DE BOER OP
Medewerking C.R.M. nodig bij
bestrijding bacterievuur
Vergadering Z. L. M. -hoofdbestuur
Zeeuwen buiten Zeeland
zuidelijke landbouw maatschappij
Ergernis over L.E.I.-publicatie
De 20 miljoen voor de veehouderij
Open Dagen
VRIJDAG 6 AUGUSTUS 1982
68e JAARGANG NO. 364^
land- en
i\i(s
ID. tuinbouwblad
In West Zeeuws Vlaanderen en op Zuid Beveland was het zaterdag j.l. "open dag" voor de land- en tuinbouw.
Te Cadzand werd dit gecombineerd met de festiviteiten rond de "Molendag". Op de foto een demonstratie
van dorsen met de vlegel met op de achtergrond de jubilerende molen. Elders in dit blad leest u meer over de
"open dag"
Er is door de fruittelers en landbouworganisaties aan de
alarmbel getrokken. Dat heeft in zoverre resultaat opge
leverd dat door de vele publiciteit thans iedereen over
tuigd is van de noodzaak om drastisch in te grijpen, aldus
voorzitter A.J.G. Doeleman in zijn openingswoord tijdens
de 2 augustus jl. gehouden Z.L.M.-hoofdbestuursverga
dering te Bergen op Zoom.
Er is echter reden tot bezorgdheid over de geldmiddelen
die hiervoor nodig zijn, zo vervolgde hij. Minister de Ko
ning heeft bij zijn bezoek de problemen van het bacterie-
vuur onderkend, maar ook laten blijken dat het een zware
opgave zal zijn om de financiering rond te krijgen. Ook
bracht hij met name het spanningsveld tussen het aan
koopbeleid en het onderhoudsbeleid duidelijk naar vo
ren.
Bijzonder jammer was het naar de mening van de heer
Doeleman dat de Min. van C.R.M. tot nu toe niet is in
gegaan op het verzoek zich op de hoogte te stellen van de
situatie.
Zijn Ministerie is verantwoordelijk voor grote oppervlak
ten natuurgebied en vooral hier loopt het niet meer naar
wens bij de bestrijding van bacterievuur. De drie Z.L.O.'s
zullen daarom opnieuw aandringen op overleg met deze
overheidsinstantie en de betrokken Minister vragen om
het overleg te combineren met een bezoek aan de pro
bleemgebieden. De heer Doeleman wil graag gezamen
lijk overleg en verantwoordelijkheid met de Plantenziek-
tenkundige Dienst, Staatsbosbeheer, Natuurbescher
mingsorganen, de instellingen die de wegenbeplantin
gen onderhouden en de landbouworganisaties over de
wijze waarop het bacterievuur aangepakt moet worden.
Voorkomen moet worden dat men elkaar verwijten moet
maken.
In dit verband is het te betreuren dat de natuurbehouds-
consulent opnieuw blijk heeft gegeven totaal geen begrip
te hebben voor de spanning die er onder de fruittelers
leeft. Wanneer hij zegt dat de fruittelers de hand in eigen
boezem moeten steken omdat ze niet gezorgd hebben
voor appel- en pererassen die niet-vatbaar zijn voor bac
terievuur, dan vraagt hij toch wel om moeilijkheden.
Met ergernis ging de heer Doeleman vervolgens in op een
kort geleden verschenen L.E.I.-persbericht. Kort na het
ander L E B.-bericht waarbij we ook al de nodige aante
keningen hebben gemaakt, is er nu weer een ander
waarin de vermogenspositie van de boeren wordt opge
schroefd. Voor buitenstaanders moet dat als onbegrijpe
lijk voorkomen. Dat het rendement voor het geïnvesteer
de vermogen op minus 0,8% uitkomt, wordt in het be
treffende persbericht niet vermeld. De landbouw ergert
zich daar in bijzondere mate aan.
Reeds eerder is er op gewezen dat niet de vrije waarde
van de grond als uitgangspunt voor de berekening van
het vermogen moet gelden, maar de waarde als ver
pachte grond. Dan krijgt men een beter beeld, zeker als er
daarbij tevens met meer nadruk wordt vermeld dat het
inkomen van de boer opnieuw daalde.
Vooral bij bedrijfsoverdracht komt de werkelijkheid dui
delijk naar voren. Dikwijls levert dan zelfs de pachtwaar
de van de grond nog grote financieringsproblemen op.
In een bestuursvergadering van het Landbouwschap zijn
over een en ander ook reeds kritische opmerkingen ge
maakt. Blijkbaar stoort men zich bij het L.E.I. hieraan
niet. Het lijkt er op of men gewoon doorgaat, zonder zich
ergen iets van aan te trekken.
Vervolgens ging de heer Doeleman in op de bekende 20
miljoen voor de veehouderij. Over de verdeling hiervan is
de discussie nog steeds gaande. Naar zijn mening zou het
enerzijds onjuist zijn het geld zonder meer te verdelen
Hoewel in het Z.L.M. Land- en Tuinbouwblad zelden een
boekbespreking wordt opgenomen mag deze keer daarop
een uitzondering worden gemaakt nu onlangs onder de
titel "Zeeuwen buiten Zeeland" een bundel opstellen is
verschenen van de hand van de ere-voorzitter van de
Z.L.M., ir. M.A. Geuze.
Ir. Geuze behandelt daarin aan de hand van gehouden
intervieuws de levensloop van een zestal zeeuwen die in en
buiten Zeeland bekendheid verwierven en intussen vaak al
geruime tijd buiten Zeeland woonachtig zijn. Het zevende
opstel behandelt de levensloop van ir. Geuze zelf en is
geschreven door M.P. de Bruin. De keuze van de geinter-
vieuwden is uiteraard beperkt en zal ongetwijfeld ook
verband houden met de mate waarin de schrijver zich
betrokken voelt tot de door hem beschreven personen.
Het boek laat zich prettig lezen en is verlucht met foto's.
Niet alleen dr. ir. F.P. Mesu, direkteur van de Cultuur
Technische Dienst en ir. A.P. Minderhoud. landdrost van
de IJsselmeerpolders, werden geportretteerd, maar ook
dr. ir. F.Q. den Hollander, de bekende spoorwegman,
wiens naam in Goes in ere wordt gehouden door de naar
hem genoemde Frans den Hollanderlaan.
De graficus Dirk van Gelder is geen geboren Zeeuw maar
bracht ruim 25 jaar van zijn werkzaam leven door in het
stadje Veere. Voor veel grafische werkstukken vond hij
daar de inspiratie.
Hoewel geen geboren Zeeuw heeft ook de schrijver/ pi
loot A. Viruly een deel van zijn jeugd in Zeeland door
gebracht. Zijn vader was burgemeester van Westkapelle.
Wel een geboren Zeeuwse is Corrie Niggol-Boogerd, een
boerendochter uit Noordwelle, die direktrice werd van de
landbouwhuishoudschool van de Z.L.M. te Tholen en
daarna van de landbouwhuishoudschool van de Z.L.M.
te Kruiningen. Tijdens een studiereis naar de Verenigde
Staten leerde zij Karl Niggol kennen, met wie zij in 1956
trouwde. Zij wonen nu in Seattle, waar haar man visse
rij-bioloog is. Interessant zijn o.a. diverse aspekten van de
Amerikaanse samenleving, die in het opstel beschreven
worden.
Tenslotte het verhaal over ir. Geuze. Geuze als landbou
wer, als voorzitter van de Zeeuwse Landbouw Maat
schappij (van 1945 tot 1965), als voorzitter van de Suiker
Unie, lid van de Eerste Kamer, presidentkommissaris van
de Grontmij en vele andere funkties. Een voorman op
velerlei terrein, bekend ook als spreker en schrijver, maar
die daarnaast ook dichter blijkt te zijn. De openingsrede
van voorzitter Geuze voor de algemene vergaderingen
van de Z.L.M. vormde voor velen het hoogtepunt van de
vergadering.
Bij het woekeren met de hem geschonken talenten legde
zijn gezondheid hem op den duur beperkingen op. De
meeste funkties werden beëindigd, zijn zoon nam het
landbouwbedrijf te Poortvliet over. De heer Geuze woont
nu -enige jaren geleden hertrouwd- met zijn tweede
echtgenote te Wouw. Als zeeuw buiten Zeeland, maar
met hart en ziel zeeuw gebleven. "Zeeuwen buiten Zee
land" is een uitgave van Fanoy te Middelburg en is bij de
boekhandel verkrijgbaar. Prijs 25,00.
A. Korteweg.
onder de kleine boeren, doch anderzijds moet er ook
worden gewaakt dat het geld niet via een subsidierege
ling bij de sterke bedrijven terechtkomt, b.v. door af
grendeling boven een bepaalde bedrijfsomvang. Tevens
zou het een regeling moeten zijn die niet bedrijfsvergro-
ting ten doel heeft, maar verbetering van de bedrijfsuit-
rusting. Twintig miljoen gulden lijkt heet wat, maar als
het over een zeer groot aantal bedrijven moet worden
verdeeld is het betrekkelijk weinig. Uitgekeerde subsi
diebedragen zullen daarom niet hoog kunnen zijn. An
derzijds zou het uitkeringspercentage hoog moeten zijn,
b.v. 40%. Anders moet er te veel bij worden geleend en
dat kan ook weer tot problemen leiden. De heer Doele
man hoopte dat met deze uitgangspunten de tegenstel
lingen in het Landbouwschap kunnen worden overbrugd.
Tenslotte memoreerde de heer Doeleman nog de open
dagen die in de verschillende regio zijn gehouden. Met
deze activiteiten wordt aan buitenstaanders meer be
kendheid gegeven aan het landbouwgebeuren en dat is
een goede zaak. Het brengt voor de organisatoren veel
werk mee, maar dat wordt indirect beloond.
(vervolg op pag. 5)