Mollenbestrijding voor beter grasland en schoner voer. Rundveehouderij Deelboekhoudingen: een goede zaak "Is het nu grasland, of is het nu bouwland?" Deze vraag wordt soms gesteld omdat het grasland gewoon zwart ziet van de molshopen. Ook wanneer het niet zo erg is met de aktiviteit van de mollen, kan er echter al veel schade optreden. Deze schade bestaat meestal uit het feit, dat er in het grasland door de mollen veel open plekken ontstaan. Het gras sterft af en onkruid komt er voor in de plaats. Vooral muur zien we op de open plaatsen komen. Ook in de zomer, wanneer we gaan maaien voor inkuilen of hooien, zal er door veel molshopen grond in het voer komen. En grond in het voer is slecht voor het vee. Er is maar één manier om de schade door mollen te beperken, en dat is door deze dieren te vangen. Vangen kan op verschillende manieren na melijk; met een schop, met klemmen of met behulp van een speciale mol- ploeg. We zullen deze drie methoden eens in het kort de revue laten pas seren. Schopmethode Op de eerste plaats de "schopmetho de". Dit is zonder meer een goede methode, maar het kost wel veel tijd. Vooral oudere mensen zijn soms ware kunstenaars om op deze manier mollen te vangen. Iemand echter die er op het bedrijf alleen voor staat, zal meestal geen tijd hebben om met de schop de strijd met de mollen aan te binden. Klemmen De methode met klemmen vraagt nogal wat minder tijd met toch goede resultaten. Tenminste, als het goed gebeurd is. Een goede methode is het volgende. We beginnen met de trek ker enkele keren rond het perceel te rijden, waardoor we met de wielen de mollengangen ter plaatse dicht rijden. Na één of twee dagen kunnen we zien welke gangen worden ge bruikt door de mollen namelijk doordat hier de grond weer is omge woeld. In dergelijke gangen moeten we klemmen plaatsen. Om de klem men gemakkelijk terug te kunnen vinden, plaatsen we er een stokje of iets dergelijks bij. De klemmen moeten elke dag worden gekontro- leerd en eventueel opnieuw worden gezet en soms in een andere mollen- rit. Door de klemmen goed te plaat sen zullen beslist de meeste mollen kunnen worden gevangen. Maar we moeten wel volhouden! Molploeg Een methode die minder tijd, maar wel meer geld kost is een molploeg. Deze ploeg is een soort woeler die in de grond gangen maakt. Een opge- rijk bij deze methode met de mol ploeg. Bij een lage temperatuur, lichtvriezend weer en een droge grond worden de beste resultaten verkregen. Het blijkt wel in de prak tijk, dat zulke momenten nog niet zoveel voorkomen. Door na een week de molshopen te slechten kun nen we zien of er nog mollenaktivi- teit is. De laatste mollen moeten we dan nog met de schop of met de klem wegvangen. Willen we echter meer blijvend re sultaat hebben, dan moet de mol lenbestrijding eigenlijk in een hele buurt worden aangepakt. Anders krijgen we toch weer gemakkelijk "herinfectie" van de buur-percelen. Probeer er daarom een gezamenlijke aktie van te maken! Strooi tijdig stikstof op het grasland. We weten allemaal dat het heel be langrijk is om een zo hoog mogelijke opbrengst van ons grasland te beha len en tegen liefst aanvaardbare kosten. Maar dan moeten we wel strooien, want als de grasgroei begint moet het voedsel, dus ook de stikstof, beschikbaar zijn. Percelen die in de loop van de winter al een flinke bemesting met drijfmest of stalmest hebben gekregen, hebben daardoor ook al stikstof ontvangen. Het gras kan dus al profiteren van deze stikstof. Percelen, die geen drijfmest hebben gekregen, hebben dan ook geen drijfmeststikstof in de grond en dus niet ter beschikking van de grasplanten. Op deze percelen is het daarom zeker belangrijk om, wanneer de temperatuursom van 180 graden C wordt bereikt, direct stik stof te strooien. Uiteraard moet de grond redelijk berijdbaar zijn, an- verbouwingen de laatste jaren niet groot is, zijn er toch elk jaar weer een aantal veehouders die plannen heb ben om te gaan bouwen of verbou wen. Dan zien we elk najaar, dat er de laatste weken voordat het vee op de stal moet er met man en macht moet worden gesjouwd om alles op tijd klaar te hebben. Vooral de laatste "kleinigheidjes" afwerken kost veel tijd. Als U dit jaar plannen hebt in deze richting is het hoog tijd om nu al met de voorbereidingen te beginnen. Het is verstandig eerst eens Uw be- drijfsvoorlichter te vragen om de zaak eens mee te bekijken. Hij is deskundig op dat terrein en U zult samen met hem beslist tot een goede oplossing kunnen komen. Bovendien komt hij op veel bedrij ven en kan U misschien ook wel een bedrijf aanwijzen, die eenzelfde soort plan al heeft verwezenlijkt. Naar zo'n voorbeeld te gaan kijken en met de betreffende veehouder te bepraten is bijzonder verstandig. Ir:.-: Hfii' 111 zorgen voor een optimale groei van H Verdeel het goed en niet te veel «uioiuicu i het pn Hat iq wppt afhantpliJV IJ gC rui het gras en dat is weer afhankelijk van verschillende faktoren. We den ken hierbij aan een goede ontwate ring, indien nodig op tijd een on- kruidbestrijding uitvoeren, een goe de verzorging en natuurlijk voor een voldoende en evenwichtige bemes ting. Hoewel fosfaat en kali en ook spore-elementen belangrijk zijn, zul len we nu vooral de stikstofbemes ting eens nader bekijken. Bij de stikstof gaat het niet alleen om de hoeveelheid, maar ook om het tijdstip van de aanwending. Vooral aan het begin van het groeiseizoen is dat belangrijk, dus in het vroege voorjaar. De laatste jaren zijn er veel proeven genomen om uit te zoeken welke de beste tijd is om de eerste stikstof te gaan strooien op het gras land. Dit houdt verband met de temperatuur. Daarom wordt ieder voorjaar de zogenaamde "tempera tuursom" bijgehouden. Uit deze proeven blijkt dat bij een tempera tuursom 180 graden C de groei van het gras begint. In ons gebied is dat I Vang de mollen met schop of klem bouwd apparaat laat regelmatig gif tige korrels vallen in de gemaakte mollengangen. De weersomstandig heden zijn echter bijzonder belang- meestal eind februari - begin maart. Om een hoge opbrengst van het grasland te behalen zullen we dus op tijd moeten beginnen met stikstof ders is het middel erger dan de kwaal, (zie ook het artikel van de heer L.E.M. Rompelberg van het P.R. elders in dit nummer). Drijfmest op grasland en snijmaïs. Door de hoge veebezetting wordt op verschillende veehouderijbedrijven ook veel drijfmest geproduceerd. Bij een veebezetting van drie grootvee- eenheden per ha of meer zijn al veel bedrijven zelfvoorzienend wat fos faat en kali betreft. We gaan er dan wel vanuit dat de verdeling gelijke lijk en goed over alle percelen ge beurt. Dit laatste laat echter nogal eens te wensen over. Vooral in een natte winter komt er veel meer drijf mest op de hogere en drogere perce len dan op de lagere. Dan komt er natuurlijk van een goede en even wichtige verdeling over het gehele bedrijf niet veel terecht. Daarom is het belangrijk om in de drogere pe rioden eerst de nattere percelen van drijfmest te voorïien. Obk komt het op veel rundveebedrijven voor, dat er zoveel drijfmest naar het maïsland gaat, dat er voor grasland te weinig overschiet. De beste manier om de drijfmest goed over het bedrijf te verdelen is op basis van grondon derzoek. Op de uitslag staat aange geven hoeveel fosfaat en kali de ver schillende percelen nodig hebben. Voor percelen met een normale be mestingstoestand zal dit zo'n 30 40 m3 drijfmest per ha zijn om de be hoefte aan kali en fosfaat te dekken. Het beste is om deze hoeveelheden in 2 keer toe te dienen. Dus niet meer dan 20 m3 drijfmest per keer. Zeker zo belangrijk als de hoeveel heid is een gelijkmatige verdeling bij het uitrijden op het perceel. Nog te dikwijls komt het voor dat de mest in dikke strepen over het grasland te zien is. Dit mag niet voorkomen en is ook niet nodig. Vooral bij het begin wordt nog te dikwijls eerst de dunne mest uitgepompt en later de dikke. Door de zuigkorf zo goed mogelijk op de grens van dik en dun te hangen krijgen we al een redelijke menging. Drijfmestkelders met een mixer zijn wat dit betreft ideaal. Tenminste wanneer de mixer regelmatig wordt gebruikt. En daar is dit apparaat toch voor aangebracht. Plannen voor nieuwbouw of verbouwingen. Hoewel het aantal nieuwe stallen of Ook is er meestal nogal wat tijd no dig voor prijsopgave door een aan nemer of een leverancier voor be paalde materialen, nog eens opnieuw te bekijken en berekenen, vergun ningen aanvragen, eventueel overleg met de bank over de financiering, met de boekhouder enz... Als dit soort zaken moeten goed be keken en geregeld zijn, voordat U met de werkzaamheden begint. Het spreekwoord zegt niet voor niets, dat je bouwen twee keer zou moeten doen. Dat hoeft niet zo te zijn, als er van te voren maar goed en voldoen de overlegd is. En bedenk dat bouwen of verbou wen zo goed als altijd tegenvalt, niet allen in kosten, maar ook in tijd. Dus: zijn er plannen, dan nu starten met de voorbereidingen! Slepen grasland en onderhoud afrastering. In het begin van dit artikel hebben we al stilgestaan bij de mollenbe strijding. Maar alle mollen zijn zo maar niet gevangen. Dus zullen er ook nog wel enkele molshopen voorkomen. Daarom moeten we in deze tijd van het jaar, de meeste percelen nog wel een keer slepen om de molshopen te slechten. Ook liggen er nog mestflatten, die kunnen dan tevens ook worden verspreid. Het onderhoud van de afrasteringen is nu een stuk minder geworden ten opzichte van vroeger. Toen hadden we nog geen tegen rot behandelde palen, geen gladde draad met stroom erop enz. Dat hebben we nu allemaal wel, maar dat wil niet zeggen dat er geen werk is aan de .afrastering. Want doordat er nu, en gelukkig, minder sloten zijn, doornen hagen e.d. dan vroeger, moeten de afschei dingen beslist goed in orde zijn. Vooral als er bouwland naast ligt. Als het niet koud is, is deze tijd van het jaar goed geschikt om de afrastering eens goed te kontroleren en waar nodig te repareren. Vooral bij ge bruik van stroomdraad mogen er geen storingen optreden. Maar dan moet de draad wel overal goed in de isolatoren zitten. Het is verplicht, om van stroomdraad de in stallatie jaarlijks te laten keuren door een bevoegd installateur. Het zijn dikwijls allemaal van die kleine din gen, maar het moet wel een keer ge beuren. Stel daarom dit soort zaken niet langer uit, maar begin eraan! C.A.R. Zevenbergen, de bedrijfsvoorlichter rundveehouderij ing. A.J. Biemans. "Wie schrijft, die blijft" is een zeer oud gezegde. Dit gaat ook beslist op in de roodvleesmesterij. Het noteren van een aantal specifie ke bedrijfsgegevens verschaft U als roodvleesmester een beter inzicht in Uw bedrijf. Dit bijhouden van be- die U overigens wel zelf zult moeten bijhouden, krijgt U jaarlijks een overzicht van alle belangrijke tech nische en economische kengetallen van Uw bedrijf. Als U hiervoor belangstelling heeft, kunt U voor uitgebreide informatie Ook in de vleesveehouderij is een deelboekhouding van zeer groot belang! drijfsgegevens kan uitstekend ge daan worden in de vorm van een zo genaamde deelboekhouding. Het is dit jaar nog mogelijk om via het C.A.R.-Goes gratis deel te nemen aan het deelboekhoudingenpro- gramma van het L.E.I. Met behulp van een eenvoudige administratie, terecht bij Uw bedrijfsvoorlichter vleeshouderij, de heer ing. M. West huis, telefoon 01100-16440, C.A.R.- Goes. C.A.R.-Goes, de bedrijfsvoorlichter rundveehouderij ins. M. Westhuis. 5 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 13