erf en akker Lui- en Lekkerland! Z'n ouders hadden een ge mengd bedrijf. Hij deed de Middel bare Landbouwschool en vond een baan als voorlichter bij een coöperatieve aan- en verkooporga nisatie. Bij de boeren die hij in z'n werk leerde kennen, kwam hij al gauw over heel wat meer te praten dan over veevoeder alleen. Vaak ging 't over financiële problemen. Over de noodzaak te investeren. Problemen die hem steeds meer gingen interes seren. En die hij graag zou helpen oplossen. Tot hij hoorde dat de ABN Bank een man zocht die zulke proble men kon helpen oplossen. R. Muilenburg. Eén van de Agrarische Adviseurs bij de ABN Bank. "Ik woon nog steeds op 't boe renland. In een klein dorpje in de West-Betuwe. Ik mag in m'n buurt graag een handje helpen. Met melken. Of in de drukte van de oogsttijd, op de combine. Soms denk ik wel eens: ik had toch boer moeten wordenMaar voor m'n werk bij de ABN zit ik óók dagelijks in het boeren bedrijf. Net als m'n collega's van het ABN Agrarisch Team (in elke provincie is er zo'n team), advi seer ik boeren over bankzaken. En bankmensen over agrarische zaken. Importbehoefte Sovjet-Unie aan granen grotendeels reeds gedekt Verschuivingen importpatroon granen in Nederland vv e hebben er bijna vier weken Nederland opzitten, nog een paar da: gen en dan vertrekken we weer naar Tanzania, terug naar Mbozi Maize Farms. We hebben echt genoten van Nederland. De donkerste dagen van het jaar, geen zon en veel werklozen, maar vanuit de landbouw optimisti sche geluiden. Nederland, ...ja nog steeds Luilekkerland, althans in de ogen van een aan schaarste gewoon geraakt mens. We vergaapten ons aan alles. We zijn inkopen gaan doen in zo'n mammoet warenhuis waar ge woonlijk alleen groothandelaren be horen te komen. In de voedse laf deling raakten we bijna van streek. We voel den êns in de tempel der overvloed waar de god van de welvaart blijkbaar nog geen grond onder de voeten had verloren. oordat we uit Mbozi vertrokken waren we zoals vanouds weer belaagd door tientallen lieden die kwamen met verzoeken om iets voor hen uit dat verre Luilekkerland mee te brengen. Het varieerde van horloges tot radio's, van spijkerbroeken tot bustehouders, van schoenen tot petten. Helaas heb ben we bijna iedereen teleur moeten stellen. Het is onbegonnen werk en bovendien het is niet te betalen. Ja, maar roepen ze in Tanzania in koor, we betalen alles wel. Geduldig hebben we hen trachten duidelijk te maken dat hun Tanzaniaanse geld voor ons weinig betekent. Dat we wel alles in harde guldens moeten kopen, guldens die we zelf heel hard nodig hebben. We hebben ze verteld dat we met hun shillings eigenlijk niks kunnen doen, dat we er al genoeg van hebben en er niet meer nodig hebben, want je kunt er toch niks mee kopen. Ze kijken ons dan beduusd aan, teleurgesteld, ver drietig, want weg is de hoop op een polshorloge of een echte spijkerbroek. Natuurlijk hebben we wel het een en ander voor sommige arme drommels gekocht. Wanneer het dan te pas komt kunnen we aan enkelen wel eens een kadootje geven. Je zult maar in zo 'n land leven, terwijl er bovendien geen hoop is dat in jouw mensenleven er nog ooit enige verbetering in zal ko men. Veroordeeld tot armoede. Toch is er altijd weer kompensatie in het bestaan, want ze zijn wel gezegend met een grenzeloos optimisme en opge wekte geest. Winkelen is een onverbrekelijk onderdeel van zo'n bezoek aan Ne derland. We vinden dat wel aardig als het maar niet op kleren kopen aan komt. Voor ons zelf zouden we wat dat betreft vrij snel klaar zijn, maar met onze wederhelft ligt dat wat anders. Vrouwen vinden dat leuk. Zoeken en wroeten in eindeloze rijen kledings tukken. Met de regelmaat van de klok wordt er ook onze mening over ge vraagd. We vinden dat vreselijk, want we vinden eigenlijk niks echt mooi, maar ook niks echt lelijk. Soms in een goede bui, dan testen we ons zelf en proberen ons in te leven in haar smaak. Wat vindt je hier van, zeggen we dan en houden een kledingstuk in de hoogfe. In circa 50% van de geval Luilekkerland.... len werd onze keus zonder meer de grond in geboord. Maar dat spelletje zijn we dan ook gauw beu. Tijdens haar passen, zoeken we altijd naar een stoel. In sommige zaken valt er niks te zitten. Dergelijke winkels zouden door mannen geboycot dienen te worden. De stoelen moeten van de andere kant ook weer niet te gemakkelijk zijn, want dan kan men een lelijke blunder begaan. Toen we in de zoveelste kle dingzaak binnenkwamen zochten we onmiddellijk naar de stoelen. We na men er ons gemak van, er werd zelfs koffie geserveerd. Bier was beter ge weest, maar goed, 't was dus koffie, 't Was lekker warm. Corry verdween in een paskamer met een armvol jurken, 't Duurde allemaal wat lang voor ze weer naar buiten kwam. In ieder geval we sukkelden in een vredig slaapje. Met een wat vinnige opmerking wer den we wreed uit die zalige rust gerukt. We hebben daarna een stuk minder kritisch moeten doen over de prijs van een uitverkoren kledingstuk om wat van onze verloren good-will terug te winnen. Soms kunnen we er in de stad tussen uitknijpen en dan bezondigen we ons aan de haring, frikandellen en knakworsten, 't Is tenslotte niet voor niets Luilekkerland! SCHRIJFKOUTER De importbehoefte aan granen van de Sovjet-Unie voor 1982/83 (juli 1982 t/m juni 1983) is volgens ra mingen van het Amerikaanse minis terie van landbouw grotendeels ge dekt. Het ministerie verlaagde de geraam de importbehoefte met 2 miljoen ton tot 35 miljoen ton. Daarbij is opge merkt dat in 1981/82 rond 46 mil joen ton aan granen ingevoerd werd. Wat de tarwe betreft handhaaft het Amerikaanse ministerie de geraam de importbehoefte op 17 miljoen ton (1981/82: 19,5 miljoen ton). De in voer van voergranen is met 2 miljoen ton verlaagd tot 17 miljoen ton (1981/82: invoer 25,5 miljoen ton). Aan overige granen wordt een im portbehoefte geraamd van rond 1 miljoen ton, wat ongeveer gelijk is aan vorig jaar. Tot begin december heeft de Sovjet-Unie ongeveer 20 miljoen ton granen aangekocht, waarvan twee derde deel betrekking had op tarwe. vdw In de periode van 1 augustus t/m 30 november werden in Neder land 1.466.176 ton granen inge voerd vergeleken met 1.772.700 ton in de overeenkomstige maanden in 1981. Het aandeel mais daalde van 1.010.300 ton tot 739.807 ton, waarbij zich een belangrijke ver schuiving voordeed ten gunste van de partnerlanden. Zo daalde de invoer uit derde landen - in hoofdzaak de Ver. Staten - van 722.500 ton tot 140.197 ton en steeg de invoer uit de partnerlan den - in hoofdzaak Frankrijk - van 287.800 K>n tot 599.610 ton. Ook bij zachte tarwe deed zich een overeenkomstige ontwikke ling voor. De invoer uit derde landen daalde van 191.700 ton tot 84.014 ton en die uit EG-landen steeg van 203.100 ton tot 355.899 ton. Aan gerst werd 220.242 ton inge voerd tegen 197.000 ton in 1981, vrijwel geheel afkomstig uit EG- landen. vdw Wat doet een veevoedings R. Muilenburg van het ABN Agrarisch Team: "Ben hectare is zoveel waard als de boer die erop werkt". 10

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 10