Stikstofbemesting op grasland in het voorjaar
Temperatuursom in 1983 Afdeling Zeeland Wolfederatie had goed jaar
Er komt weer Provinciale
Fokschapendag in Goes
UITBREIDING VARKENSSTAPEL
ZET DOOR
Veel regen tjirekt na het
strooien geeft uitspoeling
Drijfmest bij voorkeur op te
maaien percelen
Ook na drijfmest eerste
stikstof bij T-som 200
geven
Stikstofgift bij voorweiden
Samenvatting
VERLOOP VAN DE TEMPERATUURSOM IN 1983
INSCHARINGS
VOORWAARDEN
RUNDVEE 1983
Over de stikstofbemesting voor de eerste snede in april en mei is reeds
veel geschreven. Ondanks dat, is er in de praktijk onder de veehouders
nog steeds veel diskussie hierover. Met name het tijdstip van strooien.
Moet alle stikstof er in één gift op of is een gedeelde gift beter? In welke
mate kan met de stikstof uit de drijfmest worden gerekend enz. Wat dit
laatste betreft is op de Proefboerderij Cranendonck de afgelopen twee
jaren onderzoek verricht.
Uit vele jaren onderzoek is duidelijk geworden dat bij het bereiken van
de T-som 200 het goede tijdstip is om de eerste stikstof op grasland te
strooien. Op voldoende droge percelen begint dan de grasgroei. Op
natte percelen zal dit later zijn.
•stofopbrengst
ton/ha
N-gift: 70 kg N/ha drijfmest
N-gift: 70 kg N/ha O
Als de stikstof wordt gestrooid zoals
hierboven is aangegeven, dan is het
gevaar voor uitspoeling gering. Het
moet echter wel ca. één week na het
strooien droog weer blijven. Onder
zoek op de Proefboerderij Cranen
donck in het voorjaar van 1981 heeft
geleerd dat veel regen direkt na het
strooien veel uitspoeling kan geven.
Zie figuur 1. Als we in figuur 1 de
stippellijnen volgen, zien we duide
lijk de neerwaardse piek bij de
strooidatum 9/3. Bij en na het
strooien van de stikstof viel hier toen
zeer veel regen, waarbij duidelijk
veel uitspoeling heeft plaatsgevon
den. Bij de strooidatum van 27/2
zien we dit uitspoelingseffekt niet.
Aangenomen mag worden dat de
graswortels de gestrooide stikstof al
hadden vastgelegd (opgenomen)
vóór de zware regenval van 9 - 10 en
\Vi. Deze ervaring op Cranendonck
mag niet tot de konklusie leiden, dat
het stikstof strooien maar later moet
gebeuren. Het gevaar voor veel regen
direkt na strooien en dan uitspoeling
kan ook op een later tijdstip, bij bij
voorbeeld 300 T-som, gebeuren.
Uit het onderzoek in 1981 en 1982 op
het ROC-Cranendonck komt naar
voren dat de rundveedrijfmest, ge
geven 25 ton in najaar en 15 ton/ha
in vooijaar, weinig effekt heeft ge
geven op de opbrengst aan weidegras
in begin mei. De stikstofwerking bij
een maaisnede 3.000 - 4.000 kg ds is
wat beter. Ook dit is af te lezen in
figuur 1. De stikstofwerking uit
drijfmest is niet geheel duidelijk en
lijkt tegen te vallen. Voorlopig ad
vies: drijfmest vóór 1 februari uitge
reden, geeft vrijwel geen stikstof-
werking. Drijfmest aangewend na 1
februari, per ton:
rundveedrijfmest. 1 kgN;
varkensdrijfmest 1,5 kg N
kippendrijfmest 2 kg N.
Gezien de geringe N-effekten van
drijfmest voor de eerste snede mag
de drijfmestbemesting geen reden
zijn om het stikstof strooien ii^ het
maaiaatum
26-5-1961
maaidatum
7-5-1981
_L-
_L_
_1_
_L_
-L.
100 150 200 250
30/1 27/2 9/3 16/3
voorjaar maar uit te stellen naar een
later tijdstip. Dit geldt zeker voor
percelen die in april en begin mei
worden beweid.
Op veel ligboxenstalbedrijven gaan
de koeien al vroeg in het voorjaar de
weide in. Als de omstandigheden het
toelaten wordt vanaf begin april al
vrij regelmatig overdag geweid. We
noemen dit voorweiden. Dit voor
weiden vindt plaats bij een lage ds-
opbrengst (minder dan een halve
weidesnede) en kan zowel plaatsvin
den op percelen die later in mei ge-
300 400 500 T-som
23/3 30/3 7/4 —strooidatum
maaid dan wel geweid worden. Voor
deze percelen is een eerste stikstofgift
van 40 kg N/ha voldoende. Direkt na
het voorweiden in april kan' dan weer
ing. J. Mies,
specialist Voedervoorziening van
het Konsulentschap voor de
Rundveehouderij en de Akker
bouw te Waalre
een normale gift van 80 kg N voor
weiden of 120 kg N/ha voor maaien
worden gegeven.
Eerste stikstof strooien bij T-som
200.
Na het strooien is ca. één week
droog weer belangrijk.
De N-werking uit drijfmest valt
tegen.
Uit drijfmest aangewend voor fe
bruari geen N-werking rekenen.
Uit na 1 februari aangewende
rundveedrijfmest mag 1 kg N per
ton en uit varkensdrij fmest 1,5 kg
N per ton worden gerekend. Dit is
een voorlopig advies.
Bij voorweiden eerste N-gift ver
minderen tot 40 kg N per ha. Di
rekt na het voorweiden de ge
bruikelijke N-gift per ha van 80
kg N en 120 kg N voor respektie-
velijk weiden en maaien.
Weiden
Eerste stikstof
bi.i T-som:
Eerst volgende snede in mei
weiden maaien
Normaal weiden
80 kg N
80 kg N 100 kg N
Voorweiden
40 kg N
80 kg N 120 kg N
Maaien
Niet voorweiden
120 kg N
- 100 kg N
Voorweiden
40 kg N
120 kg N
Als de groei begint dient het gras
over voldoende stikstof te beschik
ken. Het begin van de groei wordt
benaderd door de temperatuursom.
De optimale aanwendingstijd van
stiksotf in het voorjaar ligt tussen de
temperatuursommen van 180 *C en
280 'C.
Aan de hand van de gemiddelde
temperaturen van voorgaande jaren
wordt een globale schatting gemaakt
van het bereiken van de tempera
tuursom van 180°C Deze schatting
komt neer op het bereiken van 180#C
T som in de 2e helft van februari, dus
ten opzichte van voorgaande jaren
vroeg.
Afdeling Weidebouw, Voederwin-
ning en Conservering,
(ing. L.E.M. Rompelberg).
Weerstation Schatting uitgaande van de temperatuursom op
Datum
20/1
oo
O
Leeuwarden
ltf)
Eelde
108
Den Helder
119
Lelystad
114
Twente
109
Schiphol
119
Soesterberg
107
De Bilt
114
Deelen
106
Rotterdam
124
Zierikzee
125
Volkel
119
Gilze-Rijen
117
Vlissingen
124
Eindhoven
112
Zuid-Limburg
108
WAARDE TEMPERATUURSOM
23/2
24/2
19/2
21/2 v
24/2
19/2
24/2
21/1
25/2
16/2
16/2
16/2
19/2
19/2
29/2
24/2
Temperatuursom van 1 januari tot 20 januari.
De omvang van de varkensstapel in
ons land bedroeg op 1 december j.l.
10.590.000 stuks. Dit was bijna
400.000 meer dan op 1 december 1981
3,9%). De ontwikkeling van de
fokvarkensstapel maakt een verdere
groei waarschijnlijk.
Eén en ander blijkt uit een steek-
proefonderzoek van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek.
De uitbreiding van de varkensstapel
vond zowel plaats bij de mesterij, als
bij de fokkerijsector. Het aantal
mestvarkens nam toe van 8.969.000
in 1981 tot 9.313.000 stuks op 1 de
cember 3,8%). Vooral de catego
rie mestvarkens van 50 kg en zwaar
der Ijreidde sterk uit met bijna
10
230.000 dieren tot 3.544.000 per 1
december j.l. 6,9%).
De jongere mestvarkens (incl. de
biggen) zijn iets minder sterk in aan
tal gestegen. Gezien de ontwikkeling
van de fokkerijsector is echter nog
geen stagnatie in de groei van de
varkensstapel te verwachten. De
fokvarkensstapel als geheel nam nl.
met 53.000 dieren toe tot 1.277.000
stuks 4*3%). Opmerkelijk is daar
bij de toename in' de categorieën
"gedekte zeugen" met 36.000 stuks
4,8%) en vooral van "jonge zeu
gen nog nooit gedekt" van 138.000
op 1 december 1981 tot 162,000 per 1
december 1982 17%)
Op woensdag 19 januari j.l. werd in
"De Vroone" te Kapelle de jaarlijkse
algemene ledenvergadering van het
Nederlands Texels Schapenstam
boek afd. Zeeland en de afd. Zeeland
der Ned. Wolfederatie gehouden. De
belangstelling voor deze vergadering
was zeer groot.
In zijn openingswoord memoreerde
de voorzitter, dhr. I.J. Risseeuw, het
overlijden van het erelid dhr. Van de
Velde uit' Kamperland die zeer veel
voor de schapenfokkerij in Zeeland
heeft gedaan.
Wolfederatie
Wat betreft de Wolfederatie is 1982
een goed jaar geweest. In Zeeland
werd 51725 kg wol ingenomen, van
771 leveranciers. Dit betekent dat het
afgelopen jaar 9651 kg meer wol aan
de N.W.F. is geleverd. Over de uit
betaalde prijs zal geen nabetaling
plaatsvinden. Dit komt vooral omdat
de uitbetalingsprijs bij de levering
beduidend hoger was dan in 1981!
Voor het stamboek was het in het
afgelopen jaar niet altijd even ge
makkelijk, aldus de voorzitter. Door
de ernstige ziekte van de inspekteur
moesten nu bij de voorjaarsinspektie
part-time krachten worden ingezet.
Ook de najaarsinspektie kon niet
door de inspekteur meer worden ge
daan. Deze taak heeft toen het be
stuurslid J.J.A. v.d. Velde uit Nieu-
werkerk op zich genomen.
Een positief punt was het verloop
van de 4 regionale keuringen. Over
het algemeen was er een goede be
langstelling voor deze keuringen. Dit
gold ook voor de provinciale fok
schapendag, die ondanks de wat
kleinere inzending toch zeer ge
slaagd is.
Deze kleinere inzending komt omdat
steeds meer bedrijven zich bezig
gaan houden met het zwoegerziekte-
vrij maken van hun bedrijf. In het
afgelopen jaar hebben drie bedrijven
het certificaat "zwoegerziekte vrij"
ontvangen.
Voorzitter van het hoofdbestuur van
het N.T.S., de heerJ.C. Geluk.
Provinciale fokschapendag
Ook dit jaar zal er weer een provin
ciale fokschapendag worden georga
niseerd. Het zal een keuring worden
voor bedrijven, die niet officieel
"zwoegerziekte vrij" zijn. De alge
mene ledenvergadering was bijna
unaniem voor een provinciale fok
schapendag teGoes in plaats van
samen te gaan met de provinciale
keuring van de afd. N.-Brabant en
Limburg in 's-Hertogenbosch.
Nieuwe inspekteurs
Tot slot gaf dhr. Geluk, voorzitter
van het hoofdbestuur van het N.T.S.
nog een korte toelichting n.a.v. de
administratieve moeilijkheden bij
het computermatig verwerken van
de gegevens bij het N.T.S.
Na 2 jaar kan gesteld worden, dat
alle dieren zijn ingebracht en dat de
stallijsten naar de stamboeken kon
den worden verzonden. Men zal ze
ker nog 3 k 4 jaar nodig hebben om
de gehele zaak in orde te krijgen.
Verder deelde dhr. Geluk nog mee,
dat er nieuwe inspekteurs aangesteld
zullen worden voor de rayons Zee
land-Brabant en Midden-Nederland.
Voor het inschaarseizoen 1983 zijn
dezelfde voorwaarden van toepassing
als die welke in 1982 van kracht wa
ren.
Voor inscharingen van uitsluitend
niet drachtig jongvee wordt alleen
vereist, dat de ingeschaarde runderen
niet inschaarformulier worden inge-
schaard.
De inschaarformulieren kunnen
door de bedrijfsvoorlichters worden
afgegeven voor runderen, welke af
komstig zijn uit abortus Bang-vrije,
TBC-vrije en tegen mond- en
klauwzeer geënte rundveebeslagen.
De in te scharen runderen behoeven
derhalve voor de inscharing niet
persé aan een bloedonderzoek te zijn
onderworpen.
Voor het inschaarseizoen 1983 gel
den de navolgende bepalingen:
1. Inscharing van drachtig jongvee
is verboden.
2. Inscharing van rundvee zonder
inschaarformulier is eveneens
verboden.
3. Runderen, verblijvende in een
inscharing van uitsluitend gust
jongvee, mogen na 1 juli 1983
gedekt of geïnsemineerd worden.
4. Inscharingen van runderen, af
komstig van maximaal 6 bedrij
ven, kunnen voor ontheffing van
het onder 1 gestelde verbod in
aanmerking komen. De houder
van een dergelijk inschaarbedrijf
dient bedoelde ontheffing schrif
telijk aan te vragen bij de Ge
zondheidsdienst voor Dieren in
Noord-Brabant, Molenwijkse-
weg 48, 5282 SC Boxtel.
5. Voor de bij inscharing benodigde
inschaarformulieren dienen be
trokkenen zich tijdig tot de be-
drijfsvoorlichter te wenden. Deze
formulieren dus niet bij de Ge
zondheidsdienst te Boxtel aan
vragen.
6. Na inscharing moeten de in
schaarformulieren bij de houder
van het inschaarbedrijf ter inzage
liggen.
7. Bij inscharing buiten de provincie
Noord-Brabant moet voldaan
worden aan de door de Gezond
heidsdienst in die provincie te
stellen voorwaarden.