Ra, ra hoe kan dat?
Voorbereidingscommissie
ruilverkaveling
Walcheren geïnstalleerd
zuidelijke landbouw maatschappij
Landbouwuitgaven
Stroomtarieven
z.l.m
VRIJDAG 17 SEPTEMBER 1982
68e JAARGANG NO. 3648
land- en
tuinbouwlilad
De bergingvan de aardappelen is weer begonnen. Uit de praktijk komen wat tegenstrijdige berichten maar
de opbrengst lijkt toch wel goed te worden zowel naar kwantiteit als kwaliteit.
Veel van onze leden zitten nu waarschijnlijk volop in'de
aardappelen en in de bieten. Hoe het hun vergaat kunnen
we lezen in de rubriek "Uit de praktijk". Als betrekkelijke
leek op het gebied van de praktische landbouw houd ik
het deze week maar op Brussel en de stroomtarieven.
Vorige week meldden diverse dagbladen op basis van
"een geheime notitie" dat de E.G. Landbouwuitgaven dit
jaar de pan uit dreigen te rijzen vanwege de sterke stij
ging van de graan- en melkproduktie. De E.E.G. zou
daardoor (alweer!) op weg zijn naar de ernstigste finan
ciële krisis van de laatste jaren (N.R.C.-Handelsblad 9
september 1 982). Verwacht moet dan ook worden dat de
landbouwuitgaven van de Europese Gemeenschap dit
jaar meer dan de afgesproken vijfendertig miljard gulden
zullen bedragen. Belangrijkste oorzaken daarvan: de
laatste maanden is de melkproduktie met zes procent
omhoog geschoten terwijl in Nederland - volgens opgave
van het ministerie van Landbouw - de melkproduktie ca.
4,5 procent hoger uit zal komen dan vorig jaar. Boven
dien wordt er dit jaar een rekord aan graan geoogst na
melijk ruim honderdtwintig miljoen ton, dat is een stijging
met twintig procent. Aldus nog steeds de berichtgeving
in de dagbladen. Als vertegenwoordiger van een bekende
landbouworganisatie kreeg ik het er echt benauwd van:
deze berichten zouden immers zeker tot gevolg hebben
dat de garantieprijzen voor melk en graan onder hoge
druk zouden komen te staan. Maar ziet, wat een opluch
ting: reeds de volgende dag - op tien september -
meldde het Financiële Dagblad het bericht "Meevaller op
de E.G.-landbouwbegroting": De Europese Gemeen
schap heeft over de eerste acht maanden van dit jaar
3,85 miljard gulden overgehouden op de landbouwbe
groting. En het bericht gaat verder: de E.G.-kommissie
houdt over het gehele jaar genomen rekening met een
aanzienlijke meevaller. Inmiddels heeft de kommissie,
al twaalfhonderdtachtig miljoen gulden overgehe
veld naar andere begrotingsposten. De E.G.-ministerraad
zal zich uiteindelijk moeten uitspreken over de besteding
van het resterende overschot. E.G.-kommissaris Tu-
gendhat toonde zich tenslotte vol vertrouwen dat de
E.G.-begroting ook in het komende jaar "de eigen mid
delen" niet zal overtreffen. Ra, ra, hoe kan dat allemaal:
de ene dag miljarden tekort, de andere dag miljarden
over. Wordt er een spel gespeeld? Ik weet het niet, maar
wat ik wel weet is dat dit soort berichtgeving er bepaald
niet toe bijdraagt dat de boer - en zijn organisatie - er van
overtuigd raken dat het in de toekomst allemaal minder
moet. Terwijl dat misschien wel zou moeten, als u be
grijpt wat ik bedoel.
De industriële grootverbruikers hebben bij het ministerie
van ekonomische zaken gedaan gekregen dat zij een
aanmerkelijke korting krijgen op hun stroomtarief. De
argumentatie van deze korting is gevonden in het feit dat
de konkurrentiepositie van deze industriële grootgebrui
kers een ruggesteuntje behoeft. De betreffende bedrijven
hadden overigens eerder laten doorschemeren dat ze an
ders ook wel in andere landen terecht konden. Inmiddels
heeft nota bene de kommissie Energie van de Sociaal
Ekononische Raad (S.E.R.) de aanbeveling gedaan de
(verdere) verlaging van de stroomtarieven van de indus
trie ten koste te laten gaan van de kleinverbruikers.
Onder kleinverbruikers valt ook het land- en tuinbouw
bedrijf. Deze aanbeveling staat in een rapport dat van
daag (vrijdag 17 september) aan de orde komt in de
S.E.R. Mijn mening is dat de argumentatie om de tarie
ven voor grootverbruikers aan te passen namelijk de
konkurrentiepositie - in hoge mate ook geldt voor de land
en tuinbouw: de bijdrage aan de nationale ekonomie is
genoegzaam bekend. Ik zou er daarom voor willen pleiten
ook alle land- en tuinbouwbedrijven een forse korting op
hun elektriciteitsrekening te verlenen. Eerder pleitte het
Hoofdbestuur van de Z. L. Mal voor een dergelijke korting
voor bedrijven met een eigen bewaring (koelhuizen) Om
nu de korting door te trekken voor alle bedrijven wordt
voorkomen dat andere - en vooral de kleinere - bedrijven
buiten de boot vallen. Dat zou niet terëtht zijn omdat elk
bedrijf naar verhouding immers zijn steentje bijdraagt
aan het fantastische resultaat van de bedrijfstak land- en
tuinbouw. Wanneer deze korting op de stroomtarieven
werkelijkheid zou worden zou dat afhankelijk van het
bedrijf enkele honderden guldens tot zelfs meer dan dui
zend gulden op kunnen brengen en dit voordeel zoO elke
jaar terugkoemen. De moeite waard zou ik zo denken.
Oggel.
In de voorbereidingsfase die uit moet monden in een ruil
verkaveling voor Walcheren is donderdag 9 september j.l.
een belangrijke mijlpaal bereikt: in het gemeentehuis van
Meliskerke is tijdens een korte plechtige bijeenkomst de
voorbereidingskommissie officieel geïnstalleerd. Walche
ren heeft daarmee een primeur want het is de eerste keer
dat in ons land in hetzelfde gebied voor de tweede keer een
ruilverkaveling plaatsvindt.
De commissie werd geïnstalleerd door het lid van de
Centrale Cultuur technische Commissie de heer J. Nieu-
wenhuyse die memoreerde dat de eerste verkaveling na
de overstroming in 1944 wel goed is geweest maar dat de
snelle ontwikkelingen in de landbouw nu weer vragen om
een cultuurtechnisch ingrijpen. De verbetering van de
werkomstandigheden zal zich vooral toespitsen op het
opheffen van te kleine kavels, de te grote afstand tot de
gebouwen en de onvoldoende ontsluiting. De heer
Nieuwénhuyse stak een pluim op de hoed van de Wal-
cherse boeren in het algemeen eri van de jonge in het
bijzonder die door middel van woord en geschrift (o.a.
"Walcheren waarheen-Walcheren daarheen") op een
juiste manier de noodzaak van de verkaveling hebben
aangetoond. Hij merkte nog op dat het "Landinrich
tingsproject Walcheren" zoals de CCC het noemt, wel in
de eerste plaats voor de boeren is maar dat ook natuur en
landschap daarbij nauw zullen zijn betrokken. Ten aan
zien van het tijdstip waarop de opknapbeurt van Wal
cheren achter de rug zou kunnen zijn was hij niet zo
optimistisch: Voor de voorbereiding moet op 8 jaar en de
uitvoering op 12 jaar worden gerekend en "als het voor
het jaar 2000 klaar is dan valt het mee", meende hij.
Het G.S.-lid Drs. R.C.E.Barbé verklaarde dat de provin
cie de landbouw zoveel mogelijk zal stimuleren, ook het
werk dat staat te gebeuren op Walcheren. Kritiek had hij
op het feit dat de ruilverkaveling op Walcheren vooral
een administratieve zaak is. "Dat zou anders moeten en
ik juich het toe als er een grondpot zou komen zodat
bedrijfvergroting mogelijk zou worden". Ook de heer
A.J.C.Doeleman die namens de 3 ZLO en het Land
bouwschap sprak benadrukte dat al het mogelijke er aan
gedaan moet worden om een grondpot te krijgen omdat
bedrijfsbegroting mogelijk zou worden". Ook de heer
ten te kunnen komen, (de arbeidsprestatie ligt op Wal
cheren thans op 80% van elders in ons land). Hij wees er
ook nog op dat de ruilverkaveling van groot belang is
voor de niet-agrariërs op Walcheren: "als de boeren het
goed hebben dan komt dat de gehele streek ten goede".
Hij deed een dringend beroep op alle betrokkenen om de
procedures en rapporten zo snel mogelijk te laten verlo
pen en te produceren. Er is haast geboden want stilstand
is achteruitgang.
De heer B.J.van Putten, burgemeester van Mariekerke en
tevens voorzitter van de voorbereidingscommissie ver
klaarde dat in het woord "ruilverkaveling welhaast het
conflict besloten ligt omdat er veel groepen en personen
met uiteenlopende belangen bij betrokken zijn. Hij deed
een beroep op alle betrokkenen om de bereidheid te heb
ben naar elkaar te luisteren, begrip en respect te hebben
voor eikaars standpunt en de wil om voor de streek het
best denkbare resultaat te behalen.
Het C.C.C.-lid J.Nieuwenhuyse tijdens het uitspreken van
de installatierede. Rechts van hem lid- en voorzitter van de
voorbereidingscommissie de heer B.J. v. Putten, links ook
leden van de voorbereidingscommissie v.l.n.r. de heer
L. Kloet uit Arnemuiden, C.J. Bierens uit Grijpskerke en
K. Dekker uit Wissenkerke (allen voor landbouw), B.J.
Smulders uit Vlissingen (part. natuurbescherming), W.J.
Sanderse (plv. voorzitter) uit Serooskerke (landbouw) en
geheel rechts de heer ir. v. Meegen (waarnemend Ir. LD.
Lagrobo).