Epipré: het begeleidingssysteem voor
ziekten en plagen in tarwe, ook in 1983
"Een boer moet eigenlijk veel
beroepen tegelijk zijn"
PROMOTIE BROODJE KAAS
OP VAKBEURS HORECA
Ook advies over oogvlekkenziekte
Verslag werkbezoek Scholengemeenschap Guido de Brés:
Veel buitenlandse
granen bij
Duitse interventie
Epipré is één van de mogelijkheden waarvan de tarweteler gebruik kan
maken om zijn teeltbeslissingen een bredere basis te geven. Het speci
fieke bij het Epipré-systeem is dat rekening wordt gehouden met de
bedrijfs- en perceelssituatie. Hierdoor is het mogelijk om adviezen te
geven die zijn toegesneden op dat ene perceel waarvan de gegevens zijn
verstrekt.
Epipré is inmiddels alweer 5 jaar beschikbaar voor de praktijk. In 1977
is door de Landbouwhogeschool gestart met een advisering voor gele
roest. In 1982 is Epipré voor het eerst onder verantwoordelijkheid van
het Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Volle-
grond (P.A.G.V.) te Lelystad uitgevoerd. Hierbij is nauw samengewerkt
met de regionale voorlichtingsdienst.
WELKE GEGEVENS WORDEN
GEBRUIKT
Bij de advisering worden de kosten
en baten tegen elkaar afgewogen.
Voor de kosten van een bestrijding
wordt rekening gehouden met de
kosten van het middel, de rijspoor-
schade (alleen bij landmachine; af
hankelijk van opbrengst, breedte van
spuitboom, aantal reeds uitgevoerde
bespuitingen, enz.) en de kosten van
uitvoering van de bespuiting (ma-
chinekosten en arbeid of loonwerk).
Voor de berekening van de op
brengst van een bespuiting wordt re
kening gehouden met de mate van
aantasting (op basis van veldwaar
nemingen door de teler), de ver
wachte opbrengst (geschat door de
teler) en het groeistadium van het
gewas (in verband met de kans op
uitbreiding dan wel teruglopen van
de aantasting). Er wordt niet alleen
gelet op de ziekten afzonderlijk,
maar ook op eventuele kombinaties
van bestrijdingen, bijvoorbeeld
meeldauw of bruine roest en blad
luizen.
WIJZIGINGEN/VERBETERIN
GEN TEN OPZICHTE VAN 1982
Er is door de Landbouwhogeschool
een enquête gehouden onder deelne
mers, oud-deelnemers en niet-deel-
nemers. Ook zijn gedurende het af
gelopen seizoen weer suggesties voor
verbetering gedaan door de deelne
mers.
Op grond van vooral de voorstellin
gen van de tarwetelers zullen de vol
gende wijzigingen in 1983 worden
doorgevoerd.
Naast gele en bruine roest, meel
dauw, bladvlekkenziekte, kafjesbruin
en bladluizen zal ook worden geadvi
seerd over oogvlekkenziekte.
In 1982 zijn drie soorten adviezen
gegeven:
bestrijding is (nog) niet rendabel,
doe eerst een nieuwe veldwaar
neming,
bestrijding is kostendekkend,
voer een bespuiting uit,
bestrijding is dit seizoen niet
meer nodig.
Wanneer in 1983 een bestrijding
(nog) niet kostendekkend is, zal op
het advies worden vermeld met wel
ke verwachte schade rekening is ge
houden. De teler weet dan hoever hij
nog verwijderd is van de grens
waarop een bestrijding kostendek
kend is.
In de situaties "bestrijding (nog) niet
rendabel" en "bestrijding kosten
dekkend" wordt bij het advies ook de
volgende waarnemingsdatum ver
meld. Evenals in 1982 heeft de tar
weteler de mogelijkheid om reeds
voor deze datum een waarneming te
doen en opnieuw een advies te vra
gen.
Momenteel wordt nagegaan of het
mogelijk is dat de teler in de gelegen
heid wordt gesteld om direkt na zijn
waarnemingen te zien of een bestrij
ding duidelijk wel of duidelijk niet
Epipré: met zo weinig mogelijk kosten een gezond gewas telen!
nodig is. Deze aanpassing is vooral bij
de bestrijding van bladluizen erg nut
tig. Daarvoor zullen dan op het
kaartje dat hij ontvangt naast de
nieuwe waarnemingsdatum per ziekte
en plaag een aantal grenswaarden
voor de aantasting worden vermeld.
Wanneer de aantasting lager is dan de
ondergrens is bestrijding op dat mo
ment zeker niet nodig. Bij een aan
tasting boven de bovengrens is een be
strijding zeker kostendekkend. Bij een
aantasting tussen de onder- en boven
grens zal ook in 1983 het advies moe
ten worden afgewacht.
De waarnemingsmethode voor gele en
bruine roest zal worden aangepast en
in 1983 minder tijdrovend zijn.
Naast de gegevens die voor de Epipré-
advisering nodig zijn, zullen enkele
extra vragen over de teelt worden ge
steld. Uit het totaal van gegevens zal
aan het eind van het seizoen een be-
drijfsverge lijkende analyse worden
gemaakt. Hierdoor is het mogelijk om
de sterke en zwakke punten van het
betreffende bedrijf nader aan te geven.
HOE KUNT U EPIPRÉ-DEELNE-
MER WORDEN
Inschrijfkaartjes zijn te verkrijgen bij
Uw bedrijfsvoorlichter of rechts
treeks bij het P.A.G.V., antwoord
nummer 25, 8200 BV Lelystad. De
kosten voor deelname zijn 50,—
(voor oud-deelnemers) of 60,—
(voor nieuwe deelnemers). U kunt
voor dit geld een onbeperkt aantal
percelen laten inschrijven.
WAT ONTVANGT U ALS
EPIPRÉ-DEELNEMER
Alle deelnemers ontvangen een in-
struktiemap, een boekje met achter
grondinformatie en waarnemings-
kaarten om de tellingen uit te voeren.
Nieuwe deelnemers ontvangen
bovendien het boekje: "Ziekten en
plagen in graangewassen". Tijdens
het groeiseizoen worden veldin-
strukties gegeven door Uw bedrijfs
voorlichter, meestal in samenwer
king met zijn kollega's. De eerste
veldinstruktie, waaraan een algeme
ne instruktie voor de nieuwe deelne
mers is gekoppeld, zal half april zijn.
Op deze kortdurende instrukties
wordt de telmethode gedemon
streerd en de nadruk gelegd op het
herkennen van de ziekten en de
groeistadia van de tarweplant. Op
deze veldinstrukties kan men zelf
monsters uit het eigen gewas mee
brengen. Er zullen in totaal 2 3
veldinstrukties worden gegeven. U
ontvangt daarvoor steeds een uitno
diging. Wanneer de teler (tijdens de
waarnemingen) niet zeker weet met
welke ziekte hij te doen heeft, bestaat
de mogelijkheid om monsters op te
sturen naar het Epipré-team te Le
lystad. Na enkele dagen wordt dan
bericht welke ziekten op het monster
aangetroffen zijn. Het is natuurlijk
ook mogelijk om even bij Uw be
drijfsvoorlichter langs te gaan. U
hebt dan vaak direkt het antwoord.
WAAROM MEEDOEN MET
EPIPRÉ
Het Epipré-systeem is een hulpmid
del waarmee de tarweteler zijn be
slissing mede kan laten bepalen.
Door degenen die reeds hebben
meegedaan, wordt gesteld dat ze be
ter de ziekten leren kennen en ge
richter gaan waarnemen, niet alleen
in tarwe maar ook in andere gewas
sen. Aan een gedeelte van de argu
menten die worden genoemd waar
om men niet meer deelneemt, wordt
tegemoet gekomen door de wijzigin
gen: verkorten van de waarnemings-
tijd, sneller advies bij duidelijke ge
vallen.
Laat het argument dat men er genoeg
van heeft geleerd en daarom stopt
voor die tarwetelers die nog geen er
varing hebben met het Epipré-sys
teem een extra reden zijn om zich op
te geven: dommer word je er niet van.
Automatiseringssystemen lijken er
steeds meer te komen; Epipré is hier
van een voorloper en geeft een advies.
De uiteindelijke beslissing blijft bij de
tarweteler.
ir. M. de Boer,
ingenieur Akkerbouw bij
Het C.A.R.-Goes
De afgelopen zomer heeft tradi
tiegetrouw een klas MAVO-stu-
denten van de Scholengemeen
schap Guido de Brés uit Rotter
dam in het kader van een be
roepskeus-oriëntatie-week een
bezoek gebracht aan een aantal
bedrijven in de agrarische sektor
in ons werkgebied. De Z.L.M.
was daarbij weer gastheer. Uit
een van de vele werkstukken over
dit bezoek hebben we bijgaand
spontaan verslag gehaald.
15 -10 - '82 De Landbouwdag
"We reden rond 8.45 uur weg. Toen
we een poosje in de bus zaten stapte
om 9.30 uur Willem de Landgraaf
in de bus. Hij zou ons deze ochtend
meenemen en ons iets vertellen over
de Z.L.M. waar hij werkt. Zijn be
roep is: Sociaal Ekonomisch Voor
lichter (S.E.V.ër). Hij helpt als een
boer problemen heeft of vragen (b.v.
over het erfrecht en goederenrecht).
Ook sluit W. de Landgraaf kontrak
ten en besprekingen met een bank
(investeringen). Ook proberen om
een jongen (v.d. boeren) uit militaire
dienst te houden, omdat hij thuis niet
gemist kan worden. Toen we langs de
aardappelvelden reden, zaten er nog
een paar aardappels in de grond.
Waarom? Het is eigenlijk geen boer
uit klei (gemengd). Er is een 4-
baansweg gekomen voor de verka
veling. Het bedrijf is nu van 29 stuk
jes teruggegaan naar 7. Vroeger
hadden ze allemaal kromme stukken
maar nu is het netjes recht. Vroeger
stond op de plaats v.d. boerderij een
kasteel. Stukken van dat kasteel zijn
gevonden. Vorig jaar heeft de boer
een nieuwe traktor gekocht, en dat
ding sloeg elke keer af. Wat was nu
het geval? Er lagen betonnen buizen
onder de grond, en de traktor met
ploeg zijn finaal kapot. Daardoor
had men veel schade want ze moes
ten op een nieuwe ploeg wachten.
Deze kwam begin maart, dus toen
konden ze pas gaan ploegen en tarwe
verbouwen. (Veel verlies dus). 4
De produkten die het bedrijf ver
bouwt zijn: tarwe voor de l/i gerst,
aardappels, suikerbieten.
Het bedrijf is een éénmansbedrijf:
man vrouw 2 dochters. De één
is 12 en de andere 15 jaar. Je mag
alleen als je 16 bent op de weg komen
met de traktor. Er wordt erg veel ge-
kontroleerd. De boerin zelf doet
overal aan mee. Ze heeft zelfs exa
men gedaan voor het traktorrijden".
De klas op werkbezoek op de boerderij. Midden tussen de kinderen, de heer W C.
Sinke (met zonnebril) en rechts landbouwer D.L. de Roo te 's Heer A rendskerke
die uitleg geeft
Op de vakbeurs voor de horeca, de
Horecava, van 11-14 januari in Am
sterdam gehouden, heeft Het Ne
derlands Zuivelbureau een campag
ne voor het "broodje kaas" geïntro
duceerd. Om de aandacht van de
ruim 83.000 beursbezoekers te trek
ken was de stand opgebouwd -uit
"stukken kaas" en liep er een sand
wichman rond in de vorm van een
broodje kaas.
De activiteiten van het NZB in de
horeca waren tot nog toe voorname
lijk gericht op de grotere restaurants
en hotels en op bedrijfsrestaurants en
instellingen. Met de promotie van
het broodje kaas is daar een nieuwe
groep bijgekomen: die van de cafe
taria's, snackbars, koffieshops en
broodjeszaken.
In deze bedrijven zou meer aandacht
besteed kunnen worden aan het
broodje kaas, aldus het NZB. Naast
de traditionele jonge en jong-belegen
kaas kan gekozen worden uit andere
leeftijden of soorten. Aan de hand
van kostprijsberekeningen wordt de
horeca-ondernemer getoond dat dit
niet veel meer hoeft te kosten.
maar een ondernemer. De één is een
goede organisator en de andere niet.
D.w.z.: je moet de aardappels eerst
bespuiten en dan kan je ze na 2 we
ken rooien. Sommige wachten te
lang met het bespuiten, en dan moe
ten ze nog eens 2 weken wachten
voordat ze gaan rooien. En dan heb
ben ze grote kans dat het regent. Een
boer moet eigenlijk veel beroepen
tegelijk zijn n.l.: ondernemer; on
derhandelaar; manager; boekhou
der; plantenteler e.d.
Toen reden we naar een akker-
bouwbedrijf:
Onze begeleidster daar was de boe
rin zelf, mevr. Luik. Het akker
bouwbedrijf is 47 hektare groot. En
het ligt precies midden in Zeeland.
De grond is heel oud, en het is geen
zeeuwse klei. De grond bestaat voor
de helft uit zand en de andere helft
Tot 31 december werd bij het Duitse
interventiebureau 1.509.483 ton tar
we ingeleverd, vergeleken met
859.067 ton in de overeenkomstige
periode van vorig seizoen. Het aan
deel Nederlandse tarwe bedroeg
36.647 ton. Verder was o.a. 60.169
ton Britse tarwe bij het Duitse inter
ventiebureau aanwezig, 142.135 ton
Franse tarwe; 10.475 ton Deense en
7350 ton tarwe uit BelgiëLuxemburg.