Lente in aantocht Stekken steken zegge en schrijve zuidelijke landbouw maatschappij Beplantingsverordening Landbouwschap en NAJK bespraken problematiek bedrijfsovername z.l.m VRIJDAG 28 JANUARI 1983 M 69e JAARGANG NO. 3666 land- en tuinbouwblad Hoewel de eerste lammeren al weer geboren zijnzal de grote geboortegolf in de schapen wereld zich pas over enige weken manifesteren. Met deze foto wordt dusy evenals trouwens met het weer van de laatste weken vast een voorschotje genomen op de komende lente De al langer bestaande gedachte om te komen tot één streekplan voor geheel Zeeland is nu uitgewerkt in de nota "Streekplanwerk" van de Provinciale Planologische Dienst voor Zeeland. Als deze gedachte wordt overgeno men zou men dit jaar nog met de werkzaamheden willen beginnen. De vaststelling van zo n totaal streekplan zou dan omstreeks 1 988 kunnen plaatsvinden. Tevens is het dan de bedoeling dat de opzet van het streekplan (sterk) vereenvoudigd wordt ten opzichte van de bij het streek plan Midden-Zeeland gevolgde procedure. Als alternatief voor een totaalplan komt eigenlijk alleen nog maar een zogenaamde driedeling in aanmerking: Zeeuws-Vlaan- deren. Noord Zeeland (inklusief Tholen) en Midden Zee land. Op zich zie ik vanuit de land- en tuinbouw geen overwegende bezwaren om te klomen tot één streekplan voor de gehele provincie. Veel zal daarbij echter afhangen van de procedure. Midden Zeeland zal daarbij sowieso ontzien moeten worden omdat de herziening (1 980) nog maar net achter de rug is en het gebied nu voorlopig alleen maar rust nodig heeft. Ik denk daarom meer in de richting van 'n groeiproces: beginnend met een (vooral) globaal plan voor Zeeuws-Vlaanderen, met name omdat het streekplan West Zeeuws-Vlaanderen (1 969) hard aan herziening toe is. Daarna (opnieuw globaal) aanpassen van Schouwen-Duiveland met daarbij opname van Tho len. Omstreeks 1990-1992 zou dan een integratie van deze plannen kunnen plaatsvinden inklusief de herzie ning van het streekplan Midden-Zeeland. Voordeel is vooral dat er tijd is om ervaring op te doen met de nieuwe opzet. Belangrijk bij die opzet is ook dat het streekplan zich werkelijk beperkt tot de hoofdlijnen: de detaillering hoort immers thuis in het bestemmingsplan. Die detail lering zal echter moeilijk te vermijden zijn omdat "in sprekers" nu eenmaal de onuitroeibare gewoonte heb ben om (vrijwel) uitsluitend te kijken naar hun onmiddel lijke omgeving. Daarom is het een goede gedachte om bij de inspraakprocedure een beetje meer ruimte te geven aan organisaties en instellingen en een beetje minder ruimte aan individuele insprekers. Dat zal de kwaliteit van de plannen zeker ten goede komen en "toestanden" zoals bij het streekplan Midden Zeeland kunnen dan voorkomen worden. Omdat ik een poosje voorzitter ben geweest van de dorpsvereniging op het dorp waar ik woon heb ik nog steeds de (blijkbaar) goede gewoonte het publikatiebord van de gemeente in de gaten te houden. Begin deze maand zag ik daarop de mededeling aangeprikt dat vanaf 23 december 1 982 de ontwerp-herziening van de pro vinciale beplantingsverordening officieel ter visie lag bij de gemeenten, de waterschappen en de provincie. Eventuele bezwaren konden tot uiterlijk 28 januari 1 983 vandaag dus, ingediend worden bij de Provinciale Staten van Zeeland. Direkt daarna heb ik natuurlijk geïnfor meerd of wij hiervan als Z.L.M. al op de hoogte waren. Dat bleek niet het geval. Ook het Landbouwschap wist officieel van niets d.w.z. er was geen (voor-)overleg ge weest. Navraag bij de N.F.O. leerde dat men ook daar van de ophanden zijnde wijzigingen (nog) niet op de hoogte was. Vanuit de praktijk ben ik overigens één keer gebeld door een verontruste fruitteler die ook het publikatiebord in zijn gemeente gelezen had en tevens de moeite genomen had om de verordening op het gemeentehuis in te gaan zien! Nu wil ik bepaald niet de indruk wekken dat we deze herziening dus bijna gemist hebben. Uiteindelijk zouden we de betreffende stukken ook via de (agrarische kom missie van de) Provinciale Planologische Kommissie (P.P. C.) hebben gekregen. Het gaat mij er echter veel meer om dat een voor de land- en tuinbouw zo belangrijk stuk nu binnen enkele weken behandeld moest worden. Resul taat daarvan is dat de Gewestelijke Raad van het Land bouwschap voor Zeeland afgelopen woensdag niets an- Tussen het dagelijks bestuur van het Landbouwschap en de jongerenorganisatie NAJK (Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt) blijkt nauwelijks verschil van mening te bestaan over de aanpak van de nijpende problematiek van de bedrijfsovername in de land- en tuinbouw. Deze conclusie kon worden getrokken na afloop van een ge sprek op woensdag 19 januari j.l. in Den Haag. Beiden zijn het erover eens dat het aantal bedrijfsovernames de laat ste jaren te sterk is teruggelopen en dat de bestaande regelingen te weinig soelaas bieden om de overname van vader op zoon (schoonzoon of dochter) te stimuleren. Allereerst gaat het er om dat zoveel mogelijk zelfstandige bedrijven in de land- en tuinbouw worden gehandhaafd die redelijke vooruitzichten bieden op voortbestaan. Hiermee kan een belangrijk stuk werkgelegenheid wor den behouden. Daartoe moeten op de eerste plaats allerhande fiscale regelingen die een normaal verloop van bedrijfsovernames nu in de weg staan, worden aan gepast. Voorts is een regeling nodig ter verlichting van de financieringsproblematiek: veel jongeren gaan niet over tot bedrijfsovername vanwege de enorme lasten die eraan vastzitten. In het gesprek werd de suggestie gedaan om het Borgstellingsfonds hierbij in te schakelen. Vol gens voorzitter Jaap van der Veen is een dergelijke rege ling met het oog op een bevordering van de werkgele genheid in de agrarische sector zonder meer verant woord. Voorzitter Jaap van der Veen van het Landbouwschap (rechts) verwelkomt de NAJK-delegatie en schut de hand van NAJK vice-voorzitter Peter de Koeyer. V.l.n.r. kijken toe Gerrit Walstra, Henny Roelofsen en Gerard Esseïink. Het NAJK is van mening dat het begrip agrarische waarde van de grond voorop moet staan en als uitgangs punt moet dienen bij overname. Een formulering die in de praktijk voor een ieder acceptabel is, moet nader worden uitgewerkt. De toepassing van de WIR dient voortgezet te worden en voorts wordt bezien of de fase gewijze overname van bedrijven betere mogelijkheden biedt. Het Landbouwschap wil overigens meer duidelijkheid over de aantallen overgenomen en over te nemen bedrij ven. Bovendien wil men weten waarom de groep over te nemen bedrijven de laatste jaren groter zou zijn geworden. IHet NAJK is van mening dat met name de bedrijfsover name van de groep middenbedrijven steeds langer wordt uitgesteld. ders kon doen dan een waslijst van bezwaren tegen de wijziging van de beplantingsverordening indienen. Datwas trouwens wel nodig ook want de wijzigingen zijn niet mals. Zo zou er b.v. voortaan altijd wel een reden te vinden zijn - gebaseerd op waarden van natuur en milieu- om een kapvergunning te weigeren. Ook zouden er - afgezien van reden van plantenziektekundige aard- aanwijzingen ge geven kunnen worden om in het kader van de sterk uit- gebreide-herplantingsplicht andere bomen c.q. aantallen te planten dan er stonden. Ook de erfbeplanting wordt in de verordening "geregeldKortomde vrije beschikking over de eigen agnplant wordt vrijwel .tot nul gereduceerd. Me dunkt niet bepaald een aanmoediging om tot aan plant over te gaan. Ook een aantal andere wijzigingen zoals de regeling van schadevergoeding en de wijziging van de samenstelling van de beplantingskommissie zijn zaken waarmee de land- en tuinbouw moeite heeft. Ge zien het grote aantal bezwaren lijkt mij daarom het beste dat de verdere behandeling van deze herziening van de beplantingsverordening voorlopig wordt aangehouden zodat we er alsnog eens rustig over kunnen praten. Als dat niet mogelijk is dan blijft er niet veel anders over dan dat we onze stekken steken in de Zeeuwse Staten. Oggel.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 1