurig voorproefje
vanuit de Z.L.M. gezien
zuidelijke landbouw maatschappij
Ombuigingen landbouw per
1986 met 77 miljoen
verminderd.
m m VRIJDAG 11 FEBRUARM 983
land-en
tuinbouwblad
Van 24 februari t/m 6 maart wordt in de bloemenveiling te Bleiswijk een tentoonstelling van orchideeën
gehouden. Hier alvast een fleurig voorproefje.
Het Nederlandse bedrijfsleven is bijzonder afhankelijk
van export. Dat houdt in, beter en/of goedkoper produ
ceren dan anderen.
De kostprijs wordt in ons land steeds meer beïnvloed door
o.a. de milieuwetgeving en de hinderwet. De concurren
tiepositie van veel bedrijven wordt daardoor nadelig
beïnvloed. De beperkende maatregelen hebben ook tot
gevolg dat bedrijven niet bereid zijn nieuwe investerin
gen in Nederland te doen. Bij de brede maatschappelijke
discussie over de kernenergie dient vooral aandacht bes
teed te worden aan de positie van het bedrijfsleven welke
sterk afhankelijk is van energie. Volgens de commissie
Wagner is de Nederlandse industrie bij de prijsstelling
van de electriciteitstarieven ca. 1 miljard in het nadeel
van W. Duitsland. Het verschil met Frankrijk is nog groter
doordat daar veel meer gebruik gemaakt wordt van kern
energie. Een belangrijke vraag bij de discussie is in
hoeverre ons land een ander beleid kan voeren dan de
ons omringende landen.
Om de steeds stijgende werkloosheid tot staan te bren
gen zal een duidelijk stimulerend beleid gevoerd moeten
worden. Dat geldt zeker ook voor de land- en tuinbouw.
In verschillende E.E.G. landen is men steeds meer bereid
de land- en tuinbouw de helpende hand te bieden. Wij
worden daarentegen steeds meer geconfronteerd met
velerlei beperkende maatregelen.
Wetten en maatregelen die van negatieve invloed zijn op
de bedrijfsvoering en daarmee op de concurrentiepositie.
De land- en tuinbouw heeft verder te maken met het
beleid of het niet voeren van een beleid bij het beheer van
het landschap - de flora en fauna.
Zo nemen de problemen van de wildschade steeds grote
vormen aan. Dit jaar hebben wij te maken met grote
aantallen rotganzen. Deze ganzen zijn beschermd zodat
boeren en jagers machteloos staan tegenover dit pro
bleem. Vooral in een open winter met veel regen kunnen
deze ganzen veel schade aanrichten. De boer dreigt ont
moedigd te worden. Ontmoedigd door de eindeloze pro
cedure die gevolgd moet worden om de schadevergoe
ding uitbetaald te krijgen. Toch blijven wij u stimuleren
wel schade aan te melden. Samen met U kunnen wij als
organisatie een vuist maken. Er zijn meer problemen te
noemen waarmee wij als landbouw geconfronteerd wor
den. Ik denk.o.a. aan de distelbestrijding. Natuurlijk
moeten wij gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen bij
het zoeken naar methodes en maatregelen, waardoor de
ruimte beheerd wordt op een wijze passend bij de zich
steeds wijzigende omstandigheden. Het is moeilijk
iedereen tevreden te stellen.
De recreant, de mensen die rust zoeken in de natuur, de
boer die zijn werk op economisch en sociaal verantwoor
de wijze uit moet kunnen oefenen. Het is nodig dat ieder
vanuit zijn eigen belang en verantwoordelijkheid bereid is
zich kritisch af te vragen of wij redelijk zijn tegenover de
belangen van anderen. Deze vraag kwam bij mij boven,
bij het lezen van de beleidsnota voor de bestrijding van
het bacterievuur. Van alle problemen die er vorig jaar zijn
gewenst met het bacterievuur hadden wij verwacht dat er
nu een duidelijk nieuw beleid gevoerd zou gaan worden.
Dat blijkt niet het geval te zijn. De bestrijding in de fruit
teeltgebieden, zal het komende jaar volgens de beleids
nota tot 500 m rond de boomgaarden beperkt blijven.
Blijkbaar wil men niet inzien dat op deze wijze en het
landschap (meidoorn) en de perenteelt het komende jaar
opnieuw in gevaar worden gebracht. Je denkt dan terug
aan vorige zomer hoe fruittelers keer op keer de boom-
In het regeerakkoord is voor de periode tot en met 1986
een aantal ombuigingen opgenomen op de verschillende
hoofdstukken van de rijksbegroting, waarbij aangetekend
is dat nagegaan zou worden of die specifieke ombuigingen
wellicht lager zouden kunnen zijn indien en voorzover er
mogelijkheden zouden blijken via algemene vermindering
van personeelsformaties ombuigingen te bewerkstelligen.
Deze afweging betreft niet het jaar 1983. Daarvoor zijn
immers de begrotingen al ingediend en ten dele reeds in
het parlement behandeld. Het kabinet heeft in zijn verga
dering op 4 februari j.l. de hierboven genoemde afweging
gemaakt.
Landbouw en visserij
Ook voor het departement van landbouw en visserij zal
het ombuigingsbedrag worden gewijzigd.
De taakstelling van het landbouwkundige onderzoek zal
in het kader van het wetenschapsbudget worden terug
gebracht tot een meer evenredig aandeel in de ombui
gingen op het wetenschapsbudget. Voorlopig is dit te
stellen op 25 min in plaats van de oorspronkelijk voor
ziene 40 min.
Bedragen voor de aankoop van natuurterreinen zullen
voortaan - conform de motie Faber - betaald worden uit
de opbrengsten van de verkoop van domeingronden.
Daarnaast zal de taakstelling van het departement van
landbouw en visserij in 1986 worden verminderd met
structureel 42 min plus incidenteel 20 min. Over de
voortzetting van deze 20 min na 1986 zal nader overleg
worden gevoerd.
In totaal zullen de bezuinigingen op het departement van
landbouw en visserij, die waren begroot op 210 min, in
1986 dus worden verminderd met f 77 min, t.w. 15 min
landbouwkundig onderzoek, 42 min structureel en 20
min incidenteel.
Commentaar Braks
Minister Braks meent dat het na bovengenoemde veran
deringen in de bezuinigingen nu mogelijk is een goed
landbouwbeleid overeind te houden. Over de invulling van
de bezuinigingen van 133 miljoen over de hele kabinet
speriode zal hij overleg voeren met het landbouwschap. De
minister verklaarde tenslotte er in de kabinetsonderhan
delingen ernstig rekening mee te hebben gehouden zijn
portefeuille in te leveren indien zijn ministerie naar zijn
oordeel teveel had moeten bezuinigen.
Op landbouwkundig onderzoek zal fors minder worden be
zuinigd.
gaarden hebben doorgelopen om aangetaste takken op te
sporen en te verwijderen.
Men heeft dat gedaan met de onzekerheid hoever de
bacterie al was doorgewoekerd in de boom. Onzekerheid
vooral ook "hoe de situatie het komende jaar zal zijn.
Fruittelers die erop vertrouwd hebben dat het bacterie
vuur grondig bestreden zou gaan worden, worden nu
opnieuw teleurgesteld. Afwegende wat redelijk of onre
delijk is kon het antwoord alleen maar zijn: zeer onredelijk
tegenover de fruittelers. Fruittelers die het zeker niet ge
makkelijk hebben.
Juist de perenteelt levert een belangrijke bijdrage aan het
instandhouden van het bedrijf. Het is triest te moeten
ervaren dat men niet bereid is de fruittelers dat steuntje in
de rug te geven, nodig om de perenteelt in ons werkgebied
te behouden.
Men gaat ook nog zo ver dat de kosten van dit beleidsplan
voor de bestrijding van het bacterie voor de helft toe te
rekenen aan het bedrijfsleven. Ik dacht dat eerst over de
wijze van bestrijding overeenstemming moet zijn voor
men over deze deling van de kosten kan praten.
Doeleman