Kleine Zuid-Bevelandse akkerbouwer heeft nu een van de grootste henopfokbedrijven in Zeeland Uniforme koppels Ongezonde situatie Mestopslag Problemen Vertrouwen Kleine marge Naast de hoofdingang (bij de ladder) is een kantoor, een douche met wastafels en spoelbakken. Ook zijn er een kantine en een keuken die vooral worden gebruikt bij het enten, snavelkappen of afleveren van de hennen, want dan zijn tijdelijk veel meer mensen op het bedrijf nodig. "Nee" konstateert de heer J. Sinke kennelijk nog steeds tot zijn eigen verbazing, "ik heb er vroeger nooit bij stil gestaan dat ik ooit nog es in de kippen terecht zou komen. Ik wist van kippen totaal niets toen ik er zo'n 13 jaar geleden mee begon maar op den duur krijg je ervaring en ik moet zeggen het is me erg meegevallen. Je kunt zeggen dat ik echt voor de kippen ben gaan voelen". nemen de laatste jaren zodat ook de vraag naar hennen steeds is blijven groeien. Bovendien was Sinke er achter gekomen dat twee hokken met totaal 80.000 hennen toch ei genlijk voor twee man wat te weinig werk opleverde. "Een optimale ar- beidsproduktiviteit is op dit soort bedrijven een eerste vereiste omdat de marges nu eenmaal klein en soms zelfs zeer klein tot miniem zijn". Hij besloot nog es - "De laatste keer" zó is hij vastbesloten - uit te breiden met weer een hok van 40.000 hennen. In oktober vorig jaar is dit derde hok gereed gekomen. Reden voor hem om een open dag te houden. Toch wel een beetje trots heeft hij toen vele genodigden het nieuwe - pas uitgebreide - bedrijf laten zien. In 12 i V4 jaar tijds heeft Sinke zich op- en lomgewerkt van klein akkerbou wer/loonwerker tot de eigenaar van een zeer modern hennenopfokbe- drijf dat voorzien is van de meest technische snufjes en konstrukties. Jaarlijks levert hij nu 300.000 hennen af die na de komst in zijn hokken als eendagskuikens in een tijdsbestek van 18 weken zijn opgefokt tot leg hen om vervolgens naar de legbe- drijven in vooral Zeeland te worden gebracht, om daar aan het uiteinde lijke doel, - de eierproduktie - te be ginnen. Op moment van aflevering Het is bekend dat in de varkens- en pluimveehouderij perioden met goe de prijzen worden afgewisseld met perioden waarin de prijzen slecht zijn. Sinke herinnert zich nog goed dat de start in Waarde nu alweer zo'n 13 jaar geleden zeer bescheiden was omdat de eierprijzen toen bepaald slecht waren. Bij toeval heeft hij nu weer flink geïnvesteerd in een tijd waarvan opnieuw gezegd kan wor den dat de eierprijzen de kosten nog niet eens goed maken. De heer Sinke bekijkt een van zijn tienduizenden hennen heeft de heer Sinke van de broederij een vast bedrag per afgeleverde hen tegoed. Sinke: "Om een zo goed mogelijk bedrijfsresultaat te behalen moet iedere opfokker twee zeer be langrijke zaken goed in het oog hou den. Je moet alle kuikens zo gelijk matig mogelijk laten groeien zodat er uniforme koppels kunnen worden afgeleverd en je moet proberen het groeiproces zodanig te begeleiden dat je tegen,de geringst mogelijke voerdoseringen toch hennen van een optimaal gewicht krijgt. Dat is een zeer sekuur werk waar je geen mo ment even met de pet naar kunt gooien: je hoeft dat maar één keer te doen en je winst is weg, zo nauw luistert dat". De eerste week hebben de gele pingpongballetjes de meeste zorg nodig. De temperatuur in de hokken dient dan konstant zo'n 35 graden C te zijn terwijl de geringste onderbreking in aanvoer van voer of water al nadelige gevolgen kan heb ben. Ook de kans op besmetting is de eerste dagen zeer groot en behalve hijzelf en zijn medewerker heeft nie mand dan ook toegang tot de hok ken. "Daar kan niet mee gesjoemeld worden", stelt hij resoluut. De mestopslagruimte is in de lengte richting tegen de achterkant van de 3 hokken geplaatst en meet 52 x 10 m. De mestschrapers brengen de mest via een in de achterwand van de grijpkat verplaatst in de kelder of - indien nodig - geladen op een vrachtwagen. Deze grijpkat die over een rail loopt en de mest op elke ge wenste plaats neer kan laten vallen Toch is hij niet pessimistisch en vol vertrouwen merkt hij op: "Ze zeggen wel es dat je met varkens en kippen altijd in een slechte periode moet be ginnen. Wat dat betreft moet ik dan goed zitten. Maar zou ik al het geld dat ik nu geïnvesteerd heb moeten lenen dan zou het financieel niet haalbaar zijn en dat is toch een zeer ongezonde situatie!" J. Wierenga De drietraps-opfok-batterijen type 10-17 hebben een kooiafmeting van 1.01 x 0.59 meter. Totale batterij lengte 88.88 m. Per hok zijn 4 rijen batterijen ge plaatst. De totale batterijbreedte is 1.85 m, de looppaden zijn 1.06 m breed. Van elke rij is de middelste batterijreeks een warme opfokbatterij, waarop de kuikens direkt worden geplaatst. Na 2 a 3 weken worden ze ook verdeeld over de bovenste batterij-reeks en na 5 weken worden ze over alle 3 etage-reeksen verdeeld. Voor de kooien zijn voedergoten aangebracht die volautomatisch gevuld worden. Daarbij kan elke gewenste hoeveelheid voeder worden toegediend, wat erg be langrijk is. Met behulp van een flinke portie doorzettingsvermogen en toegerust met voor kippenhouders onmisbare eigenschappen (zijn vrouw: 'Hij is erg sekuur, geduldig en zeer se rieus") heeft deze in Kruiningen wonende Zuid-Bevelandse pluim veehouder nu een zeer modern op- fokbedrijf. Kapaciteit 120.000 op- fokhennen. Zijn bedrijf kan daarmee in zijn soort gerekend worden tot de grootste in de provincie Zeeland. zodanig toenam dat Sinke besloot de loonbedrijftak af te stoten. Door de voortgaande groei van het aantal eenheden legkippen per legbedrijf bleef de vraag naar jonge leghennen toenemen. Daarbij diende ook de kapaciteit van de opfokbedrijven te worden aangepast en weer moest er De bakermat van het kippenopfok- bedrijf van Sinke ligt in het dorpje Waarde waar hij pas getrouwd zo'n 20 jaar geleden een akkerbouwbe drijf] e begon van ruim 5 ha groot. Geen breed bestaan maar dank zij de teelt van een aantal intensieve teel ten als gladiolen, wijnpeeën en een klein loonbedrijf]e waarmee Sinke de meeste werkzaamheden verichtte voor een zestal boeren in de buurt, kon het echtpaar de eerste jaren net rondkomen. Toen kwamen de pro blemen; gladiolen telen kon niet meer en het bouwplan liep vast. Bovendien werd alles duurder en het gezin groter. Hij huurde er meer land bij maar dat bleek geen oplossing. "Toen kwam ik bij toeval in kontakt met de heer F. Edzers, pluimveedes- kundige van het konsulentschap voor de Varkens- en Pluimveehou derij te Goes. Die zei me dat er in Zeeland gebrek was aan loonopfok- bedrijven. Of dat niet iets voor mij was". Na een jaar wikken en wegen (wel of niet in de kippen en moetje dan in de leg of in de opfok) werd de knoop doorgehakt: Sinke sloot een kontrakt voor opfok met de broederij Fa. Bleijenberg in Nieuw-Vennep en nu zo'n 13 jaar geleden kwam het eerste hok in Waarde gereed. Had Sinke nooit eerder een koppel kuikens gezien, nu kreeg de akker bouwer plotsklaps de zorg van 13.000 piepkleine eendagskuikens op zijn schouders! Toch heeft hij zich samen met zijn vrouw met goed resultaat door de start heengewerkt. Het ging hem goed af, mede natuurlijk dank zij de voortdurende begeleiding van de broederij en de heer Edzers die re gelmatig op het bedrijf kwamen en hem ook meenamen naar kollega's om daar de nodige kennis op te doen. Na een viertal jaren had broederij Bleijenberg zoveel vertrouwen in Sinke gekregen dat men het kontrakt met hem wilde uitbreiden. Er kwam een hok bij met een kapaciteit van 22.000 kuikens waardoor het werk De heer J. Sinke dus nieuwbouw worden gepleegd.^ Ruimte daarvoor was er op het be-" drijf in Waarde evenwel niet meer. Sinke: "Mijn vrouw en ik kwamen toen voor een moeilijke beslissing te staan: of doorgaan met de kapaciteit van toen met zo'n 35.000 hennen of verhuizen naar elders en helemaal nieuw bouwen. Uiteindelijk hebben we voor het laatste gekozen en een flinke lap grond gekocht aan de Blauwhoefseweg in Kruiningen. Een flinke meevaller was dat het ver kochte bedrijf in Waarde toen nog een fikse waarde bleek te hebben. Daarmee kon de enorme investering die het projekt vergde in ieder geval een wat vriendelijker aanzien wor den gegeven". Zonder architekt - "Wat een ellende achteraf zeg. Ik zou iedereen aanraden met investeringen van een dergelijke omvang beslist een architekt te nemen" - werd in Kruiningen een tweetal hokken ge bouwd van ieder 40.000 hennen en een fraai woonhuis. Sinke nam een vaste arbeidskracht in dienst en sinds 1979 worden er jaarlijks zo'n 2 x/i x 80.000 200.000 hennen opgefokt. Hij kreeg "glad 'n ander leven" en na een moeilijk begin gingen ook de zaken in Kruiningen voorspoedig. Twee ontwikkelingen deden hem echter besluiten nog één keer uit te breiden: Ten eerste bleef het aantal legkippen per bedrijf nog steeds toe De drie hokken hebben elk een afmeting van 94 bij 13 meter inklusief een voederruimte van 3.30 m. Per stal zijn 4 mestputten van 38 cm diepte over de gehele lengte aangebracht. De wanden zijn van gasbetonplaten en als dakbe dekkingzijn golfplaten gebruikt. De hokken worden natuurlijk geventileerd via automatisch regelbare afsluitbare kleppen. Het geheel kan hermetisch worden afgesloten. Naast de hokken staan voedersilo's met elk een inhoud van 15 ton. Het voeder wordt automatisch door middel van een voedervijzel naar de ver schillende voederwagens op de batterij getransporteerd. Het voeder wordt tevens automatisch gewogen zodat het gebruik per dag en periode nauwkeurig kan worden gevolgd en gekontroleerd. wordt vanaf de kant op afstand be diend; een in de pluimveehouderij vrij uniek systeem waarmee de heer Sinke in zijn schik is. De afzet van de mest levert in een akkerbouwgebied als Zuid-Beveland geen enkel pro bleem op. hokken aangebrachte klep in de mestschuur. De vloer van deze schuur is enige meters lager dan die van de opfokhokken. De vrij droge mest wordt door middel van een 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 13