Bezuinigen o.m. mogelijk door
versteviging scharnieren drieluik
Onderwijs, Onderzoek en Voorlichting
Verdienstelijk!
VP
Landbouwschap bereidt
zich voor op
EG-prijsvoorstelIen
zuidelijke landbouw maatschappij
Z.L.M.-voorzitter AJ.G. Doeleman tijdens algemene ledenvergadering:
Samenwerking 3 C.L.O.'s
Wisselende uitkomsten verwacht
voor landbouwbedrijven
Akkerbouw
Melkveehouderij
z.l.m
mm m VRIJDAG 10 DECEMBER 1982
68e JAARGANG NO. 3600
tuinbouwblad
Een hoogtepunt tijdens de Algemene ledenvergadering is elk jaar weer de onderscheiding van de leden van
Verdienste. Zij ontvangen als blijk van waardering voor hun trouw een speld en een oorkonde. Een groot deel
van de verdienstelijkeleden poseerde mét speld op het podium tijdens de vergadering in Etten-Leurvoor een
foto!
"Onderwijs, onderzoek, voorlichting en landinrichting
zijn op zeer efficiënte wijze geïntegreerd bij het Ministerie
van Landbouw en daar mag nu niet op onverantwoorde
wijze in worden gesnoeid. Wei zijn wij bereid op redelijke
voorwaarden mee te denken en te praten over bezuini
gingen voor de jaren 1 984 t/m 1 986. We kiezen daarbij
voor afspraken die op langere termijn moeten kunnen
worden gemaakt. Maar het moet duidelijk zijn dat wij
deze verantwoordelijkheid niet tot elke prijs willen ne
men".
Dit zei de voorzitter van de Z.L.M.de heer A.J.G. Doele
man, maandag 6 december j.l. in zijn jaarrede op de goed
bezochte Algemene Ledenvergadering van de Z.L.M. in
"de Nobelaer" te Etten-Leur.
De Z.L.M.-voorzitter gaf zelf enige aktiviteiten aan waar
op met overleg nog wel zou kunnen worden bezuinigd:
"De scharnieren van het drieluik onderwijs, onderzoek en
voorlichting zijn in de goede jaren losgeraakt maar er kan
door meer samenwerking - door de scharnieren weer
opnieuw stevig aan elkaar te bevestigen - op onderdelen
wel bezuinigd worden!Hij zei hierbij te denken aan een
nauwere samenwerking tussen de onderzoeksinstituten
en de Landbouwhogeschool te Wageningen. Zijns inziens
is Wageningen te ver afgegroeid van de praktij hetgeen
met name zijn oorzaak vindt bij de praktijk die onvol
doende inspeelt op de kennis die in Wageningen be
schikbaar is. "Wanneer wij studenten de mogelijkheid
bieden, zo zei hij, om onderzoek te verrichten in de prak
tijk, dan kunnen probleemvelden aangegeven worden
waar de LH dan in samenwerking met de onderzoeksin
stituten op in kan spelen. Deze wisselwerking is hard
nodig". Volgens de heer Doeleman is ook een nauwere
samenwerking tussen de voorlichting en het agrarisch
onderwijs noodzakelijk. Provinciaal dient hieraan gestajte
te worden gegeven. Een eerste stap in de goede richting
noemde hij de aanstelling van een provinciaal kursus-
koördinator. Meer overleg en samenwerking kan ook tot
stand komen in de Provinciale Raad voor de bedrijfsont
wikkeling. Als een goed voorbeeld van samenwerking in
het Zuidwesten noemde hij het Interprovinciaal Overleg
orgaan voor Akkerbouwaangelegenheden.
De voorzitter van de Z.L.M. opperde op de Ledenverga
dering ook de mogelijkheid om tot enigerlei vorm van
samenwerking te komen tussen de 3 Centrale Landbouw
Organisaties in ons land. De heer Doeleman zei dat de
land- en tuinbouw goed is georganiseerd, "maar ver
deeld in 3 organisaties werken wij wel duur. Misschien
zo zei hij, kan ook daar wat bezuinigd worden zonder dat
de eigen identiteit daardoor verloren gaat". Hij dacht
daarbij dan in de richting van samenwerking in vakgroe
pen misschien ook in samenwerking met de vaktechni
sche organisaties.
De heer Doeleman sprak ook zijn zorg uit over de bezui
nigingen op de keuringskosten en op de landinrichting.
"Bezuinigingen op ruilverkavelingen zullen op langere
termijn meer nadelen opleveren dan voordelen want de
werkgelegenheid zal erdoor verminderen en de struk-
tuurverbetering van de bedrijven doen uitstellen terwijl
bovendien minder goed inhoud kan worden gegeven aan
het beleid tot beter natuurbehoud
De bedrijfsuitkomsten in de landbouw tonen in 1982/83
een sterk wisselend beeld. Voor de weidebedrijven wordt
een verdere verbetering verwacht na het gedeeltelijk her
stel dat zich vorig jaar voordeed van de slechte bedrijfs
uitkomsten in 1979/80 en 1980/81. In de akkerbouw is
alleen voor de bedrijven in het Noordelijk kleigebied een
verbetering van de uitkomsten te verwachten tegenover
een achteruitgang in het Centrale en Zuidwestelijke klei
gebied en in de Veenkoloniën.
In de intensieve veehouderij boekte de varkenshouderij
evenals vorig jaar tot nu toe gunstige uitkomsten, maar in
de pluimveehouderij leidden lage opbrengstprijzen tot on
gekend slechte uitkomsten.
Verwacht wordt dat de grotere weidebedrijven en klei-ak-
kerhouwbedrijven in 1982/83 door bedrijfsreserveringen
hun financiële weerstand kunnen versterken. Op de
Veenkoloniale akkerbouwbedrijven en de kleinere bedrij
ven zal de ruimte voor bedrijfsreserveringen ontbreken.
Dit blijkt uit de binnenkort door het LEI te publiceren
prognoses van bedrijfsuitkomsten over het lopende boek
jaar (mei 1982 t/m april 1983). 1)
De kg-opbrengsten van de gewassen zijn in de klei-ak-
kerbouw opnieuw gunstig en liggen thans ca. 15% boven
het normale niveau. De Veenkoloniën zijn gekonfron-
teerd met tegenvallende kg-opbrengsten van fabrieks
aardappelen: ca. 15% lager dan vorig jaar. Gemiddeld
wordt voor de grotere akkerbouwbedrijven een verbete
ring van de bruto-produktiviteit voorzien van 5,5%. Voor
konsumptieaardappelen en uien zijn de prijzen aanzien
lijk lager en ook voor suikerbieten wordt een lagere prijs
dan vorig jaar verwacht. Daartegenover staan hogere
prijzen voor granen, pootaardappelen en fabrieksaard
appelen. Gemiddeld lopen de opbrengstprijzen met 4%
terug. De prijzen van de produktiemiddelen stijgen met
5,5%. De opbrengsten/kostenverhouding verslechtert
met 4%. Het netto-overschot zal op de grotere bedrijven,
met uitzondering van de Veenkoloniën, positief uitko
men en blijft op de kleinere bedrijven negatief. (Zie voor
de verwachte uitkomsten in guldens elders in dit blad)
De toeneming van de melkproduktie per koe en vooral
van de veebezetting per ha zet zich op de grotere bedrij
ven in 1982/83 gematigd voort bij een vrijwel gelijkblij
vend krachtvoerverbruik. De bruto-produktiviteit zal
naar verwachting met 1,5% verbeteren. Het prijspeil van
melk en rundvlees gaat met ruim 5% omhoog. De pro
duktiemiddelen worden gemiddeld 4% duurder. De op
brengsten/kostenverhouding verbetert met 2,5%. De ar-
beidsopbrengst per ondernemer stijgt; het
netto-overschot blijft echter nog steeds negatief.
Het bestuur van het Landbouwschap heeft vooruitlopend
op de EG-prijsvoorstellen voor het seizoen 1983/1984
een eerste disicussie gevoerd over het EG-landbouwbe-
leid. Deze prijsvoorstellen worden de komende weken
verwacht. Het Landbouwschap stelde enkele hoofdlijnen
vast, die als basis kunnen dienen voor een standpunt
wanneer de voorstellen uit Brussel eenmaal op tafel lig
gen.
De organisaties in het Landbouwschap zijn het erover
eens, dat de objektieve methode uitgangspunt zal moeten
zijn voor de EG-prijsvoorstellen. Deze berekeningsmet
hode heeft uitgewezen, dat de prijzen in de Gemeenschap
het volgende seizoen met ongeveer 7% verhoogd zullen
moeten worden. Voorts is het Landbouwschap van me
ning, dat bij de toepassing van de medeverantwoorde
lijkheidsheffing voor de zuivel geen verdere differentiatie
mag worden doorgevoerd. Bovendien is een aktief
marktbeleid van de Europese Commissie noodzakelijk.
Op termijn zouden hierdoor geen voorraden meer aan
wezig zijn, die de opbrengstprijzen voor agrariërs nega
tief beïnvloeden.
Overigens heeft het Landbouwschap nog geen konklusies
getrokken over de wijze waarop de produktie en afzet
beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Enkele ele
menten die in de diskussie binnen het schap een rol spe
len zijn naast het EG-markt- en prijsbeleid en de mede
financiering ook mogelijkheden voor produktiebeper-
king en de stimulering van eiwitrijke grondstoffen voor
veevoeders.