Symboliek
m
Bedrijfsuitkomsten in de landbouw
<S>cjT _D
Prinses Margriet opent
"Landbouw '82"
zuidelijke landbouw maatschappij
Vanuit de Z.L.M. gezien
Bakterievuur
z. .m
VRIJDAG 25 JUNI 1982
68e JAARGANG NO. 3638
land- en
tuinbouwblad
De trekkracht die uit deze foto spreekt is symbolisch voor de Nederlandse landbouw die als exporteur en
producent niet alleen onmisbaar is voor de voedselvoorzieningen maar ook voor de deviezen. Een sektor die
voor onze economie van het allergrootste belang is!
Vorige week ontvingen wij de publikatie van het Land
bouw Ekonomisch Instituut over de bedrijfsuitkomsten
van de boekjaren 1 977/78 t/m 1 980/81 in de land-en
tuinbouw. Deze publikatie bevat een veelheid van gege
vens over kostenontwikkeling en de opbrengsten in de
verschillende sektoren, verdeeld in bedrijfsgrootte.
1980/81 Blijkt opnieuw voor de gemiddelde weidebe-
drijven, de gemengde bedrijven en de kleine akker
bouwbedrijven niet kostendekkend te zijn geweest. Al
leen de grote akkerbouwbedrijven hadden voor het eerst
sinds enkele jaren een positief resultaat. De verschillen in
netto-overschot (tekort) liep uiteen van - ƒ59.600,— op
de gemengde bedrijven in de zandgebieden tot -
ƒ23.600,— in het centraal kleigebied op de akkerbouw
bedrijven. Het netto-overschot is inklusief het loon van de
ondernemers waarbij uitgegaan wordt van
ƒ43.000, Wanneer buitenstaanders de cijfers onder
ogen krijgen zal men zich afvragen hoe het mogelijk is dat
bedrijven met dergelijke negatieve resultaten zich toch
staande houden. Anderzijds ervaren wij dat wanneer de
prognose van het LEI voor het jaar 1981/82 uitgaat van
een inkomensverbetering van 20% voor de veehou
derij deze cijfers teveel op zichzelf komen te staan. Op dat
moment wordt er geen rekening gehouden met wat de
situatie in de voorgaande jaren is geweest. Buiten de
landbouw wordt er nogal genuanceerd gedacht over de
openbaarheid van bedrijfsresultaten en terecht dacht ik.
In de land- en tuinbouw zijn de bedrijfsresultaten via de
LEI-publikaties wel openbaar. Weliswaar niet van de on
dernemer met naam en toenaam maar van de gemiddel
de resultaten in de verschillende sektoren. Het blijkt ech
ter dat door de ingewikkeldheid van de berekeningen het
bijzonder moeilijk is een duidelijk en objektief beeld te
geven van de werkelijke situatie waarin de bedrijven ver
keren. Voor de land- en tuinbouw zelf zijn deze LEI-cijfers
bijzonder belangrijk. Hierdoor hebben wij meer inzicht in
de positie van de ondernemers en kunnen deze gegevens
mede gebruikt worden als richtlijn voor het te voeren
beleid. De vraag is echter of de begeleiding van de cijfers
vooral naar buiten toe niet beter kan. Maar ook als on
dernemers zelf hebben wij wel bedenkingen tegen be
paalde berekeningen zoals die door het L.E.I. worden
toegepast. Nog steeds gaat men uit van bedrijven op
pachtbasis. Deze cijfers zijn te gunstig ten opzichte van de
eigendomsbedrijven. Wel worden in de publikatie de
meerkosten van ƒ600,— per ha op de eigendomsbe
drijven aangegeven maar deze komen toch onvoldoende
uit de verf als de cijfers in de publiciteit komen. Vervol
gens vragen wij ons af of de berekende rente van 25%
voor de grond nog wel juist is. Deze norm wordt sinds
1977 gehanteerd. Sindsdien is er veel veranderd in de
rentetarieven en de waarde van de grond. Vanuit de
praktijk willen wij meer duidelijkheid over de veranderin
gen in cijfers wanneer de rentepercentages en de waarde
van de grond aan de realiteit worden aangepast. Wan
neer bij de bepaling van de vermogenspositie uitgegaan
wordt van ƒ25.000.— ha dan vinden wij dat deze ver af
staat van de werkelijkheid zoals die gelukkig nog gehan
teerd wordt bij overdrachten tussen vader en zoon. Vol
gens de L.E.I. -Rabo-publikatie was de gemiddelde over
name prijs van '77 tot '79 niet hoger dan ƒ8.000,—.
Deze prijs wordt terecht blijkbaar in de praktijk gehan
teerd om een verantwoorde exploitatie voor de opvolger
mogelijk te maken. Wanneer het verschil tussen de
ƒ25.000,— en de ƒ8.000,— gewaardeerd wordt als een
verbetering van de vermogenspositie van de jonge on
dernemer is dat een absoluut verkeerde benadering. Zo
rekent men de boeren rijk met als gevolg dat ze arm
moeten leven.
Naast de bezwaren zijn zeker ook veel voordelen te noe
men van de L.E.I. -berekeningen. Voor de bedrijven die
aan de L.E.I. -berekeningen meedoen gaat er een posi
tieve werking uit. Zo zelfs dat de bedrijven na enkele jaren
niet meer als gemiddeld aangemerkt kunnen worden
maar boven het gemiddelde uitstekend. Bij een bezoek
aan een akkerbouwbedrijf met een stierenmesterij als
neventak bleek dat de begeleiding door het L.E.I. van
de stierenmesters positief gewaardeerd wordt. Door
deelname aan het onderzoek wordt je meer bewust met
de bedrijfsresultaten gekonfronteerd en worden fouten
sneller opgespoord. Daardoor is het mogelijk sneller bij te
sturen.
Op 29 juni a.s. zal H.K.H. Prinses Margriet om 1030 uur
de officiële openingshandeling verrichten voor de 5 dagen
durende Nationale Manifestatie Landbouw '82 op de ter
reinen van Flevohof in de IJsselmeerpolders.
De inleidende woorden zullen worden gesproken door Drs.
J. de Koning, Minister van Landbouw en Visserij.
Dit is het startsein voor een aaneengesloten programma
van dinsdag 29 juni tot en met zaterdag 3 juli, waarin
door middel van evenementen, shows, tentoonstellingen
en symposia de gehele Nederlandse land- en tuinbouw
onder de aandacht wordt gebracht. De vele aspekten van
de agrarische sektor komen aan bod: landbouwwerktui
gen en -machines, de akkerbouwsektor, de beste Neder
landse koeien, de paarden van o.a. de warmbloed- en
koudbloedstamboeken, de Nederlandse schapen- en gei
tenrassen, de tuinbouwsektor, onderzoek en wetenschap
maar ook toelevering, verwerking en afzet van land- en
tuinbouwprodukten.
De manifestatie is informatief en ontspannend voor de
mensen uit het vakgebied, maar tegelijkertijd boeiend en
attraktief voor de leek. Een kinderdierendag, spektaku-
laire trekker-trek wedstrijden en dagelijks optredens van
internationale folkloristische dans- en zanggroepen dra
gen hiertoe bij.
Het doel van Landbouw '82 is om nationaal en interna
tionaal de aandacht te vestigen op het niveau dat door de
Nederlandse land- en tuinbouw is bereikt.
H.K.H. Prinses Margriet opent op 29 juni Landbouw '82.
De cijfers in de publikatie over het boekjaar '80/'81
liggen te ver achter ons en zijn volledig achterhaald door
de gegevens van '81 '82. Sneller beschikbaar hebben
van de L.E.I. -cijfers is uitermate belangrijk. Nog meer
dan tot nu toe zouden regelmatig tussentijdse bereke
ningen opgestald moeten worden. Beter zou het zijn dat
in samenwerking tussen het L.E.I. en alle boekhoudbu-
ro's een systeem ontwikkeld zou worden waardoor
iedereen, zonder teveel administratie en tegen een rede
lijke vergoeding een bedrijfsekonomische boekhouding
ter beschikking krijgt.
Het is bijzonder frustrerend dat wij steeds opnieuw in ons
bestuur over de problemen van het bakterievuur moeten
praten. Nog steeds wordt niet op afdoende wijze opge
treden tegen deze gevaarlijke ziekte. De problemen ne
men daardoor vooral in Zeeland hand over hand toe. Wij
vragen ons af of het niet tijd wordt om het voorbeeld van
St. Philipsland te volgen. Daar hebben de fruittelers zelf
de zieke haarden opgeruimd. Misschien dat door een
dergelijke verantwoorde aktie het duidelijk wordt dat ons
geduld opraakt. De allergrootste problemen liggen in de
natuurgebieden op Walcheren en Schouwen-Duiveland.
Wanneer die gebieden niet opgeschoond worden blijft
het vechten tegen de bierkaai. Daardoor is het ook niet
verantwoord dat de land- en tuinbouw financieel bij gaat
dragen aan de bestaijding van het bakterievuur. Als men
in Nederland niet wil inzien dat op de wijze waarop men
nu (niet) bezig is met de bestrijding van het bakterievuur
de fruitteelt en de boomkwekerijen maar ook het landhap
onherstelbare schade wordt toegebracht voor nu en in de
toekomst.
Doeleman