KNLC kommentaar over geld en goed Kabinet moet belofte nakomen Berekening loonwerkkosten De landbouw als voorbeeld Belastingschroef Landbouwschap: Overheidsbeleid Organisatiegraad XVf/7 Veel vragen bereiken ons over rentesubsidie de laatste tijd, vooral van jonge ondernemers. Daarom nu meer hierover. Vuistregel is dat er alleen rentesubsidie wordt gegeven op nieuwe investeringen. Bij bedrijfsovername van bestaande gebouwen en of werktuigen en of grond wordt geen rentesubsidie gegeven. Waarop rentesubsidie? Rentesubsidie kan men mits men aan bepaalde voorwaarden voldoet krijgen op nieuwe investeringen in gebouwen inclusief de vaste inrich ting, bedrijfswagens, erfverharding, perceelsverbetering, drainage, dich ten van sloten, egalisatie, diepploe- gen, investeringen ten behoeve van milieu-hygiënische voorzieningen, investeringen in werktuigen, be- waarkisten voor fruit, bloembollen, aardappelen, uien, herinplant van appelen, peren en perziken. Wie rentesubsidie? Er zijn aparte faciliteiten voor jonge ondernemers jonger dan 35 jaar, na melijk 2% extra rentesubsidie. Hij moet dan in de nieuwe situatie aan arbeidsinkomen kunnen halen uit het bedrijf per vaste arbeidskracht in 2210 uren per jaar een bedrag van 31.800,— Voor deze extra 2% ren tesubsidie kan de jonge ondernemer slechts in aanmerking komen als hij nog niet langer dan 5 jaar volledig voor eigen rekening en risico een zelfstandig bedrijf uitoefent. Voor oudere ondernemers moet dit ar beidsinkomen na de investering 37.200,— bedragen. Uit het op te maken ontwikkelingsplan moet blij ken dat na voltooiing voor dit plan een hoger arbeidsinkomen behaald wordt dan vóór dit plan. Hoeveel rentesubsidie? Iedere ondernemer die in aanmer king komt krijgt 5% over de eerste ƒ85.000,— en 2% over de.volgende ƒ115.000,— die hij investeert. Een jonge ondernemer krijgt hier boven op 2% extra. Waarop krijgt men geen rentesubsi die? Op de B.T.W. wordt geen rentesub sidie verleend. Op de W.I.R.-premie wordt even eens geen rentesubsidie verleend. Men heeft voor de W.I.R. -aftrek een norm percentage van 20% vastge steld. Moet men om rentesubsidie te krij gen het geld lenen? Ja, de leningen bij de bank moeten maximaal even groot zijn als de in vestering min de B.T.W., terwijl de looptijd niet korter mag zijn dan 15 jaar. Hoeveel moet men investeren om voor de maximale rentesubsidie in aanmerking te komen? Dit komt neer op ƒ250.000,— excl. B.T.W. Een jonge boer, fruitteler, veehou der, krijgt dus een extra rentesubsi die van 2%. Dit is dus nog eens 2% van 200.000.- 4.000.- Een jonge ondernemer kan bij een investering van ƒ250.000,— exclu sief B.T.W. het le jaar een maximale rentesubsidie ontvangen 10.550, indien hij zijn bedrijf ontwikkeld en in de nieuwe situatie eerder genoemd inkomen per vaste arbeidskracht be haald. Waar rentesubsidie aanvragen? Aanvraagformulier ophalen bij de D.B.H. Stel een ontwikkelingsplan op voor uw bedrijf. Vraag uw bedrijfsvoor- lichter u daarbij behulpzaam te zijn. Maak een financieringsplan; Dien de aanvraag in bij de H.I.D. Bedrijfs ontwikkeling. Hoe is het met een jonge boer die in maatschap boert met zijn vader? Helaas geldt daar de extra 2% rente subsidie niet voor. Hopelijk komt daar snel verandering in. Investeringsplan Stel bouw schuur kost Stel aanschaf werktuigen Stel drainage egalisatie 100.000,- excl. B.T.W. 70.000,- excl. B.T.W. 80.000-excl. B.T.W. 250.000,- looptijd subsidiabele lening 15 jaar 6 jaar 15 jaar Hoeveel rentesubsidie? gebouwen drainage egalisatie werktuigen drainage egalisatie bedrag 80.000,- 5.000,- 56.000,- 59.000,- looptijd 15 jaar 15 jaar 6 jaar 15 jaar percentage 5% 5% 2% 2% 200.000- rentesubsidie lejaar ƒ4.000,- 250,- 1.120- 1.180- 6.550,- Na aftrek W.I.R. (20% als norm) gebouwen 80.000,— werktuigen 56.000,— drainage egalisatie 64.000,— maximaal voor ƒ200.000,— rentesubsidie Wat u moet doen? Als het nodig is uw bedrijf verder ontwikkelen. Indien mogelijk ge bruik maken van de rentesubsidie regeling. Neem in ieder geval eens contact op met uw bedrijfsvoorlich- ter en of uw voorlichter van uw landbouworganisatie. Doet u het??? J. Markusse Onder deze titel is in het tijdschrift "Management Team" van oktober 1982 een artikel opgenomen van de hand van de bekende econoom Prof. dr. F. Hartog. Hij geeft als motief voor dit onderwerp, dat voornamelijk zal worden gelezen door personen buiten de landbouw, de mogelijke signaalwerking die van de landbouw uit kan gaan. Ondanks alle mooie beloften om de druk der collectieve lasten voor het bedrijfsleven en individuele burger niet nog verder te laten stijgen, wordt ook dit jaar de belastingschroef toch weer een slag aangedraaid. Het posi tieve effect van het vervallen van de solidariteitshefTing wordt daardoor weer al volledig overschaduwd door hogere sociale premiedruk, het niet doorvoeren van de volledige inflatie correctie, hogere gemeentelijke ta rieven en nu ook een verhoging van de benzineaccijns. In de loop van dit voorjaar komt daar dan nog bij het hoogst ongelukkige besluit om het tweede inkomen binnen het gezin ex tra te belasten. Zeker ook voor zelf standigen, waar veelal man èn vrouw moeten werken, een slechte zaak. Naar mijn mening zijn we intussen het punt gapasseerd, waarbij van de doorsnee burger nog een loyale hou ding ten opzichte van de fiscus ver wacht mag worden. De belastingmo- raal daalt niet, omdat de mensen in eens slechter worden, maar omdat een ieder die wat meer dan het mini mumniveau verdient de tarieven als onbehoorlijk zwaar beschouwt. Het verder opvoeren van de controle zal dan ook nooit tot een zinvolle oplos sing leiden, indien niet gelijktijdig de weg naar meer aanvraardbare tarie ven wordt ingeslagen. Eerder zal ook een te groot zwart geld circuit niet verdwijnen. Naast verlaging van de belastingdruk is het vooral ook nodig dat het hele systeem van belasting heffing wordt vereenvoudigd. Nu is er voor de doorsnee burger geen begin nen meer aan, om zonder deskundige hulp nog een belastingformulier be hoorlijk in te vullen .Dat geldt nog extra voor degenen die een eigen be drijf exploiteren; zeker nu de belas tingsdiensten via een soms wel erg ver gezochte uitleg der wetgeving gere geld trachten extra geld binnen te halen. De belastingplichtige voelt zich daardoor steeds meer in de ver dediging gedrongen, daarbij onwille keurig de belastingsinspectie als tegenstander beschouwend. In zo'n klimaat neemt de neiging om aan de greep van de tegenstander te ontko men toe, waarbij belastingontduiking als een soort zelfverdediging wordt ervaren. Naast de creatie van een zwart-geldcircuit, zorgen de te hoge belastingtarieven ook voor afnemen de bereidheid om zich extra in te spannen, dan wel enige financiële ri sico's te nemen. Dat geldt vooral voor onze middenkaders en voor de zelf standigen in midden- en kleinbedrijf en agrarische sector. Er dreigt daardoor zand in de motor van onze economie te komen. Voegen we daarbij nog het feit dat een toene mend aantal topmanagers naar het buitenland dreigt te trekken, waar hun inzet en capaciteit aanzienlijk beter financieel wordt gewaardeerd, dan is het duidelijk dat elk verder aandraaien van de belastingschroef alleen maar negatief kan uitwerken op zowel onze welvaart, als ons maatschappelijk saamhorigheidsge voel. Luteijn Op de hem bekende wijze geeft de professor een uitvoerig overzicht van verleden en heden van de Neder landse landbouw. Uit dat verleden blijkt dat ruim honderd jaar geleden de Europese landbouw de concur rentie van de Verenigde Staten in hevige mate begon te voelen. Twee landen te weten Denemarken en Nederland aanvaardden de uitdaging door zich te realiseren dat de graan- teelt voortaan overwegend een zaak was van de overzeese landen in de gematigde zone, met hun enorme lappen grond. Daarom begon men in Nederland (en Denemarken) zich te richten op die produkten waarvan een grote afzet te verwachten viel in de omringende landen. Zo kwam men uit op veeteelt en tuinbouw. De oprichting van de Europese Ge meenschap heeft het voor de andere landen in de gemeenschap mogelijk gemaakt, onder invloed van de prijsgaranties, hun landbouw sterk te verbeteren/vergroten. Toch was de voorsprong van de Nederlandse landbouw zo groot dat de anderen ons niet meer in konden halen. De efficiënte verkooporganisatie en de betrouwbare bewaking van de kwa liteit bleven doorslaggevend. Wel viel soms een voorsprong weg doch dat gaf juist weer voldoende aanzet om iets nieuws op te bouwen. Dat is het wezen van innoveren. Het ontstaan van de huidige goed functionerende landbouw is volgens Prof. Hartog te danken aan het acti verende overheidsbeleid. Door on derwijs, voorlichting en onderzoek zijn de Nederlandse boeren uitgetild boven die van de omringende lan den. Uniek is ook de goede samen werking tussen boerenorganisaties en het Ministerie van Landbouw. De overheidsfunctionarissen worden niet gezien en ervaren als bemoeials en lastposten, maar als mensen die op andere posities het belang van de landbouw behartigen. Het tweede voordeelpunt van onze landbouw is gelegen in een hoge or ganisatiegraad van de individuele boeren, waardoor zij een sterke ge sprekspartner zijn. Voorts mag niet onvermeld blijven de goede wijze van afzet en uitvoer; welke door een gezamenlijke aanpak tot stand is ge komen. De industrie kan aldus Prof. Hartog hiervan het nodige leren. Een industriële "Frau Antje" of iets dat er op lijkt zou geen kwaad kunnen, zeker niet om met name de kwaliteit van het Nederlandse industriepro- dukt te benadrukken. Aldus stelt Prof. dr. F. Hartog de werkwijze in de Nederlandse land bouw ten voorbeeld om daaruit voor de industrie lering te trekken. Het is goed om te horen hoe anderen over de landbouw denken en schrijven. B. Veerbeek Het Landbouwschap gaat op korte termijn weer met minister Braks (Landbouw) praten over de bezuinigingsplannen van het kabinet. Het Landbouwschap is er niet gerust op dat de regering bij het verder invullen van de bezuinigingen de belofte nakomt om de ombuigings taakstelling beter op één lijn te krijgen met de belangen van een goede en gezonde landbouw. Premier Lubbers deed deze toezegging in no vember j.l. bij de behandeling van de regeringsverklaring. Het Landbouwschap is bereid op basis van deze uitspraak met de re gering te praten over een verant woorde bezuiniging op de land bouwuitgaven. Volgens het regeer akkoord zou het departement van Landbouw tweemaal zoveel moeten bezuinigen als het gemiddelde van andere departementen. Voor het Landbouwschap is dat onaanvaard baar, omdat een dergelijke oneven redig grote bezuiniging leidt tot be langrijk zwaardere lasten en de con currentiepositie en het inkomen van boeren en tuinders ernstig zou aan tasten. Het Landbouwschap wil dat de rege ring de agrarische sector ook in vol doende mate laat meeprofiteren van de aangekondigde lastenverlichting voor het bedrijfsleven. Dat is nu niet het geval. Zo is fiscale lastenverlich ting via de vermogens- en voorraad- aftrek, waaraan het kabinet denkt, voor boeren en tuinders nauwelijks van betekenis. zojuist verschenen Het ligt voor de hand dat in de akker en weidebouw veel werkzaamheden met eigen werktuigen worden gedaan en met inzet van eigen arbeid. Toch wordt veel landarbeid in de praktijk in loonwerk verricht. Dat is dan een afweging van kosten en vaak een kwestie van beschik baarheid en arbeidstijd. Er is dus een markt voor loonwerk. Loonbedrijven bieden hun diensten aan, boeren laten bepaalde werk zaamheden door derden verrichten. In zekere zin bepalen vraag en aan bod de prijs. In zekere zin, want er zit wel een bodem in de markt. Er is weliswaar nogal wat concurrentie, maar het voortbestaan van loonbedrijven moet wel gegarandeerd blijven is men algemeen van mening. Tegen deze achtergrond kan men het overleg zien in het Landbouwschap, waarin jaarlijks per regio de loon werktarieven worden vastgesteld. Voor deze vaststelling maakt men gebruik van uitgangspunten in de berekeningen die vast saan. De in vulling van getallen wordt op bij zondere omstandigheden in de regio afgestemd. Zo ontstaat er jaarlijks een overzicht van geadviseerde ta rieven voor de diverse werkzaamhe den. Aan de hand van deze uitgangspun ten heeft de Boval een aantal bere keningen van loonwerkkosten uitge werkt en in een brochure samenge bracht, waarin de uitkomsten van deze berekeningen voor een groot aantal werkzaamheden gegeven zijn. De brochure Berekeningen loon werkkosten 1982-1983 is verkrijg baar door overschrijving van 12,50 op girorekening 619208 t.n.v. Stich ting Bovalpers te Utrecht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 3