Nevenberoep naast het
landbouwbedrijf?
15-30 ha bedrijf
(slot)
W. de Wolf
KORTE WENKEN
C.A.R. Zevenbergen
In het kader van de serie artikelen met extra aandacht voor mogelijkheden van een bedrijf tussen 15 en 20 ha
zijn tot op heden steeds aanpassingen en ontwikkelingen binnen het bedrijf behandeld. In dit artikel willen we
nu aandacht schenken aan de mogelijkheid van aanvulling van inkomen door inzet van arbeid buiten het
bedrijf.
Namelijk in de vorm van een nevenberoep naast het bedrijf, waardoor er volgens het spraakgebruik sprake is
van part-time of deeltijd-boer.
Voor een beoordeling daarvan vanuit de praktijk zochten we kontakt met de heer K. Geschiere te Grijps-
kerke. De heer Geschiere nam namelijk in 1978 deel aan een werkgroep, die aan het bestuur van de kring
Walcheren van de C.B.T.B. zou rapporteren over de verschillende facetten van het toenemende verschijnsel
van het part-time boer zijn.
De heer Geschiere stond er aanvan
kelijk erg aarzelend tegenover om
zijn situatie en beleving van een ne
venberoep middels een artikel in de
landbouwpers bekend te maken.
Deze aarzeling hield ook verband
met de afwijking van de andere arti
kelen en het gevoel, dat een neven
beroep bij vele agrariërs niet hoog
gewaardeerd wordt.
Naar zijn oordeel zal het beleven van
een nevenberoep sterk samenhangen
met de aard van het landbouwbedrijf
en van het nevenberoep alsmede met
ieders persoonlijke instelling. Op
sterk aandringen was hij uiteindelijk
wel bereid op enkele vragen een
antwoord naar ergen ervaringen te
geven.
Hoe was uw voorgeschiedenis?
Ik ben opgegroeid in het landbouw
bedrijf van mijn vader. Tot mijn
39ste jaar heb ik overwegend bij mijn
vader op het landbouwbedrijf in
loondienst gewerkt. In de winters
van de laatste jaren echter reeds on
derbroken. Toen was er op het be
drijf van mijn vader te weinig werk.
Daarom heb ik in deze winter reeds
in loondienst bij een uiensorteerbe-
drijf gewerkt. Mijn hoofdbedoeling
was daarmee, meer wezenlijk nuttig
werk te kunnen doen dan waar het
bedrijf van mijn vader gelegenheid
toe bood.
Ongeveer 10 jaar geleden heb ik het
landbouwbedrijf van 21 ha van mijn
vader overgenomen en als akker
bouwbedrijf voortgezet.
Hoc bent u tot een nevenberoep ge
komen?
Zoals reeds gezegd bestond het
overgenomen bedrijf uit plm. 21 ha.
van voor bouwland goed geschikte
grond.
De bestaande schuur bood weinig
stalruimte voor melkkoeien en jong
vee. Ik was voorheen slechts zeer be
perkt bij het verzorgen van het
melkvee en niet bij het melken be
trokken geweest. Ik voelde zeer wei
nig voor rundvee. Mijn mening was
dan ook. niet met melkvee te begin
nen onder de motivering dat in het
geval je geen veehouder in je hart
bent je het ook niet in je vingers kunt
hebben.
Als het bedrijf twee keer zo groot was
geweest zou ik er ook in de vorm van
akkerbouw voldoende explooi in ge
vonden hebben.
De oppervlakte van ruim 20 ha en
mijn gewassenkeuze met o.a. 6 a 7 ha
suikerbieten. 2 a 3 ha uien, 2 a 3 ha
aardappelen daarin vroeg van mij
niet een vojledige arbeidsinzet. En
dit zeker niet in de winter. Hoewel ik
gedurende de laatste winters bij mijn
vader reeds ervaring had met werken
in een uiensorteerbedrijf heb ik er
lang over gedacht en lang over
geaarzeld om de eerste stappen voor
het zoeken van een nevenwerk
zaamheden buiten mijn bedrijf te
zetten. Ik kan niet ontkennen, dat de
vraag, wat de omgeving daarvan
zeggen *ou. bij deze aarzeling een
niet onbelangrijke rol heeft gespeeld.
Uiteindelijk heb ik de knoop door
gehakt en heb werk in loondienst
aanvaard in de grond- weg- en wa
terbouw.
De heer Geschiere hielp o.m. met het aanleggen van een persleiding. Zeker in de
winter kon hij zich daarbij voor de volle tijd inzetten
Naast het belang voor het inkomen
speelde daarin een belangrijke rol,
dat ik in de winter op mijn bedrijf te
weinig omhanden had en voor eigen
voldoening meer nuttig bezig wilde
zijn. In die tijd was er ook volop werk
te krijgen.
In feite heb ik direkt vanaf de be
drijfsovername nevenwerk in loon
dienst aanvaard. Het werk is in de
praktijk nogal variërend geweest. En
veelal ook van een eenvoudige aard
in de vorm van hulp bij bestrating,
leggen van duikers; aanleg van pers
leidingen.
Veelal werk. waarbij ook de schop
gebruikt moest worden. In de eerste
jaren bleef ik in de groeiperiode vol
ledig thuis, in de latere jaren heb ik
het gehele jaar door werk in loon
dienst naast mijn bedrijf gedaan.
Hoe hebt u het nevenberoep ervaren?
In het algemeen heb ik het nevenbe
roep als prettig ervaren. Dit was
echter ook wel afhankelijk van het
soort werk en met wie er moest wor
den samengewerkt. Zo heb ik drie
seizoenen met groot genoegen ge
werkt aan het leggen van een pers
leiding. Het ging daarbij om sa
menwerking met twee kraanmachi
nisten en een derde man.
Het samenwerken met anderen er
vaar ik als prettig. Op het werk ont
drijf werken doch zij heeft zich in dit
opzicht nimmer remmend opgesteld.
Ook mijn kinderen hebben door
gaans volop begrip getoond voor de
keuze die ik in dit opzicht maakte.
Een bijkomend facet was, dat mijn
opgroeiende schoolgaande zoons in
de laatste jaren op het eigen land
bouwbedrijf alle soorten werk, ook
die met de trekker, hebben verzorgd.
Op deze wijze konden ze meer werk
leren dan wanneer ik het overwe
gend zelf zou hebben gedaan. Zo
konden ze meehelpen van het bedrijf
met weinig kosten redelijke uitkom
sten te behalen.
Hebt u nog aanvullende opmerkin
gen?
Uiteraard heb ik alleen mijn eigen
ervaring en eigen beleving kunnen
weergeven. Het is voor de hand lig
gend dat deze voor ieder verschillend
kunnen zijn. Ze zullen afhankelijk
zijn van de eigen persoonlijke instel
ling tegenover een nevnberoep naast
het eigen bedrijf, van de inkomens
mogelijkheden die men zelf door
aanpassing van het bedrijf denkt te
verwezenlijken en van de mogelijk
heden om passend part-time werk
naast het bedrijf te vinden. Niet te
verhelen valt, dat het vinden van
passend aanvullend werk naast het
bedrijf door de sterk afnemende
werkgelegenheid steeds moeilijker
wordt. Daarom ga ik voor mijzelf
ook na, hoe ik door opname van
grove tuinbouwgewassen als winter
bloemkool en ook andere tuinbouw
gewassen in mijn bedrijf meer ren
dabele arbeid kan scheppen.
Wat ik nog wel even kwijt wil is, dat
het aanvaarden van een nevenbe
roep naast het eigen bedrijf in het
huidige landbouwbeleid het risiko
mee brengt, minder voor voordelen
van sommige landbouwmaatregelen
en b.v. het tijdelijk gebruiken van
S.B.L. grond in aanmerking te ko
men.
Op deze wijze zou eigen initiatief
dan vanuit het landbouwbeleid ge
straft kunnen worden. Hetgeen dan
bij mij weerstanden kan oproepen.
Tenslotte
De samensteller van dit artikel is zich
bewust, door zijn vraagstelling
slechts een beperkt aantal facetten
van een nevenberoep in de schijn
werper te hebben gebracht. En dat
waardering en beleving sterk van
ieder persoonlijke instelling en van
allerlei omstandigheden kan afhan
gen.
Niettemin hoopt hij op deze wijze u
dit laatste artikel van deze serie te
hebben kunnen doorgeven, dat een
nevenberoep naast een eigen land
bouwbedrijf voor een aantal agrari
sche ondernemers met onvoldoend
grote bedrijven een goede oplossing
kan bieden.
S.E.V.-er van de C.B.T.B.
stonden gemakkelijk kollegialiteit en
vriendschap. Bij meerdere andere
part-timers leidde dit tot bedrijfsbe
zoeken over en weer.
Nu verricht ik in dienst van de aan
nemer bij het waterschap werk
zaamheden met een meer routine
matig karakter. In het algemeen heb
ik er voldoening van. Een nadeel van
het nevenberoep naast het eigen be
drijf is, datje veel en vaak jezelf moet
omschakelen. Dit met name bij
drukte in het eigen bedrijf. Men
moet dan het belang van het eigen
bedrijf wel eens op de tweede plaats
stellen. Soms ook naast het neven
beroep de belangen van het eigen
bedrijf nog zoveel mogelijk pogen na
te komen middels extra uren.
In mijn geval heb ik het voordeel
genoten, dat ik met de aannemer, bij
wie ik de laatste jaren in loondienst
werkte, in goede verstandhouding
leefde en deze ook begrip opbracht
voor de belangen van mijn bedrijf.
Zodat ik ook wel eens aan belang
rijke werkzaamheden in mijn bedrijf
voorrang kon geven.
Hoe heeft uw gezin het nevenberoep
naast het bedrijf ervaren?
Mijn vrouw heeft me daarin volledig
vrij gelaten. Zij heeft het bij anderen
werken waarschijnlijk als minder
prettig ervaren dan thuis op het be-
AKKERBOUW
VANAF 17 JULI 1983 MOE
TEN alle trekkers voorzien zijn
van een goed gekeurd kantelbe-
veiliging, aldus het Landbouwvei-
ligheidsbesluit van de A rbeidswet.
De arbeidswet heeft echter alleen
betrekking op bedrijven met per
soneel. Dit betekent dat de land
bouwer en zijn vrouw hier niet on
der vallen maar wel zoons en
dochters en ieder ander die even
tueel met een trekker rijdt.
OMDAT PRAKTISCH
IEDERE TREKKER wel eens
door een ander wordt bestuurd, is
het raadzaam om alle trekkers te
voorzien van een veiligheidsbeu
gel, -frame of -kabine. De een
voudigste oplossing is een door de
Arbeidsinspektie goedgekeurde
beugel.
OM DA T IEDEREEN IN princi
pe (vaak mechanisatiebedrijven)
deze beugel mag maken en mon
teren zijn er bij de Arbeidsinspek
tie tekeningen beschikbaar waar
aan de beugel moet voldoen.
Alleen een volgens deze tekening
aangebrachte beugel voldoet aan
de eisen die worden gesteld. Teke
ningen kunt u o.a. in West-Bra
bant bestellen bij de Arbeidsin
spektie te Breda, tel. 076 - 223400.
MEESTAL FUNKTIONEREN
hete luchtkachels zonder toezicht.
Zorg ervoor dat ze volledig bevei
ligd zijn met het oog op brandge
vaar. Bij een te hoge uitblaastem-
peratuur, hoger dan 300 graden C,
of bij het wegvallen van de vlam,
moet de olietoevoer onderbroken
worden. De steunventilator moet
nadat de brander is uitgeschakeld
de kachel automatisch nakoelen.
VUL NOOIT EEN HETE
LUCHTKACHEL met aange
bouwde brandstoftank wanneer
deze brandt! Zorg ook voor de
juiste brandstof. De meeste ka
chels zonder rookgasafvoer wor
den met petroleum gestookt, met
rookgasafvoer veelal op dieselolie.
Sommige zijn geschikt om op af
gewerkte olie te laten branden.
Deze worden gebruikt voor ver
warming van de werkplaats.
VEEHOUDERIJ
ER IS WEL ENIGE TIJD
VOOR nodig om nota's, rekenin
gafschriften, formulieren e.d. die
binnengekomen geordend op te
bergen, maar dat weegt niet op
tegen de tijd die verloren gaat bij
het zoeken van een bepaald for
mulier in de grote schuif. Laat het
niet bij goede voornemens maar
schaf enkele ordners, perforator
e.d. aan waardoor het vervelende
zoeken tot het verleden behoort.
MELKVEESTALLEN, MAAR
ZEKER ook jongveestallen moe
ten zo geventileerd worden dat de
lucht droog blijft. Veelal worden
bij kouder weer de kleppen geslo
ten om de temperatuur wat hoger
te hiuden. Het wordt dan veel te
vochtig in de stal en de kans op
ziekte neemt sterk toe. Bedenk dat
een droge lucht met iets lagere
temperatuur gezonder is dan
vochtige lucht.
ONDERGRONDS KNAGEN
DE mollen aan uw inkomen. Ze
verzetten veel grond, waardoor
aan de zode belangrijke schade
wordt toegebracht. Door middel
van klemmen, die in de hoofdgan
gen geplaatst moeten worden,
kunnen veel mollen worden ge
vangen.
Nu het in het grasland rustig ge
worden is, trachten de mollen in
het bezit te nemen. Sta echter
klaar om dit te voorkomen.
7