Landbouwbegroting 1983 Preiteelt: arbeidsintensief "Grens bereikt waarbij ruilverkaveling voor boer nog interessant is" 'V ^><3, zuidelijke landbouw maatschappij Vanuit de Z.L.M. gezien Drs. J. de Koning: Bezuiniging Pachtnormen ZEEL* z.l.m VRIJDAG 24 SEPTEMBER 1982 68e JAARGANG NO. 3649 land- en tuinbouwblad De preiteelt is de afgelopen tien jaren in ons land in oppervlakte betrekkelijk snel toegenomen en neemt in de vollegrondsgroenteteelt een belangrijke plaats in. Omdat de preiteelt nogal arbeidsintensief is ziet men ook hier een toenemende mechanisatie van bepaalde onderdelen van de teelt. Hoewel velen menen dat preiteelt een grootschalig gewas is, tonen cijfers toch het tegendeel aan. Nog wel, wat niet ontkend kan worden dat steeds meer telers hun araal uitgaan breiden. De 3e dinsdag is niet een dag in de tijd van het jaar dat men in de land- en tuinbouw rustig kan gaan zitten kijken, luisteren of lezen wat men in Den Haag heeft uitgedok terd om het komende regeringsjaar de verschillende mi nisteries in de gelegenheid te stellen een beleid te voeren. ledereen is bij gunstig weer druk bezig met het binnen halen van de aardappels, uien, bieten, fruit, snijmaïs enz. Wanneer wij dan toch enige aandacht besteden aan de miljoenennota kan een vluchtige reaktie zijn dat met na me de landbouwbegroting bijzonder weinig nieuws be vat. Men gaat verder met de op gang gezette bezuiniging waar geen nieuw beleid, gericht op de land- en tuinbouw, tegenover staat. Het eindcijfer van de landbouwbegro ting is in vergelijking tot 1 982 gedaald met 35,4 min. Deze verlaging is een bijzonder bedenkelijke zaak en is ook bijzonder onrechtvaardig gezien de grote bijdrage die de land- en tuinbouw levert aan 's lands ekonomie. Aan de bijdrage die de land- en tuinbouw levert aan de beta lingsbalans wordt in de toelichting wel aandacht besteed. Daar mogen wij dan trots op zijn. Als individuele onder nemer koop je echter weinig voor dit schouderklopje. Ook niet als gesteld wordt dat "Agri-Holland er net iets beter op staat dan de meeste andere takken van bedrijvigheid. Dat komt", zo wordt gesteld, "door de verdienste van de ondernemers en de werknemers in de agrarische sektor zelf. Vakmanschap, ondernemerschap en een grote be reidheid om ook hand in hand met elkaar en met de overheid aan de slag te gaan staan daarbij voorop". Maar juist aan de slag gaan samen met de overheid is zeker onvoldoende mogelijk met een zo ver uitgeholde landbouwbegroting. Zorgen daarover bestaan er in sterke mate bij de glastuinbouw. De glastuinbouw staat voor een nieuw stookseizoen. Op sommige bedrijven zijn de zorgen zo groot dat men twijfelt om de uitgestoken hand via het sektorbeleid te grijpen. Zorgen ook bij veel jonge ondernemers of het verant woord is het bedrijf over te nemen. Aan deze problemen wordt weinig of geen aandacht besteed. Daarnaast blijkt dat zaken die niet direkt in het belang van de land- en tuinbouw zijn steeds meer aandacht krijgen. Dat zien wij o.a. bij het drieluik onderwijs, onderzoek en voorlichting. Zo vragen wij ons af wat de herstrukturering van de Landbouwhogeschool en de samenwerking met het landbouwkundig onderzoek voor de praktijk gaat bete kenen. Wij zullen er op moeten toezien dat door deze ontwikkeling de Landbouwhogeschool maar vooral ook het onderzoek niet verder van de praktijk af komt te staan. Wij zijn daar niet gerust op! Duidelijk is het dat door de internationalisatievanWageningengeldenbesteedworden aan onderwijs en onderzoek die niet ten nutte komen aan de direkte belangen van de Nederlandse land- en tuin bouw. Wij hebben geen bezwaar tegen deze verbreding van taken. Het mag evenwel, niet ten koste gaan van het praktische onderzoek wat voor de land- en tuinbouw van zo groot belang is. Maar ook bij de voorlichting blijkt dat ondanks de forse inkrimping in het personeelsbestand er wel andere akti- "Dat de voorbereiding en de uitvoering van ruilverkave lingen in de loop van de jaren steeds langer zijn gaan duren is tot nu toe niet een gevolg van financiële beper kingen maar vindt zijn ooraak in de juridische sfeer. Maar er komt wel een moment dat het huidige uitvoe ringstempo ook financieel niet meer valt vol te houden. Men zou dan het totale ruilverkavelingsareaal kunnen verlagen of het uitvoeringstempo verder kunnen vertra gen. Dit laatste is niet zo goed mogelijk omdat voorbe reiding en uitvoering nu al zo lang duren. Overigens valt er de eerste twee jaar nog geen wijziging in het ruilver- kavelingsbeleid te verwachten". Minister J. de Koning zei e.e.a. maandag j.l. op een perskonferentie in Nieuws poort te Den Haag, waar hij een toelichting gaf op een aantal aspekten in de door hem ingediende begroting voor 1983 van het Ministerie van Landbouw en Visserij. De heer de Koning zei van mening te zijn dat hoewel een aanzienlijk deel van de ruilverkavelingslasten van het rijk zijn geschoven naar belanghebbenden, de boeren, de lastenverhogingen op termijn nog wel aanvaardbaar zijn. Wel zei hij zich er terdege van bewust te zijn dat de grens bereikt is waarbij het voor de boeren nog interressant is te stemmen vóór een ruilverkaveling. De laatste stemmin gen tonen dit ook aan want die hebben het maar net gehaald. Het eindcijfer van de begroting van het Ministerie van Lanbouw voor het jaar 1983 vertoont vergeleken met 1982 een vermindering van 35,4 miljoen en bedraagt totaal bijna 2,5 miljard (ƒ2.481,1 miljoen inklusief 26 miljoen voor visserij). Minister de Koning zei op de perskonferentie van mening te zijn dat de landbouw er bij de diverse bezuinigingsronden goed is uitgesprongen, vergeleken met andere departementen. "In het begin van de bezuinigingsoperaties hebben we relatief nogal wat in moeten leveren maar over het geheel genomen valt het wel mee". De minister verwacht over een paar maanden een advies te ontvangen over de problematiek rond de pachtnor men. Ook wacht hij de uitkomsten af van een LEI-studie naar de oorzaken van een voortdurende daling van het pachtareaal hetgeen hij een bedenkelijke ontwikkeling vindt. Uitkomsten van beide studies zouden volgens de minister best wel eens kunnen leiden tot een wijziging van de pachtwet. Over de komende eventuele verhoging van de pachtnormen wilde hij zich nog niet uitlaten. Wierenga viteiten aangevat worden. Zo is kortgeleden een konsu- lentschap opgericht voor stedengroepen. De voortgang van de ruilverkavelingswerken van 40.000 ha kan ge handhaafd blijven maar ook hier geldt dat een gedeelte van het geld besteed wordt aan projekten die niet gericht zijn op st rukt uurverbetering van de land- en tuinbouw. Bij de installatie van de voorbereidingskommissie Wal cheren kwam heel indringend naar voren de bezwaren tegen de lange tijd van de voorbereiding die een ruilver kaveling vergt. Wij vragen ons af: waar zijn wij met alle inspraakprocedures mee bezig. Als men wil bezuinigen is het beter daar eens kritisch naar te kijken. Een kortere voorbereiding is kostenbesparend en betekent een snel lere uitvoering. Snellere totstandkoming van verbeterde produktieomstandigheden is belangrijk voor de indivi duele ondernemer maar zeker ook voor de Nationale ekonomie. Ruilverkavelingen passen uitermate goed in het kader van de verruiming van werkgelegenheid. In de landbouwbegroting wordt ook nogal aandacht besteed aan de bebossing. Ik vraag mij af of Nederland nu het land is waar bebossing verantwoord is. Verantwoord op ekonomische grond maar ook landschappelijk gezien. Deze keer wil ik mij tot deze meer algemene opmerkingen beperken. Meer is er te lezen in ons blad over de land bouwbegroting. Ik wil daarbij uw belangstelling vragen voor het kommentaar van de voorzitter van het K.N. L.C. Doeleman

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 1