Themadag konsumptie-aardappelen PAGV IV en slot
Verbeteren landbouwwerk
tuigen en trekkers gaat door!
Landbouwwerktuigenbeurs Zuidlaren 1983
Nieuw voor Nederland,
Hagedorn-opraap wagens
Enkele jaren geleden is het PAGV begonnen met het organiseren
van z.g.n. themadagen. Nadat hierin eerder de teelt van tarwe en de
vruchtwisseling zijn behandeld, stond thans de consumptie-aardap
pel centraal.
Op woensdag 8 december zijn rondom het thema "Optimalisering
van de teelt" een vijftal inleidingen gehouden, door een drietal me
dewerkers van het PAGV, ir C.B. Bus, ir C.D. van Loon en ing. A.
Schepers en door ir J.C. Hesen van het IBVL te Wageningen en dr.
ir L.A.H. de met van de Stiboka te Wageningen. Vervolgens werd
door ir S. Meerman van C.A. Groningen aangegeven hoe de voor
lichtingsdienst nieuwe wegen heeft ingeslagen om onderzoekresul
taten snel naar de praktijk te brengen. Hierbij plaatsen wij een
samenvatting van de inleiding van ir. J.C. Hesen van het IBVL
(Instituut v.h. onderzoek van de Bewaring, de Bewerking en de
Verwerking v. Landbouwprodukten).
Betekenis van het gehalte aan redu
cerende suikers voor de verwerkende
industrie
In zijn inleiding maakte ir. Hesen
duidelijk, dat het reducerende sui
kergehalte in de knol voor de ver
werkende industrie van essentieele
betekenis is. Het is medebepalend
voor de produktiekosteen voor de
rijpheid bij de oogst en de groeiom-
standigheden.
Kleurbeoordeling van chips en pommes frites
J. C. Hesen
kwaliteit van het eindprodukt. Dit
geldt in het bijzonder voor chips,
waar het gehalte aan reducerende
suikers niet boven de 0,25% van het
vers gewicht mag liggen. Voor de
frites- en droogindustrie geldt als
maximumnorm een gehalte van
0,5%. In verband met de grote bete
kenis van de verwerkende industrie
voor de afzet van de Nederlandse
consumptie-aardappelen, is het bij
zonder gewenst dat aan bovenge
noemde eisen wordt voldaan.
Onmiddellijk na de oogst is het ge
halte aan reducerende suikers in het
algemeen op een acceptabel laag ni
veau. Tijdens de bewaring kan deze
situatie echter snel veranderen. Dit
hangt af van het aardappelras, de
Rassenkeuze
Vooral bij de chipsindustrie is, in
verband met het reducerende sui
kergehalte, de rassenkeuze van groot
belang. Er zijn rassen waarbij het re
ducerende suikergehalte tijdens de
bewaring veel minder stijgt dan bij
andere. In een samenwerking van
IBVL met de aardappelverwerkende
industrie, de Nederlandse Kwekers-
bond en het RIVRO worden jaarlijks
een groot aantal klonen pn nieuwe
rassen getest op hun geschiktheid
voor de verwerkende industrie.
Hierbij vormt het reducerend sui
kergehalte een van de belangrilkste m
criteria.
Rijpheid knollen
De rijpheid van de knol is belangrijk
voor het begin suikergehalte en is
.tevens van betekenis voor het ver
loop van dit gehalte tijdens de be
waring. Naarmate de aardappelen
onrijper worden gerooid zijn de pro
blemen met reducerende suikers tij
dens de bewaring groter.
Ventilatiekanaal in een moderne aardappelbewaarplaats
Groeiomstandigheden
Hoewel de omstandigheden waar
onder de aardappelen zijn gegroeid
van invloed zijn op het reducerende
suikergehalte bij de oogst en tijdens
de bewaring, is het erg moeilijk om
hieruit conclusies te trekken.
Wat de invloed van de bemesting
betreft zijn de meningen verdeeld.
De invloed van de stikstofbemesting
houdt zeer waarschijnlijk verband
met de rijpheid van het gewas bij de
oogst. Als de stikstofbemesting niet
leidt tot een nog onrijp gewas bij de
oogst, is het effect op het gehalte aan
reducerende suikers gering. De fos-.
Een moderne oven voor het bakken van chips
faatbemesting lijkt het reducerende
suikergehalte niet of nauwelijks te
beïnvloeden. Ook het effect van de
kalibemesting is niet groot. In veel
proeven leidde een toenemende ka
libemesting tot enige daling van het
gehalte aan reducerende suikers.
Het algemene niveau van het redu
cerende suikergehalte kan van jaar
tot jaar grote verschillen vertonen.
Hoge en lage temperaturen, gebrek
aan vocht, te vroege afsterving van
het loof en het optreden van doorwas
e.d. spelen hierbij een rol.
Bewaartemiperatuur belangrijk
De belangrijkste factor om een vol
doende laag niveau van het reduce
rend suikergehalte bij bewaarde
aardappelen te bereiken is de be-
waartemperatuur. Voor chipsaar
dappelen wordt een bewaartempe-
ratuur aanbevolen van 8-10 graden
Celcius en voor de frites- en droog
industrie 6-8 graden Celcius. Bij be
waring met buitenluchtventilatie
moet hiermee rekening rden gehou
den. Als wordt geventileerd met
lucht die veel kouder is dan de ge
wenste bewaartemperatuur; treedt
ongewenste ophoping van suikers
op, hetgeen resulteert in een slechte
bakkwaliteit. De lucht waarmee ge
ventileerd wordt mag daarom in
principe niet meer dan 1 graad Cel
cius (max. 2 graden Celcius) beneden
het vereiste temperatuurminimum
liggen. Een waakthermometer in het
luchtkanaal achter de ventilator is
hierbij een belangrijk hulpmiddel.
Het is verder aan te bevelen om de
bewaarplaats zodanig in te richten,
dat met menglucht geventileerd kan
worden. Bij de "warme" bewaring
van aardappelen is het gebruik van
kiemremmingsmiddelen een vereis
te. Dit kan met behulp van poeder-
vormige- of van vloeibare middelen.
In het algemeen zijn de poedervor-
mige middefen zeer effectief om de
kieming onder controle te houden.
Bij ontvelde en wat vochtige knollen
bestaat echter het gevaar voor "poe-
derbrand". Daarom worden op grote
schaal vloeibare middelen gebruikt.
Bij deze laatste methode is het residu
van IPC/CIPC in de aardappelen
lager.
Bij een te hoog gehalte aan reduce
rende suikers kan men, met wisselend
resultaat, door reconditionering bij
hogere temperaturen deze suikers
elimineren. Verwerking binnen 1 k 2
dagen nadat de bewaarplaats gelost
is, is in verband met de toename van
reducerende suikers na "behande
ling" aan te bevelen.
Ondanks de verminderde verkoop van trekkers en landbouwwerktuigen
zitten de fabrikanten niet stil. Ze gaan door met het verbeteren van hun
produkten en het ontwikkelen van nieuwe technieken. Innovatie noe
men ze dat tegenwoordig, een begrip dat de landbouwwerktuige
nindustrie allang kent. De landbouwwerktuigenbeurs in Zuidlaren die
van 7 t/m 11 februari 1983 wordt gehouden, bewijst dat.
T rekkers
Er wordt meer aandacht besteed aan
het brandstofverbruik. Dit leidt
enerzijds tot de ontwikkeling van
zuiniger motoren (o.a. met turbo
compressor), anderzijds tot een kri
tischer aankoopbeleid (niet steeds
sterkere trekkers). Ook ontwikkelin
gen als hogere versnellingen op
trekkers (tot 40 km/h) en meer toe
rentallen op de aftakas kunnen, mits
goed gebruikt, het brandstofverbruik
verminderen en door minder lawaai
het comfort verbeteren. Er wordt ook
veel belangstelling verwacht voor
kantelbeveiligingen op oude trekkers
i.v.m. het aflopen in 1983 van de
overgangstermijn in het Landbouw-
veiligheidsbesluit.
Grondbewerking
Nieuw op dit gebied zijn de ploegen
voor montage voorop de trekker (in
teressant voor de lichte gronden) en
de ploegen met strokehristers (alleen
voor zeer zware, klevende grond).
Zaaicombinaties (aangedreven eg
metzaaimachine) kunnen door
nieuwe hefsystemen nu ook achter
minder zware trekkers worden ge
bruikt.
Kunstmesttoediening
Voor de overbemesting in granen
zijn nu verscheidene hoogstrooiers
leverbaar. Verder neemt de belang
stelling voor pneumatische strooiers
toe.
Zaaien en poten
Nieuw zijn de zaaimachines met
breedzaaikouters die granen op een
brede rij zaaien.
Voor het zaaien van suikerbieten
wordt steeds meer ingehuld biete
zaad gebruikt, waardoor de nauw
keurigheid wordt bevorderd.
Er zijn nu meerdere speciale aard-
appelpootmachines voor voorge-
kiemd pootgoed in de handel.
Gewasbescherming
In het buitenland zijn nieuwe spuit-
technieken ontwikkeld zoals de CDA
spuit die de vloeistof met snel draai
ende schijfjes verdeelt, het spuiten
met elektrostatisch geladen drup
peltjes en het verspuiten van Betanal
met weinig vloeistof en hoge druk.
Van dit alles zal in Zuidlaren nog
niet veel te zien zijn. Voor toepassing
op praktijkschaal is nog veel onder
zoek nodig. Wel rijp voor toepassing
in de praktijk zijn de rijen- en stro
kenspuiten. Ook de onkruidstrijkers
(inmiddels in allerlei uitvoeringen
leverbaar) kunnen in bepaalde si
tuaties goede diensten bewijzen.
Graanoogst
Naast de conventionele maaidorsers
met dorstrommel en schudders ver
schijnen machines met andere syste
men zoals roterende scheidingsorga
nen en axiaalmaaidorsers.
Bietenoogst
Betrekkelijk nieuw is de toe
passing van stationaire reinigers.
Eveneens nieuw zijn de bietenladers
met een voorraadbak, waardoor het
laden en het transport gedeeltelijk
worden ontkoppeld.
Voederwinning
Een terrein waarop zich telkens weer
ir, Crucq
nieuwe ontwikkelingen voordoen. In
sommige gebieden ondervindt de
opraapwagen enige concurrentie van
de veldhakselaar (de meeste merken
zijn nu voorzien van een metaalde
tector).
Nieuw is de toepassing van groot-
pakpersen en oprolpersen bij de
ruwvoederwinning; een veel bespro
ken onderwerp
Voeren van ruwvoer
De kuilvoerblokkensnijder is nog al
tijd een veel gevraagd werktuig. Er
zijn bij deze machines vele verbete
ringen te constateren.
Er is nu ook geschikte apparatuur
voor het verdelen van kuilvoerblok-
ken en voor het voor de koeien
brengen van gras- en maïskuil.
Melkwinning
Aan de belangrijkste machine voor
de melkveehouderij, de melkmachi
ne-installatie, worden voortdurend
detailverbeteringen aangebracht.
Voorkoelers en warmtepompen bie
den praktische mogelijkheden voor
de energiebesparing.
De meeste leveranciers van melk
machine-installaties bieden compu
ters met randapparatuur voor de
melkveehouderij aan. De ontwikke
ling van geschikte programma's gaat
langzaam, maar wel steeds door.
Ir. J. Crucq
Consulent voor Landbouwwerktui
gen en Arbeid
De nieuwe serie Hagedorn-opraap-
wagens HLS 332/338, standaard uit
gerust met de hefboom gestuurde
inbrengers met zeer grote kapaciteit,
voldoen ruimschoots aan de gestelde
eisen van het grotere bedrijf en het
loonbedrijf.
Naast het aardappelrooierprogram
ma biedt Hagedorn een opraapwa-
gen-programma van 20 tot 38 m2 in
houd.
Ook nieuw voor Nederland is de
verkoop van Hagedorn door 20 Dis-
trikt-Importeurs, wiens taak het is,
niet alleen de technische begeleiding,
onderdelenverzorging, maar vooral
de begeleiding van de eindverbrui
ker.
Van 7 tot 11 februari staan wij op
stand 84 in de Prins-Bernardhal te
Zuidlaren. 1
O